DINSDAG 19 NOVEMBER 1935 DE LEÏDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 ZWEMMEN «ATONALE WEDSTRIJDEN TE UTRECHT. In de overdekte zwemschool te Utrecht vonden de nationale zwemwedstrijden van U. Z. C. plaats. Voor het tournooi om den Schat Glijspantbeker werd in de eerste ronde de houder van den beker, H. P. C. uia Heemstede, door U. Z. C. met 21 ge slagen. Zian klopte de Leidsche Zwemclub weer eens met 21. In de verliezersronde kwamen L. Z. C. en H. P. C. tegen elkaar uit. H. P. C. won met 31. In de finale U. Z. C.ZIAN zorgde Hegi er voor, dat ZIAN den beker won. WATERPOLO DE WINTER-COMPETITIE. In de Regentes te Den Haag had voor de tweede afdeeling van de wintercompe titie van den Kfing Den Haag van den K. N. Z. B. de ontmoeting plaats tusschen Zian III en De Zijl I. Zian won met 61. H. G. A. I kon het tegen De Zijl II slechts tot een gelijk spel (11) brengen. AUTOMOBILISME ADLER VESTIGT NIEUWE RECORDS. Op de Avusbaan bij Berlijn is men met «en special en Adler Triumpf-stroomlijn- wagen gestart, teneinde nieuwe records te vestigen. Vanavond om 1930 uur is ge bleken, dat men de volgende records ge broken heeft. De 100 mijl (168.045 km.) werd afgelegd met een gemiddelde van 128.5 km. per uur. Het oude record stond op naam van Peu geot met een gemiddelde van 102.6 km. per uur. De 4000 mijl werden afgelegd in 50 uur 3 min. 34.6 sec. met een gemiddelde van 128.593 km. per uur. Het oude record stond eveneens op naam van Peugeot met een gemiddelde van 102.89 km. per uur. De wagen werd bestuurd door de coureurs Paul von Guilleaume en Hasse, afgewis seld door den constructeur Heckel en den renner Löhr. Deze records zijn gevestigd in de 1500 c.c.m.-klasse. BILJARTEN NEDERLAAGWEDSTRIJDEN D. O. S. Voor bovengenoemde wedstrijden be- haalde T. O. G. I in de 3e afd. een flinke overwinning. De uitslag luidt: L. Lammers (TOG) 100 13 33 7.69 P. Horree (DOS) 34 13 7 2.61 I. v. Kijzen 40 24 7 1.66 A. Offenberg, res. 100 24 15 4.16 C. Paauw 100 31 15 3.22 H. Oudshoorn 69 31 11 2.22 M. Sierat 100 44 10 2.27 Th. v. Nimwegen, res. 61 44 9 1.38 TOG wint met 76 caramb. i VAN M'N BOEKENTAFEL DE DROOM VAN MENEER SCROOGE. Tooneelspel van Dickens' „Christmas Carol". Allerlei boeken en verhalen zijn ver werkt tot tooneelstukken, sommige met minder, andere met meer succes. Waar om zou men geen spel fabriceeren van het bekende Kerstverhaal van Dickens' „A Christmas Carol"? Tot nog toe had nie mand het geprobeerd en wel om voor den hand liggende reden. Het Kerstverhaal van Dickens is n.l. een geesten-historie en zulke geschiedenissen laten zich beter lezen dan aanschouwen op het tooneel. Toch heeft J. J. C. Böckling het ge waagd het „geestrijke" gegeven om te wer ken tot een spel, dat werd uitgegeven bij W. J. v. Breemen te Delft. Wij kennen het oorspronkelijke Dickens- verhaal en waren derhalve zeer benieuwd naar dit experiment, en na het gelezen te hebben, zijn wij nog eer benieuwd naar den uitslag van een eventueele opvoering. Het spel laat zich zeer goed lezen, wat bewijst, dat het gesproken woord goed in elkaar zit en een prettigen en vlotten dia loog verzekert. De hoofdfiguur van den vrekkigen Scrooge komt goed uit de verf en ook de bij-figuren zullen het wel doen. Maar het hachelijke van het geval blijven de geestverschijningen (die door het raam binnenkomen!) en de visioenen, welke zij oproepen. Wanneer een en ander technisch goed verzorgd zou worden, de belichting tot in de puntjes werd verzorgd en men de beschikking zou hebben over een regis seur met