WAT TE DENKEN VAN MUSSOLINI
Frankrijk en Abessynië antwoorden
op de Italiaansche protestnota
BUITENLAND
DONDERDAG 21 NOVEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
ZIJN TEGENSTRIJDIGE HOUDING IN HET ABESSIJNIë-CONFLICT
WAT ER BILLIJKS IS IN ITALIë'S
VERLANGENS.
Expansie-behoefte inderdaad
aanwezig.
Het thans reeds sinds eenigen tijd tot
een bloedigen oorlog uitgegroeide conflict
tusschen Itaiië eenerzijds en Abessynië
(ofwel Ethiopië) anderzijds, biedt ons een
welkome gelegenheid, met den lezer eens
na te gaan, of er een en zoo ja welk
betrouwbaar oordeel is te vellen over de
houding van Mussolini, en daarmee van
het als het ware in hem verpersoonlijkte
Italië in dit de heele wereld in spanning
houdende, belangenspel.
We hebben menschen ontmoet, die ons
Mussolini afschilderden als een bewust
misdadiger, eer. gewetenloos machtswellus
teling, die zich werpt op het reeds lang ter
vergrooting van Italië's roem en rijkdom
begeerde weerlooze Abessynië, een man,
die slechts /erdient, gebrandmerkt en ge-
steenigd te worden.
In een ander uiterste vervielen een aan
tal fascistisch ingestelde jongeren, die wy
hoorden, en die geen woorden genoeg kon
den vinden, om de daad van den Duce
tegenover den „negerstaat" Abessynië met
zijn half-wilder., zijn onbeschaafde voor
wereldlijke toestanden, zijn slavernij, zijn
gruwelijke strafmaatregelen tegenover mis
dadigers en staatsgevaarljjken, te verheer
lijken. De overvallen, door een paar zwer
vende, ietwat teugellooze grensstammen,
welke zich door de Italianen de eer zien
toebedeeld, met den weidschen naam van
Abessynische staatsonderdanen te worden
betiteld, gepleegd op Italiaansche krijgers,
zouden, volgens der jongeren meening,
voor Italië reden genoeg opleveren, om,
alle vredelievende pogingen van den Vol
kenbond ten spijt, en, ondanks de verzeke
ring van den negus, zich bij deze pogingen
aan te sluiten, Abessynië te annexeeren.
Ook voor dit conflict geldt intusschen de
uitspraak, onlangs door prof. van Hamel in
een rede vooi de Nederlandsche Vereeni-
ging voor Internationaal Recht gedaan:
„Er wordt gestreden met de wapenen van
slimheid, brutaliteit en vooral ook van on
waarheid. De wereldopinie wordt van den
ochtend tot den avond, voor alle vraag
stukken, bewerkt met een stelselmatige
propaganda, waarvan de menschen zich
meestal niet bewust worden. Over geen ge
schilpunt bestaat een zuivere meening
meer. Men oordeelt op schijn-feiten". Tot
zoover prof. van Hamel.
Het is een oordeelen op schijn-feiten,
wanneer de pro-Mussolini-gezinden, waar
op wy zooeven doelden, beweren, dat
slechts anti-fascisme, Marxisme, communis
me, vrijmetselarij en andere wereldstroo-
mingen oorzaak zijn van de veroordeeling,
welke de houding van Mussolini ten op
zichte van Abessynië in de raadszaal der
volken te Genève gevonden heeft en vrij
wel overal var den kant der volksopinie
ontmoet. Doch daarover straks. Eerst deze
vraag:
Is er voo1- Mussolini's daad, zooal geen
verontschuldiging, dan toch tenminste een
eenigszins vergoelijkende verklaring te vin
den?
Zoo men alleen naar Mussolini's woorden
en naar zyn uiterlijke handelingen oordeelt
(en hetzelfde geldt voor het optreden van
Italië's vertegenwoordiger te Genève, Ba
ron Aloisi) neen. Men oordeelt dan maar
al te vaak op schijn-feiten, welke door die
woorden en handelingen worden gesug
gereerd.
