De „Oriol" naar de West. De waterkeering te Teddington is overbelast bij den afvoer van het overtollige water uit den bovenloop van de Theems, die door den regen der laatste dagen sterk gezwollen is FEUILLETON. ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET Een avontuurlijk verhaal van drie studenten, door ARNOLD BARTEL. (Nadruk verboden). 5) Dan beginnen de machines te werken; als een panorama glijden de huizen en ker ken van Antwerpen, de Oceaanstoomers, die in de Schelde liggen, de kranen en op slagplaatsen voorbij. Een schip kiest zee. Terwijl alle verrekijkers en fototoestel len in werking worden gesteld en de pas sagiers zich vermeien in den aanblik der steeds meer verdwijnende stad, begeeft Alexander Pododotschi zich naar de hut van den marconist om daar het volgende radiotelegram voor Londen op te geven: Eieren onderweg. Koopers verwacht Southampton. PopodotschL En nog dienzelfden dag worden op het kantoor te Londen van de Zuid-Afrika-lijm twee passagiersbiljetten Southampton-Mar seille geboekt. Aan de trap, die van de hutten der Toe ristenklasse naar de eetzaal leidt, hangt een zwart bord. Op dit bord wordt melding gemaakt van te organiseeren uitstapjes aan den wal. Nóg bevat het een opwekking om in een „first class autocar", van alle gemak ken voorzien inclusief diner vanuit Antwerpen de Belgische slagvelden te be zichtigen. Een interessant bezoek aan goed onderhouden loopgraven, prikkeldraadver sperringen en granaattrechters wordt door flinke zakenmenschen in 'uitzicht gesteld. Harry Diesel heeft zich gisteren reeds over deze grove reclame op dit bord geër gerd; vandaag echter ergert hij zich over een ander waarop zoowel in het Duits ch als in het Engelsch met groote letters te le zen staat: Het is den pasagiers der Toeristenklasse verboden het dek der eerste en tweede klasse te betreden. Diesel is woedend. Nu is zoowaar, als door een wonder het meisje, waarom hij bijna van zijn reis naar Afrika had afge zien, aan boord gekomen en nu staat hier, dat het verboden is haar te naderen. Want Nini Collijn reist eerste klasse. Harry Diesel heeft uit principe een anti pathie tegen spreekwoorden. Toen hij nog op het gymnasium was, had hij over alle bestaande spreekwoorden een opstel moe ten maken, slechts één uitgezonderd: „Ver boden vruchten smaken het best". Geen enkele leeraad had gedacht, dat hij daar over iets zou weten te vertellen, maar juist dat spreekwoord zou hij uitstekend heb ben kunnen behandelen. Dat blijkt ook nu weer, want de waar schuwing negeerend en zichzelf wijs ma kend, dat slechts een brutaal mensch de halve wereld heeft, slaat hij den weg in, welke naar de verblijfplaats der uitverko renen op deze aarde leidt. Door de leege eetzaal der Toeristenklas se, welke tevens als ontspanningslokaal dienst doet en waarin op dit oogenblik door eenige mannelijke medepassagiers in een verborgen hoekje een robber bridge wordt gespeeld, komt hij op het promena dedek. Hij loopt langs de keukens, ziet hoe de koks in hun witte jassen en hooge mut sen lepels en pannen hanteeren en ruikt de spijskaart voor het diner. De „Ukami" drijft nog steeds op de Schelde. De vlakke oevers zijn nu verder weg; in de verte ziet men sappig groene weiden, roode Holandsche boerenofsteden en een paar windmolens. De lucht is grijs, aan dek is het tamelijk winderig en Diesel verheugt zich, als alle landrotten, die voor het eerst zeewater ruiken, op een „gezellig stormpje" straks in open zee. In het voorbijgaan werpt hij een blik in de eetzaal der 2e klasse. Het is er wat eleganter en ruimer dan in die van de Toeristenklase. Een paar stewards zijn be zig de tafels te dekken voor het diner, dat om zes uur geserveerd zal woeien. Boven een breede, openstaande deur ont waart hij eindelijk een koperen bord met het opschrift: I Klasse. Hier ben ik er, denkt hij, steekt zijn neus in de hoogte, struikelt over den drem pel en voor hij het goed en wel beseft, is hij binnen. Het is een soort hall, geheel in wit en goud gehouden, met dikke, roo de tapijten rieten stoelen en palmen. In glazen vitrines ligt een bonte verscheiden heid aan reislectuur uitgestald. Op een I bord wordt meegedeeld, dat de „Ukami" I in radiotelegrafische