fantasie, durf en talent, dan zou den deze problemen wellicht wel zijn op te lossen. Dilettanten, die over eenige rou tine beschikken, zouden er o.i. zelfs iets zeer goeds van kunnen maken, maar ge makkelijk is het niet. /seen gevaarlijk Optimisf\ RECHTZAKEN HOOGE RAAD BEVESTIGT ZAANDAMSCH COLPORTAGEVERBOD. De Hooge Raad heeft arrest gewezen in de zaak van iemand, die een principieele beslissing wilde uitlokken over de wettig heid van het Zaandamsche colportagever- bod en dit daarom overtrad. Zoowel de kantonrechter als de recht bank te Haarlem hadden den man ontsla gen van rechtsvervolging, waarna de offi cier van justitie cassatie aanteekende. Het ontslag van rechtsvervolging, door de rechtbank gegeven, was gegrond op het feit, dat de betreffende artikelen der Zaan damsche politieverordening onverbindend zouden zijn, daar deze niet aan B. en W. uitvoeringsbevoegdheid geven, doch een delegatie inhouden van verordende be voegdheid aan B. en W., hetgeen niet is toegelaten. De kantonrechter had het ontslag van rechtsvervolging gegeven op grond van art. 7 Grondwet (vrijheid van drukpers). De officier wees er op, dat aan B. en W. slechts tijd en plaats worden overgelaten, hetgeen een daad van uitvoering is. De Hooge Raad heeft thans overwogen, dat het bij de wet van 31 Januari 1931 in de Gemeentewet opgenomen voorschrift van art. 169, delegatie van wetgevende be voegdheid in "erordeningen van den Raad, op B. en W. nopens bepaalde, in de veror dening aangewezen onderwerpen, geoor loofd is, zoodat hier geen sprake kan zijn van verboden delegatie van verordende be voegdheid. Op dien grond is het vonnis van de rechi- bank vernietigd en de man veroordeeld tot 1 boete. VERDUISTERINGEN BIJ DE HEMA. Zeven meisjes staan terecht. Jarenlang werkten aan de Hema te Haarlem een groot aantal meisjes, die nooit aanleiding hadden gegeven tot klachten. Nette meisjes, die nauwgezet hun plicht deden en van wie men liever alles zou ver wachten dan diefstal. Tot op een kwade dag aan het licht kwam, dat een zevental van hen zich schuldig hadden gemaakt aan winkeldiefstal. De hoofdschuldige was ech ter een vrouw van middelbaren leeftijd, die zoo'n invloed op de meisjes scheen uit te oefenen, dat zij al rilden van angst, wan neer de vrouw haar hoofd om de winkel deur stak. Gistermorgen werden een aantal meisjes en de betreffende vrouw door den politierechter gehoord en veroordeeld. Ieder tot een voorwaardelijke gevangenis straf van een maand, de vrouw kreeg zes weken. Verschillende vreemde zaken kwamen op deze zitting van den politierechter aan het licht, zaken, die uit organisatorisch oog punt beschouwd, op zijn minst genomen, merkwaardig te noemen zijn. Uit het verhoor bleek, dat de Hema af korting van Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij bekend staat om haar prijs regeling waar ze trouwens haar naam aan te danken heeft. Deze prijzen beginnende met een minimumbedrag van een dubbeltje en een kwartje springen omhoog met tel kens en kwartje verschil dus een kwartje, vijftig cent. vijf en zeventig cent, een gul den, enz. De artikelen liggen daar in groote bakken uitgestald, zoodat ieder voor de hand weg zijn of haar keus kan doen. Fn iedere afdeeling staat een meisje, gecon troleerd door een inspectrice. De leiding van het Haarlemsche bedrijf berust bij den afdeelingschef, den heer Van C. De verschillende verdachten vertelden, dat het vrij gemakkelijk is om een of meer artikelen mee te nemen, vooral waar de Hema een groot pand is en de inspectrice niet overal