Groote fabrieksbrand te Alphen aan den Rijn. Het vreeselijk ongeluk bij Weert, waar een auto met vier personen in de Zuid-Willemsvaart is ge reden, heett aan alle inzittenden het leven gekost De zwaar beschadigde wagen op het droge Inzet: de gebroeders Th en F Peeters. resp rechts en links, twee der slachtoifers Een felle brand heeft het fabrieksgebouw en kantoor van de N.V. .Rhemania* te Alphen aan den Rijn in de asch gelegd. Een overzicht van de ruïne De stranding van het kustvaartuig „Jos Maria" nabij Egmond. - Het schip in zijn benarde positie De geredde bemanning van het kustvaartuig .Jos Maria'' dat in den nacht van Zondag op Maandag ter hoogte van Egmond strandde Op de IJ ponten te Amsterdam werd Maandag een veikeers-enquete gehou den met het oog op de toekomstige Dlartnen voor den I Murmel Ook de Volendamsche jeugd verwacht met blijde spanning de komst van St. Nicolaas en bij haar speelt de klomp een groote rol op de avonden die den 5den December vooratgaan FEUILLETON. ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET Een avontuurlijk verhaal van drie studenten, door ARNOLD BARTEL. (Nadruk verboden). 15) Dat zal het teeken van zijn waardig heid zijn, meent Diesel ernstig. Ieder mensch heeft nu eenmaal behoefte om de aandacht op zich te vestigen. Zoo draag ik b.v. het sportinsigne op m'n jas om de Rifkabylen te laten zien, dat ik op sportgebied van alle markten thuis ben. En u bent, zoo vaak als wij u zien, getooid met een of ander kostbaar sieraad nu is het weer een armbandhorloge, be zet met zulke schitterende brillanten, dat m'n oogen er pijn van doen. En dat alles om een armen kerel aan het verstand te brengen: hier heb je niets te zoeken en te hopen. Nini Collyn is plotseling ernstig gewor den. Zij staart eenigen tijd zwijgend naar de verblindend-witte huizen van Ceuta en zegt dan peinzend: Misschien moet een mensch af en toe ook wel eens de aandacht op zich vestigen door dingen, welker bezit hij niet direct als een behoefte gevoelt.... Diesel begrijpt niet, wat zij bedoelt en tracht door vragen een nadere verklaring te krijgen, maar het meisje acht het on derwerp hiermee afgedaan Handig tracht zij het gesprek op het briefje te brengen, dat ook in het gezelschap, waartoe bij be hoort, zooveel reden- tot wantrouwen heeft gegeven Diesel heeft zijn portefeuille al uit den zak gehaald, als hij haar plotseling vraagt waarvoor zij het eigenlijk noodig heeft. Toch niet voor dien Adonis, die zich zoo ijverig bemoeit met u te beschermen? informeert hij wantrouwend. Nini beseft volkomen, dat zij het briefje nooit in handen krijgt, als zij zijn vraag overeenkomstig de waarheid beantwoordt. Maar het liegen gaat haar toch ook niet gemakkelijk af en terwijl zij nog overlegt, hoe zij dezen lastigen klip moet omzeilen, steekt Diesel zijn portefeuille alweer in den zak. Ja, ja, dat zou die snaak wel wil len, zegt hij met een geringschattend lachje. Dacht hij werkelijk, dat ik zoo dom was hem dit corpus delicti zoo gemakkelijk in handen te spelen? Dan kan hij lang wachten. Nini tracht het over een anderen boeg te gooien. Wat denkt u eigenlijk van dien meneer en van mij? vraagt zij beleedigd. Maar Diesel is niet van zijn stuk af te brengen en na een oogenblik aarzelen zegt hy gedecideerd: Van u slechts het aller beste; van hem het tegendeel! De „Ukami" is intusschen langzaam de vrywel verlaten haven van Ceuta binnen geloodst. Aan de kade ligt slechts een Ame- rikaansch vrachtschip, dat kolen inneemt en nog een kleine Spaansche kruiser. Op den wal echter is het een drukte van belang. Dertig, veertig auto's maken een helsch lawaai. Oude, verwaarloosde wa gens zijn het, bestemd om de passagiers van de ..Ukami" naar Tetuan te brengen. De vertegenwoordiger van de stoomvaartmaat schappij onderhoudt zich vanaf den wal met den purser aan boord in het Duitsch; met de chauffeurs van de havelooze taxi's echter spreekt hij Spaansch. Hij schijnt nog al opgewonden, want de „Ukami" is ten gevolge van het zware weer in de Golf van Biscaye te laat aangekomen. Het is al vijf uur en de afstand tot Tetuan bedraagt min stens veertig kilometer. Spaansche militairen