DINSDAG 19 NOVEMBER 1935
DE LEÏDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
ZWEMMEN
«ATONALE WEDSTRIJDEN
TE UTRECHT.
In de overdekte zwemschool te Utrecht
vonden de nationale zwemwedstrijden van
U. Z. C. plaats. Voor het tournooi om den
Schat Glijspantbeker werd in de eerste
ronde de houder van den beker, H. P. C.
uia Heemstede, door U. Z. C. met 21 ge
slagen. Zian klopte de Leidsche Zwemclub
weer eens met 21.
In de verliezersronde kwamen L. Z. C.
en H. P. C. tegen elkaar uit. H. P. C. won
met 31. In de finale U. Z. C.ZIAN
zorgde Hegi er voor, dat ZIAN den beker
won.
WATERPOLO
DE WINTER-COMPETITIE.
In de Regentes te Den Haag had voor
de tweede afdeeling van de wintercompe
titie van den Kfing Den Haag van den
K. N. Z. B. de ontmoeting plaats tusschen
Zian III en De Zijl I. Zian won met 61.
H. G. A. I kon het tegen De Zijl II slechts
tot een gelijk spel (11) brengen.
AUTOMOBILISME
ADLER VESTIGT NIEUWE
RECORDS.
Op de Avusbaan bij Berlijn is men met
«en special en Adler Triumpf-stroomlijn-
wagen gestart, teneinde nieuwe records
te vestigen. Vanavond om 1930 uur is ge
bleken, dat men de volgende records ge
broken heeft. De 100 mijl (168.045 km.)
werd afgelegd met een gemiddelde van
128.5 km. per uur.
Het oude record stond op naam van Peu
geot met een gemiddelde van 102.6 km.
per uur.
De 4000 mijl werden afgelegd in 50 uur
3 min. 34.6 sec. met een gemiddelde van
128.593 km. per uur. Het oude record
stond eveneens op naam van Peugeot met
een gemiddelde van 102.89 km. per uur.
De wagen werd bestuurd door de coureurs
Paul von Guilleaume en Hasse, afgewis
seld door den constructeur Heckel en den
renner Löhr.
Deze records zijn gevestigd in de 1500
c.c.m.-klasse.
BILJARTEN
NEDERLAAGWEDSTRIJDEN D. O. S.
Voor bovengenoemde wedstrijden be-
haalde T. O. G. I in de 3e afd. een flinke
overwinning. De uitslag luidt:
L. Lammers (TOG)
100
13
33
7.69
P. Horree (DOS)
34
13
7
2.61
I. v. Kijzen
40
24
7
1.66
A. Offenberg, res.
100
24
15
4.16
C. Paauw
100
31
15
3.22
H. Oudshoorn
69
31
11
2.22
M. Sierat
100
44
10
2.27
Th. v. Nimwegen, res.
61
44
9
1.38
TOG wint met 76 caramb.
i
VAN M'N BOEKENTAFEL
DE DROOM VAN MENEER SCROOGE.
Tooneelspel van Dickens' „Christmas
Carol".
Allerlei boeken en verhalen zijn ver
werkt tot tooneelstukken, sommige met
minder, andere met meer succes. Waar
om zou men geen spel fabriceeren van het
bekende Kerstverhaal van Dickens' „A
Christmas Carol"? Tot nog toe had nie
mand het geprobeerd en wel om voor den
hand liggende reden. Het Kerstverhaal
van Dickens is n.l. een geesten-historie en
zulke geschiedenissen laten zich beter
lezen dan aanschouwen op het tooneel.
Toch heeft J. J. C. Böckling het ge
waagd het „geestrijke" gegeven om te wer
ken tot een spel, dat werd uitgegeven bij
W. J. v. Breemen te Delft.
Wij kennen het oorspronkelijke Dickens-
verhaal en waren derhalve zeer benieuwd
naar dit experiment, en na het gelezen te
hebben, zijn wij nog eer benieuwd naar
den uitslag van een eventueele opvoering.
Het spel laat zich zeer goed lezen, wat
bewijst, dat het gesproken woord goed in
elkaar zit en een prettigen en vlotten dia
loog verzekert. De hoofdfiguur van den
vrekkigen Scrooge komt goed uit de verf
en ook de bij-figuren zullen het wel doen.
