WAT TE DENKEN VAN MUSSOLINI Frankrijk en Abessynië antwoorden op de Italiaansche protestnota BUITENLAND DONDERDAG 21 NOVEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 ZIJN TEGENSTRIJDIGE HOUDING IN HET ABESSIJNIë-CONFLICT WAT ER BILLIJKS IS IN ITALIë'S VERLANGENS. Expansie-behoefte inderdaad aanwezig. Het thans reeds sinds eenigen tijd tot een bloedigen oorlog uitgegroeide conflict tusschen Itaiië eenerzijds en Abessynië (ofwel Ethiopië) anderzijds, biedt ons een welkome gelegenheid, met den lezer eens na te gaan, of er een en zoo ja welk betrouwbaar oordeel is te vellen over de houding van Mussolini, en daarmee van het als het ware in hem verpersoonlijkte Italië in dit de heele wereld in spanning houdende, belangenspel. We hebben menschen ontmoet, die ons Mussolini afschilderden als een bewust misdadiger, eer. gewetenloos machtswellus teling, die zich werpt op het reeds lang ter vergrooting van Italië's roem en rijkdom begeerde weerlooze Abessynië, een man, die slechts /erdient, gebrandmerkt en ge- steenigd te worden. In een ander uiterste vervielen een aan tal fascistisch ingestelde jongeren, die wy hoorden, en die geen woorden genoeg kon den vinden, om de daad van den Duce tegenover den „negerstaat" Abessynië met zijn half-wilder., zijn onbeschaafde voor wereldlijke toestanden, zijn slavernij, zijn gruwelijke strafmaatregelen tegenover mis dadigers en staatsgevaarljjken, te verheer lijken. De overvallen, door een paar zwer vende, ietwat teugellooze grensstammen, welke zich door de Italianen de eer zien toebedeeld, met den weidschen naam van Abessynische staatsonderdanen te worden betiteld, gepleegd op Italiaansche krijgers, zouden, volgens der jongeren meening, voor Italië reden genoeg opleveren, om, alle vredelievende pogingen van den Vol kenbond ten spijt, en, ondanks de verzeke ring van den negus, zich bij deze pogingen aan te sluiten, Abessynië te annexeeren. Ook voor dit conflict geldt intusschen de uitspraak, onlangs door prof. van Hamel in een rede vooi de Nederlandsche Vereeni- ging voor Internationaal Recht gedaan: „Er wordt gestreden met de wapenen van slimheid, brutaliteit en vooral ook van on waarheid. De wereldopinie wordt van den ochtend tot den avond, voor alle vraag stukken, bewerkt met een stelselmatige propaganda, waarvan de menschen zich meestal niet bewust worden. Over geen ge schilpunt bestaat een zuivere meening meer. Men oordeelt op schijn-feiten". Tot zoover prof. van Hamel. Het is een oordeelen op schijn-feiten, wanneer de pro-Mussolini-gezinden, waar op wy zooeven doelden, beweren, dat slechts anti-fascisme, Marxisme, communis me, vrijmetselarij en andere wereldstroo- mingen oorzaak zijn van de veroordeeling, welke de houding van Mussolini ten op zichte van Abessynië in de raadszaal der volken te Genève gevonden heeft en vrij wel overal var den kant der volksopinie ontmoet. Doch daarover straks. Eerst deze vraag: Is er voo1- Mussolini's daad, zooal geen verontschuldiging, dan toch tenminste een eenigszins vergoelijkende verklaring te vin den? Zoo men alleen naar Mussolini's woorden en naar zyn uiterlijke handelingen oordeelt (en hetzelfde geldt voor het optreden van Italië's vertegenwoordiger te Genève, Ba ron Aloisi) neen. Men oordeelt dan maar al te vaak op schijn-feiten, welke door die woorden en handelingen worden gesug gereerd. Oordeelt men echter op grond van en kele vaststaande dieper liggende feiten, dan valt een eenigszins vergoelijkende ver klaring voot Mussolini's