DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
NEDERLAND ANTWOORDT ITALIë
Zilveren ambts-jubileum van
Oegstgeest's Burgemeester -
27ste Jaargang
D<)K2E"DAG 28 NOVEMBER 1935
No. 8279
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooroitbetafing:
Voor Leiden 19 cent per weeki 2.50 peikwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week J 2.60 per kwartaal
Franco per post 1 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I'
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF
BLADEN.
V Over het opstrijken van
onverdiend presentiegeld.
Een verkeerd ding in de huidige poli-
tiek is 't óók wij wezen gisteren op
eenige uitwassen als degenen, die het
volk vertegenwoordigen, politieke leiders
en voormannen er op uit zijn, zichzelf zoo
veel mogelijk, onredelijk te bevoordeelen,
zichzelf en hun politieke „vriendjes".
Nu mogen wij wel in het algemeen zeg
gen, dat in ons land een dergelijk euvel
niet zooveel voorkomt. De publieke mo
raal in dit opzicht is, gelukkig, niet zoo
danig geschokt en ondermijnd, dat men
van een ergelijken wantoestand op dit ge
bied zou mogen spreken. En daarbij komt
de publieke controle, die hier bestaat, en
de publieke critiek, die hier volkomen
vrij is.
Als van de zijde dergenen, die de na-
tionaal-sociaiistische beginselen voorstaan,
gewezen wojdt op politieke plukkers van
de schatkist, dan zouden w\j hun, zelfs al
zouden zy enkele feiten noemen, willen
tegenwerpen: Kameraden onze kame
raadschap strekt zich ook uit over poli
tieke scheidingslijnen meent ge nu, dat
dergelijke dingen niet zouden voorkomen
in een staat, waar niet is die publieke
controle, waar niet vrij is die publieke
critiek. Geen stelsel, en zeker geen poli
tiek stelsel, kan de hebzucht en alle ge
volgen daaraan uit de menschelijke samen
leving verbannen!
Nu hebben wij ons eohter gisteravond
eenigermate geërgerd aan een artikeltje in
de socialistische pers (om misverstand te
voorkomen: wij signaleeren niet alles, wat
ons in de socialistische pers bij haar be
strijding van de N.S.B. ergert!), waarin
den leden van de N.S.B., die zich uit de
vergaderingen der Staten van verschillen
de Provincies hebben verwijderd, wordt
verweten, dat zij zich zouden hebben schul-
die gemaakt aan het onverdiend opstrij
ken van presentiegeld, omdat zij in die
vergaderingen de presentielijst hebben
geteekend en tengevolge daarvan presen
tiegeld en de raste vergoeding voor reis-
en verblijfkosten zullen ontvangen.
Neen dat is g e e n opstrijken van pre
sentiegeld enz., zooals b.v. Eerste-Kamer-
leden dat wel 'ns doen, die eenvoudig de
presentielijst teekenen en zich dan ver
wijderen zonder daarvoor een ernstige
reden op te geven. De leden van de N.S.B.
verklaarden en, we nemen aan, waren
er ook van overtuigd ernstige reden te
hebben, om kort na hun verschijning .weer
de vergaderzaal der Staten, waarin zij ge
kozen waren, te verlaten. Hun opzet was
allerduidelijkst niet: op een ge
makkelijke wijze presentiegeld op te strij
ken. En dat is, helaas, bij andere volks
vertegenwoordigers wel 'ns het geval ge
weest.
Intusschen zien wij niet in het ratio-
neele van de houding der N.S.B.'sche Sta
tenleden. Zij Lebben zich toch laten kie
zen als Statenleden, omdat zij meenden
als zoodanig nut, althans eenig nut te kun
nen bereiken voor volk en vaderland,
als zij nu voor hoe lang? zich
uit de vergaderingen der Staten verwij
derde houden, bereiken zij dan zéker
niets, oefenen zijn dan zéker niet den min
sten directen of indirecten invloed uit. Wij
kunnen zulk een vorm van protest niet
rationeel vinden; integendeel. Maar, hoe
dit ook zij, ie leden der N.S.B. hebben dit
tot op zekeren hoogte voor zichzelf, en
hun partü, uit te maken. Wij willen alleen
constateeren, dat daaruit geen verwijten
over het opstrijken van onverdiend pre
sentiegeld mogen worden gedistilleerd.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW DAGBLAD.