tegelijk kan wezen. Doch niet alleen de meisjes, ook het publiek kan zich te goed doen aan allerlei, zonder te betalen. Natuurlijk maken hiervan die het met de eerlijkheid niet zoo nauw nemen, een gre tig gebruik, met het gevolg, dat het goede- renverlies in de Hema vrij groot is. Hier voor heeft men echter een ingenieus middel gevonden. De meisjes wordt n.l. de vrijheid gelaten om de goederen naar goeddunken hooger te prijzen, dan de werkelijke waarde is. Wanneer b.v. een nieuwe zending artikelen aankomt, waaronder stukken zijn, die er vrij behoorlijk uitzien, dan legt een winkel meisje uit eigen beweging een schepje op de prijs. Wat hierdoor in kas komt, ver goedt dan de schade, veroorzaakt door dief stallen. Dit alles om de directie zand in de oogen te strooien. Wanneer men echter den chef vraagt of dit geoorloofd is, dan zal deze dit van de hand wijzen, want hij weet er officieel niets van. Dat het echter gebeurt, daarvan is hij overtuigd. De verantwoordelijkheid berust dus geheel bij de juffrouwen achter de toonbank, die in vele gevallen nauwe lijks de kinderschoenen zijn ontwassen en een salaris verdienen van gemiddeld vijf en dertig gulden in de maand! Aldus de verdachten. De gelegenheid tot prijsverhoo- ging grijpen zij graag aan, want het pleit natuurlijk niet in hun voordeel, wanneer er in him afdeeling veel gestolen wordt. Ook gingen zij de zaak niet meer zoo ern stig beschouwen als dat zou geschieden in een normale zaak en daarom is het geens zins te verwonderen, dat zij overgingen tot kleine diefstallen. Het merkwaardige van de zaak is echter, dat zij deze niet pleegden om zichzelf te bevoordeelen, doch voor een vrouw van middelbaren leeftijd uit Sant poort, die men gevoegelijk de kwade ge nius van de kinderen kan noemen en die rechtstreeks het ontslag van een zevental meisjes op haaï geweten heeft. Zij wist een vreemde invloed op de meis jes te krijgen. Een van de meisjes schetste deze verhouding met de woorden: „Als ze voor de toonbank staat, dan vallen je de stuipen op je lijf van angst!" Wanneer zij om een of ander artikel vroeg, dan vlogen de kinderen, gaven het gewenschte en ver gaten om betaling te vragen, blij dat de vrouw maar zoo spoedig mogelijk weer weg ging. Ook verkreeg zij op die manier dingen door haar dochter. Deze, die als bediende aan de Hema werkte, bracht des morgens de boodschap van huis mee, dat er iets noodig was en in de loop van den dag kwam de moeder het halen. Een van de meisjes, die gistermorgen te recht stond, had haar op die manier een flesch Voorburg, een flesch advocaat, een flesch schilletjes en een flesch vruchten bowl meegegeven. Het kind was bijna drie jaar in dienst geweest zonder den men de minste aanmerking op haar maken kon. De dochter was bij haar gekomen om te vertellen, dat er een feestje zou zijn, en dat moeder de flesschen wel zou halen. Zij had ze toen zelfs uit een andere afdeeling gehaald en ze netjes ingepakt klaargezet. Toen het uitkwam, werd ze met zes ande ren, die zich aan dezelfde praktijken had den schuldig gemaakt, ontslagen. Het meisje barstte onder het verhoor in krampachtig huilen uit. De chef, de heer Van C., maakte de op merking, dat er veel gestolen werd, doch dat het dit jaar wel heel erg was. De officier, mr. Van den Burg: „Blijkbaar moesten die meisjes dus wel heel goed ge controleerd worden! (Tot de verdachte): Eigenlijk bent u dus nooit te vertrouwen geweest. Deden alle meisjes het?" Verd.: Nee, niet alle meisjes. Ik zelf was erg groot met de dochter van mevr. Z., de