optreden in het Abessynië-conflict toch wel te vinden. Niet in dien zin, als zou Italië's gewelddaad zyn goed te praten, maar zóó opgevat, dat het oordeel erover toch wat milder wordt in het licht van enkele historische gebeurte nissen. Italië is ai sinds tientallen jaren bij het internationale politieke belangenspel steeds ten achter gesteld. „Het arme Italië", zoo heette het immer, en men vond dat arm- zijn van Italië even vanzelf sprekend als bijvoorbeeld de omstandigheid, dat het in den winter dikwijls koud is en in den zo mer warm. Italië was en is een arm land. En, ofschoon de bevolking in dit land-bij- uitstek van de groote gezinnen zich steeds uitbreidde, werd de werkgelegenheid voor de Italianen, die vroeger in grooten getale in het buitenland een bestaan zochten, door de immigratié-bepalingen, welke in ver schillende landen werden afgekondigd, af gesneden. Daarbjj kwam, dat het land bij verschil lende gelegenheden aan de zijde van oor logvoerende staten stond, maar bij de ver- deelir.g van voordeelen, die bij het einde van den strijd voor de betrokken staten uit den krijg waren voortgevloeid, niet veel mede te „mcasseeren" kreeg. Men denke aan het verdrag, dat by het "einde van den wereldoorlog, aan welken krijg ook Italië aan de zijde der geallieerden had deelge nomen, gesloten werd en waarbij Italië noch koloniën, noch andere noemenswaar dige winsten kreeg, terwijl andere staten Frankrijk, Engeland, Japan zelfs, manda ten verwierven over overzeesche gebieden. Men behoeft niet bepaald pro-Italiaansch te zijn, om zich te kunnen indenken in de geestesgesteldheid van het Italiaansche volk en zijn leiders, die zich thans Italië hetzij dar terecht of ten onrechte voorstellen ais zich bevindend in een nood toestand, die uitbreiding van gebied op welke wijze ook, tot een levensbehoefte maakt, terwijl de achterstelling, waarvan wij zooeven gewaagden, den Italiaan een met zeker wantrouwen vermengd gevoel geeft, dat -.e van de hulp van andere mo- genheden, om zulk een gebiedsuitbreiding op vredelievende vfrijze te verwerven toch niets te verwachten hebben. Voeg daarbij het feit. dat de Volkenbond zich nu eenparig door sanctie-maatregelen tegen Italië gekeerd heeft, terwijl hij in dertijd, toen Japan tegen China optrad, hoogstens slechts protesten liet hooren; dat men Duitschlands schending van het verdrag van Versailles, toen dit land den algemeenen dienstplicht invoerde, ook met vrij tam verzet oeantwoordde, en men zal kunnen begrijpen, dat Italië zich in de ge geven omstandigheden dubbel verongelijkt gevoelt. Zijn nu werkelijk en nu komen we op het punt, dat we daarstraks slechts ter loops even aanroerden zijn nu werkelijk, zooals we vele jongeren, die de pro-fascis tische richting zijn toegedaan hoorden be weren, Marxisme, communisme, vrijmetse larij en dergelijke de hoofdoorzaak van de veroordeeling, die Italië's optreden bij de wereldopinie ontmoet? En hebben die machten bewerkt, dat voor Italië's inder daad nijpende behoefte aan gebiedsuit breiding, of wat men met den meer fluwee lgen naam „expansie" aanduidt, nergens, of nagenoeg nergens, veel begrip wordt getoond? Het antwoord op die vraag geven wij in een slot-artikeL DE NEGUS NAAR HET FRONT. FR ANKRIJKS A«Ai. Tijdens het onderhoud, dat Laval giste ren had met den Italiaanscnen ambassa deur te Parjjs, Cerruti, ovenianuigde Fransche minister-president net antw» der Fransche regeering op de italiaansche protestnota tegen de sancties. Zaterdag zal