Oordeelt men echter op grond van en
kele vaststaande dieper liggende feiten,
dan valt een eenigszins vergoelijkende ver
klaring voot Mussolini's optreden in het
Abessynië-conflict toch wel te vinden. Niet
in dien zin, als zou Italië's gewelddaad zyn
goed te praten, maar zóó opgevat, dat het
oordeel erover toch wat milder wordt in
het licht van enkele historische gebeurte
nissen.
Italië is ai sinds tientallen jaren bij het
internationale politieke belangenspel steeds
ten achter gesteld. „Het arme Italië", zoo
heette het immer, en men vond dat arm-
zijn van Italië even vanzelf sprekend als
bijvoorbeeld de omstandigheid, dat het in
den winter dikwijls koud is en in den zo
mer warm. Italië was en is een arm land.
En, ofschoon de bevolking in dit land-bij-
uitstek van de groote gezinnen zich steeds
uitbreidde, werd de werkgelegenheid voor
de Italianen, die vroeger in grooten getale
in het buitenland een bestaan zochten, door
de immigratié-bepalingen, welke in ver
schillende landen werden afgekondigd, af
gesneden.
Daarbjj kwam, dat het land bij verschil
lende gelegenheden aan de zijde van oor
logvoerende staten stond, maar bij de ver-
deelir.g van voordeelen, die bij het einde
van den strijd voor de betrokken staten uit
den krijg waren voortgevloeid, niet veel
mede te „mcasseeren" kreeg. Men denke
aan het verdrag, dat by het "einde van den
wereldoorlog, aan welken krijg ook Italië
aan de zijde der geallieerden had deelge
nomen, gesloten werd en waarbij Italië
noch koloniën, noch andere noemenswaar
dige winsten kreeg, terwijl andere staten
Frankrijk, Engeland, Japan zelfs, manda
ten verwierven over overzeesche gebieden.
Men behoeft niet bepaald pro-Italiaansch
te zijn, om zich te kunnen indenken in de
geestesgesteldheid van het Italiaansche
volk en zijn leiders, die zich thans Italië
hetzij dar terecht of ten onrechte
voorstellen ais zich bevindend in een nood
toestand, die uitbreiding van gebied op
welke wijze ook, tot een levensbehoefte
maakt, terwijl de achterstelling, waarvan
wij zooeven gewaagden, den Italiaan een
met zeker wantrouwen vermengd gevoel
geeft, dat -.e van de hulp van andere mo-
genheden, om zulk een gebiedsuitbreiding
op vredelievende vfrijze te verwerven toch
niets te verwachten hebben.
Voeg daarbij het feit. dat de Volkenbond
zich nu eenparig door sanctie-maatregelen
tegen Italië gekeerd heeft, terwijl hij in
dertijd, toen Japan tegen China optrad,
hoogstens slechts protesten liet hooren;
dat men Duitschlands schending van het
verdrag van Versailles, toen dit land den
algemeenen dienstplicht invoerde, ook met
vrij tam verzet oeantwoordde, en men zal
kunnen begrijpen, dat Italië zich in de ge
geven omstandigheden dubbel verongelijkt
gevoelt.
Zijn nu werkelijk en nu komen we op
het punt, dat we daarstraks slechts ter
loops even aanroerden zijn nu werkelijk,
zooals we vele jongeren, die de pro-fascis
tische richting zijn toegedaan hoorden be
weren, Marxisme, communisme, vrijmetse
larij en dergelijke de hoofdoorzaak van de
veroordeeling, die Italië's optreden bij de
wereldopinie ontmoet? En hebben die
machten bewerkt, dat voor Italië's inder
daad nijpende behoefte aan gebiedsuit
breiding, of wat men met den meer fluwee
lgen naam „expansie" aanduidt, nergens,
of nagenoeg nergens, veel begrip wordt
getoond?
Het antwoord op die vraag geven wij in
een slot-artikeL
DE NEGUS NAAR HET FRONT.
FR ANKRIJKS A«Ai.
Tijdens het onderhoud, dat Laval giste
ren had met den Italiaanscnen ambassa
deur te Parjjs, Cerruti, ovenianuigde
Fransche minister-president net antw»
der Fransche regeering op de italiaansche
protestnota tegen de sancties.