Maar het hachelijke van het geval blijven
de geestverschijningen (die door het raam
binnenkomen!) en de visioenen, welke zij
oproepen. Wanneer een en ander technisch
goed verzorgd zou worden, de belichting
tot in de puntjes werd verzorgd en men
de beschikking zou hebben over een regis
seur met fantasie, durf en talent, dan zou
den deze problemen wellicht wel zijn op
te lossen. Dilettanten, die over eenige rou
tine beschikken, zouden er o.i. zelfs iets
zeer goeds van kunnen maken, maar ge
makkelijk is het niet.
/seen gevaarlijk Optimisf\
RECHTZAKEN
HOOGE RAAD BEVESTIGT
ZAANDAMSCH COLPORTAGEVERBOD.
De Hooge Raad heeft arrest gewezen in
de zaak van iemand, die een principieele
beslissing wilde uitlokken over de wettig
heid van het Zaandamsche colportagever-
bod en dit daarom overtrad.
Zoowel de kantonrechter als de recht
bank te Haarlem hadden den man ontsla
gen van rechtsvervolging, waarna de offi
cier van justitie cassatie aanteekende.
Het ontslag van rechtsvervolging, door
de rechtbank gegeven, was gegrond op het
feit, dat de betreffende artikelen der Zaan
damsche politieverordening onverbindend
zouden zijn, daar deze niet aan B. en W.
uitvoeringsbevoegdheid geven, doch een
delegatie inhouden van verordende be
voegdheid aan B. en W., hetgeen niet is
toegelaten.
De kantonrechter had het ontslag van
rechtsvervolging gegeven op grond van
art. 7 Grondwet (vrijheid van drukpers).
De officier wees er op, dat aan B. en W.
slechts tijd en plaats worden overgelaten,
hetgeen een daad van uitvoering is.
De Hooge Raad heeft thans overwogen,
dat het bij de wet van 31 Januari 1931 in
de Gemeentewet opgenomen voorschrift
van art. 169, delegatie van wetgevende be
voegdheid in "erordeningen van den Raad,
op B. en W. nopens bepaalde, in de veror
dening aangewezen onderwerpen, geoor
loofd is, zoodat hier geen sprake kan zijn
van verboden delegatie van verordende be
voegdheid.
Op dien grond is het vonnis van de rechi-
bank vernietigd en de man veroordeeld tot
1 boete.
VERDUISTERINGEN BIJ DE HEMA.
Zeven meisjes staan terecht.
Jarenlang werkten aan de Hema te
Haarlem een groot aantal meisjes, die nooit
aanleiding hadden gegeven tot klachten.
Nette meisjes, die nauwgezet hun plicht
deden en van wie men liever alles zou ver
wachten dan diefstal. Tot op een kwade
dag aan het licht kwam, dat een zevental
van hen zich schuldig hadden gemaakt aan
winkeldiefstal. De hoofdschuldige was ech
ter een vrouw van middelbaren leeftijd, die
zoo'n invloed op de meisjes scheen uit te
oefenen, dat zij al rilden van angst, wan
neer de vrouw haar hoofd om de winkel
deur stak. Gistermorgen werden een aantal
meisjes en de betreffende vrouw door den
politierechter gehoord en veroordeeld.
Ieder tot een voorwaardelijke gevangenis
straf van een maand, de vrouw kreeg zes
weken.
Verschillende vreemde zaken kwamen op
deze zitting van den politierechter aan het
licht, zaken, die uit organisatorisch oog
punt beschouwd, op zijn minst genomen,
merkwaardig te noemen zijn.
Uit het verhoor bleek, dat de Hema af
korting van Hollandsche Eenheidsprijzen
Maatschappij bekend staat om haar prijs
regeling waar ze trouwens haar naam aan
te danken heeft. Deze prijzen beginnende
met een minimumbedrag van een dubbeltje
en een kwartje springen omhoog met tel
kens en kwartje verschil dus een kwartje,
vijftig cent. vijf en zeventig cent, een gul
den, enz. De artikelen liggen daar in groote
bakken uitgestald, zoodat ieder voor de
hand weg zijn of haar keus kan doen. Fn
iedere afdeeling staat een meisje, gecon
troleerd door een inspectrice. De leiding
van het Haarlemsche bedrijf berust bij den
afdeelingschef, den heer Van C.
