DONDERDAG 21 NOVEMBER 1935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN INPERKING VAN DE CUMULATIE VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND, 27ste Jaargang No. 8273 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooruitbetafing: Voor Leiden 19 cent per week J 2.50 per kwartaal By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. V Een groote gave Preeken over: blijheid ondanks lijden en armoe 't is gemakkelijk, als men zelf 't nog goed heeft, gezond en zonder zware zorgen mag leven. En toch, toch kan dat preeken ongetwij feld puur oprecht zijn, en toch is het een goede daad. De menschheid heeft juist in dezen tijd noodig leiders, die de blijheid preeken. Blijheid is mogelijk óók voor den mensch, die leeft midden in de malaise, die gepijnigd wordt door de crisis-tegen slagen. Blijheid is mogelijk óók voor dien mensch en voor hem zoo gewenscht en zelfs noodzakelijk, opdat hij niet wegzinke in ontzenuwende moedeloosheid en lus teloosheid Maar: 't is moeielijk voor zulk een mensch, om blij te zijn en te blijven; dat vergt kracht en moed. En wij zullen het niemand kwalijk ne men, als hij die kracht en moed mist Wij kunnen ons dien toestand zoo klaar .in denken. Maar wèl beklagen wij hem om dat ge mis en betreuren het Blijheid is héél iets anders dan luchtige oppervlakkigheid of zorgenlooze onbe kommerdheid. Ware blijheid wortelt in ernst! Deze blijheid is een groote gave.... Eenige tijdschriften doorbladerend, trof ons dezen morgen in het maandblad „Sint Franciscus" een artikel, dat wij hier gaar ne willen afdrukken. De moed der blijheid Is het leven zóó leelyk geworden; is de wereld thans zóó slecht en God zóó ver, dan dat ons inderdaad niets anders over blijft dan te zuchten en te klagen? Duizenden jaren heeft de mensch den tijd gehad, eraan te wennen, dat achter de in schaamte gebogen ruggen van het eer ste menschenpaar de poort van het aardsch paradijs voorgoed is dicht gevallen met een slag, welke nóg natrilt in onze zielen. Negentien eeuwen staat tusschen hemel en aarde het Kruis, de smartelijke, maar koninklijke weg naar het Eeuwig Geluk. En nóg weet men niet, weten velen nog niet, dat er op een aarde, waarde droeve tragedie van den eersten mensch gevolgd is door de blijde tragedie van den God-Mensch, Die stierf omwille van 'ons geluk, er moed toe noodig is om bly te zyn en dat die blijheid ruimschoots op weegt tegen alle paradijs-geluk. O zeker, met cijfers, véél cijfers, met boe ken, zwaarder dan de Bijbel, met gezich ten langer dan dat van den man Job, die een kerel was, zooals we er thans ver geefs een zoeken, kan men verklaren, dat we thans leven in een bar slechten tijd. Moeilijk is het niet om te bewijzen, dat er crisis is en dat we verstandig doen maar by de pakken te gaan neerzitten in de hoop, dat er eindelijk eens een too venaar komt, die de op invallen staande fabrieks- schoorsteenen weer rooken laat, de leêge schepen bevracht en die niet werken kun nen, weer aan werk helpt. Doch wie durft het gezicht van de crisis eens nauwkeurig te bezien?! Wie durft want daar komt het op neer! zichzelf in het gezicht te kijken?! Het gezicht van de crisis is het gezicht van den moedelooze, die geen vertrouwen meer heeft in anderen en heelemaal niet in zichzelf. Het is het gezicht van den lafaard, die den heerlijken moed mist tot blijheid. De menschen lijden aan elkanders en aan hun eigen gebrek aan vreugde. De wereld is nog altyd even mooi, als toen God haar schiep. De pracht der op- en ondergaande zon is niet gedoofd. En alle sterren staan nog stralend aan een hemel van fluweel. Het geweld van de stormen is nog im mer machtiger dan de schoonste muziek. En wat de wolken bouwen in een hemel, die mateloos is, werd nog nooit door den stoutmoedigsten bouwmeester overtroffen. Zie in den herfst het gloeien der kleuren in het windstille bosch en staar de vogels na en