Zaterdag zal de tekst van net antwooi
in de bladen worden gepubliceerd, tege
lijkertijd met de nota van de Lngeische
regeering, welke in den loop van den Vry-
dag te Rome zal worden c .1.
De Fransche antwoordnota, 4*» j_,aval
gisterenmiddag aan den lta..danschen
ambassadeur, Cerruti heeft overhandigd,
beslaat, naar nader wordt gemeld, iets
meer dan twee getypte vellen.
De. tekst zou in voorkomende bewoor
dingen gesteld zijn doch geen nieuw po
litiek standpunt ontwikkelen en de be
sluiten bevestigen, die de Fransche re
geering heeft moeten nemen, om haar in
ternationale verplichtingen gestand te
doen.
In het document wordt betoogd, dat
van het tijdstip af, waarop de volken
bondsraad en de plenaire volkenbonds
vergadering, respectievelijk op 7 en 10
October, naar aanleiding van den op 2
Octoberplaats gehad hebbenden inval der
Italiaansche troepen in Abessynisch ge
bied, Italië tot aanvaller hebben gestem
peld, art. 16 van het volkenbondspact ipso
facto in werking getreden is.
Om zijn handteekening gestand te doen,
heeft Frankrijk niet anders kunnen doen,
dan zich aansluiten bij de economische en
financieele maatregelen, waarvan de ten-
g vooi ....e leden van den
..«.enuo.iu oindena is.
Tenslotte verklaar,, de Fransche regee-
.g in haaT antwooi Jnota, dat zij inius-
aen niet dt hoop op een vriendschappe-
j.\e regei - - elt, waarlooi een einde
naakt zou worden aan de vijr. j.ijühe-
ueit in Abessynië en tegelijkertijd aan de
.uiies, waaraan Itaiië zich in ver-
oand met de internationale sancuEs heeft
.jotgesteld.
ABESSUl.SCHE NOTA AAN DEN
VOLKENBOND.
De Abessijnsche gezant te Parijs heeft
den secretaris generaal van den Volken
bond ter doorzending aan de leden een uit
zes vel machineschrift bestaande en m on
gewoon heftige taal gestelde tegenverkla
ring toegezonden op de Italiaansche pro-
teslnota van 11 November.
In deze Abessijnsche nota wordt o.m.
gezegd, dat de Italiaansche nota perfide
beschuldigingen van den Volkenbond en
de Assemblée bevat welke slechts diege
nen kunne overtuigen, die om een of
andere reden reeds gewonnen zijn voor de
Italiaansche propaganda. Bovendien be
weert de Italiaansche nota, dat de gebeur
tenissen sedert den opmarsch der Italiaan
sche troepen op Abessijnsch gebied een
rechtvaardiging vormen van den door Ita
lië ondernomen oorlog. De Abessijnsche
regeering verklaart in dit verband, dat de
cultureele missie van Italië ten opzichte
van Abessinië er tot dusverre in heeft be
staan gegeven handteekeningen te ver
loochenen, het vreedzame en ongewapen
de Abessijnsche volk, dat zijn defensie
maandenlang niet heeft kunnen voorberei
den, met vliegtuigaanvallen op onbe
schermde steden te teisteren en vrouwen
en kinderen te vermoorden. De bevelheb
bers van het Italiaansche leger, die be
weerden een cultureele missie te vervul
len, zijn opgetreden als moordenaars van
de burgerbevolking. Deze ongelijke oorlog,
gaat hand in hand met de poging verra
ders voor geld te koopen, teneinde hen te
gebruiken tegen de legitieme regeering.
Met trots kan de Abessijnsche regeering
vaststellen, dat met uitzondering van
Dedjasmatsj Haile Selassie (Ras Koeksa)
geen bevelhebber zich heeft laten omkoo-
pen. De Italiaansche regeering wil haar
onderdanen sparen door tegen het Abessijn
sche volk, broeders van hetzelfde ras en
dezelfde huidskleur te jagen. Dat is de
cultuur, die de Italiaansche regeering be
weert Ethiopië te willen brengen en die zij
ongetwijfeld later zal trachten haar na
buurlanden op te leggen met in Afrika
opgeroepen legers. De regeering en het
volk van Abessinië zullen tot den dood
strijden om de Italiaansche vreemde heer
schappij af te wenden.