Nederlandsche nota inzake de sancties.
DE REGEERING HEEFT HET BESLUIT NIET LICHTVAARDIG
GENOMEN
In antwoord op de note verbale van 11
November 11., welke het Italiaansche ge
zantschap aan het Departement van Bui-
tenlandsche Zaken heeft doen toekomen,
heeft het Departement de eer hetvolgende
ter kennis van het Gezantschap te bren
gen.
De Nederlandsche Regeering heeft niet
lichtvaardig het besluit genomen om over
te gaan tot de toepassing van de in art.
16 van het Volkenbondsverdrag voorziene
sancties tegenover een land, waarmee zij
steeds de hartelijkste betrekkingen heeft
onderhouden en welks geschiedenis en cul
tuur bij het Nederlandsche volk een die
pe bewondering opwekt. Intusschen zou
deze levendige sympathie niet kunnen
rechtvaardigen, dat men zou afwijken van
den weg, die aan Nederland is voorge
schreven door de trouw, aan de verdragen
verschuldigd.
Het Volkenbondsverdrag verplicht de
onderteekenaars deel te nemen aan de in
art. 16 voorziene sancties tegenover ieder
lid, dat zijn toevlucht neemt tot den oor
log, in strijd met de in de artt. 12, 13 en 15
aanvaarde verplichtingen.
Terecht merkt de Italiaansche regee
ring op, dat ieder van de betrokken Sta
ten rechter is over zijn eigen gedragslijn
en verantwoordelijk is voor de maatrege
len welke hij ter zake zal nemen. Ieder
daad is het het recht van iederen Staat om
in zijn vrij en souverein oordeel te beslis
sen of er alT>f niet schending van het
Volkenbondsverdrag heeft plaats gehad.
De Italiaansche Regeering verwijt aan den
Volkenbond, dat deze het Italiaansche Me
morandum, waarin de Italiaansche Regee
ring getracht heeft haar gedragslijn te
rechtvaardigen, niet aan een grondig on
derzoek zou hebben onderworpen. De Ne
derlandsche Regeering er aan herinnerend,
dat Nederland geen deel uitmaakt van
den Raad en dat het derhalve niet verte
genwoordigd was in de door dit orgaan in
gestelde comité's, deelt deze meening van
de Italiaansche Regeering niet. Maar zelfs
indien het juist was, dat het onderzoek
door de organen van den Volkenbond van
de door de Italiaansche Regeering over
gelegde stukken onvolledig zou zijn ge
weest, dan is het toch niet minder waar,
dat de geheele documentatie overgelegd is
aan de leden van den Bond. Aldus oordee
lend met volle kennis van zaken, zijn bij
na alle leden van den Bond en daar
onder Nederland van meening geweest,
dat het in art. 16 voorziene geval zich hier
voordoet.
De Italiaansche Regeering is van oordeel,
dat de gebeurtenissen, die sinds de laat
ste bijeenkomsten van den Raad en van
de Vergadering hebben plaats gehad, de
grondslagen, waarop de beslisingen van
Genève zijn genomen, zouden hebben on
dermijnd. De Nederlandsche Regeering
kan dit standpunt niet deelen. Zij kan niet
toegeven, dat een aanvalsoorlog zijn onwet
tig karakter zou verliezen tengevolge van
het feit, dat zekere elementen van het
vijandelijk land zich scharen aan de zijde
van den bezetter.
Iedere Staat, die erkent dat een geval
van aanval in strijd met het Volkenbonds
verdrag aanwezig is, is verplicht deel te
nemen aan de economische sancties; art.
