HAAR MOEDERS
EVENBEELD
FEUILLETON.
i Naar het Engelsch var*
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
56)
„Uitstekend. Achttien jaar geleden ver
moordde uw broer, Ralph Vane Meiklejohn
een zekeren Mr. Marchbanks, die ontdekt
had dat u en uw broer zijn vrouw beroof
den van fondsen, die bij uw bank, welke
haar vermogen beheerde, waren gedepo
neerd. Ik heb hier alle bijzonderheden van
de misdaad. Ik zeg niet, dat het wettig be
wijs is geleverd dat uw broer, die nader
hand gevangenisstraf heeft moeten onder
gaan en u nu onder den naam van Ralph
Veles handlangersdiensten bewijst, dien
moord heeft gepleegd. Misschien is ook
het woord „moord" te sterk met betrek
king tot den dood van Mr. Marchbanks,
maar ik ben overtuigd, dat ieder officier
van justitie u en hem veroordeeld kan krij
gen wegens een berooving van een inmid-
dr-ls overleden dame en haar dochter, het
dat u en hij de vorige week hebben
ont*/perd."
Ut wrekende gerechtigheid zat tegen
over hem in de gedaante van deze welop
gevoede, beschaafde en zakelijk pratende
vrouw. Meiklejohn had geen folterend er
zielsangst kunnen uitstaan als hij in de
beklaagdenbank gestaan had. Het was al
erg genoeg zooals dat vreéselijke geheim
al die jaren aan zijn leven had geknaagd,
maar dat 't hier in koelen bloede werd bloot
gelegd door een dame uit de kringen, waar
in hij zich ten koste van alles een plaats
had ho/m te veroveren, was nog duizend
maal erger. Hij begroef zijn hoofd in de
handen. Even flitste de gedachte aan moord
door zijn hersens. Maar Lady Carshaw's
aristocratische stem bracht hem weer tot
zichzelf.
„Zal ik voortgaan?" vroeg ze. „Zal ik
over Rachel Bartlett spreken, van het
schandaal dat niet alleen ontstaan zal door
die financieele malversaties maar ook door
dien schandelijken aanslag op Lord Ro
nald Tower?"
Hij hief zijn ontdaan gezicht op. Hij was
een trotsch man en niet van plan zich
zonder tegenstand gewonnen te geven.
.Natuurlijk ontkent ik alles, wat u ge
zegd hebt", klonk het.
„Maar, als het waar was, dan moet u er
een heimelijke bedoeling mee hebben op
deze insinueerende wijze tegen mij op te
treden. Wat is die?"
„Ik ben blij, dat u dat inziet. Ik ben hier
om u voorwaarden aan te beiden."
En die zijn?"
„U moet dat meisje, Winifred March-
banks, onmiddellijk aan mijn hoede toe
vertrouwen ze zal bij mij blijven tot
mijn zoon met haar gaat trouwen en u
moet haar haar moeders elfdeel restituee-
ren?"
„U hebt ongetwijfeld een bepaalde som
in uw gedachten?"
„Zeker. Mijn advocaten hebben mij ge
zegd, dat u de rente ook behoort te beta
len. Maar Winifred zal met de hoofdsom te
vreden zijn. U moet haar vijf en tachtig-
duizend pond uitkeeren!"
Hij sprong overeind, grijs van emotie.
„Mensch", schreeuwde hij onbeheerscht.
„Je bent stapelgek!"
XXX.
Wie het laatst lacht.
Lady Carshaw keek hem door de glazen
van haar gouden face am ain scherp aan.
„Gek?", protesteerde ze „Geen sprake
van, hoor! Alleen maar een oude vrouw,
die voor haar zoon tracht te krijgen, wat
er te krijgen is. Reginald zelf zou het nooit
hebben willen doen. Na je een duchtig pak
slaag te hebben gegeven, zou hij je aan
den sterken arm van de wet hebben over
gelaten en dat zou uw ondergang betee-
kend hebben, Mr. Meiklejohn. Maar ik
sta er anders tegenover. Ik wil me niet
beter voordoen dan ik ben: de groote voet
waarop ik heb geleefd en mijn zorgeloos
heid, hebben tengevolge gehad dat Regi
nald's bezittingen bezwaard zijn met een
hypotheek van tachtig duizend pond. Als ik
zijn vrouw een bruidschat kan bezorgen,
waarmee de hypotheek kan worden afbe
taald en die haar nog een speldegeld van
vijfduizend overlaat, heeft hij mij niets te
verwijten. Dan zal ik erg tevreden over me
zelf zijn."
„Vijf en tachtig duizend pond! Ik ont
ken alles waarvan u mij beschuldigd heeft.
Bovendien heb ik een dergelijk bedrag niet
ter beschikking".
„Dat hebt u wel, of kunt het binnenkort
gemakkelijk hebben. Wenscht u dat ik u
details geef omtrent uw W est-Afrika an-
sche concessies, uw nieuwste manoeuvre, sa
men met die nobelen Mr. Jacob en Lady
Helen Tower? Die kunt u krijgen, hoor! En
wat uw ontkenning betreft, misschien ben
ik een beetje te haastig geweest Sta me
toe de geschiedenis op mijn gemak, hoofd
stuk voor hoofdstuk, met u door te gaan."
