DINSDAG 3 DECEMBER 193a
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BINNENLAND
VOORNAAMSTE NIEUWS
VOOR HET KIND
27ste Jaargang
No. 8283
3)e£eidbeheSou/fcci/tit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week J 2.50 pel kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 1 2.60 per kwartaal
Franco per post t 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Verbod van particuliere
weercorpsen
Wetsontwerp thans ingediend.
Ingrijpende maatregelen voorgesteld.
Ingediend is thans het aangekondigde
wetsontwerp houdende voorzieningen om
trent weercorpsen.
Reeds sedert eenigen tijd, aldus de toe
lichting, heeft de regeering met bijzondere
aandacht de meer en meer tot uiting ko
mende neiging van bepaalde politieke groe
pen in den lande gadegeslagen om, hetzij
binnen, hetzij naast de partij, doch met
haar nauw verbonden, organisaties te vor
men welke zich onder omstandigheden kun
nen leenen tot daadwerkelijke machtsont
plooiing. Bij toenemende ontwikkeling kun
nen deze zonder veel moeite worden om
gezet in een soort particuliere legercorpsen.
Preventie is hier noodzakelijk.
Dat door de algemeenheid van het thans
ingediende wetsontwerp aldus de Me
morie van Toelichting ook de categorie
van zekere loyale vereenigingen (Burger
wachten e.d.) onder het wettelijk toezicht
komt te staan, is een consequentie, welke
men geenszins behoeft te betreuren. Ver
eenigingen, welker bestaan en optreden het
wettig gezag slechts met erkentelijkheid
kan waardeeren, zullen met zekerheid op
de in het ontwerp gedachte toelating kun
nen rekenen. De door die organisaties zelf
geambieerde dienstbaarheid aan het wettig
gezag en zijn organen behoort ook nader
te worden geregeld. De uitvoering van de
nieuwe wet zal een voortreffelijke gelegen
heid bieden, die regeling op systematische
en deugdelijke wijze te doen geschieden.
Behoudens toelating bij of krachtens al-
gemeenen maatregel van bestuur zullen
blijkens het wetsontwerp verboden zijn
het tot stand brengen van weercorpsen, het
daarvan deel uitmaken, en het steunen van
deze. Organisaties zullen reeds onder het
verbod vallen, zoodra zij zoodanig optre
den, dat in haar activiteit met grond kan
worden gezien een voorbereiding voor het
geen tot de taak behoort van weermacht of
politie. Onder deze formule valt alles, dat
gericht is op verdediging tegen een buiten-
landschen of binnenlandschen vijand, en
op handhaving van rust en orde, of bescher
ming van personen of goederen. Opzettelijk
is in het ontwerp een zoo ruime formule
gekozen. Werd dit niet gedaan, dan zou
het maar al te wel aan deze of gene min
der gewenschte organisatie kunnen geluk
ken, tusschen de mazen der wet door te
glippen.
Uitzonderingen op het verbod worden ge
regeld bij algemeenen maatregel van be
stuur. Voorts zullen voorwaarden gesteld
kunnen worden, waaraan zekere organisa
ties, om toegelaten te worden, zullen heb
ben te voldoen.
Wanneer het verbod van weercorpsen
eenmaal zal zijn tot stand gekomen, zal
overtreding daarvan aangemerkt moeten
v/orden als een vergrijp, dat een ernstig ka
rakter heeft; er bestaat alle aanleiding om
den opzettelijken vorm van overtreding
van het verbod te stempelen tot een mis
drijf, terzake waarvan veroordeeling tot ge
vangenisstraf zal kunnen geschieden, ter
wijl het bovendien gewenscht moet wor
den geacht, de mogelijkheid open te stel
len, dat de bedrijvers zoo noodig door toe
passing van preventieve hechtenis bij
voorbaat onschadelijk worden gemaakt.
Niet opzettelijk gepleegde overtredingen
hebben uiteraard een minder strafwaardig
karakter dan de opzettelijke. Gezien de
openbare belangen, welke ten deze op het
spel staan, is het niettemin gewenscht ge
acht, dat ook daartegen krachtig kan wor
den opgetreden en dat oplegging van prin
cipale vrijheidsstraf kan geschieden.
Wetten op komst
In de memorie van antwoord op de be
grooting van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart lezen wij, dat een wetsontwerp tot
regeling van de verdere ontwikkeling van
de mechanisatie in de sigarenindustrie het
departement reeds heeft verlaten.