16 maakt dit tot een stelligen plicht. De Ita
liaansche Regeering spreekt de meening
uit, dat het verbod van allen uitvoer eer
der een wezenlijke daad van vijandschap
beteekent dan een economischen maatre
gel. De Nederlandsche Regeering veroor
looft zich op te merken, dat bij de toe
passing van de sancties de deelnemende
Staten zich hebben laten leiden door de
resoluties, welke in 1921 door de Tweede
Volkenbondsvergadering met de krachtige
medewerking van de zijde van de Italiaan
sche delegatie zijn aangenomen. Toenter
tijd is het bij niemand opgekomen om dq
maatregelen waarvan sprake was te be
schouwen als wezenlijke daden van vij
andschap ten opzichte van den Staat, te
gen wien zij zouden zijn gericht.
De Nederlandsche Regeering meent met
deze enkele opmerkingen te kunnen vol
staan. Verlangend om Italië bij het ge
meenschappelijk werk voor de versterking
van de internationale organisatie van den
vrede wederom de plaats te zien innemen
die dit land toekomt, spreekt de Neder
landsche Regeering de vurige hoop uit, dat
het mogelijk zal zijn binnen een korten ter
mijn te komen tot een bevredigende oplos
sing van dit noodlottig conflict.
Den Haag, 27 November 1935.
HARTELIJKE HULDIGING VAN DEN EDELACHTB.
HEER A. J. VAN GERREVINK
der Meene den burgemeester toe, waaruit
dankbaarheid sprak voor al hetgeen de
jubilaris voor de gemeente en onderwijs
heeft gedaan. Den jubilaris werd een bloe
menmand aangeboden.
De burgemeester dankte de kinderen op
hartelijke wijze. Spreker dankte ook den
heer v. Til, wien het zeer zeker veel moei
te heeft gekost deze kinderhulde voor te
bereiden.
Ten slotte dankte de burgemeester ook
het Harmoniegezelschap „Triumph" voor
de medewerking, die zij bij iedere feeste
lijke gebeurtenis in de gemeente geeft.
Spr. herinnerde er voorts aan dat het zelf
de gezelschap hem vijf jaar geleden aan
de grens der gemeente het eerst begroette
en ook nu weer de feesten van dezen dag
inluidden.
Aan de kinderen werden ververschin-
gen aangeboden en nadat de persfotogra
fen hun werk hadden gedaan, werd deze
eerste hulde besloten met het „Wilhel
mus".
EEN BLIJDE VREUGDEVOLLE DAG
IN OEGSTGEEST.
Opgewekt speelde, ondanks de regen,
de vrij straffe Zuidwesten wind met de
uitgestoken driekleur, terwijl hij de oran
jewimpels, hier en daar aangebracht, extra
omhoog trok om te doen uitkomen, dat
deze vlaggenhulde .gebracht werd aan
iemand, die 25 jaar bij de gratie Gods ge
toond heeft een waardige drager te zijn
van het wettig gezag.
Groote feestelijkheden moesten op ver
langen van den jubilaris zelf achterwege
blijven. Toch meende men, dat op de vie
ring van dit ambtsjubileum van burge
meester Van Gerrevink niet geheel en al
de domper kon worden opgezet; aan de
gevoelens van waardeering moest op be
scheiden, doch waardige wijze uiting wor
den gegeven.
Kinderhulde.
Vanuit de diverse vereen i gingen werd
een comité samengesteld onder voorzitter
schap van mr. Goudsmit. Het was de be
doeling, dat de R. K. Harmonie „Triumph"
om half tien den jubilaris een aubade zou
brengen en tevens een kinderhulde, doch
wegens de slechte weersgesteldheid kon
dit gedeelte van het programma niet door
gaan.
Men vereenigde zich daarom in het pa
tronaatsgebouw, waar onze jubilaris met
zijn familie onder het spelen van een vroo-
lijke marsch door genoemde Harmonie
werd ontvangen. De kinderen der hoogste
klassen van de diverse 'scholen zongen
daarna onder leiding van den heer v. Til
een welkomstlied.
Namens de kinderen sprak de heer van
De ambtenaren komen gelukwenschen
Om elf uur vereenigden zich de ambte
naren der gemeente in de zalen van het
patronaatsgebouw. De heer Reitsma, ge
meente-secretaris hield namens hen een
toespraak.
