De wedstrijden om de Nèderlandsche kampi oenschappen 2e klasse groot biljart zijn Vrij dagavond in de hoofdstad aangevangen. L. Gehrels aan stoot 3)e Êéictoohe 6ou/fca/nt Boomen en water, water en boomen. Een beeld van de overstrooming door den hoogen water stand van de Waal bij Nijmegen Rijksminister Goeboels bij de opening van den nieuwen zender te Saar- brücken De aanvaring van den Nederlandschen torpedojager .Kortenaer" in de haven van Suez. Duidelijk onderscheidt men de beschadiging aan den voorten De Engelsche luchtvaarttentoonstelling in het Wetenschappeliik Museum te De dijk langs een door den hoogen waterstand van de Waal onder* Londen bevat een keur van modeiien^an het oudste tot het meest moderne geloopen weiland bij Nijmegen wordt versterkt FEUILLETON. ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET Een avontuurlijk verhaal van drie studenten, door ARNOLD BARTEL. (Nadruk verboden). 19) Ware kunst spreekt tot iedereen, zij het dan op verschillende manieren. Welken indruk zij op meneer Pirzel maakt, blijkt uit diens mededeeling tegenover madame Manescu, dat hy zijn nieuwe villa in Chemnitz zóó zal laten inrichten. Natuur lijk zal het wel wat comfortabeler worden door wat meer meubelen en zoo en hij hoopt ook het geheele huis niet zoo streng in stijl te houden, maar de salon van zijn toekomstige vrouw zal toch veel gelijke nis vertoonen met dezelfde bogen en stuukwerk en een kleine fontein in het midden tjonge, wat zullen zijn kennis sen oogen opzetten! Madame Manescu hoort nauwelijks wat Gotlieb Pirzel haar allemaal vertelt. Zij is geheel onder den indruk van de vrijgevig heid der Mooren tegenover hun vrouwen. Wat een tijd moest dat geweest zijn! Waar vond men tegenwoordig mannen, die hun vrouwen zoo zouden installeeren, in zulke vertrekken, in zulke tuinen! Lou Volkers daarentegen is lang niet zoo tevreden. Hij ergert zich in hooge mate over een man, aan wien overigens niemand zich meer stoort. Over Karei V, in wiens rijk de zon weliswaar nooit onderging maar die geen gevoel had voor kunstgeschiede nis en dat bewees door het mooiste bouw werk van het Alhambra, het huis der vrouwen, omver te laten halen en daar voor in de plaats een ook heden ten dage nog onvoltooid protserig renaissance-slot liet neerzetten. De dochter van de Baltische barones is diep onder den indruk van de romantiek, die uit dit alles spreekt en haar moeder slaakt een diepe zuoht als zij bedenkt, hoe gemakkelijk de moeders van dien tijd het gehad moeten hebben, toen één enkele vorst zich niet minder dan honderd vier en vijftig vrouwen aanschafte. Toen be hoefde men nog geen dure zeereizen te ma ken. Harry Diesel bewondert het typische ka rakter van het landschap en de rijkdom van vormen, welke hier ten toon wordt gespreid. Maar het mooiste vindt hij toch een oranje-boom, vol geladen met goud gele vruchten, die eenzaam in den morte- hof staat. Diesel voelt trouwens over het algemeen meer voor levende dan voor doode kunst. Als hij Nini daarvan deelge- noote maakt, kijkt zij spiedend om zich heen en als de anderen zich reeds verwij derd blijken te hebben, plukt zij haastig een sinaasappel, dien zij als moderne Eva haar Adam toereikt zij het slechts om hem te schillen. Maar Diesel krijgt toch eerlijk de helft. Het loopt hem vandaag trouwens toch bijzonder mee. Nini is n.L zonder Jean Martin naar Granada gegaan, want deze heeft zich in Malaga naar het hoofdbu reau van politie begeven, om een blik te slaan in het misdadigers-albus, waarvan hij de foto's vergelijkt met die, welke hy tijdens het uitstapje naar Tetuan onge merkt van meneer Pirzel gemaakt heeft. Derhalve is Nini thans onbewaakt en zij ruilt het gezelschap van Hendrik van Ber- quem graag voor dat van Harry Diesel. Het is eigenlijk voor het eerst, dat zij ongestoord alleen zijn en zij schijnen zich daar zeer wel bij te bevinden, want zij hebben elkaar veel te vertellen, al was het alleen maar over Granada en het Alham bra. Snavel en Hilde Boersma zijn ook hun eigen weg gegaan en Snavel komt daarbij tot de conclusie, dat een eenvoudig