hoe zy hun weg weten naar de verre landen, waar de winter niet is, waarvoor zij op de vlucht gaan. En als dat alles u niet blij kan stem men, denk dan aan den Hemel boven dien hemel, aan de heerlijkheid, die al die heer lijkheden overtreft en aan het Kruis, dat u den weg zal wijzen. Lees in het Evangelie, de Blyde Bood schap aan een menschheid in nood, en be luister die herhaalde uitnoodigrng tot vreugde en blijdschap: „Verheugt U! Weest blij!" Of zou het dan tóch waar zijn, wat thans weer wordt herhaald, dat Europa n doodzonde leeft? Maar wij zyn Europa niet. Of staan ook wy schuldig aan het leed der volkeren? Wij zijn kinderen Gods en temidden van ons hebben Heiligen geleefd, die den dood en het bitterst leed uitlachten in hun ge zicht, omdat ze blij waren. Onder ons hebben Helden geleefd, die den moed hadden om blij te zijn, toen de tijden nog veel slechter waren dan thans en zij er persoonlijk slechter aan toe wa ren, dan wie ook van ons. En wie anders neemt onder die helden de eereplaats in, dan Franciscus, die zijn hoogste lied zong, toen hij dan eindelijk zoo ellendig er aan toe was, als de bede laar, dien God wilde, dat hy worden zou? Toen hij niets had en hij zelfs zijn kleê- -ren terug had gegeven aan zijn vader, die te rijk was voor den oppersten rijkdom der armoede, was hij zoo bly, als een leeuwe rik, die juichend alle schatten der aarde onder zich voelt wegzinken en nog slechts den hemel ziet en het goud van de zon. Luister, hoe de Engelschman, G. K. Chesterton, dit subliem moment van blij moedigheid beschrijft: De jonge Franciscus van Bernadone werd door zijn vader voor den Bisschop van Assisië gedaagd, omdat hij diens rijkdom aan de armen had verdaan. Franciscus verkocht zijn eigen paard en verscheidene balen laken van zijn vader en maakte er een kruisteeken over om hun liefdadige bestemming aan te duiden. Zijn vader be greep zoo'n dwaasheid niet en bekeek de zaak dus vanuit een juridisch standpunt, toen hij voor den Bisschop stond. Fran ciscus' wederwoord was zoo puntig, als een sfeer. „Tot nu toe", sprak hy tot zijn vader, „heb ik Pietro Bernadone vader ge noemd, doch nu ben ik de knecht van God. Niet enkel het gelr, maar alles, dat het zijne kan worden genoemd, zal ik mijn vader terug geven, tot de kleeren toe, die hij mij gegeven heeft". En hy scheurde zich alle kleêren van het lyf, behalve een haren hemd. Hij wierp zijn kleêren op een hoop op den grond en wierp het geld er bovenop. Hij liep halfnaakt in zyn haren hemd de wintersche bosschen in, liep over den bevroren grond tusschen de kleumen de boomen,een vaderlooze. Hij had geen geld. Hij had geen ouders. Hij was, naar het wel scheen, in de wereld zonder doel, zonder plan, zonder werk, en toen hij daar liep onder de kille boomen, be gon hij ineens te zingen. Hy hield zichzelf voor den gek. Het was een onomstootelijk feit, zoo onmiskenbaar, als de steenen op den weg, dat hij zichzelf voor den gek hield. Hij zag zichzelf, als een heel klein voorwerp, en zoo duidelijk, als een vlieg, die over een heldere glasruit tippelt; en het was onmiskenbaar een gek. En toen hij tuurde naar het woord „gek", dat vóór hem uitzweefde in lichtende letters, begon het woord hem duidelijk te worden. Hij wilde doorgaan met een gek te zijn, zoo- gek worden, dat hij ontberingen zou slik ken, zooals een mensch voedsel, en naar armoede haken, zooals een mensch, als dwaas, naar goud zoekt; en zijn vleesch zoo dolzinnig afranselen, als andere men schen het vertroetelen. In één woord, hij Sint Franciscus van Assisië, wilde de hofnar worden van den Koning des Hemels". En zoo steeg hy zingend en bly, levend een leven, dat, bezien van den buitenkant, droef was en triest, vol ontberingen en leed, tot die stralende hoogte, waarop hij zijn leeuwerikslied zou aanheffen, zijn Zonne-hymne. Hij had den moed tot blij zijn in het aangezicht van den pijn, die „broeder Vuur" hem ging aandoen. En zoo is hy voor dezen tyd, nu wij de crisis beleven der blijmoedigheid, een J lichtend voorbeeld en een pionier van het geluk, dat men niet vindt in boeken en in j cijfers, maar in het eigen hart, dat zingen gaat in het licht van Gods liefde, in het heerlijk bewustzijn, Gods kind te zijn. De poort van het paradijs is gesloten, maar over den tuinmuur ranken roode rozen. VAN OLDENBURG ERMKE. „Sint Franciscus" TWEEDE KAMER Tweede Kamer aanvaardt wetsontwerp De Tweede Kamer heeft gisteren de be grooting van buitenlandsche zaken goed gekeurd. Voortgezet werd de behandeling van de begrooting van het Staatsbedrijf der Pos terijen, Telegrafie en Jelephonie. Nadat enkele leden opmerkingen hadden gemaakt, heeft de Minister van Bin- nenlandsche Zaken, mr. D e Wilde, deze beantwoord. De Minister zei- de o.a. het juist te achten, dat de radio- distributie een vergoeding geve aan de omt roep vereen igingen, zoodat op zyn wensch dit punt uit het contract tusschen de om roepverenigingen en de distributieventra- les wordt gelicht, opdat de vergoedingsre geling op 1 Januari in werking kan treden. De zaak gaat om advies naar den minister van binnenlandsche zaken. De heer IJsselmuiden (R.K.) Jient een motie in, waarin de Kamer uitspreekt, dat elke redelijke kans op verruiming van werkgelegenheid moet worden gebruikt, en de Regeering uitnoodigt, te bevorderen, dat geleidelijk bij het staatsbedrijf der P. T.T. de arbeidsduur, buiten noodzaak, de 48 uur per week niet zal overschrijden. Minister de Wilde heeft geen be zwaar tegen deze motie, als zy wordt op gevat in dezen zin, dat hy met den direc teur-generaal zal spreken en zal onderzoe ken wat mogelijk is. De Kamer verwerpt een motie-De Visser,' tegen uitbreiding van het personeel met arbeidscontractanten met 56 tegen 24 stem men. Voor: S.D.A.P., C.P. en de heeren Sneevliet (R.S.), Van Houten (C.D.) en Arts (R.K.D.P.). De Kamer verwerpt de motie-De Visser ten gunste van een 48-urenweek eveneens met 56 tegen 24 stemmen. Zij keurt de motie-IJsselmuiden zonder hoofdelijke stemming goed. De Kamer neemt de P.T.T.-begrooting zonder hoofdelijke stemming aan, met aan- teekening, dat de heer Sneevliet tegen is. Het wetsontwerp tot wijziging en aanvul ling van de Pensioenwet-1922, van de wet van 25 Mei 1925, van Gemeente- en Pro vinciale Wet, van de wet van 30 Juni 1923 en van die van 17 Juli 1928 wordt z.h.s. aanvaard. Dit wetsontwerp neemt maatregelen te gen de cumulatie van pensioen en sala ris van politieke functionnarissen. Het be let eveneens cumulatie van pensioen met pensioen; het wijzigt de positie van toekom stige gedeputeerden en wethouders, zoodat deze voortaan geen direct levenslang pen sioen meer krijgen, maar na aftreden een afloopend wachtgeld (eerste jaar 75 pet. van het salaris; tweede jaar 50 pet.; derde jaar 25 pet.) en uitgesteld pensioen op 65- jarigen leeftijd; tenslotte schrapt het de oude non-activiteitstractementen, die zeer enkele zittende Kamerleden nog genieten sinds de regeling van 1923, toen bepaald is, dat een ambtenaar, gekozen tot Kamer lid, niet meer de helft van zijn salaris als non-activiteitswedde zou krygen, doch al leen aan aanvulling op zijn schadeloosstel ling tot zijn vorig salaris. Van de debatten, die aan dit besluit voorafgingen, geven wij nog het volgende weer: De heer Zandt (S.G.) schetst de erger nis, door de cumulatie gegeven, aan dui zenden werkloozen, onder wie velen met een doctorsbul en die er niet in slagen, een betrekking te krijgen. De heer Ling beek (HJ*r.) zegt, dat velen zich overdreven voorstellingen van de cumulatie hebben gemaakt. Men dacht dat het tegengaan een besparing van mil- lioenen zou opleveren. En nu dit wetsont werp! Het herinnert aan het woord: „Ber gen zijn zwanger geworden en zij hebben een muis gebaard!" Spr. acht het af te keuren, dat reeds verleende pensioenen