27ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Stratosfeerballon bereikt record-hoogte
MEER DAN 22.600 M. HOOG GEWEEST
DINSDAG 12 NOVEMBER 1935
No. 8265
3)c £eki&elic(3oii/fca/rtf
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week 2.50 pei kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 1 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
De Volkenbond en wij
Bij de herdenking van het tweede lustrum
van den R.K. Vredesbond, te 's Hertogen
bosch gevierd, heeft de heer G. J. Serra-
rens, lid van de Eerste Kamer, gesproken
over „Volkenbond en wij".
En hij zeide over de Volkenbond o.m. dit:
„De Volkenbond in zyn huidige consti
tutie beantwoordt wel niet aan de gestelde
idealen, maar toch moet men hem trouw
blijven. In de toekomst hopen wij, dat hij
met de christelijke beginselen meer reke
ning zal houden". Spr. spoorde vervolgens
aan te blijven bidden en strijden voor den
Volkenbond.
Dat is ook naar ons inzicht en onze over
tuiging het standpunt, dat wij, Katholieken,
ten opzichte van den Volkenbond moeten
innemen.
Geen ongegronde bewondering of onre
delijke sympathie! Er ontbreekt nog maar
al te veel aan den Volkenbond, zooals deze
kan en dus moést zijn! Zelfs rekening hou-*
dend met de feitelijke belemmeringen van
overdreven patriotisme, van chauvinisme,
is de Volkenbond niet, wat hij zou kunnen
zijn.... Helaas!
Maar óók geen nutteloos wantrouwen of
afbrekende critiek! Men kan onder de Ka
tholieken hier en daar, in woord en ge
schrift, ten opzichte van den Volkenbond
gevoelens en opvattingen constateeren, die,
ons inziens, niet zijn de juiste gevoelens
van wantrouwen, gebaseerd op de opvat
ting, dat de Volkenbond een positief anti
christelijke instelling zou zijn.
Wij denken er niet over, om het tegen
deel te beweren, om n.l. de stelling te po-
neeren, dat de Volkenbond op Christelijke
grondslagen zou berusten. De Volkenbond
houdt veel en veel te weinig rekening met
de Ghristelijke beginselen, waardoor hij na
latig is in het nastreven van veel goeds voor
de gansche menschheid, wat hij zou kun
nen bereiken.... Maar dit wil nog niet
zeggen, dat de Volkenbond een positief
anti-Christelijke instelling zou zijn.
Hoe 't ook zij: zonder de Volkenbond
zou de wereld er slechter nóg slechter!
uitzien, dan nu met den Volkenbond.
En: de Volkenbond is een instelling, die
kan uitgroeien, die kan worden verbeterd
en vervolmaakt. Wij moeten voor het be
houd e n de vervolmaking van den Volken
bond bidden en strijden. Zoo zien wij, met
den heer Serrarens en anderen, de hou
ding, die de Katholieken, ten opzichte van
den Volkenbond moeten aannemen.
AUTO VAN 10 M. HOOGEN DIJK
GESTORT.
Vijf inzittenden kwamen er best af.
Een uit de richting Utrecht komende
auto reed hedenmorgen te half 7 met een
vaart van ongeveer 85 K.M. over de brug
bij Zaltbommel. Aan het eind van de brug
aan den kant van deze gemeente worden
op den nieuwen weg werkzaamheden ver
richt in welk verband ter plaatse borden
en roode lantarens zijn aangebracht. Ver
moedelijk heeft de bestuurder van de auto
door de snelle vaart deze lantarens niet
opgemerkt. Toen hij de arbeiders aan het
werk zag, remde hij uit alle macht, met het
gevolg dat de wagen slipte, van den 10 M.
hoogen dijk naar beneden stortte en tus-
schen dezen dijk en dien van de spoorbrug
geheel vernield bleef liggen.
Als door een wonder bleken de 5 inzit
tenden, 4 ingenieurs en een administrateur
van Werkspoor, die op weg waren naar de
Maaswerken bij Lith, niet noemenswaar
dig gewond te zijn. Slechts één van hen had
lichte verwondingen opgeloopen en is na
door dr. Hellinga verbonden te zijn, per
auto naar Utrecht teruggekeerd. De 4 an
deren o.w. ir. Damme, zoon van den direc
teur van Werkspoor, hebben met een an
dere auto de reis naar Lith voortgezet.
Mooie tocht van de Amerikaansche ballon „Explorer II"
Na een gevaarvollen tocht hebben de
Amerikaansche stratosfeervaarders kapi
tein Albert W. Stevens en kapitein Orvil
Anderson, die gisteren met hun ballon
„Explorer II" te Rapid City in. Zuid Da
kota waren opgestegen, een nieuwe wereld,
hoogterecord gevestigd door in ruim vier
uur tot op 22.612 meter hoogte te stijgen.