Tegenover de Italiaansche mededeelingen
omtrent de vrijwillige onderwerping der
burgerlijke bevolking verklaart de Abes
sijnsche nota, dat Abessinië tot dusverre
zijn gebied tegen den aanvaller niet heeft
verdedigd. Derhalve heeft de civiele be
volking voorloopig het juk van den vijand
op zich moeten nemen en svenals in alle
door den oorlog getroffen gebieden, heb
ben de opperhoofden der civiele bevolking
met den vijand onderhandeld. Wanneer de
civiele bevolking door een voorloopige
onderwerping een afslachting tracht te
ontkomen, beteekent dat echter niet, zoo
als de Italiaansche nota beweert, dat zij
zich stelt onder de bescherming van Ita
lië. Toch zijn dergelijke beweringen steeds
door den aanvaller naar voren gebracht.
De Italiaansche regeering heeft dit un
faire optreden volmaakt door te beweren,
dat haar invasie verplichtingen tot be
scherming van de bevolking geeft. Welk
verstandig mensch zou aan dergelijke
onwaarheden geloof kunnen schenken,
waar het toch om een gebied gaat, waarin
de heilige stad van Abessinië. de wieg van
het keizerrijk en de graven van zijn ko
ningen sedert eeuwen gelegen zijn?
De Abessijnsche regeering wijst vervol
gens in deze nota de Italiaansche verwij
ten betreffende het voortbestaan der sla
vernij van de hand. Het betreft een hui
chelachtig gebaar van de Italiaansche re
geering, dat alleen hen kan bedriegen,
wien de sociale verhouding in Oost-Afri-
ka en de onmogelijkheid om met één klap i
een eeuwenoude instelling op te heffen, i
onbekend zijn. In ieder geval heeft de Ita- I
liaansche regeering zelf de slavernij in I
haar eigen Afrikaansche koloniën nog niet i
uit den weg kunnen ruimen.
Tenslotte wordt in de nota verklaard,
dat de Abessijnsche regeering ook bij de
ze gelegenheid op de meest nadrukkelijke
wijze tegen iedere poging om een rege-
ling tot stand te brengen op de basis van i
de oorlogskaart protesteeren moet. Als
slachtoffer van een ongerechtvaardigden
aanval, die uitgevoerd is onder unfaire om
standigheden, zou de regeering en zou het
volk van Abessinië weigeren een voorstel
te bestudeeren, dat den aanvaller direct
of indirect een belooning zou geven voor
zijn misdaad.
DE STRIJD IN TEMBIEN.
Volgens de in de Abessijnsche hoofdstad
ontvangen bericht nemen de gevechten in
de provincie Gheralta in Tembien steeds
grooteren omvang aan, waardoor de op
marsch der Italiaansche troepen belem
merd wordt. Uit betrouwbare bron ver
luidt, dat ongeveer 10.000 man in afzon
derlijke afdeelingen deelnemen aan de
guerrilla in deze streken.
Een Italiaansche poging om aan de Web-
be Sjebeli op te rukken is naar verluidt
afgeslagen. Ten Zuiden van Makalle zijn
Dinsdag en Woensdag groote Italiaansche
eskaders bommenwereprs verschenen, die
trachtten door het werpen van bommen
den nog niet te voltooiden opmarsch der
Abessijnsche troepen te belemmeren.
De keizer, die Dinsdag per vliegtuig naar
het front is vertrokken zou vermoedelijk
weer spoedig naar Addis Abeba terugkee-
ren. Het doel van zijn reis is onbekend. Er
verluidt, dat hij zich naar het Noorde
lijk front, naar Dessie begeven zou heb
ben om den strategischen toestand te be
studeeren. Andere geruchten maken even
wel melding van een ontmoeting van den
keizer met generaal Nassiboe in Djidjiga.
WAAR IS DE NEGUS?