Hol- landsch onderwijzeresje meer indruk op hem vermag te maken, dan alle kunst schatten van de oude Mooren tezamen.... Weer snorren de auto's over den straat weg en elk van hen laat een dichte stof wolk achter. Hilde Boersma en de drie studenten zijn lang voor de anderen uit Granada vertrokken, maar de eene auto na de andere haalt hen onderweg in. Als zij het kleine stadje Loja binnenrijden, zien zij Nini's auto voor een café staan. Hierby dient opgemerkt, dat Loja een miniatuur stadje is, met een zeer primi tieve arena, waar stierengevechten wor den gehouden en slechts twee verkeersagen ten zijn. De beide laatsten hebben nu de handen vol. Heel Loja is voor het café sa mengestroomd om de vreemdelingen te zien passeeren. Wie geld heeft gaat naar binnen en drinkt een kwart liter wijn. De eigenaar van het café is op deze onver wachte drukte niet voorbereid, maar hij doet wat hij kan. En aangezien nu eenmaal niets aantrek kelijker werkt dan een slecht voorbeeld, j laten ook de drie studenten den chauffeur i stoppen. Als zij het café'tje zijn binnenge gaan, genieten zij een oogenblik de volle aandacht van alle aanwezigen, maar ze zijn er reeds aan gewend om van alle zij den te worden aangegaapt en aan het ta feltje in gezelschap van Nini Collyn ver geten zij spoedig alles om zich heen. Inmiddels rijden de auto's met geregel de tusschenpoozen voorbij. Harry Diesel, die den wagen, welke hen naar Malaga moet brengen, kent, dringt er op aan om verder te gaan, maar de chauffeur schijnt geen haast te hebben. Hij laat zich nog een pint wijn brengen en stoort zich niet in het minst aan de gezichten van zijn passa giers, die van oordeel zijn, dat aan het stuurrad slechts alcoholvrije chauffeurs be- hooren, vooral wanneer de wegen zoo ge vaarlijk zijn als in dit deel van Spanje. Nini is middelerwijl vertrokken en als zij meenen, dat hun chauffeur daar einde lijk ook eens over gaat denken, blijkt het, dat hij in een of anderen uithoek van het stadje eerst nog wat benzine moet inne men. Zoo zijn zy dan nu de allerlaatsten, want ook de reserve-auto, welke tot de colonne van de Stoomvaartmaatschappij behoort, is reeds voorbij gereden. In een slakkengang sukkelen zij dan den slingerenden weg tegen den berg op. Het is om er uit te springen. Hilde werpt elke minuut een nerveuzen blik op haar arm bandhorloge. Om acht uur kiest de „Uka- mi" weer zee en het is nu al bij half zes. Lou Volkers herinnert zich eensklaps de waarschuwing van den steward: Wij wachten alleen op passagiers, die gebruik maken van wagens van de maatschappij. Wie op een andere wijze naar Granada wil gaan, doet dat geheel op eigen risico en be hoeft zich niet te verwonderen als de „Ukami" voor zijn neus vertrekt! Op den hoogsten top in een onherberg zame streek blijft de auto plotseling met een heftigen ruk staan. De chauffeur uit een of andere onver staanbare verwensching, stapt uit en kijkt met veel vertoon van waardigheid onder de motorkap. Als het drietal zich om hem heen schaart en belangstellend naar de oorzaak van het oponthoud informeert houdt hy een heftig betoog, waaruit zij slechts het woord „Panne" opvangen. Uit de berustende wijze, waarop hij zijn schou ders ophaalt, meenen zij voorts te mogen opmaken, dat het euvel niet zoo heel ge makkelijk te herstellen zal zijn. De drie studenten zijn radeloos. Wat moe ten zij nu beginnen? Hilde begint zachtjes te snikken. Voor haar is het wel het erg ste als de „Ukanu" zonder hen vertrekt. Diesel overlegt wat hen te oden staat. Hem komt de heele geschiedenis verdacht voor Dat treuzelen van den chauffeur in Loja vermoedelijk zal daarbij ook wel opzet in het spel zijn geweest. Misschien is deze voorgewende panne niets anders dan een poging om hen geld af te persen. Hij heeft een klein beetje verstand van motoren. Zijn broer is de gelukkige bezit ter van een kleine „Willys" en hij zelf heeft een rijbewijs. Deze oude rammelkar is weliswaar een „Citroen", maar de con structie van de motor zal wel niet zoo heel veel afwijkingen vertoonen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 13