Ze spreidde de blaadjes met aanteekenin-
gen, die ze al had opgevouwen, weer voor
zich uit
„Schei uit met die verwenschte come-
die...." Meiklejohn schreeuwde het bijna
uit, want haar kalmte maakte hem wild
van zenuwachtigheid. „Alsik.... toe
stem. welke garantie heb ik.
„Ziezoo, nu praat u verstandig. Ik kan
u het accepteeren van mijn voorwaarden
verzekeren. In de eerste plaats, waar is
Winifred?"
Hij aarzelde. Hier was het critieke punt.
Een bekentenis dat hij het wist, zou een
bevestiging van Lady Carshaw's beschul
digingen beteekenen. Ze deed niet de min
ste moeite het hem gemakkelijk te maken.
Er zat niets anders op dan den sprong te
nemen.
Zijn weerstand was gebroken. „Ze is in
Uxbridge, op „Moore House", zei hij on
willig. „Ik moet u waarschuwen dat mijn
broer iemand is, die voor niets terug
deinst, dus daarom is het beter het aan
mij.
„Ik ben blij, dat u de waarheid hebt
verteld", viel de dame hem in de rede,
„maar ze is op het oogenblik niet meer op
Moore House. Reginald en een inspecteur
van Scotland Yard zijn er gisterenavond
geweest. Er ontstond een vechtpartij en uw
broer, die inderdaad voor geen kleintje
vervaard schijnt te zijn, zag kans met
haar te ontsnappen. U moet hem vinden,
en haar. Over twintig minuten gaat een
trein naar Londen. Ik vertrouw, dat u
met me meegaat om me te helpen. Uw
hulp zal zeker in uw voordeel gelden."
Meiklejohn keek afwezig op zijn hor
loge.
„U hebt uw bezoek wel goed uitgera
ken", verklaarde hij met een vagen glim
lach.
„Ja, een vrouw bezit nu eenmaal in tui tie.
Die neemt bij ons de plaats van hersens
in! Ik zal beneden in de hall op uw wach
ten. En denk er om, gebruik uw ver
stand en haal geen malligheden uit met
een revolver of vergif of iets van dien
aard. De tijd zal komen dat u het oogen-
blikt zegent, waarop ik mij met het geval
bemoeid heb. Kunt u in vijf minuten klaar
zijn?"
Zij had zich in een gemakkelijke stoel
in de lounge neergezet en zag een huis
knecht met bagage naar beneden komen.
Even later voegde Meidlejohn zich bij haar.
Ze veerde overeind, liep naar de toon
bank van de portier en vroeg een formu
lier voor een telegram.
„Wat gaat u doen?" vroeg Meiklejohn
wantrouwend.
„Reginald seinen, dat u en ik samen on
derweg zijn naar Londen en hem advi-
seeren alle actie tn staken tot hij ons ge
sproken heeft. Dat lijkt mij buitengewoon
practisch: het zal u helpen de verleiding
te weerstaan om ondoordrachte dingen te
doen en hij zal niets ondernemen, dat onze
plannen zich kunnen doorkruisen."
Ven terzijde wierp hij een blik vol mach-
telooze wraakzucht op haar. Die slimme
oude feeks dacht ook letterlijk aan allee,
schoot hem door het hoofd. Wat had at
zich met dit telegram keurig netje» ip-
dekt tegen het risico van een „oof»v*V"
onderweg(Wordt vervolgd).
De Rotterdamsche schilder Herman Mees legt de laatste hand aan het portret
van H. M. de Koningin, dat aan het gemeentebestuur van Rotterdam zal worden
aangeboden namens de Rotterdamsche burgerij
Aan de bemanning van de Egmondsehe roeireddingboot werden Maandag, den 111den verjaardag der Noord- en Zuid Hollandsche
Reddingmaatschappij, onderscheidingen uitgereikt voor het redden der bemanning van de sleepboot .Drente'. Op den achtergrond
de gestrande sleepboot
Op het graf der tijdens den wereldoorlog in ons land gestorven geïnterneerde Engelsche soldaten
werden Maandag, den wapenstilstanddag, op d« Algemeene Begraafplaats te den Haag door den
Engelschen gezant en door verschillende oud-strijders kransen gelegd
Een nieuw vliegtuig, bestemd voor de Indische luchtmacht, moest Maandag in den Sloterdijk-
polder bij Amsterdam een noodlanding maken. De bestuurder, kapitein-vlieger Van Lent,
bleef ongedeerd
Mr. L A Ries. die eerlang benoemd
zal worden tot thesaurier-generaal aan
het Departement van Financiën als op
volger van mr Van Doorninck
De wapenstilstanddag herdacht.
Op het strand te Egmond. De zuigerinstallatie voor de werkzaamheden tot het vlot br
strande s.s. .Kerkplein" is in werking gesteld