De keizer van Abessinië is inderdaad,
ooals oorspronkelijk was gemeld, gisteren
met een twee-motorig vliegtuig uit de
hoofdstad vertrokken, doch men weet niet
waarheen De keizerin en twee prinses
sen, die den negus tot het vliegveld had
den vergezeld, wachtten zwijgend in den
auto, tot de machine uit het gezicht was
verdwenen.
De geheimzinnigheid van dit onver
wachte vertrek even nadat de keizer
nog een interveiw had toegestaan aan den
correspondent van de „Daily Telegraph"
heeft aanleiding gegeven tot allerlei gis
singen. Officieel wordt gezegd, dat de kei
zer naar Dessie is gevlogen. Te Harar ineent
men echter het keizerlijke vliegtuig "ezien
te hebben en men vermoedt daar, dat de
negus naar Jijiga is gegaan voor een be
spreking over de campagne in Ogaden met
das Nassiboe.
Volgens een ander gerucht zou de kei
zer reeds zyn teruggekeerd en heden weer
vertrekken; uit bijgeloovigheid reizen de
Abessiniërs namelijk niet op Woensdag ol
Vrijdag
DUITSCHLAHD.
DEVIEZEN-PROCESSEN TE BERLIJN.
Nederlandsche deskundigen voor den
deviezenrechter
Dinsdag verschenen een drietal Neder
landsche deskundigen voor-de Berlynsche
rechtbank, die momenteel o.a. een devie-
zenproces tegen eenige kloosterzusters on
derhanden heeft.
Men zal zich herinneren, aldus schrijft
de „Msb.", dat er twijfel is gerezen over de
juistheid van een beschuldiging betreffen
de den aankoop van stukken na den fata
len datum van 17 October 1934, welke stuk
ken eerst na aien datum waren geleverd.
Uit deze vertraagde levering leidde de
openbare aanklager een bewijs van schuld
af, dat echter volgens de verdediging niet
houdbaar kan worden geacht. En zulks te
minder, omdat het door den openbaren
aanklager gelegde verband tusschen de
orde, die van het delict wordt beschul
digd en haar Amsterdamschen commis
sionair (de Universumbank), ernstig kan
en moet worden bestreden. Als deskundi
gen inzake de vraag, of het mogelijk was,
incourante waarden als obligaties ten laste
van Duitscne kerkelijke instellingen k la
baisse te verkoopen (hetgeen dan volgens
de eene constructie van het geval i.e. zou
zijn geschied door de Universumbank), wa
ren opgeroepen de heer P. Gilissen, direc
teur van Arnold Gilissens Bank, J, A.
Schippers, directeur van de Nederland
sche Landbouwbank en de door het Duit-
sche consulaat-generaal te Amsterdam
daartoe aangewezen accountant, de heer
Carol Sterk tc Amsterdam.
Omtrent de ervaringen van deze heeren
vernemen wy, dat zij inderdaad uitvoerig
werden ondervraagd op het punt der z.g.n.
baisseverkoopen van incourante waarden,
waarvan men in de rechtszaal te Berlijn
blijkbaar niet het juiste begrip had en
waaromtrent men zich door de deskundi
gen tot in der breede heeft laten inlich
ten. Het spreekt vanzelf, dat de verklarin
gen van deze deskundigen (de heeren Gi
lissen en Schippers waren als zoodanig op
geroepen door den openbaren aanklager)
slechts een onderdeel, zij het ook een be
langrijk onderdeel, van het geheele pro
ces betreffen
Voigens het getuigenis van een hunner
had de gedachtenwisseling een zeer leven
dig verloop, waarin de goede toon zonder
moeite kon oewaard blijven en de discus
sies nimmer de onaangename scherpte
droegen, die overigens aan het geheel van
de proces-voering, volgens de berichten
niet vreemd is gebleven.
Na de door de deskundigen in het proces
afgeiegde verklaringen, begaven de heeren
zich nog naar de zaal, waar het proces
tegen Mgr. Legge, bisschop van Meissen
wordt gevoerd, teneinde daar gelijkluiden
de verklaringen als voor den rechter in het
proces tegen de kloosterzusters waren af
gelegd, te doen.
FRANKRIJK.