REDE SECR. REITSMA.
Spr. zeide, dat een betere verhouding
tusschen burgemeester en het gemeente-
personeel niet denkbaar is. U heeft voor
onze aangelegenheden, aldus spr., een
open oor. U is een vertrouwde voor de
ouderen. U helpt dé jongeren voort. En
bij dat alles weet u de teugels krachtig in
handen te houden. Ik kan het samenvat-
DE BURGEMEESTER
ten in dit woord: hard waar het moet,
maar voor alles zacht, waar het kan. En
zoo burgemeester kom ik tot mijn eigen
lijke taak om u naast onze hartelijke ge
lukwenschen met uw jubileum de verze
kering te geven van onze eerbiedige hulde
en warme vereering. Onze hulde willen
we ook vergezeld doen gaan, zooals de
prozaische term luidt van een stoffelijk
blijk van onze waardeering. Ons geschenk
kan voor u geen St. Nicolaas surprises zijn
zelfs is het niet mogelijk dat u straks na
de aanvaarding zult zeggen: „Dat hebben
jullie aardig uitgezocht voor me". De
aard van het cadeau bracht zelfs mee, dat
we een heele dag van uw kostbaren tijd
vroegen.
Toch burgemeester hebben we gemeend
u en uw familie te eeren door u bij deze
gelegenheid uw geschilderd portret aan te
bieden.
We hopen, dat u het uit onze handen als
blijk van hoogachting en waardeering zult
willen ontvangen. Hiernaast bieden wij
u een album aan met de namen der ge
vers en geefsters.
Ten slotte richtte spr. zich met een
woord van gelukwensch tot mevrouw Van
Gerrevink.
De burgemeester dankte zichtbaar be
wogen voor dit huldeblijk. Spreker is
meer ontroerd, dan hij in woorden zeggen
kan. In de lof hem toegezwaaid liet hij
de ambtenaren deelen. De burgemeester
schetste vervolgens de goede verstand
houding en verzekerde, dat het cadeau
een eereplaats zou krijgen in zijn woning.
Bij deze huldiging waren ook tegen
woordig de Burgemeester en Wethouders
der gemeente Oldemarkt.
BUITENGEWONE
GEMEENTERAADSZITTING.
Om twee uur had in het gemeentehuis
een buitengewone Raadszitting plaats.
REDE VAN DEN HEER C. BAKKER.
Het oudste Raadslid, de heer C. Bakker,
heeft eveneens een woord van gelukwensch
gesproken.
Van dezen Burgemeester, aldus spr.,
mag zeker gezegd worden, dat hij ernstig
heeft getracht zich in onze gemeente en ge
meenschap in te leven; hij weet dus ook
dat moeilijk een gemeente is aan te wij
zen met zoo ongelijksoortige bevolking als
de onze, ideëel bedoeld als woongemeente
door natuurlijke ligging en andere facto
ren daartoe medewerkend.
Een en ander vergt van den eersten be
stuurder wel bijzondere kwaliteiten en is
zeker niet bevorderlijk het iedereen naar
den zin te kunnen maken.
Het laatste zal voor u geen nieuws zijn,
aldus spr. Menschen zullen u in uw amb
telijk leven wel overal verrassingen heb
ben gebaard; maar wel mag bij dezen
mijlpaal in uw leven, herdenkende het
zilveren jubileum als burgemeester, naar
voren worden gebracht, hoe u persoonlijk
door uw vriendelijk tegemoetkomen aan
en kennismaken met alle lagen der
bevolking, door uw welwillendheid tegen
over uw medebestuurders: de raadsleden,
door uw op de bres staan voor de belan
gen der ambtenaren en beambten, ge
tracht hebt op de hoogte te komen van de
wenschen en de eischen der gemeenschap.
De raad is eensgezind in zijn opinie
over den Burgemeester.