Hetzelfde geldt ook voor het wetsont
werp tot regeling van het zelfstandig uit
oefenen van beroepen en bedrijven door
vreemdelingen.
Een wettelijke regeling welke beoogt
misleiding van het publiek met betrek
king tot de aanduiding van Nederlandsche
herkomst van goederen tegen te gaan, is
in vergevorderde staat van voorbereiding.
Aan de voorbereiding van een wette
lijke regeling van de vestiging van nieuwe
bedrijven wordt met kracht gewerkt.
Het vraagstuk van de Rijnvaartpremies
maakt onderwerp van interdepartemen
taal overleg uit.
Hulp aan den kleinen mid
denstand
GEDEELTELIJKE GARANTIE VAN HET
RIJK.
Men moet voor 1932 zelfstandig gevestigd
zijn geweest Leeningen beneden
de 500—
De regeering heeft een memoriepost op
de begrooting van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart gebracht om hulp te verleenen
aan de kleine middenstand. De regeering
wil credietwaardige kleine middenstanders
tegemoetkomen door borgstellingen te ver
leenen door borgstellingsfondsen die in
verschillende plaatsen in wording zijn
tot maximaal 40 procent, voor rekening
van het rijk te brengen.
Verliezen op borgstellingen voor kleine
geldleeningen zullen dus tot ten hoogste
40 pet. door het rijk worden bijgepast.
Van deze maatregel worden uitgezon
derd personen, die niet reeds op 1 Januari
1932 zelfstandig een zaak dreven.
Voorts zal het rijk in verliezen op borg
stellingen voor bedragen van meer dan
ƒ500 in den regel niet deelnemen.
Aan de toelichting tot deze begrootings-
post is het volgende ontleend:
De regeering acht het tijdstip voor deze
hulpverleening aan de kleine middenstand
thans gekomen. Het particulier initiatief,
dat haar inziens op dit gebied dient voor
te gaan, heeft nl. genoegzame blijken van
daadwerkelijke belangstelling gegeven en
is bezig zijn activiteit te ontplooien in een
richting, waarbij voor eenige aanvulling
in den vorm van een garantie van rijkswe
ge plaats is.
Als gezegd, betreft het hier in het bijzon
der kleine middenstanders, derhalve die
kleinste onder de ondernemers, die zich
veelal door nard werken een bescheiden
bestaan verwerven, maar wier financieele
draagkracht, welke menigmaal voor die
van werknemers onderdoet, niet opgewas
sen is tegen de bijzondere moeilijkheden,
waarvoor zij zich onder de tegenwoordige
omstandigheden geplaatst zien.
Met betrekking tot de vraag, welke vorm
voor deze hulpverleening in aanmerking
komt. is de Middenstandsraad terecht van
gevoelen, dat in het onderhavige geval
het verstrekken van voorschotten tegen een
matige rente boven giften a fonds perdu
de voorkeur verdient.
Taak der geldschietbanken.
Het verstrekken dezer voorschotten ligt
inzonderheid op den weg der geldschiet-
banken, zooals die bijv. in verschillende
deelen des lands mede in verband met de
bestrijding van den woeker, ingeburgerd
zijn. Deze instellingen toch zijn meer dan
de gewone middenstandsbanken op een in-
dividueele behandeling van gevallen als de
onderhavige ingericht en kunnen zich daar
enboven de medewerking verzekeren van
personen, die bereid zijn de aanvragers
zoo bijv. ter saneering van hun bedrijfjes,
van dag tot dag met raad en daad bij te
staan. Het ligt intusschen voor de hand,
dat zij het uit deze werkzaamheid onver
mijdelijk voortvloeiende risico niet geheel
voor eigen rekening kunnen nemen.
Daartoe is integendeel de ruggesteun van
borgstellingsfondsen noodig, waarvan het
Rijnlandsch Borgstellingsfonds als typisch
voorbeeld mag gelden.
Naar het voorbeeld van dit borgstellings
fonds zijn ook elders in den lande, zoo bijv.
te Hengelo, Tilburg, Venlo, Gouda, Hilver
sum. Alkmaar, Eindhoven en Haarlem door
samenwerking van middenstandsorganisa
ties, Kamers van Koophandel en gemeen
tebesturen e.a. soortgelijke instellingen in
wording.