De verschillende verdachten vertelden,
dat het vrij gemakkelijk is om een of meer
artikelen mee te nemen, vooral waar de
Hema een groot pand is en de inspectrice
niet overal tegelijk kan wezen. Doch niet
alleen de meisjes, ook het publiek kan zich
te goed doen aan allerlei, zonder te betalen.
Natuurlijk maken hiervan die het met de
eerlijkheid niet zoo nauw nemen, een gre
tig gebruik, met het gevolg, dat het goede-
renverlies in de Hema vrij groot is. Hier
voor heeft men echter een ingenieus middel
gevonden.
De meisjes wordt n.l. de vrijheid gelaten
om de goederen naar goeddunken hooger
te prijzen, dan de werkelijke waarde is.
Wanneer b.v. een nieuwe zending artikelen
aankomt, waaronder stukken zijn, die er
vrij behoorlijk uitzien, dan legt een winkel
meisje uit eigen beweging een schepje op
de prijs. Wat hierdoor in kas komt, ver
goedt dan de schade, veroorzaakt door dief
stallen. Dit alles om de directie zand in
de oogen te strooien.
Wanneer men echter den chef vraagt of
dit geoorloofd is, dan zal deze dit van de
hand wijzen, want hij weet er officieel
niets van. Dat het echter gebeurt, daarvan
is hij overtuigd. De verantwoordelijkheid
berust dus geheel bij de juffrouwen achter
de toonbank, die in vele gevallen nauwe
lijks de kinderschoenen zijn ontwassen en
een salaris verdienen van gemiddeld vijf
en dertig gulden in de maand! Aldus de
verdachten. De gelegenheid tot prijsverhoo-
ging grijpen zij graag aan, want het pleit
natuurlijk niet in hun voordeel, wanneer
er in him afdeeling veel gestolen wordt.
Ook gingen zij de zaak niet meer zoo ern
stig beschouwen als dat zou geschieden in
een normale zaak en daarom is het geens
zins te verwonderen, dat zij overgingen tot
kleine diefstallen. Het merkwaardige van
de zaak is echter, dat zij deze niet pleegden
om zichzelf te bevoordeelen, doch voor een
vrouw van middelbaren leeftijd uit Sant
poort, die men gevoegelijk de kwade ge
nius van de kinderen kan noemen en die
rechtstreeks het ontslag van een zevental
meisjes op haaï geweten heeft.
Zij wist een vreemde invloed op de meis
jes te krijgen. Een van de meisjes schetste
deze verhouding met de woorden: „Als ze
voor de toonbank staat, dan vallen je de
stuipen op je lijf van angst!" Wanneer zij
om een of ander artikel vroeg, dan vlogen
de kinderen, gaven het gewenschte en ver
gaten om betaling te vragen, blij dat de
vrouw maar zoo spoedig mogelijk weer
weg ging. Ook verkreeg zij op die manier
dingen door haar dochter. Deze, die als
bediende aan de Hema werkte, bracht des
morgens de boodschap van huis mee, dat
er iets noodig was en in de loop van den dag
kwam de moeder het halen.
Een van de meisjes, die gistermorgen te
recht stond, had haar op die manier een
flesch Voorburg, een flesch advocaat, een
flesch schilletjes en een flesch vruchten
bowl meegegeven. Het kind was bijna drie
jaar in dienst geweest zonder den men de
minste aanmerking op haar maken kon.
De dochter was bij haar gekomen om te
vertellen, dat er een feestje zou zijn, en
dat moeder de flesschen wel zou halen. Zij
had ze toen zelfs uit een andere afdeeling
gehaald en ze netjes ingepakt klaargezet.
Toen het uitkwam, werd ze met zes ande
ren, die zich aan dezelfde praktijken had
den schuldig gemaakt, ontslagen.
Het meisje barstte onder het verhoor in
krampachtig huilen uit.
De chef, de heer Van C., maakte de op
merking, dat er veel gestolen werd, doch
dat het dit jaar wel heel erg was.
De officier, mr. Van den Burg: „Blijkbaar
moesten die meisjes dus wel heel goed ge
controleerd worden! (Tot de verdachte):
Eigenlijk bent u dus nooit te vertrouwen
geweest. Deden alle meisjes het?"