Dat in deze voor velen donkere tijden,
bij, in körten tijd zoo veranderde levens
omstandigheden en levensmogelijkheden,
ook in den Raad niet iedereen dezelfde
visie heeft, dezelfde perspectieven ziet, en
de toepassing in de praktijk van „regeeren
is vooruitzien", niet hetzelfde aanvoelt, is
begrijpelijk. Van uiterst links of uiterst
rechts behoeft hier niet te worden gespro
ken.
Het is bekend dat onder en dank zij
mede uwe leiding de discussies in onzen
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Italië neemt militaire voorzorgsmaatre
gelen tegen een eventueele verscherping
der sancties. De overwinningen der Abes-
sijnen worden van Italiaansche zijde tegen
gesproken. (2e blad).
De bisschop van Meissen gaat in hooger
beroep. (2de blad).
De arrestatie van Mgr. Bannasch (2de
blad).
De opstand in Brazilië mislukt. (2de
blad).
Ellsworth geeft teekenen van leven.
(Luchtv., 2de blad).
BINNENLAND.
Nota van Nederland aan Italië inzake de
sancties. (1ste blad).
De Tweede Kamer heeft de begrooting
van financiën aangenomen en daarna de
behandeling van de begrooting van socia
le zaken voortgezet. (2de blad).
De Stadhuiskwestie te Amsterdam. (2de
blad).
De plannen ten aanzien van een Chr. Na
tionale Partij; prof. Visscher wenscht geen
verdere partijversnippering. (2de blad).
Autobestuurder van het ongeluk te Nig-
tevecht in vrijheid gesteld. (Gem. Ber., 4de
blad).
Wardenier verduisterde ook een auto
te Assen. s> blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Het Ned. elftal versloeg Millwall met
31. Samenstelling voor den wedstrijd
tegen Ierland. (3de blad).
De 23ste partij EuweAljechin remise.
(3de blad).
Over de Olympische Winterspelen te
Garmisch-Partenkirchen. (3de blad).
Raad nooit het karakter dragen van per
soonlijke aanvallen, doch verondersteld
mogen worden te staan in het teeken van
en bedoeld om te mogen dienen de
belangen der gemeenschap.
Het zal u tevens verheugen te mogen
vernemen, dat ook thans nog ieder der
raadsleden, en dan ook geen enkele uit
gezonderd, meende sympathiek te mogen
staan tegenover het idee: in verband met
de tijdsomstandigheden een bescheiden en
gepaste huldiging van den voorzitter, den
heer A. J. van Gerrevink, bij dezen heu-
gelijken mijlpaal van zijn leven, het her
denken van zijn 25-jarig burgemeester
schap.
M. de Voorzitter, wij feliciteeren u har
telijk met dezen dag. God geve u en uw
gezin nog vele gelukkige jaren; u wen
schen wij toe dat u nog tal van jaren lust
en kracht, wijsheid en beleid geschonken
worde, uw hooge ambt te kunnen vervul
len.
REDE WETHOUDER VAN EGMOND.
De oudste wethouder, de heer Van Eg-
mond, heeft zich in de volgende bewoor
dingen tot den Burgemeester gericht:
Het is voor u en voor uw familie heden
een gedenkwaardige dag. Het is 25 jaar
geleden, dat u benoemd werd tot burge
meester van Oldemarkt. Weliswaar hebt
u van die 25 jaar slechts 5 jaar als bur
gemeester van Oegstgeest gefungeerd, de
Raad besloot niettemin deze dag niet on
opgemerkt te laten voorbijgaan. Eerstens
al niet omdat het vervullen van een zoo
gewichtig ambt, 25 jaar lang van groote
beteekenis is, maar tevens om op onge
zochte wijze uiting te kunnen geven van
zijn waardeering en genegenheid.
Het is niet alleen, en zelfs niet het be
langrijkste, de tijdsduur van het vervullen
van een belangrijke taak, doch wat in
dien tijd is gepresteerd is het voornaam
ste. En dan moge de tijd van 5 jaar, welke
u in Oegstgeest als hoofd der gemeente
doorbracht, kort zijn, wat u in die korten
tijd tot stand wist te brengen beslist hier,
en dit is niet weinig, neen ik mag zeggen,
dit is enorm veel.