meermalen genoemde moeder, en daarom heb ik maar toegestemd. Na deze opmerking plaatste mr. Stomps, hoewel niet haar verdediger, de vraag, waardoor alles aan het licht kwam. Hij vroeg aan de verdachte: Hebben de meisjes wel eens iets gemerkt van oneerlijkheid by het hoogere personeel? Toen kwam de heele historie van eigendunkelijk prijsverhoogen er uit. De officier: Dit heeft natuurlijk den in druk gewekt, dat het er niet zoo erg op aan kwam, want het publiek betaalde het wel. Ik heb zoo den indruk, dat er in de Hema op groote schaal verduisterd wordt. De ver goeding hiervan door de willekeurige prijs- verhooging schiep de mentaliteit, die aan leiding gaf tot de diefstallen. Hij eischte tegen alle verdachten een geldboete van tien gulden of tien dagen en een voorwaar delijke gevangenisstraf van een maand, met een proeftijd van drie jaar. De politie rechter veroordeelde hen tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf. Vervolgens kwam de vrouw, die de aan leiding tot deze diefstallen was geweest voor. Zeven maal had zij eerst de wande ling van de gang naar de getuigenbank en via het getuigenhekje. weer naar de gang gemaakt. Nu bleef zij in het verdachten bankje zitten. De politierechter vond, dat zij van de meisjes de ondergang was geweest. Verd.: Het is niet tot me doorgedrongen. Als ik iets kocht en wilde betalen, zeiden de meisjes: „Ga maar weg, het is zoo wel in orde!" De politierechter, die met zicht bare ergernis het heele verhoor geleid had, verlojtr, toen de vrouw zich in een vraagge sprek tusschen officier en een getuige mengde, zijn geduld en legde haar bars het zwijgen op. De officier eischte tegen haar een gevan genisstraf van drie weken. Mr. Stomps vond dezen eisch zeer cle ment. Hij drong echter er bij den politie rechter op aan om meer clementie te ge bruiken. De vrouw echter kwam er minder goed af, want de politierechter, mr. Top, veroor deelde haar tot zes weken gevangenis straf. „Volk" KANTONGERECHT TE LEIDEN. Buitenlandsche arbeidskracht in dienst genomen. Voor dit feit moest terecht staan H. A. K., kapppr te Voorhout. Deze, die zelf Duitscher is, heeft een landgenoot in zijn bedrijf te werk gesteld, trots hij op een verzoekschrift daartoe een afwijzing heeft gekregen In Mei was op dit verzoek reeds afwijzend beschikt, in October was de be diende echter nog in dienstbetrekking. Ver dachte voerde aan, dat hij hier geen goeden bediende kon krijgen. Eisch 25 subs. 10 dagen. De kantonrechter wees verdachte op zijn hoogst onbehoorlijke manier van op treden. Zooiets zou men in Duitschland moeten doen, daar zou men wel andere maatregelen nemen! Uitspraak conform. Ergerlijke slachtmethode. W. K. en A. H. G. te L e i d e n hebben te Noordwijk een rund geslacht. Na het beest bedwelmd te hebben, hebben zij zonder te wachten tot de blijvende be we genloosheid was ingetreden, het vel van den kop gestroopt of gevild en de horens verwijderd. Een en ander gebeurde terwijl het beest zich nog bewoog. W. K. is de hoofdschuldige daar hij de handelingen heeft verricht, terwijl A. H. G. den kop vast hield. De ambtenaar vond het een ergelijke die renmishandeling en eischte tegen W. K. een boete van 50 subs. 25 dagen en te gen A. H. G. een boete van 25 subs. 10 dagen. Uitspraak resp. 25 subs. 10 dagen en 15 subs. 6 dagen. Een cano overvaren op de Kagerplas. P. de R., schipper te 's-Gravenhage, heeft met zijn pleiziermotorvaartuig „De Con current" den canovaarder C. uit Leiden op de Kagermeer overvaren. De canovaar der, als getuige