de tekst van net antwooi in de bladen worden gepubliceerd, tege lijkertijd met de nota van de Lngeische regeering, welke in den loop van den Vry- dag te Rome zal worden c .1. De Fransche antwoordnota, 4*» j_,aval gisterenmiddag aan den lta..danschen ambassadeur, Cerruti heeft overhandigd, beslaat, naar nader wordt gemeld, iets meer dan twee getypte vellen. De. tekst zou in voorkomende bewoor dingen gesteld zijn doch geen nieuw po litiek standpunt ontwikkelen en de be sluiten bevestigen, die de Fransche re geering heeft moeten nemen, om haar in ternationale verplichtingen gestand te doen. In het document wordt betoogd, dat van het tijdstip af, waarop de volken bondsraad en de plenaire volkenbonds vergadering, respectievelijk op 7 en 10 October, naar aanleiding van den op 2 Octoberplaats gehad hebbenden inval der Italiaansche troepen in Abessynisch ge bied, Italië tot aanvaller hebben gestem peld, art. 16 van het volkenbondspact ipso facto in werking getreden is. Om zijn handteekening gestand te doen, heeft Frankrijk niet anders kunnen doen, dan zich aansluiten bij de economische en financieele maatregelen, waarvan de ten- g vooi ....e leden van den ..«.enuo.iu oindena is. Tenslotte verklaar,, de Fransche regee- .g in haaT antwooi Jnota, dat zij inius- aen niet dt hoop op een vriendschappe- j.\e regei - - elt, waarlooi een einde naakt zou worden aan de vijr. j.ijühe- ueit in Abessynië en tegelijkertijd aan de .uiies, waaraan Itaiië zich in ver- oand met de internationale sancuEs heeft .jotgesteld. ABESSUl.SCHE NOTA AAN DEN VOLKENBOND. De Abessijnsche gezant te Parijs heeft den secretaris generaal van den Volken bond ter doorzending aan de leden een uit zes vel machineschrift bestaande en m on gewoon heftige taal gestelde tegenverkla ring toegezonden op de Italiaansche pro- teslnota van 11 November. In deze Abessijnsche nota wordt o.m. gezegd, dat de Italiaansche nota perfide beschuldigingen van den Volkenbond en de Assemblée bevat welke slechts diege nen kunne overtuigen, die om een of andere reden reeds gewonnen zijn voor de Italiaansche propaganda. Bovendien be weert de Italiaansche nota, dat de gebeur tenissen sedert den opmarsch der Italiaan sche troepen op Abessijnsch gebied een rechtvaardiging vormen van den door Ita lië ondernomen oorlog. De Abessijnsche regeering verklaart in dit verband, dat de cultureele missie van Italië ten opzichte van Abessinië er tot dusverre in heeft be staan gegeven handteekeningen te ver loochenen, het vreedzame en ongewapen de Abessijnsche volk, dat zijn defensie maandenlang niet heeft kunnen voorberei den, met vliegtuigaanvallen op onbe schermde steden te teisteren en vrouwen en kinderen te vermoorden. De bevelheb bers van het Italiaansche leger, die be weerden een cultureele missie te vervul len, zijn opgetreden als moordenaars van de burgerbevolking. Deze ongelijke oorlog, gaat hand in hand met de poging verra ders voor geld te koopen, teneinde hen te gebruiken tegen de legitieme regeering. Met trots kan de Abessijnsche regeering vaststellen, dat met uitzondering van Dedjasmatsj Haile Selassie (Ras Koeksa) geen bevelhebber zich heeft laten omkoo- pen. De Italiaansche regeering wil haar onderdanen sparen door tegen het Abessijn sche volk, broeders van hetzelfde ras en dezelfde huidskleur te jagen. Dat is de cultuur, die de Italiaansche regeering be weert Ethiopië te willen brengen en die zij ongetwijfeld later zal trachten haar na buurlanden op te leggen met in Afrika