De Hertog van Gloucester nam deel aan de groote iachtparti], welke door zijn
zwager Lord Burghley te zijner eer te Stamford werd gegeven. De hooge gast
bij de prachtige meute
Aan den tweeden luitenant J. Witkamp van de bereden afdeeling der Vrijwillige Burgerwacht te
Haarlem werd Maandagavond de ridderorde van de Kroon van Italië uitgereikt voor zijn hulpverleening
bij het ongeluk met een der vliegtuigen van het Balbo eskader bij het bezoek aan ons land
Op de begraafplaats «Nieuw Eik en Duinen te den Haag had Maandag de begrafenis plaats van den
bekenden concertzanger Thom Denijs. De stoet op weg naar de groeve
De onlusten in Egupte.
Demonstreerende studenten in de straten van Caïro tijdens de jongste onlusten In Egypte,
welke een ernstig karakter aannamen
Het proces tegen de moordenaars van Koning Alexander van Jugoslaviê en den Pranschen minister
president Barthou is Maandag voor het gerechtshof te Aix-en Provence aangevangen Op den voorgrond
de beschuldigden in de beklaagdebank. (Per telegraaf overgebrachte foto)
Maarschalk Badoglio. de
opvolger van maarschalk
De Bono als gouverneur-
generaal van Eritrea en
Italiaansch Somaliland
FEUILLETON.
ALS IEMAND
VERRE REIZEN DOET
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten-
door
ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verboden).
3)
Antwerpen is groot. Ijverig zoekt het
drietal op de breede, door oude boomen be
schaduwde boulevards en in de smalle, van
alle zonlicht verstoken steëgjes; het gluurt
door de fraaie kanten gordijnen van elk,
misschien als woning van Nini in aanmer
king komend heerenhuis. doorkruist de tal-
looze café's, ja, spiedt zelfs in de vele win
keltjes met souvenirs, zooals matrozen
die voor hun meisjes plegen mee te bren
gen naar haar, die plotseling zoo'n groote
plaats in hun onbezorgd leven inneemt. Zij
worden moe en hongerig bovendien. Ant
werpen telt vele vrouwen en meisjes, maar
geen van haar lijkt op Nini Collijn....
Zeereizen eischen verlovingen. Mevrouw
de weduwe Pirzel, geboren Sindelfing, zijn
Zeereizen eischen verlovingen. Mevrouw
welke zij haar zoon Gotlieb reeds meer
malen uitvoerig heeft meegedeeld.
Gotlieb Pirzel, fabrikant van gebreide
goederen, uit Chemnitz behoort niet meer
tot de jongsten. In de vijf en veertig jaren
van zijn werkzaam leven is zijn haar reeds
wat lichter geworden. Hij nijgt tot het be
ruchte em bonpoint; bij het trappen klim
men raakt hij min of meer buiten adem en
als h(j inderdaad nog aan trouwen denkt,
wordt het nu toch langzamerhand tijd, dat
hij tot een besluit komt. Dat hij tot het
maken van een zeereis besloten heeft, is
echter niet uitsluitend een gevolg van de
goed bedoelde waarschuwingen zijner zorg
zame moeder. Het is in Chemnitz uitgelekt,
dat hij een blauwtje geloopen heeft en dat
nog wel onder weinig roemrijke omstan
digheden. Zijn mannelijke trots eischt, dat
deze smaad wordt uitgewischt.
En daardoor komt het, dat de heer Got
lieb Pirzel sinds drie dagen passagier eer
ste klasse is op het stoomschip „Ukami",
de eene sigaar na de andere rookt en op
de groote gebeurtenis van z(jn leven
wacht.
De „Ukami" is een schip van 10.000
ton, dat in Hamburg thuis behoort, en nu
een reis rondom Afrika maakt. Men
denkt daarvoor ongeveer drie maanden
noodig te hebben. Het meerendeel der pas
sagiers echter maakt slechts 'n trip naar de
Middellandsche Zee. Van Antwerpen gaat
de tocht verder over Southampton en
voorts door de straat van Gibraltar, van
waar men een uitstapje naar Marokko
en Granada zal maken om ten slotte in
Marseille of in Genua aan land te gaan
De „Ukami" is een modern ingericht
zilvergrijs geverfd schip met twee flinke
roodzwart gekleurde schoorstenen en drie
dekken. Vooraan, in den boeg zijn de ma
trozen en de stokers gehuisvest. Onder
de commandobrug liggen de statiezalen
eerste klasse. Daaraan grenzen de reeds
wat bescheidener vertrekken der tweede
en daar, waar de roode loopers in de gan
gen ophouden, begint, gescheiden door een
stevig tusschenschot, de Toeristenklasse.
Vroeger zei men eenvoudig derde. Maar
„Toeristenklasse" klinkt voor veler ooren
beter.
En dies verbeterde de stoomvaartmaat
schappij deze afdeeling, zonder dat het
haar een cent kostte. Op het achterdek
wasschen en drogen onvermoeide Chinee-
zen groote stapels waschgoed.