Verd.: Nee, niet alle meisjes. Ik zelf was
erg groot met de dochter van mevr. Z., de
meermalen genoemde moeder, en daarom
heb ik maar toegestemd.
Na deze opmerking plaatste mr. Stomps,
hoewel niet haar verdediger, de vraag,
waardoor alles aan het licht kwam. Hij
vroeg aan de verdachte: Hebben de meisjes
wel eens iets gemerkt van oneerlijkheid by
het hoogere personeel? Toen kwam de heele
historie van eigendunkelijk prijsverhoogen
er uit.
De officier: Dit heeft natuurlijk den in
druk gewekt, dat het er niet zoo erg op aan
kwam, want het publiek betaalde het wel.
Ik heb zoo den indruk, dat er in de Hema
op groote schaal verduisterd wordt. De ver
goeding hiervan door de willekeurige prijs-
verhooging schiep de mentaliteit, die aan
leiding gaf tot de diefstallen. Hij eischte
tegen alle verdachten een geldboete van
tien gulden of tien dagen en een voorwaar
delijke gevangenisstraf van een maand,
met een proeftijd van drie jaar. De politie
rechter veroordeelde hen tot een maand
voorwaardelijke gevangenisstraf.
Vervolgens kwam de vrouw, die de aan
leiding tot deze diefstallen was geweest
voor. Zeven maal had zij eerst de wande
ling van de gang naar de getuigenbank en
via het getuigenhekje. weer naar de gang
gemaakt. Nu bleef zij in het verdachten
bankje zitten.
De politierechter vond, dat zij van de
meisjes de ondergang was geweest.
Verd.: Het is niet tot me doorgedrongen.
Als ik iets kocht en wilde betalen, zeiden
de meisjes: „Ga maar weg, het is zoo wel
in orde!" De politierechter, die met zicht
bare ergernis het heele verhoor geleid had,
verlojtr, toen de vrouw zich in een vraagge
sprek tusschen officier en een getuige
mengde, zijn geduld en legde haar bars
het zwijgen op.
De officier eischte tegen haar een gevan
genisstraf van drie weken.
Mr. Stomps vond dezen eisch zeer cle
ment. Hij drong echter er bij den politie
rechter op aan om meer clementie te ge
bruiken.
De vrouw echter kwam er minder goed
af, want de politierechter, mr. Top, veroor
deelde haar tot zes weken gevangenis
straf. „Volk"
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Buitenlandsche arbeidskracht
in dienst genomen.
Voor dit feit moest terecht staan H. A. K.,
kapppr te Voorhout. Deze, die zelf
Duitscher is, heeft een landgenoot in zijn
bedrijf te werk gesteld, trots hij op een
verzoekschrift daartoe een afwijzing heeft
gekregen In Mei was op dit verzoek reeds
afwijzend beschikt, in October was de be
diende echter nog in dienstbetrekking. Ver
dachte voerde aan, dat hij hier geen goeden
bediende kon krijgen.
Eisch 25 subs. 10 dagen.
De kantonrechter wees verdachte op
zijn hoogst onbehoorlijke manier van op
treden. Zooiets zou men in Duitschland
moeten doen, daar zou men wel andere
maatregelen nemen!
Uitspraak conform.
Ergerlijke slachtmethode.
W. K. en A. H. G. te L e i d e n hebben
te Noordwijk een rund geslacht. Na het
beest bedwelmd te hebben, hebben zij
zonder te wachten tot de blijvende be we
genloosheid was ingetreden, het vel van
den kop gestroopt of gevild en de horens
verwijderd. Een en ander gebeurde terwijl
het beest zich nog bewoog. W. K. is de
hoofdschuldige daar hij de handelingen
heeft verricht, terwijl A. H. G. den kop
vast hield.
De ambtenaar vond het een ergelijke die
renmishandeling en eischte tegen W. K.
een boete van 50 subs. 25 dagen en te
gen A. H. G. een boete van 25 subs. 10
dagen.
Uitspraak resp. 25 subs. 10 dagen en
15 subs. 6 dagen.
Een cano overvaren op de
Kagerplas.