gehoord, verklaarde, dat hij rustig voort dreef en door de aanwe zigen van de daar gemeerde pleiziervaar- tuigen op het feit opmerkzaam werd ge maakt, dat er gevaar was. De motorboot was toen reeds zoo dicht bij, dat geen ont wijken meer mogelijk was. De schipper, die de canovaarder zeker gezien had, was zonder zijn schroef achteruit te laten slaan onverminderd over de cano heen gevaren, waardoor de jeugdige stuurman van de cano onder de boot terecht kwam en een diepe vleeschwond bekwam. Na de aanvaring was verdachte rustig door gevaren. De schipper voert tot zijn verdediging aan, dat tal van onbevaren menschen daar rondvaren. Op dat moment was het erg druk met talrijke pleiziervaartuigen en zeilbooten. De kantonrechter merkte op, dat ver dachte dan zeker dubbel had moeten op letten, maar niet roekeloos doorvaren. Hij d.i. de schipper, heeft geen oordeel te vel len of de Kagerplassen bevaren mogen worden door onbevaren personen, dat zul len de autoriteiten wel doen. Verdachte had zijn bootschroef achter uit moeten slaan, en anders niet, zoo lui- den 2 ij n voorschriften. Eisch 20 subs. 10 dagen. Uitspraak conform. Geteeld zonder vergunning. Th. de M. die verstek liet gaan heeft te K a t w ij k a. Zee 47 Are kroten geteeld zonder vergunning der landbouwcrisis-or ganisatie. Hij kon geen vergunning krijgert, daar hij in 1933 niet heeft geteeld. Het rapport wees uit, dat verdachte het feit erkende, maar dat hij uit armoede heeft gehandeld. Drie dagen per week werkte hij als knecht bij de Rijnsburgsche veiling tegen 10 per week. Om toch nog wat er bij te verdie nen had hij de kroten geteeld zonder ver gunning. De opbrengst van het gewicht zou ruw geschat 22.000 K.G. kroten bedragen hebben. De weinige draagkracht van verdachte als verzachtende omstandigheid beschou wende, vroeg de ambtenaar een boete van 100 subs. 1 maand hechtenis. Uitspraak ƒ50 subs. 20 dagen. Witlof geteeld zonder vergunning. C. N. R., kweeker te Noordwijker- h o u t, heeft ongeveer 35 Are witlof ge zaaid zonder de vereischte vergunning en zonder dat hij was aangesloten bij de groenten- en fruitcentrale. Verdachte had wel vergunning om op dat land aardappelen te telen. Maar daar de vereischte vergunning voor de aardap pelen te laat was afgekomen en zijn land dus braak lag, heeft hij om verstuiven te gen te gaan er witlof op gezaaid. Dit als verzachtende omstandigheid be schouwende temeer daar de vergunning voor de aardappelen betaald was, eischte de ambtenaar een boete van 25 subs. 8 da gen. Uitspraak 20 subs. 8 dagen. Aanrijdingen en verkeers overtredingen. T. J. B. te Schiebroek en J. B. F. B. te 's-Gravenhage waren gedagvaard omdat zij nabij het kruispunt Kempenaerstraat Warmonderweg te Oegtgeest ieder voor zich een verkeersfout hebben ge maakt, met als gevolg een botsing. De eer- DE GEBROEDERS „GOCHEM" ste verdachte had met zijn auto geen voor rang verleend aan verkeer van rechts. De Haagsche verdachte had den bocht zonder eenige noodzaak links genomen. Eisch voor ieder ƒ20 subs. 8 dagen. Uitspraak con form. J. T. H. D. te L e i d e n, heeft op 30 Juli te Oegstgeest als automobilist liet verkeer in gevaar gebracht, door plotseling met zijn auto uit den Terweeweg komende den drukken Rijnsburgeweg over te steken. Doordat juist een tram-trein naderde was de auto van verdachte aangereden en om ver geworpen, zoodat hij uit een benauw de positie bevrijd moest worden. Eisch 20 subs. 10 dagen. Uitspraak ƒ25 subs. 10 dagen. A. D. te 's-Gravenhage en D. C. M. te Rijnsburg hebben op den Leidsche