opgeroepen legers. De regeering en het volk van Abessinië zullen tot den dood strijden om de Italiaansche vreemde heer schappij af te wenden. Tegenover de Italiaansche mededeelingen omtrent de vrijwillige onderwerping der burgerlijke bevolking verklaart de Abes sijnsche nota, dat Abessinië tot dusverre zijn gebied tegen den aanvaller niet heeft verdedigd. Derhalve heeft de civiele be volking voorloopig het juk van den vijand op zich moeten nemen en svenals in alle door den oorlog getroffen gebieden, heb ben de opperhoofden der civiele bevolking met den vijand onderhandeld. Wanneer de civiele bevolking door een voorloopige onderwerping een afslachting tracht te ontkomen, beteekent dat echter niet, zoo als de Italiaansche nota beweert, dat zij zich stelt onder de bescherming van Ita lië. Toch zijn dergelijke beweringen steeds door den aanvaller naar voren gebracht. De Italiaansche regeering heeft dit un faire optreden volmaakt door te beweren, dat haar invasie verplichtingen tot be scherming van de bevolking geeft. Welk verstandig mensch zou aan dergelijke onwaarheden geloof kunnen schenken, waar het toch om een gebied gaat, waarin de heilige stad van Abessinië. de wieg van het keizerrijk en de graven van zijn ko ningen sedert eeuwen gelegen zijn? De Abessijnsche regeering wijst vervol gens in deze nota de Italiaansche verwij ten betreffende het voortbestaan der sla vernij van de hand. Het betreft een hui chelachtig gebaar van de Italiaansche re geering, dat alleen hen kan bedriegen, wien de sociale verhouding in Oost-Afri- ka en de onmogelijkheid om met één klap i een eeuwenoude instelling op te heffen, i onbekend zijn. In ieder geval heeft de Ita- I liaansche regeering zelf de slavernij in I haar eigen Afrikaansche koloniën nog niet i uit den weg kunnen ruimen. Tenslotte wordt in de nota verklaard, dat de Abessijnsche regeering ook bij de ze gelegenheid op de meest nadrukkelijke wijze tegen iedere poging om een rege- ling tot stand te brengen op de basis van i de oorlogskaart protesteeren moet. Als slachtoffer van een ongerechtvaardigden aanval, die uitgevoerd is onder unfaire om standigheden, zou de regeering en zou het volk van Abessinië weigeren een voorstel te bestudeeren, dat den aanvaller direct of indirect een belooning zou geven voor zijn misdaad. DE STRIJD IN TEMBIEN. Volgens de in de Abessijnsche hoofdstad ontvangen bericht nemen de gevechten in de provincie Gheralta in Tembien steeds grooteren omvang aan, waardoor de op marsch der Italiaansche troepen belem merd wordt. Uit betrouwbare bron ver luidt, dat ongeveer 10.000 man in afzon derlijke afdeelingen deelnemen aan de guerrilla in deze streken. Een Italiaansche poging om aan de Web- be Sjebeli op te rukken is naar verluidt afgeslagen. Ten Zuiden van Makalle zijn Dinsdag en Woensdag groote Italiaansche eskaders bommenwereprs verschenen, die trachtten door het werpen van bommen den nog niet te voltooiden opmarsch der Abessijnsche troepen te belemmeren. De keizer, die Dinsdag per vliegtuig naar het front is vertrokken zou vermoedelijk weer spoedig naar Addis Abeba terugkee- ren. Het doel van zijn reis is onbekend. Er verluidt, dat hij zich naar het Noorde lijk front, naar Dessie begeven zou heb ben om den strategischen toestand te be studeeren. Andere geruchten maken even wel melding van een ontmoeting van den keizer met generaal Nassiboe in Djidjiga. WAAR IS DE NEGUS? De keizer van Abessinië is inderdaad, ooals oorspronkelijk was gemeld, gisteren met