on aangetast blijven. De heer Van Houten (Christ dem.) zal stemmen tegen de overgangsbepaling, die de bestaande cumulatie beveiligt. Hij stemt voor het wetsontwerp, zelfs als zul ke overgangsbepalingen erin blijven staan. Hij hoopt dan, dat de stemming in het land zoo zal worden, dat over eenigen tijd tot aantasting van de thans bestaande pen sioenen moet worden overgegaan. De heer We ster man (N.H.) stemt voor het wetsontwerp, dat een eerste afbe taling is op de rekening, die het Neder- landsche volk met betrekking tot deze zaak presenteert. Het wetsontwerp is wel een magere vrucht van twee jaren harden de partement^ arbeid. De heer A1 b a r d a XS-D.) zegt, dat er in deze zaak veel demagogie is bedreven. Had de regeering het wetsontwerp eerder inge diend, de demagogie had niet zoo om zich heen kunnen grijpen. Het is een belang van ons geheele volk, dat bekwame en be trouwbare personen beschikbaar zijn voor vertegenwoordigende en bestuursfuncties, onafhankelijk '*an de vraag, of zij eigen middelen hebben. Verbindt men geen pen sioen aan zulke functies, dan kunnen ve len die functies niet aannemen en zullen anderen en dit is ten minste even erg die functies niet kunnen verlaten. Men be denke, dat velen offers hebben gebracht, toen zy zulke functies aanvaardden. Van veelbelovende carrières is afstand gedaan. Maar zy, die die offers hebben gebracht, zwijgen erover. Niet ver genoeg gaat het wetsontwerp in zooverre als het verkregen rechten hand haaft. De regeering heeft zich niet op dit standpunt gesteld by de pensioenen, enz. Spr.s fractie stemt voor het wetsontwerp, maar acht een aanvullende regeling noodig. De heer Sneevliet (R.S.) zegt, dat er ten aanzien van de cumulatie een mis stand bestaat, welken de breede massa zui ver voelt en die haar ergernis geeft. De heer Aalberse is erin geslaagd, een tegen hem ingebrachte beschuldiging geheel te weerleggen, maar dit beteekent niet, dat alle andere beschuldigingen jegens andere per sonen, ook zoo zwak zouden zijn. De heer De Visser (Comm.) dient, daar het wetsontwerp door amendeering niet is te verbeteren, een motie in, waar in de Kamer uitspreekt, dat het wetsont werp de bestaande cumulatie niet voldoen de tegengaat, en besluit, de beraadslagin gen te schorsen om de regeering in de ge legenheid te stellen, een wetsontwerp van wijdere strekking in te dienen. De Kamer verwerpt de motie met 53 te gen 7 stemmen. De Minister van Binnenland sche Zaken, de heer De Wilde, zegt, dat men in Nederland, in tegenstel ling tot andere landen, van de politiek niet ryk wordt. Reeds sedert 1922 zijn maat regelen genomen tegen cumulatie. De Kamer keurt verschillende artikelen van het wetsontwerp goed. Zy neemt zonder stemming de over gangsbepalingen aan, met aanteekening, dat de C. P„ de S. G. en de heeren Sneevliet (R.S.), Westerman (N.H.), Van Houten (C.D.) en Vervoorn (Platteland) tegen zijn. De heer Van Braambeek (S.D.) ver dedigt een amendement om te bepalen, dat hij, die op 18 Juni 1935 in het genot was van pensioen als gewezen lid van Gedepu teerde Staten of als gewezen wethouder en die sindsdien, doch vóór 19 November 1935 opnieuw als lid van Gedeputeerde Staten derzelfde provincie of als wethouder derzelfde gemeente is opgetreden, als hy wederom aftreedt, de rechten behoudt, die hij kon ontleenen aan de verordeningen, zooals deze op 13 Juni 1935 van kracht wa ren. Minister De Wilde acht dit amen dement een verbetering, mits eraan worde toegevoegd: „wanneer er door de tijdsom standigheden geen wijziging in wordt ge bracht". De heer Van Braambeek (S.D.) brengt die toevoeging aan. De Minister neemt het amendement over. De Kamer keurt het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming goed. De vergadering wordt tegen zes uur verdaagd tot heden middag één uur. BUITENLANDSCHE ZAKEN. Van de behandeling der begrooting van Buitenlandsche Zaken Dinsdagavond