Het vorige record van 22.000 meter werd
bereikt door den Russischen ballon „Si-
rius", welks inzittenden echter bij de da
ling verongelukten.
De „Explorer H" heeft in den namiddag
te White Lake in Zuid-Dakota (op 370 K.M.
ten Oosten van Rapid City) een vlotte
landing gemaakt.
Bijzonderheden van den tocht.
Om 9 uur gistermorgen gaf kapitein Ste
vens, wiens tocht gefinancierd wordt door
het Amerikaansche leger en het Ameri
kaansche aardrijkskundig genootschap, den
300 cavaleristen, die het gevaarte in toom
hielden, het startsein en met een snelheid
van honderd meter per minuut ging de
ballon de lucht in.
Daar het weer buitengewoon gunstig
was, wilde Stevens in elk geval opstijgen,
hoewel tijdens de vulling met heliumgas
het omhulsel over een lengte van zeven
meter was gescheurd. Personeel van de
Goodyerr-Zeppelin-Mij, welke den ballon
heeft vervaardigd, maakte het gat dicht
en nadat Stevens zich er van had overtuigd,
dat alles weer in orde was, bleef hij bij
zijn plan.
Stevens, die in zijn gondel in draadlooze
verbinding stond met het hoofdbureau van
het genootschap te Washington, meldde na
14 minuten, dat zyn stygsnelheid nog groo-
ter was geworden, want na 14 minuten
wees de hoogtemeter reeds 3510 meter aan.
Alles verliep aanvankelijk naar wensch.
Om 11 uur meldde Stevens, dat hy was
begonnen gebruik te maken van zuurstof.
Even later kwam echter het verontrusten
de bericht, dat er een lekje in de gondel
was ontdekt en dat de zuurstof uit de gon
del ontsnapte. De bemanning slaagde er
echter in dit gevaarlijke plekje te ontdek
ken en dicht te maken.
De volgende mededeeling luidde: „Wij
weten niet, waar wij ons op het oogenblik
bevinden daar wy elk punt van oriëntee
ring hebben verloren". Daarna kon Stevens
echter mededeelen, dat hij zijn positie had
vastgesteld, dat hij zich boven Gordon in
den staat Nebraska bevond en in Oostelijke
richting verder dreef. De thermometer,
welke evenals alle andere instrumenten
met de buitenlucht in verbinding staat,
wees 60 graden Celsius onder nul aan.
Om 12.38 was een hoogte van 18.300
meter bereikt.
Om 12.55 was de hoogte 21.945 meter.
Om 1.25 was de hoogste stand van 22.612
meter bereikt.
Stevens deelde toen mede, dat hy begon
te dalen en om 1.50 uur bevond hy zich op
21.300 M.
Hoe de daling plaats vond.
De landing van de stratosfeerballon „Ex
plorer" vond plaats op een open veld, on
geveer zeventien kilometer ten noorden
van White Lake in Zuid Dakota gelegen en
ongeveer 370 kilometer ten oosten van
Rapid City. Toen de ballon tot op 6900
meter was gedaald, wierpen de inzittenden
ballast uit en lieten zij de in de ballon
medegevoerde apparaten door middel van
valschermen naar de aarde terugkeeren.
Zy wilden daardoor een al te snelle daling
van de ballon voorkomen.
Toen tenslotte de ballon zich nog slechts
op een hoogte van 300 meter bevond, klom
men de beide inzittenden op het dak van
de gondel en vlogen langzaam over White
Lake.
Vorige stratosfeertochten.
De eerste, die een stratosfeervlucht on
dernam, was prof. Piccard uit Brussel.
Op 27 Mei 1931 steeg Piccard te Augs
burg op, vergezeld van ign. Kipfer, en
zweefde eerst naar het Zuiden tot het Meer
van Constanz, toen naar het Oosten tot
Garmisch en vervolgens naar het Zuiden
tot Merano. Hij landde nabij de Oosten-
rij ksch-Italiaansche grens op den Gurgl-
gletscher, na een maximum-hoogte van
16.000 meter te hebben bereikt.
Piccard, die over de wetenschappelijk re
sultaten vanzyn tocht niet volkomen te
vreden bleek te zijn, was echter ook weer
de tweede, die de hooge luchtlagen op
zocht Op 18 Augustus 1932 steeg hij met
den Belgischen ing. Cosyns te Dübendorff
by Zürich op; na twaalf uur in de lucht te
zijn geweest landde hy by Verona in
Noord-Italië. Hij had een hoogte van 16.500
meter bereikt.
In 1933 bereidde Cosyns met den Neder-
landschen ingenieur De Bruyns een nieu
wen tocht voor, doch bij een luchtdruk-
proef ontplofte de gondel en de tocht moest
worden uitgesteld. Op 18 Augustus 1934
verliet Cosyns Hour Havene met zyn land
genoot van der Eist en landde in Joego
slavië, zonder boven de 16.000 meter te
zijn gestegen.