een twee-motorig vliegtuig uit de hoofdstad vertrokken, doch men weet niet waarheen De keizerin en twee prinses sen, die den negus tot het vliegveld had den vergezeld, wachtten zwijgend in den auto, tot de machine uit het gezicht was verdwenen. De geheimzinnigheid van dit onver wachte vertrek even nadat de keizer nog een interveiw had toegestaan aan den correspondent van de „Daily Telegraph" heeft aanleiding gegeven tot allerlei gis singen. Officieel wordt gezegd, dat de kei zer naar Dessie is gevlogen. Te Harar ineent men echter het keizerlijke vliegtuig "ezien te hebben en men vermoedt daar, dat de negus naar Jijiga is gegaan voor een be spreking over de campagne in Ogaden met das Nassiboe. Volgens een ander gerucht zou de kei zer reeds zyn teruggekeerd en heden weer vertrekken; uit bijgeloovigheid reizen de Abessiniërs namelijk niet op Woensdag ol Vrijdag DUITSCHLAHD. DEVIEZEN-PROCESSEN TE BERLIJN. Nederlandsche deskundigen voor den deviezenrechter Dinsdag verschenen een drietal Neder landsche deskundigen voor-de Berlynsche rechtbank, die momenteel o.a. een devie- zenproces tegen eenige kloosterzusters on derhanden heeft. Men zal zich herinneren, aldus schrijft de „Msb.", dat er twijfel is gerezen over de juistheid van een beschuldiging betreffen de den aankoop van stukken na den fata len datum van 17 October 1934, welke stuk ken eerst na aien datum waren geleverd. Uit deze vertraagde levering leidde de openbare aanklager een bewijs van schuld af, dat echter volgens de verdediging niet houdbaar kan worden geacht. En zulks te minder, omdat het door den openbaren aanklager gelegde verband tusschen de orde, die van het delict wordt beschul digd en haar Amsterdamschen commis sionair (de Universumbank), ernstig kan en moet worden bestreden. Als deskundi gen inzake de vraag, of het mogelijk was, incourante waarden als obligaties ten laste van Duitscne kerkelijke instellingen k la baisse te verkoopen (hetgeen dan volgens de eene constructie van het geval i.e. zou zijn geschied door de Universumbank), wa ren opgeroepen de heer P. Gilissen, direc teur van Arnold Gilissens Bank, J, A. Schippers, directeur van de Nederland sche Landbouwbank en de door het Duit- sche consulaat-generaal te Amsterdam daartoe aangewezen accountant, de heer Carol Sterk tc Amsterdam. Omtrent de ervaringen van deze heeren vernemen wy, dat zij inderdaad uitvoerig werden ondervraagd op het punt der z.g.n. baisseverkoopen van incourante waarden, waarvan men in de rechtszaal te Berlijn blijkbaar niet het juiste begrip had en waaromtrent men zich door de deskundi gen tot in der breede heeft laten inlich ten. Het spreekt vanzelf, dat de verklarin gen van deze deskundigen (de heeren Gi lissen en Schippers waren als zoodanig op geroepen door den openbaren aanklager) slechts een onderdeel, zij het ook een be langrijk onderdeel, van het geheele pro ces betreffen Voigens het getuigenis van een hunner had de gedachtenwisseling een zeer leven dig verloop, waarin de goede toon zonder moeite kon oewaard blijven en de discus sies nimmer de onaangename scherpte droegen, die overigens aan het geheel van de proces-voering, volgens de berichten niet vreemd is gebleven. Na de door de deskundigen in het proces afgeiegde verklaringen, begaven de heeren zich nog naar de zaal, waar het proces tegen Mgr. Legge, bisschop van Meissen wordt gevoerd, teneinde daar gelijkluiden de verklaringen als voor den rechter in het proces tegen de kloosterzusters waren af gelegd, te