ver melden wij hier nog in 't kort de antwoor den, door den Minister aan verschillen de sprekers gegeven. De Minister antwoordde aan den heer Bongaerts (R.K.), dat over de verhouding Nederland—België eigenlijk niets nieuws in het midden was te brengen. Was de heer Vliegen van oordeel, dat uit het feit, dat de Kamercommissie voor bui tenlandsche zaken slechts 6 maal in 5 jaren was bijeengeroepen, voldoende duidelijk de onbereidwilligheid der Regeering om overleg te plegen met deze commissie was gebleken, de minister betoogde, dat de Ka mer op een zoodanig overleg geen recht kon doen gelden, omdat het opperbestuur van de verhouding met het buitenland door Frankrijk heeft geantwoord op de Ita- liaansche protestnota. Ook Abessynië heeft den Volkenbondssecretaris een nota over handigd. De Negus naar het front. (2e bl.) Twintig nieuwe kardinalen zullen er be noemd worden. (2e blad). Kritieke dagen op komst voor de Fransche regeering. (2e blad). De Britsche mijnwerkers willen staken. (2e blad). BINNENLAND. Tweede Kamer: Beperking van cumu latie, de Postbegrooting goedgekeurd. (1ste blad). Vrachtauto bij Apeldoorn door trein ge grepen; twee inzittenden gedood. (1ste blad). Doodelijk verkeersongeluk te Gouda. (lste blad). Een „vlag-incident' te Amsterdam (Gem. Ber. 2de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Een uiteenzetting over de houding van Aljechin. (3de blad). Het verzet tegen de Olympische Spelen te Berlijn wint veld. (3de blad). Een Ned. Handbalbond opgericht. (3de blad). De Kruisvaart roept Zondag a.s. houdt de Kruisvaart haar diocesanen Leidersdag in Amsterdam; honderden leiders hebben hun komst ge meld. Ter gelegenheid van deze groote leiders- bijeenkomst wordt ook voor het pu bliek een massaal jongensspel gegeven; 8 0 0 van onze jongens kruisvaarders spelen dan het Michielspel, waarvan de tekst werd opgesteld door drs. Wim Snitker en de muzikale illustratie verzorgd wordt door Marius Monnikendam, terwijl de groote regisseur, Anton Sweers voor de spelleiding zorg draagt. Het spel gaat in de groote Apollohal, het Amsterdamsche glazen paleis, waarin 4000 bezoekers geplaatst kunnen worden. De jongens spelen 's middags te half drie en 's avonds te half acht; 's middags zal te vijf uur en 's avonds te tien uur het spel geëindigd zijn. De entreeprijzen zijn voor de middag uitvoering 1.50, 75 en 50 cent en voor de avonduitvoering 40 cents, terwijl de spoorwegen 50 pet. reductie geven op den treinprijs, waardoor 3e klasse Amsterdam heen en terug beneden de gulden blijft. Wij, Leidenaars kunnen dus dit Amster damsche spel medemaken, voor de kosten van minder dan anderhalve gulden, alles inbegrepen! Voor Leiden en omgeving zijn tot Za terdagmiddag kaarten verkrijgbaar bij den districtsbaljuw C. Stolwijk, Groene- steeg 15, telef. 1456. L. BEUNE, Pr. de Grondwet aan den Koning wordt toege kend. Het Bureau voor documentatie zal ver dwijnen. De heeren Bierema en Vliegen hebben er nog een lans voor gebroken, de heer Joe- kes wilde het gedeeltelijk behouden, de heer heer Schaepman (R.K.) wilde het bij den Regeeringspersdienst gevoegd zien; maar de minister verklaarde met het bekende bloedende hart tot de opheffing te moeten besluiten. Het Bureau deed zeer nuttig werk, maar spr. is niet alleen minister, doch ook lid van een Bezuinigingskabinet en moet dus zijn deel in de bezuiniging dra gen. Veel erger nog vond de minister de be zuinigingen op de gezantschappen en de consulaten. Verder gaan op dit punt zou hij niet meer met zijn verantwoordelijkheid overeen kunnen brengen. Wat ten slotte de emigratie betreft, be toogde de heer Van Poll zeer in 't kort, dat op dit gebied nieuwe wegen onder leiding der regeering dienden te worden betreden. De minister verwees deze aangelegenheid echter naar zijn collega van Sociale Zaken. De begrooting is aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1