Het laat zich aanzien, dat het Nationaal
crisiscomité indien de middelen zulks toela
ten, zich jegens deze borgstellingsfondsen
niet onbetuigd zal laten. Niettemin is het
uitgesloten, dat men zonder eenige hulp
van rijkswege zou slagen Onder deze om
standigheden vond de regeering vrijheid
alsnog voor dit doel een memoriepost in
te lasschen.
Voor crediet, waarvoor het rijk zich al
dus gedeeltelijk garant stelt, zal in begin
sel iedere kleine neringdoende in aanmer
king komen, afgezien van de vraag, of hij
al dan niet bij eenige vereeniging op het
gebied van handel of nijverheid is aange
sloten.
Dat de te heffen rente matig zal zijn,
spreekt vanzelf, in zooverre geen andere
geldschietbanken er bij betrokken zijn dan
die, welke uitsluitend of in hoofdzaak be
strijding van den woeker ten doel hebben.
DE GELDSCHIETERS WET WORDT
GEWIJZIGD.
Grens voor toepassing verhoogd
van 500 tot 750.
Ingediend is een wetsontwerp tot wij
ziging van de Geldschieterswet. De belang
rijkste wijzigingen zijn de volgende.
De bepaling van artikel 27, voorschrij
vende, dat de actie moet worden onder
teekend in de gemeente, waar de geld-
schietbank gehouden wordt, vórmt naar
de meening van de regeering een al te in
grijpende belemmering van de werkzaam
heden van betaalzegelkassen, die hun ar
beidsveld in meer dan één gemeente vin
den. Bij ongewijzigde handhaving dezer
bepaling kan het bedrijf dezer kassen op
den duur geen voordgang vinden. Dit nu
ware in strijd met de opzet van de wet.
De tweede voorziening is de toevoeging
van een nieuw artikel 43a, aan de wet,
welk artikel beoogt tegemoet te komen
aan het euvel, dat het voor een geldleaner,
die in handen van een woekeraar is geval
len, vrywel onmogelijk is, in rechte het be
wijs. te leveren, dat de gelduitleener een
geldschieter is in den zin van artikel 2. Het
nieuw voorgestelde artikel nu keert in deze
gevallen in de civiele procedure de bewijs
last om.
De grens van 500 voor de gevallen,
waarin de wet toepassing kon vinden, is
indertijd aanvaard, omdat geldleeningen
boven 500 bij geldschietbanken slechts
sporadisch voorkwamen en een geldschiet-
oedrijf met leeningen (in hoofdzaak)
boven 500 economisch niet scheen te
kunnen worden gevoerd. De invoering van
ie Geldschieterswet zelf heeft hierin eenige
wijziging gebracht.
Er zijn thans enkele, weinige voorbeel
den van geldschietersbedrijven aan te wij
zen, die óf uitsluitend óf in meerderheid be
dragen even boven 500 uitleenen. Het
komt daarom gewenscht voor, de grens
te verhoogen en wel tot 750. Dat hetzelf
de verschijnsel zich dan zal herhalen en
geldschietersbedrijven „even boven dit
maximum" zullen ontstaan, behoeft niet te
worden gevreesd.
DE WET OP DE EVENREDIGE
VRACHTVERDEELING.
Een onderzoek naar de vraag van wijziging
of intrekking.
Aan de memorie van antwoord van den
minister van handel, nijverheid en scheep
vaart aan de Tweede Kamer is ontleend:
De wet op de Evenredige Vrachtverdee-
ling vertoont inderdaad leemten. In over
leg met den Oeconomischen Raad en den
minister is besloten, de subcommissie voor
de binnenscheepvaart uit de Centrale Com
missie van Advies en Bijstand voor het
Verkeersfonds uit te breiden ten einde op
korten termijn van advies te dienen over
de vraag of er in afwachting van verdere
maatregelen tot reorganisatie of regeling
van de binnenscheepvaart aanleiding be
staat tot wijziging of intrekking van de
Wet op de Evenredige Vrachtverdeeling.
STEUNVERGOEDING GROENE ERWTEN
EN SCHOKKERERWTEN.
Van officieele zijde wordt ons medege
deeld, dat de steunvergoeding voor groene
erwten en schokkererwten, gedenatureerd
in het tijdvak van 17 November tot en met
23 November 1935, voor de kwaliteits
klassen C en D. resp. 3.20 en 2.70 per
100 K.G. zal bedragen; de steunvergoeding
voor in datzelfde tijdvak gedorschte gele
erwten, voldoende aan de standaardmon-
stenrs C en D. zal achtereenvolgens J 3
en 2.50 per 100 K.G. bedragen.