doen. FRANKRIJK. WEER CRITIEKE DAGEN OP KOMST De Kamer tegen 28 Nov. bijeengeroepen Het kabinet-Laval heeft in den gister avond gehouden ministerraad besloten, de Kamer op 28 November bijeen te roepen. De ministerraad komt twee dagen voor dien, op 26 November dus, nogmaals bij een. Dit bijeenroepen der Kamer staat in verband met relletjes, welke dezer dagen j te Limoges hebben plaats gehad. Daar I vergaderde het z.g. Croix de Feu, een fas- j citische organisatie, wier tegenstanders, het Volksfront onder aanvoering van den socialistischen burgemeester van Limoges een tegen-demonstratie hielden. Hierbij kwam het tot botsingen, waarbij eenige betoogers werden gewond. Nu wil men vooral van socialistische zijde de regee ring aanvallen om dergelijke relletjes te voorkomen. Men verwacht een heftige parlementaire strijd in de Kamer. KORTE ONDERBREKING VAN HET KONINGSMOORD-PROCES In de zitting van gisteren in het proces tegen de personen, die beschuldigd zijn in verband met den moord op koning I Alexander en Barthou, verklaarden de beklaagden, dat zij geen woord zouden zeggen, zoolang hun verdediger (die zoo als bekend als advocaat geroyeerd is we gens het veroorzaken van incidenten) niet in zijn functie zou worden hersteld. Het gerecht voegde hun als verdediger toe Saudinot, deken van de orde van ad vocaten te Lyon. Deze verklaarde, dat hij de beklaagden ook tegen hun wil zal ver dedigen. Hij wilde echter eerst kennis nemen van de stukken. Het gerecht on derbrak daarom de zitting tot hedenmid- ENGELAND. BRITSCHE MIJNWERKERS VOOR STAKING Mogelijke algemeene staking na Kerstmis De executieve commissie van den mijn- werkersbond heeft in haar zitting van gis teren het resultaat bekend gemaakt van de stemming over de vraag, of de Brit- sche mijnwerkers bereid zijn tot een alge meene staking met het doel, de gestelde looneischen te doen inwilligen. Het blijkt, dat zich 409.351 mijnwerkers vóór, 29.215 tegen staking hebben uitgesproken. De secretaris van den mijnwerkersbond, Edwards, heeft verklaard, dat de geschie denis van de Britsche mijnindustrie een zoo groote meerderheid (93 pet.) voor een staking tot dusverre niet heeft gekend. Minister-president Baldwin is onmid dellijk van het resultaat in kennis gesteld en zal worden uitgenoodigd tot een spoe dige samenkdmst met de executieve com missie. De bond is gemachtigd op een la ter tijdstip een zitting van gedelegeerden bijeen te roepen, die zal beraadslagen over het resultaat van eventueele onderhande lingen met de regeering of die zoo noodig het stakingsbesluit zal doen uitvoeren. De commissie heeft haar zitting ver daagd en zal waarschijnlijk binnenkort te Londen worden bijeengeroepen. De zitting dpr gedelegeerden zal binnen drie of vier weken plaats "inden. Intusschen zal de executieve commissie trachten, met de re geering tot overeenstemming te komen. Indien dit onmogelijk zou blijken, zou kort voor of na Kerstmis de staking wor den afgekondigd. ADMIRAAL JELLICOE OVERLEDEN Admiraal Jellicoe, die de Britsche vloot commandeerde in den slag bij Jutland, is gisteren op bijna 76 jarigen leeftijd over leden. PRINSES MARINA'S ZOON GEDOOPT Gisterochtend is het zoontje van den hertog van Kent en prinses Marina ge doopt in de kapel van Buckinghampalace door den aartsbisschop van Canterbury en den bisschop van Londen. De plechtigheid had een besloten karakter. Het prinsesje kreeg de namen Edward George Nicolas Paul Patrick. CHINA. AFKONDIGING DER AUTONOMIE UITGEBLEVEN. Doihara