met groote, naar achteren oploopende kepi's en h el-gele koppels en riemen, soldaten van het Vreem denlegioen in bruin veldtenue, breede kniebroek en vuilwitte puttees, de Alpine muts op het hoofd, Spaansche en Afrikaan- sche havenarbeiders hangen slungelig rond en concentreeren al hun aandacht op het vreemde schip. Koopliedenbouwen haastig hu stalle tjes op. Kleurige tapijten worden op straat uitge spreid, bonte shawls op schilderachtige wijze gedrapeerd en marokkaansche leder werk te kijk gesteld. Als de eerste passagiers van boord gaan, worden zij van alle zijden bestormd met prentbriefkaarten en snuisterijen en als daarmee de kooplust nog niet voldoende blijkt aangewakkerd, trekken de kooplieden hen eenvoudig aan den arm mee naar him kramen. Het is warm en stoffig. De passagiers hebben bij het verlaten van het schip nummers gekregen en trachten nu aan de hand daarvan de voor hen bestemde auto te vinden. De organisatie schijnt echter niet geheel in orde te zijn, want overal ziet men hulpelooze menschen, die allen om den agent van de maatschappij roepen. Als deze ten slotte ook geen raad meer weet, duwt hij de passagiers in de eerste de beste auto, die hem voor de neus staat. Klassen verschil bestaat er niet meer. Wie geld heeft om aan het uitstapte naar Tetuan deel te nemen, behoort tot de eerste klasse, on verschillig of hij aan boord eerste, tweede of Toeristenklasse reist. Gotlieb Pirzel heeft reeds eenige uren geleden in de Straat van Gibraltar met verbazing gezien hoe aan boord de eene troepehelm na de andere opdook en hoe de toekomstige Afrikaners, farmers en missionarissen in korte broek, hooge laar zen en een breedgerande Cowboyhoed aan tafel verschenen. De heer Pirzel heeft gevoel voor zulke romantiek en bij het aanschouwen van de ze uitrustingen, vindt hij zichzelf met den stroohoed, welke zijn mama zoo zorgvul dig voor hem heeft nigepakt, min of meer belachelijk. Na rijp beraad heeft hij bij den scheepskapper, die zich ook belast met den verkoop van alerlei kleine ge bruiksvoorwerpen, een echte tropenhelm op den kop weten te tikken. Die beschermt hem niet alleen tegen de zon, maar zal ook later in Chemnitz, als souvenir en Afri- ka-reliquie nog uitstekende diensten be wijzen. Weliswaar is door vertraging van de „Ukami" de zon reeds dalende als de eer ste auto's zich in beweging zetten, zoodat een speciale bescherming tegen haar tropi sche stralen eigenlijk niet meer noodig is, maar daar stoort Gotlieb Pirzel zich niet aan Wie wat bijzonders heeft, moet dat ook laten zien. Zoowel voor zichzelf als voor madame Manescu heeft Pirzel zich bij den admini strateur in het bezit gesteld van de, voor die reisje naar Tetuan benoodigde biljet ten. Hij heeft haar het geld voorgescho ten en er bij den administrateur in het bij zonder op aangedrongen er voor te zor gen, dat zij be ien in dezelfde auto ko men te zitten. Maar bij het van boord gaan heeft hij haar in het gedrang uit het oog verloren en nu staat hij in kuitbroek en troepenhelm aan den wal, tracht tever geefs de zwerm kooplieden, welke zich om hem heen verdringen, af te weren en ziet verbijsterd toe hoe de eene wagen na den andere vertrekt. Eindelijk ontdekt hij een, in het wit ge- kleede dame, die vanuit een der auto's alle pogingen in het werk stelt om zijn aandacht te trekken. Met moeite slaagt hij er in zich uit den kring van zwetsende kooplieden te bevrijden, maar als hij de taxi heeft weten te bereiken, bemerkt hij, dat het de Baltische barones is, die in haar wagen nog een plaatsje vrij heeft. Woedend en teleurgesteld keert hij zich van haar af. Verdraaid-nog-toe waar bleef die Roemeensche nu toch? Altijd die last met die vrouwen! Plotseling ontdekt hij haar in een taxi, welke op het punt staat te vertrekken. Zij is in druk gesprek gewikkeld met Nini Collyn. De heer Pirzel zwaait met beide armen om den chauffeur te bewegen te stoppen en inderdaad blijkt deze daartoe geneigd. Ach, m'n waarde meneer Pirzel, zegt Vadame Manescu met een onschuldig-mee- warig gezicht. Heeft u nog geen plaats? Ja, hier is eigenlijk ook alles bezet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5