TEGEN DE OPHEFFING DER
HAARLEMMERMEERLIJNEN.
Request aan den Minister van Waterstaat.
Het comité van actie uit de gemeenten
Uithoorn, Mijdrecht, Wilnis, Vinkeveen e.a.
heeft den minister van Waterstaat een re
quest aangeboden, waarin o.a. wordt ge
zegd, dat het stopzetten van het personen
vervoer over Ge lijn UithoornNieuwer-
sluis een ontydigie opheffing is, vanwege
den korten tijd, dat de opheffing aan de
gemeentebesturen medegedeeld is.
Gevraagd wordt; de opheffing van de
lyn in ieder geval op te schorten tot na de
voltooiing der groote verkeerswegen Hil
versumHaarlem, UtrechtHaarlem en
UtrechtAmsterdam.
OPRICHTING ECONOMISCH
TECHNOLOGISCH INSTITUUT.
Voor Zuid-Holland en Zeeland thans
olficieel opgericht.
Gisteren is in de Senaatskamer van de
Nederlandsche Handelshoogeschool te Rot
terdam gepasseerd de acte van oprichting
van de stichting „Economisch-technologisch
Instituut voor Zuid-Holland en Zeeland".
Als curatoren der nieuwe instelling treden
van rechtswege op de voorzitters der
negen Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Ka
mers van Koophandel en fabrieken. Zij
kunnen zich in de vergaderingen door een
onder-voorzitter doen vervangen. Voorts
benoemt ieder dezer Kamers een bijzittend
lid met adviseerende stem, alsmede een
plaatsvervanger voor dezen.
Het curatorium heeft de Commissarissen
der Koningin in de provincies Zuid-Holland
en Zeeland tot eere-voorzitters benoemd.
Voorts zijn tot voorzitter en onder-voor
zitter onderscheidnelijk gekozen de voor
zitters van de Kamers van Koophandel en
Fabrieken voor Rotterdam en voor de
Zeeuwsche Eilanden te Middelburg. Tot
penningmeester is benoemd mr. K. P. van
der Mandele. Het secretariaat wordt waar
genomen door het secretariaat van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor
Rotterdam.
Als voorzitter en gedelegeerd lid van het
directorium is aangewezen ir. D. de Iongh,
terwijl de heeren prof. dr. ir. G. van Iter-
son Jr., hoogleeraar aan de Technische
Hoogeschool te Delft, prof. W. E. Boerman,
prof. dr. N. J. Polak en prof. dr. P. E. Ver
kade, allen noogleéraren aan de Nederland
sche Handeishoogeschool te Rotterdam, tot
directeuren zijn benoemd. „Msb."
JHR. MR. F. J. J. M. VAN
RUCKEVORSEL f
Op het landgoed de „Wamberg" te Ber-
licum is gisteren overleden het oud-lid van
Ged. Staten van Noord-Brabant, Jhr. mr.
F. J. J. M. van Rijckevorsel, die den ouder
dom bereikte van 77 jaren.
Jhr. van Rijckevorsel heeft voor de stad
's-Hertogenbusch groote verdiensten ge
had in de kwaliteit van wethouder, welke
functie hy jaren vervulde. Hij was tot
raadslid gekozen op 1 Mei 1901 en reeds
in de eerste vergadering werd hij tot wet
houder benoemd en is dat tot 1915 geble
ven.
Jhr. van Rijckevorsel werd tot lid der
Prov. Staten gekozen op 13 October 1908,
bij enkele candidaatstelling; van dit col
lege heeft hy meer dan 25 jaren deel uit
gemaakt.
Hij trad toe tot het college van Ged. Sta
ten, waartoe hy op 8 Juli 1915 gekozen
werd en welk ambt hij tot 8 Juli 1931 is
blijven vervullen.
De overledene was voorzitter der Prov.
Monumenten-commissie en der Prov. Na-
tuurschoon-commissie, alsook bestuurslid
van de stichting het Noord-Brabanisch
landschap. In den loop der jaren maakte
hij nog deel uit van de commissie voor uit
wendige herstelling van de St. Jans-basi-
liek te Den Bosch. Verder was hij direc
teur van de N.V. Bouwmaatschappij „Sta
tionsweg" en bestuurslid van den bond
Heemschut.