P. de R., schipper te 's-Gravenhage, heeft
met zijn pleiziermotorvaartuig „De Con
current" den canovaarder C. uit Leiden
op de Kagermeer overvaren. De canovaar
der, als getuige gehoord, verklaarde, dat
hij rustig voort dreef en door de aanwe
zigen van de daar gemeerde pleiziervaar-
tuigen op het feit opmerkzaam werd ge
maakt, dat er gevaar was. De motorboot
was toen reeds zoo dicht bij, dat geen ont
wijken meer mogelijk was. De schipper,
die de canovaarder zeker gezien had, was
zonder zijn schroef achteruit te laten slaan
onverminderd over de cano heen gevaren,
waardoor de jeugdige stuurman van de
cano onder de boot terecht kwam en een
diepe vleeschwond bekwam.
Na de aanvaring was verdachte rustig
door gevaren.
De schipper voert tot zijn verdediging
aan, dat tal van onbevaren menschen daar
rondvaren. Op dat moment was het erg
druk met talrijke pleiziervaartuigen en
zeilbooten.
De kantonrechter merkte op, dat ver
dachte dan zeker dubbel had moeten op
letten, maar niet roekeloos doorvaren. Hij
d.i. de schipper, heeft geen oordeel te vel
len of de Kagerplassen bevaren mogen
worden door onbevaren personen, dat zul
len de autoriteiten wel doen.
Verdachte had zijn bootschroef achter
uit moeten slaan, en anders niet, zoo lui-
den 2 ij n voorschriften. Eisch 20 subs. 10
dagen. Uitspraak conform.
Geteeld zonder vergunning.
Th. de M. die verstek liet gaan heeft te
K a t w ij k a. Zee 47 Are kroten geteeld
zonder vergunning der landbouwcrisis-or
ganisatie.
Hij kon geen vergunning krijgert, daar
hij in 1933 niet heeft geteeld. Het rapport
wees uit, dat verdachte het feit erkende,
maar dat hij uit armoede heeft gehandeld.
Drie dagen per week werkte hij als knecht
bij de Rijnsburgsche veiling tegen 10 per
week. Om toch nog wat er bij te verdie
nen had hij de kroten geteeld zonder ver
gunning. De opbrengst van het gewicht zou
ruw geschat 22.000 K.G. kroten bedragen
hebben.
De weinige draagkracht van verdachte
als verzachtende omstandigheid beschou
wende, vroeg de ambtenaar een boete van
100 subs. 1 maand hechtenis. Uitspraak
ƒ50 subs. 20 dagen.
Witlof geteeld zonder
vergunning.
C. N. R., kweeker te Noordwijker-
h o u t, heeft ongeveer 35 Are witlof ge
zaaid zonder de vereischte vergunning en
zonder dat hij was aangesloten bij de
groenten- en fruitcentrale.
Verdachte had wel vergunning om op
dat land aardappelen te telen. Maar daar
de vereischte vergunning voor de aardap
pelen te laat was afgekomen en zijn land
dus braak lag, heeft hij om verstuiven te
gen te gaan er witlof op gezaaid.
Dit als verzachtende omstandigheid be
schouwende temeer daar de vergunning
voor de aardappelen betaald was, eischte
de ambtenaar een boete van 25 subs. 8 da
gen. Uitspraak 20 subs. 8 dagen.
Aanrijdingen en verkeers
overtredingen.
T. J. B. te Schiebroek en J. B. F. B. te
's-Gravenhage waren gedagvaard omdat zij
nabij het kruispunt Kempenaerstraat
Warmonderweg te Oegtgeest ieder
voor zich een verkeersfout hebben ge
maakt, met als gevolg een botsing. De eer-
DE GEBROEDERS „GOCHEM"
ste verdachte had met zijn auto geen voor
rang verleend aan verkeer van rechts. De
Haagsche verdachte had den bocht zonder
eenige noodzaak links genomen. Eisch voor
ieder ƒ20 subs. 8 dagen. Uitspraak con
form.
J. T. H. D. te L e i d e n, heeft op 30 Juli
te Oegstgeest als automobilist liet verkeer
in gevaar gebracht, door plotseling met
zijn auto uit den Terweeweg komende den
drukken Rijnsburgeweg over te steken.
Doordat juist een tram-trein naderde was
de auto van verdachte aangereden en om
ver geworpen, zoodat hij uit een benauw
de positie bevrijd moest worden. Eisch 20
subs. 10 dagen.
Uitspraak ƒ25 subs. 10 dagen.