WEER CRITIEKE DAGEN OP KOMST
De Kamer tegen 28 Nov. bijeengeroepen
Het kabinet-Laval heeft in den gister
avond gehouden ministerraad besloten, de
Kamer op 28 November bijeen te roepen.
De ministerraad komt twee dagen voor
dien, op 26 November dus, nogmaals bij
een.
Dit bijeenroepen der Kamer staat in
verband met relletjes, welke dezer dagen j
te Limoges hebben plaats gehad. Daar I
vergaderde het z.g. Croix de Feu, een fas- j
citische organisatie, wier tegenstanders,
het Volksfront onder aanvoering van den
socialistischen burgemeester van Limoges
een tegen-demonstratie hielden. Hierbij
kwam het tot botsingen, waarbij eenige
betoogers werden gewond. Nu wil men
vooral van socialistische zijde de regee
ring aanvallen om dergelijke relletjes te
voorkomen. Men verwacht een heftige
parlementaire strijd in de Kamer.
KORTE ONDERBREKING VAN HET
KONINGSMOORD-PROCES
In de zitting van gisteren in het proces
tegen de personen, die beschuldigd zijn
in verband met den moord op koning
I Alexander en Barthou, verklaarden de
beklaagden, dat zij geen woord zouden
zeggen, zoolang hun verdediger (die zoo
als bekend als advocaat geroyeerd is we
gens het veroorzaken van incidenten) niet
in zijn functie zou worden hersteld.
Het gerecht voegde hun als verdediger
toe Saudinot, deken van de orde van ad
vocaten te Lyon. Deze verklaarde, dat hij
de beklaagden ook tegen hun wil zal ver
dedigen. Hij wilde echter eerst kennis
nemen van de stukken. Het gerecht on
derbrak daarom de zitting tot hedenmid-
ENGELAND.
BRITSCHE MIJNWERKERS
VOOR STAKING
Mogelijke algemeene staking
na Kerstmis
De executieve commissie van den mijn-
werkersbond heeft in haar zitting van gis
teren het resultaat bekend gemaakt van
de stemming over de vraag, of de Brit-
sche mijnwerkers bereid zijn tot een alge
meene staking met het doel, de gestelde
looneischen te doen inwilligen. Het blijkt,
dat zich 409.351 mijnwerkers vóór, 29.215
tegen staking hebben uitgesproken.
De secretaris van den mijnwerkersbond,
Edwards, heeft verklaard, dat de geschie
denis van de Britsche mijnindustrie een
zoo groote meerderheid (93 pet.) voor een
staking tot dusverre niet heeft gekend.
Minister-president Baldwin is onmid
dellijk van het resultaat in kennis gesteld
en zal worden uitgenoodigd tot een spoe
dige samenkdmst met de executieve com
missie. De bond is gemachtigd op een la
ter tijdstip een zitting van gedelegeerden
bijeen te roepen, die zal beraadslagen over
het resultaat van eventueele onderhande
lingen met de regeering of die zoo noodig
het stakingsbesluit zal doen uitvoeren.
De commissie heeft haar zitting ver
daagd en zal waarschijnlijk binnenkort te
Londen worden bijeengeroepen. De zitting
dpr gedelegeerden zal binnen drie of vier
weken plaats "inden. Intusschen zal de
executieve commissie trachten, met de re
geering tot overeenstemming te komen.
Indien dit onmogelijk zou blijken, zou
kort voor of na Kerstmis de staking wor
den afgekondigd.
ADMIRAAL JELLICOE OVERLEDEN
Admiraal Jellicoe, die de Britsche vloot
commandeerde in den slag bij Jutland, is
gisteren op bijna 76 jarigen leeftijd over
leden.
PRINSES MARINA'S ZOON GEDOOPT
Gisterochtend is het zoontje van den
hertog van Kent en prinses Marina ge
doopt in de kapel van Buckinghampalace
door den aartsbisschop van Canterbury en
den bisschop van Londen. De plechtigheid
had een besloten karakter.
Het prinsesje kreeg de namen Edward
George Nicolas Paul Patrick.
CHINA.
AFKONDIGING DER AUTONOMIE
UITGEBLEVEN.
Doihara uitgeschakeld.