Einde der vorige eeuw werd Jhr. van
Rijckevorsel de ijverige secretaris van het
Prov. Genootschap voor Kunsten en We
tenschappen in Noord-Brabant,in Nov.
1916 werd hij daarvan voorzitter. Na voor
zitter van de plaatselijke afdeeling van het
Nederl. Roode Kruis te zijn geweest, volg
de in 1915 zijr benoeming tot gewestelijk
commissaris van Noord-Brabant en nadien
tot kring-commissaris van Oost-Brabant;
ook is de overledene plaatsvervangend al
gemeen voorzitter van 't Ned. Roode Kruis
geweest. Hij heeft verder nog deel uitge
maakt van de Staatscommissie tot onder
zoek van het Beersche-Maas-vraagstuk. Hij
was griffier van de illustre Lieve Vrouwe
Broederschap; langen tijd maakte hij deel
uit van de Ni.ord-Brabantsche Ridderschap
en laatstelijk was hij daarvan voorzitter.
Jhr. van Rijckevorsel is verder nog Ka
merheer geweest in buitengewonen dienst
van Z. M. Koning Willem III en nadien van
H. M. de Koningin.
Verschillende onderscheidingen zijn hem
ten deel gevallen. „Msb."
VOORSTELLEN TOT LOONS
VERLAGING TE ROTTERDAM.
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
B. en W. van Rotterdam hebben bij de
I betrokken instanties een voorstel inge-
I diend om met ingang van 1 Januari een
I loonsverlaging van 5 pet. voor het ge
meen tepersoneel te doen ingaan.
Volgens de „N. R. Crt." zouden B. en W.
van het Rijk de mededeeling hebben ont-
I vangen, dat een bedrag van 8 millioen
kasgeld, dat de gemeente noodig heeft,
slechts zal worden gefourneerd, indien de
i voorgeschreven loonsverlaging haar be-
1 slag heeft gekregen.
BUITENLAND.
Het Britsche kabinet verklaart zich in
beginsel voor petroleum-embargo. Van het
front geen nieuws. Harrar wordt ontruimd
ten einde de stad van bombardement te
vrijwaren (2e blad).
Het orgaan van kardinaal Faulhaber te
München door de Gestapo in beslag ge
nomen (2de blad
Een oorlogsverklaring van minister
Kerrl aan de Duitsche Belijdeniskerk
(2de blad).
Gespannen toestand te Tientsin
(2e blad).
BINNENLAND.
Ingediend is een wetsontwerp tot verbod
van particuliere weerkorpsen (1ste blad).
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de Geldschieterswet (2de blad).
Regeeringshulp aan kleine midden-
standsbedrijven (1ste blad).
De regeering doet thans onderzoeken
of de wet op de evenredige vrachtverdee
ling dient te worden gewijzigd dan wel in
getrokken (2de blad).
LEIDER.
Overleden is de aannemer en het oud-
Raadslid B. J. Huurman (1ste blad).
4- Decembej tol 10 Januari a.s.
POSTZEGELS en BRIEFKAARTEN
Vorstelijk bezoek.
Met den Staatsspoortrein van 10.03 uur
is hedenmorgen in de residentie aangeko
men Hertogin Adolf Friedrich van
Mecklenburg, schoonzuster van H. M. de
Koningin. De Hertogin werd aan het sta
tion verwelkomd door de Koningin, waar
na beide vorstelijke personen zich naar het
Paleis Noordeinde begaven, waar de Her
togin eenige dagen als gast van H. M. haar
intrek zal nemen.
Uitvoer van kaas naar Tsjecho Slowakije.
De directie van den Landbouw maakt be
kend, dat aan Nederland voor den invoer
in Tsjeoho-Slowakije in 1935 een extra-con
tingent van 10.000 K.G. kaas is toegestaan.
Geld-contingent voor eieren naar
Duitschland deze maand gelijk aan het
vorige.
Het contingent eieren, dat in de maand
December naar Engeland mag worden uit
gevoerd, is vastgesteld op de hoeveelheid
van December 1934.
Het December-contingent voor Duitsch
land is voorloopig vastgesteld op hetzelfde
geld-contingent van November 1935, voor
eenden-eieren voorloopig op 80 pet. van
November 1935. De toevoeging van „voor
loopig" maakt het mogelijk, dat dit uit-
voercijfer in den loop van de maand nog
verhoogd wordt.