verbinding is met Southampton, Norddeich en Scheveningen- Haven. Een breede, zorgvuldig met loopers bekleede trap leidt zoowel naar boven als naar beneden. Een steward, die een tablet met gevulde glazen torst, draaft voorbij zonder notitie van hem te nemen. Harry Diesel's gevoel van eigenwaarde ontwaakt. Men ziet dus niet aan zijn neus, dat hij eigenlijk maar tusschendek-passagier is. Nu moet hij een besluit nemen. Naar bo ven of naar beneden. En daar hij iemand van beneden de trap hoort opkomen, be sluit hij naar boven te gaan. De man, die van beneden komt, blijkt een lid van de scheepskapel te zijn. Hij perst zijn lippen in het mondstuk van een trompet en geeft het eerste signaal voor het diner. En zoo wordt Diesel's heimelijk bezoek aan de eerste klasse als het ware met pauken en trompetten aangekondigd. Hij bevindt zich plotseling temidden van een zwerm opgeschrikte menschen, die kaart en schaakspel, conversatie en flirt onderbreken om zich voor het diner te gaan gleeden. Hij bemerkt niet, dat de Baltische baro nes, in gezelschap van haar dochter, hem door haar lorgnon een critischen blik toe werpt en evenmin dringt het tot hem door dat de heer Pirzel eenige verontschuldigin gen stamelt en vergeefsche moeite doet zijn embonpoint tusschen hem en de deur door te wringen. Hij ziet slechts Nini Col- lijn, die midden in de salon met twee hee- ren in druk gesprek gewikkeld is. Zij staat met den rug naar hem toe, zoodat zij hem niet ziet. Een van de beide heeren is Hendrik van Berquem, een slanke, gedistingeerde ver schijning Hij heeft een frisch, glad gescho ren gezicht, blond haar, dat aan de sla pen reeds grijst, vriendelijke, blauwe oogen en om den energieken mond een lachje, waaruit men gevoegelijk mag concludee- ren, dat hij het gezelschap van het knap pe meisje zeer op prijs stelt. De andere heer is veel jonger. Hij is de zelfde als die, waarmee zij aan boord kwam. Ongerust vraagt Diesel zich af, of hij misschien haar echtgenoot of haar ver loofde is, en tevergeefs spant hij zich in om een gladden ring te ontdekken. Voorloo- pig blijft hij in het onzekere, maar dat dat aan zijn groeiende antipathie jegens dezen vreemdeling niets af. Hij heeft uit principe een afkeer tegen dit Romaansche mannen type, het spiegelgladde, zorgvul- ig gescheiden zwarte haar, het Menjou- snorretje en het overdreven getailleerde, maar overigens correct passende colbert, En jegens dezen man is die afkeer nog grooter. Onverwacht neemt Nini Collijn afscheid van de beide heeren. Maar Onkruid's hoop, dat zij nu zijn richting zal uitkomen, gaat met in vervulling. Door de deur aan de overzijde verlaat zij de salon. Zoo spoedig geeft hij den moed echter niet op. Hij slingert zich langs tafeltjes en de vele fauteuils dwars door de salon en snelt haar na. Door de deur komt hij in een smalle, spaarzaam verlichte gang, waarin hij zich de le klas hutten bevinden, hij is juist op tijd om te zien hoe zij in een daarvan verdwijnt Eeuwige pech Gelukkig is op elke deur een klein, wit kaartje bevestigd, waarop de steward in zijn mooiste schoonschrift den naam heeft geschreven van den tijdelijken hutbewoner. En zoo leest Harry Diesel: Miss Nini Collijn Naar Marseille. Zacht en verliefd fluistert h\j den naam voor zich heen. (Wordt vervolgd). Een militair vliegtuig uit Soesterberg moest Woensdagmiddag bij den spoordijk Oud-minister Van Dijk (tweede van rechts) is Woensdag uit Ned Indid onder de gemeente de Bilt een noodlanding maken en werd daarbij nagenoeg .i n t geheel vermeld - Het wr.k wordt naar Soesterberg getransporteerd ,e den Hm9 'enuggekeerd. De aankomst In de restdenba Mei oe laaisie oeionstorung voor het Noordelijk landnootd van de meuwe Moerdijkbrug is men Woensdag begonnen, bij we ke gelegenheid m het bijzijn van de burgemeesters der omliggende gemeenten de vlag op het weik werd De .Oriol het te Schiphol omgebouwde vliegtuig de .Oehoe*, is Woensdag m het s s „Alkmaar"' te Amsterdam ingeladen om naar West- Indië vervoerd te worden Het gevaarte wordt aan boord geheschen Het doodelijk auto-ongeluk te Heesch bij Oss. De luxe auto, welke geheel vernield werd door de ontzettende botsing

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 13