Het belangrijkste echter zijn de ruimen
van „Ukami," waarin de lading gebor
gen is. Hier in Antwerpen staan de luiken
wijd open. Onophoudelijk rqatelen de zwa
re kettingen aan de geweldrige kranen.
De niet te verzadigen duimen verslinden
de eene stalen plaat na de andere, daar
op volgen kisten met speelgoed en zware
zakken cement. Het zijn meest alle Duit-
sche exportartikelen, welke vanuit het
Roergebied naar deze havenstad zijn ge
zonden om verscheept te worden. Als
Duitscher heeft men ongetwijfeld reden
om zich daarover te verheugen, maar de
heer Pirzel hoort slechts het oorverdooven-
de lawaai waarmee dit laden dag en nacht
gepaard gaat en ergert zich daarover.
Hij is trouwens over het algemeen niet
tevreden over dit uitstapje, niettegenstaan
de het eerste deel van de zeereis toch be
ter verloopen is dan hij zich had durven
denken. Het ontbreekt hem echter aan
passend gezelschap. Zijn hut heeft hij
voor zich alleen, aan tafel zit hij naast
den ritmeester b. d. von Slichting en diens
dertienjarigen zoon. De heer van Schlich-
ting was tijdens den oorlog eerste luite
nant bij de cavalerie en in die kwaliteit
heeft hij zich onderscheiden. Hij betreurt
ook nu nog den ondergang van het mili
tarisme in Duitschland, spreekt jaren na
den vrede van Versailles over niets anders
dan de strategische fouten in de opmarsch
naar Parijs, welke, had het uitsluitend aan
hem gelegen, anders zou zijn verloopen en
heeft in zijn toon iets, wat den heer Pir
zel bepaald tegen staat. Bovendien is de
laatste er van overtuigd, dat de gepen
sioneerde ritmeester zich aan zijn voor
komen, zoowel als aan zijn Saksich dialect
ergert en deze wederzijdsche antipathie
is uiteraard niet bevorderlijk voor een
goede verstandhouding.
De heer von Schlichting is dus uitge
schakeld en de heer Rosenfeld, die met
zijn omvangrijke echtgenoote en twee wei
nig aantrekkelijke, maar desondanks zeer
luidruchtige dochters aan het aangren
zende tafeltje troont, komt al evenmin voor
geregelden omgang in aanmerking.
Aan de tafel van den gezagvoerder is
het al even droevig gesteld. Daar zetelt
de directeur van een der grootste trans
atlantische stoomvaartmaatschappijen die
met zijn elegante, jonge vrouw een plei-
zierreisje maakt. De eerste officier heeft
tot taak zich over een Baltische barones
en haar wat overmoedige dochter te ont
fermen en de scheepsdokter luistert met
een gezicht alsof hij sinds lang in zijn
lot heeft leeren berusten, naar de nooit
eindigende verhalen over roem en eer van
een thans min of meer overjarigen, eens
echter met lauweren omhangen opera-zan
ger. De overige eerste klas-passagiers zijn
allen oudere dames en heeren, die het in
de maatschappij tot iets gebracht hebben
en zich een zeereisje als dit met alle daar
aan verbonden chikane kunnen veroorlo
ven.
Het spreekt vanzelf, dat de heer Pir
zel in de tweede klasse eveneens reeds zijn
licht heeft opgestoken. Maar ook daar is
het resultaat bepaald poover. Weliswaar
domineert hier het vrouwelijke element
maar dit bestaat voornamelijk uit leera-
ressen en andere gestudeerde vrouwen, die
er den heer Pirzel te intellectueel uitzien.
En bovendien zijn het tweede klas pas
sagiers.
De Toeristenklasse, die men tusschendek
noemt, komt natuurlijk heelemaal niet in
aanmerking. En zoo wacht h(j hier op de
Schelde, als wijlen Elsa op haar Lohen
grin, leunt over de verschansing en kijkt
quasi-belangstellend toe hoe de nieuwe
passagiers aan boord komen.
De drie studenten doen dat eveneens,
maar voeren intusschen een heftige dis
cussie. Lou Volkers en Snavel trachten
met alle overredingskracht, waarover zij
beschikken, Harry Diesel er van af te
houden weer van boord te gaan. Laatst
genoemde, die naar den bijnaam „On
kruid" luistert, heeft zooeven nadrukkelijk
verklaard, dat Afrika hem volkomen koud
laat en daarbij zijn vrienden verzocht den
kaffers zijn groeten over te brengen. Dat
eene blonde bleekgezicht, dat hij hier in
Antwerpen gezien heeft, is hem liever dan
alle negers van de geheele wereld teza
men.
Volkers steekt zijn meening niet onder
stoelen of banken. Je bent gek, beslist hij
kort en bondig en min of meer inconse
quent laat hij er onmiddellijk op volgen;
Je begrijpt toch wel dat je dagen en
nachten hier in Antwerpen kunt rondren
nen zonder zelfs maar een spoor van dat
meisje te ontdekken.
(Wordt vervolgd).