uitgeschakeld. De afkondiging der autonomie voor de vijf Noord-Chineesche provinciën, die gis- I termiddag zou geschieden, heeft niet plaats gehad. Aanwijzingen, die op het laatste oogenblik uit Nanking waren binnengeko men, zijn voor de autoriteiten te Peiping aanleiding geweest den vertrouwensman van het Kwantoenleger, generaal Doihara, mede te deelen, dat geen verdere onder handelingen met hem kunnen worden ge voerd. Over alle kwesties, die zoowel Ja pan als China betreffen, worden officieele besprekingen gehouden tusschen de Nan- king-regeering en den bij haar geaccredi- teerden Japanschen ambassadeur. De gouverneurs van Hopei en Sjantoeng, die door Doihara waren uitgenoodigd voor een conferentie te Peiping, hebben deze uitnoodiging afgewezen. Verscheidene di visie-commandanten van het 29ste Chi- neesche leger, dat onder bevel van Soen- tsje-yoean staat, hebben, zooals te voor zien was, verklaard, dat zij hun bevelheb ber niet kunnen volgen. Soeng-tsje-yoean heeft daarop reeds Dinsdagavond Peiping verlaten en is naar Tientsin vertrokken. Doihara is vanmorgen uit Peiping vertrok ken. Het is nog niet bekend, welk standpunt het Kwantoenleger ten aanzien van deze wending zal aannemen. In welingelichte Chineesche kringen wordt verklaard, dat de Nanking-regeering, vóór zij den Noord- Chineeschen autoriteiten opdracht gaf de onderhandelingen met Doihara af te bre ken, door informaties bij de bevoegde Ja- pansche instanties had vastgesteld, dat Doihara geen officieele opdracht had en dat de Japansche regeering niet voorne mens is, de binnenlandsche-politieke ont wikkeling in Noord-China te beinvloeden door militaire pressie. BUITENLAHDSCHE BERICHTEN. ONGELUK IN EEN SPOORWEGTUNNEL. Zes dooden, drie zwaargewonden. Te Viella in de Spaansche provincie Le- rida heeft een ontploffingsongeluk plaats gehad in een spoorwegtunnel,, waar met dynamiet werd gewerkt. Zes arbeiders zijn gedood- en drie ernstig gewond. BOTSING TUSSCHEN TREIN EN AUTO. Vier dooden. De directie der rijksspoorwegen te Stutt- i gart deelt mede: Woensdag om 18.45 uur is op den onbewaakten overweg bij post 73 tusschen Urlau en Friesenhofen een per sonenauto met 4 inzittenden op trein 17 LeutkirchIsny ingereden. De vier inzit tenden van den wagen, allen uit Leut kirch, werden gedood. Van de treinreizi gers en het treinpersoneel is niemand ge wond. De machinist had de voorgeschre- j ven signalen gegeven. AANGENOMEN DOCHTER VAN KEMAL ATATURK UIT TREIN GEVALLEN. Tusschen de stations Picquigny en Ailly van de lijn CalaisParijs is gisteren om streeks 6 uur de aangenomen dochter van den president der Turksche republiek uit den trein gevallen door het opengaan van de deur van haar coupé. Daar het onge val direct opgemerkt werd, kon men den i trein terstond tot stilstand brengen. Het meisje werd met zware inwendige kwetsu ren naar het ziekenhuis te Amiens overge bracht, waar zij zonder tot bewustzijn te zijn gekomen is overleden. HONDSDOLHEID TE ISTANBOEL. Het schijnt, dat korten tijd geleden een wolf, die lijdende was aan hondsdolheid, uit de wouden in de omgeving van de Turksche hoofdstad in een der voorsteden van Istanbul eenige honden heeft gebeten. Het gevolg was, dat deze dieren eveneens hondsdol werden en weer andere honden öeten, en verscheidene personen door dolle honden gebeten werden. Verscheidene moesten in de ziekenhuizen behandeld worden, terwijl twee slachtoffers in levens- gevaar verkeeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5