De afkondiging der autonomie voor de
vijf Noord-Chineesche provinciën, die gis-
I termiddag zou geschieden, heeft niet plaats
gehad. Aanwijzingen, die op het laatste
oogenblik uit Nanking waren binnengeko
men, zijn voor de autoriteiten te Peiping
aanleiding geweest den vertrouwensman
van het Kwantoenleger, generaal Doihara,
mede te deelen, dat geen verdere onder
handelingen met hem kunnen worden ge
voerd. Over alle kwesties, die zoowel Ja
pan als China betreffen, worden officieele
besprekingen gehouden tusschen de Nan-
king-regeering en den bij haar geaccredi-
teerden Japanschen ambassadeur.
De gouverneurs van Hopei en Sjantoeng,
die door Doihara waren uitgenoodigd voor
een conferentie te Peiping, hebben deze
uitnoodiging afgewezen. Verscheidene di
visie-commandanten van het 29ste Chi-
neesche leger, dat onder bevel van Soen-
tsje-yoean staat, hebben, zooals te voor
zien was, verklaard, dat zij hun bevelheb
ber niet kunnen volgen. Soeng-tsje-yoean
heeft daarop reeds Dinsdagavond Peiping
verlaten en is naar Tientsin vertrokken.
Doihara is vanmorgen uit Peiping vertrok
ken.
Het is nog niet bekend, welk standpunt
het Kwantoenleger ten aanzien van deze
wending zal aannemen. In welingelichte
Chineesche kringen wordt verklaard, dat
de Nanking-regeering, vóór zij den Noord-
Chineeschen autoriteiten opdracht gaf de
onderhandelingen met Doihara af te bre
ken, door informaties bij de bevoegde Ja-
pansche instanties had vastgesteld, dat
Doihara geen officieele opdracht had en
dat de Japansche regeering niet voorne
mens is, de binnenlandsche-politieke ont
wikkeling in Noord-China te beinvloeden
door militaire pressie.
BUITENLAHDSCHE BERICHTEN.
ONGELUK IN EEN SPOORWEGTUNNEL.
Zes dooden, drie zwaargewonden.
Te Viella in de Spaansche provincie Le-
rida heeft een ontploffingsongeluk plaats
gehad in een spoorwegtunnel,, waar met
dynamiet werd gewerkt. Zes arbeiders zijn
gedood- en drie ernstig gewond.
BOTSING TUSSCHEN TREIN EN AUTO.
Vier dooden.
De directie der rijksspoorwegen te Stutt-
i gart deelt mede: Woensdag om 18.45 uur is
op den onbewaakten overweg bij post 73
tusschen Urlau en Friesenhofen een per
sonenauto met 4 inzittenden op trein 17
LeutkirchIsny ingereden. De vier inzit
tenden van den wagen, allen uit Leut
kirch, werden gedood. Van de treinreizi
gers en het treinpersoneel is niemand ge
wond. De machinist had de voorgeschre-
j ven signalen gegeven.
AANGENOMEN DOCHTER VAN KEMAL
ATATURK UIT TREIN GEVALLEN.
Tusschen de stations Picquigny en Ailly
van de lijn CalaisParijs is gisteren om
streeks 6 uur de aangenomen dochter van
den president der Turksche republiek uit
den trein gevallen door het opengaan van
de deur van haar coupé. Daar het onge
val direct opgemerkt werd, kon men den
i trein terstond tot stilstand brengen. Het
meisje werd met zware inwendige kwetsu
ren naar het ziekenhuis te Amiens overge
bracht, waar zij zonder tot bewustzijn te
zijn gekomen is overleden.
HONDSDOLHEID TE ISTANBOEL.
Het schijnt, dat korten tijd geleden een
wolf, die lijdende was aan hondsdolheid,
uit de wouden in de omgeving van de
Turksche hoofdstad in een der voorsteden
van Istanbul eenige honden heeft gebeten.
Het gevolg was, dat deze dieren eveneens
hondsdol werden en weer andere honden
öeten, en verscheidene personen door dolle
honden gebeten werden. Verscheidene
moesten in de ziekenhuizen behandeld
worden, terwijl twee slachtoffers in levens-
gevaar verkeeren.