A. D. te 's-Gravenhage en D. C. M. te
Rijnsburg hebben op den Leidsche weg te
Voorschoten nabij de zilverfabriek
een aanrijding in elkaar gezet.
A. D. was een tweetal wielrijders gepas
seerd, terwijl het verkeer uit tegenover
gestelde richting zulks niet toeliet. Het te
gen verkeer bestond uit de auto van den
tweeden verdachte. Deze was aan komen
rijden met een snelheid van 65 K.M. en was
hoewel hij niet kon passeeren, toch doorge
reden.
Het gevolg was geweest een gehavende
auto en de tweede in de sloot.
Eisch na getuigenverhoor voor D. 25
subs 10 dagen en voor D. C. M. 15 subs. 6
dagen. Uitspraak conform.
A. D. te Soest heeft op den Hoogen Rijn
dijk te Leiden bij het passeeren van een
boerenwagen „niet voldoende uitgehaald,
waardoor de wagen werd aangereden. De
aangeredene stelde een civiele vordering
tegen verdachte in van ƒ11 en wilde op
aanraden van den kantonrechter om een
civiel proces te beginnen, de vordering toch
doorzetten tijdens de strafzaak.
Eisch 12 subs. 6 dagen met toewijzing
van een schadebedrag van 1, een bedrag,
dat verdachte genegen is te betalen. Uit
spraak 20 subs. 8 dagen met toewijzing
van 1 voor de schade.
J. O. te Maassluis heeft te Sassen-
heim een aanrijding veroorzaakt door ver
keer van rechts geen voorrang te verlee-
nen. Eisch 25 subs. 10 dagen. Uitspraak
conform.
A. H. B., een 61-jarige wielrijder te
's-Gravenhage, is te Oegstgeest zonder
voldoende uit te kijken plotseling den druk
ken rijksweg overstoken. Waar daar ter
plaatse een druk verkeer is, was hij in bot
sing gekomen met een auto, die voor hem
van rechts kwam, en die dus voorrang had.
Dit ro.ekelooze oversteken kwam hem te
staan op een eisch van 15 subs 5 dagen.
Uitspraak conform.
J. M. te 's-Gravenhage is te Sassen-
h e i m aangereden én kon geen nummer-
bewijs vertoonen. Eisch en uitspraak 10
subs. 4 dagen.
B. H. te Leiden heeft in het Noord
einde te Leiden met zijn tractor met op
legger een wielrijder gecoupeerd. Eisch en
uitspraak 25 subs. 10 dagen.
LUCHTVAART
DE VERDWIJNING VAN KINGSFORD
SMITH.
Na de mededeeling van een Europee-
schen ondernemer, dat hij ten tijde dat
Kingsford Smith voor het eerst werd ver
mist, een vliegtuig had waargenomen in
het Zuiden van Seam, is de jungle in dit
gebied door Britsche legervliegtuigen nog
eens zorgvuldig afgezocht. Het staat vast,
dat geen enkel ander in deze buurt verkee-
rend vliegtuig op het genoemde tijdstip in
de buurt is geweest wat de veronderstel
ling steunt, dat men de machine van Kings
ford Smith en zijn metgezel heeft waarge
nomen. Thans heeft men strooibiljetten in
5 talen onder de bevolking verspreid,
waarbij een groote belooning wordt uit
geloofd voor ieder, die aanwijzingen kan
geven of aan het opsporingswerk wil deel
nemen.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW DAGBLAD.
23. Keetje was zoo in haar werk verdiept en maakte zoo n
lawaai, dat ze het geritsel niet hoorde, toen Pat behoedzaam
naar voren kwam. Zij liep Pat's schuilplaats voorbij en vlug
haakte hij zijn kunstgewrocht achter aan haar ceintuur.
Toen het varkentje zijn hok gevonden had, was de juf
frouw haar plagerij blijkbaar moe, want ze wandelde weer
naar het erf alsof er niets was gebeurd
24. Het was schattijd voor het boerenpersoneel en dan
kreeg een ieder een kom melk op het erf. Toen Keetje nu
kwam aanwandelen ging er een oorverdoovend gelach en
gebrul op. Woedend keek ze om zich heen; wat hadden die
menschen allemaal te lachen? Was er soms iets geks aan
haar? Ze bekeek haar poppenwagen aan alle kanten, maar
bemerkte niets buitengewoons.