weg te Voorschoten nabij de zilverfabriek een aanrijding in elkaar gezet. A. D. was een tweetal wielrijders gepas seerd, terwijl het verkeer uit tegenover gestelde richting zulks niet toeliet. Het te gen verkeer bestond uit de auto van den tweeden verdachte. Deze was aan komen rijden met een snelheid van 65 K.M. en was hoewel hij niet kon passeeren, toch doorge reden. Het gevolg was geweest een gehavende auto en de tweede in de sloot. Eisch na getuigenverhoor voor D. 25 subs 10 dagen en voor D. C. M. 15 subs. 6 dagen. Uitspraak conform. A. D. te Soest heeft op den Hoogen Rijn dijk te Leiden bij het passeeren van een boerenwagen „niet voldoende uitgehaald, waardoor de wagen werd aangereden. De aangeredene stelde een civiele vordering tegen verdachte in van ƒ11 en wilde op aanraden van den kantonrechter om een civiel proces te beginnen, de vordering toch doorzetten tijdens de strafzaak. Eisch 12 subs. 6 dagen met toewijzing van een schadebedrag van 1, een bedrag, dat verdachte genegen is te betalen. Uit spraak 20 subs. 8 dagen met toewijzing van 1 voor de schade. J. O. te Maassluis heeft te Sassen- heim een aanrijding veroorzaakt door ver keer van rechts geen voorrang te verlee- nen. Eisch 25 subs. 10 dagen. Uitspraak conform. A. H. B., een 61-jarige wielrijder te 's-Gravenhage, is te Oegstgeest zonder voldoende uit te kijken plotseling den druk ken rijksweg overstoken. Waar daar ter plaatse een druk verkeer is, was hij in bot sing gekomen met een auto, die voor hem van rechts kwam, en die dus voorrang had. Dit ro.ekelooze oversteken kwam hem te staan op een eisch van 15 subs 5 dagen. Uitspraak conform. J. M. te 's-Gravenhage is te Sassen- h e i m aangereden én kon geen nummer- bewijs vertoonen. Eisch en uitspraak 10 subs. 4 dagen. B. H. te Leiden heeft in het Noord einde te Leiden met zijn tractor met op legger een wielrijder gecoupeerd. Eisch en uitspraak 25 subs. 10 dagen. LUCHTVAART DE VERDWIJNING VAN KINGSFORD SMITH. Na de mededeeling van een Europee- schen ondernemer, dat hij ten tijde dat Kingsford Smith voor het eerst werd ver mist, een vliegtuig had waargenomen in het Zuiden van Seam, is de jungle in dit gebied door Britsche legervliegtuigen nog eens zorgvuldig afgezocht. Het staat vast, dat geen enkel ander in deze buurt verkee- rend vliegtuig op het genoemde tijdstip in de buurt is geweest wat de veronderstel ling steunt, dat men de machine van Kings ford Smith en zijn metgezel heeft waarge nomen. Thans heeft men strooibiljetten in 5 talen onder de bevolking verspreid, waarbij een groote belooning wordt uit geloofd voor ieder, die aanwijzingen kan geven of aan het opsporingswerk wil deel nemen. LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD. 23. Keetje was zoo in haar werk verdiept en maakte zoo n lawaai, dat ze het geritsel niet hoorde, toen Pat behoedzaam naar voren kwam. Zij liep Pat's schuilplaats voorbij en vlug haakte hij zijn kunstgewrocht achter aan haar ceintuur. Toen het varkentje zijn hok gevonden had, was de juf frouw haar plagerij blijkbaar moe, want ze wandelde weer naar het erf alsof er niets was gebeurd 24. Het was schattijd voor het boerenpersoneel en dan kreeg een ieder een kom melk op het erf. Toen Keetje nu kwam aanwandelen ging er een oorverdoovend gelach en gebrul op. Woedend keek ze om zich heen; wat hadden die menschen allemaal te lachen? Was er soms iets geks aan haar? Ze bekeek haar poppenwagen aan alle kanten, maar bemerkte niets buitengewoons.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 10