Ondertusschen hadden in de jaren 1933
en 1934 de Russen hoogere regionen be
reikt. Op 30 September 1933 gelukte de op
stijging van Prokotief en Birnhaum met de
„S.S.S.R." en na tot een hoogte van 19.000
meter te zijn gestegen, daalden zij vlot in
de nabijheid van Moskou.
Zeer onfortuinlijk liep de tocht van den
Russischen ballon „Sirius" af. De comman
dant Paul Fedosseënko, constructeur An-
drej Wasenko en de hoogleeraar aan de
universiteit te Leningrad Ilja Oessiskin wa
ren op 30 Januari 1934 opgestegen en be-
I reikten de recordhoogte van 22.000 meter;
de ballon daalde echter te snel, de ver
bindingskabels knapten af en de gondel
sloeg te pletter; alle drie inzittenden wer
den gedood. De instrumenten gaven echter
een getrouw relaas van den tocht.
De in Amerika wonende tweelingbroer
van Piccard, Jean, toonde, dat hy evenmin
bevreesd was voor de stratosfeer en maak
te in October 1934 met zijn vrouw een uit
stapje naar de 17.700 meter. In November
van hetzelfde jaar bereikten de Amerika
nen Settle en Fordney eenzelfde hoogte.
Kingsford Smith blijft
zoek
DITMAAL TEN OFFER GEVALLEN AAN
ZIJN AMBITIES?
De watervliegtuigen, die naar Kingsford
Smith zyn gaan zoeken, hebben gemeld,
dat zij geen enkel spoor van den vlieger
hebben ontdekt
Kingsford Smith is al eens meer eenige
dagen zoek geweest, maar thans heeft het
er toch veel van weg, dat de Australiër, ge
lijk Bert Hinkler, gevallen is op het tra
ject EngelandAustralië, dat reeds ver
scheidene slachtoffers eisohte. Natuurlijk
blijft er hoop bestaan, dat Kingford Smith
gevonden wordt, maar naar de berichten te
oordeel en, schijnt het ongeluk boveai de
Bengaalsche Golf te hebben plaats gehad,
en die omstandigheid doet ons helaas vree
zen, dat Kingsford ditmaal ten offer is ge
vallen aan zijn groote ambities.
Kingsford Smith wilde den snellen tijd
van Scott en Black, die gemaakt is in de
beroemde Melbourne-race, verbeteren,
maar heeft gefaald.
Kingsford Smith, die met Ulm, Lion en
Warner, als eerste over den Stillen Oceaan
vloog met zyn driemotorige Fokker
„Southern Cross", een vliegtuig, dat we
reldvermaardheid heeft verkregen, werd 9
Februari 1897 te Brisbane in Australië ge
boren. Hij studeerde techniek en trad, 18
jaar oud, in dienst van de „Royal Engi
neers". Hij maakte vervolgens den gehee-
len oorlog mee en kreeg in het jaar 1917
zijn vliegbrevet Smith was een van de eer
ste verkeersvliegers.
In 1927 kocht hy van den Pool-vlieger
Wilkins diens driemotorige Fokker, die hy
van drie nieuwe Wright Whirlwindmotoren
voorzag. Hij noemde het vliegtuig
„Southern Cross" en met dezen Fokker
heeft Kingsford Smith wel zyn grootste
triomfen gevierd. Met dit vliegtuig heeft
Kingsford Smith met de mannen, die we
hierboven reeds noemden zyn vlucht over
de Stille Zuidzee ondernomen, zeker in die
tijden reeds een geweldige prestatie.
Met zijn begeleiders Charles Ulm (omge
komen bij een nieuwe poging over de Stille
Zuidzee te vliegen) den Amerikaanschen
v]iegerluitenant Harry Lion en James War
ner als marconist startte hij den 31en Mei
1928 te Oakland in Californië, koers West-
Zuid-West naar het op een afstand van
4300 K.M. gelagen Hawaii, dat hij reeds na
27 uren 27 minuten bereikte en er vlot
landde. Den volgenden dag vloog hij van
i Wheeler Field, dat voor een zwaarbelast
I vliegtuig ten slotte te klein was naar Bar
king Sand, op het eiland Kauai (op ander
half uur afstand) en startte den ochtend er
op, 3 Juni 1928, naar de Fidsji-eilanden, die
op een afstand lagen van 5150 K.M. (onge
veer IerlandNew Foundland). Kingsford
Smith bereikte na 34 uren 33 minuten het
eiland Suva om van haar na drie dagen op
onthoud naar Sydney te vertrekken. Dit
was toch nog een afstand van 3045 K.M. en
die legde de Australiër met zijn kameraden
af in 19 uren 10 min. De ontvangst op het
vliegveld te Sydney was overweldigend.
Kingsford Smith zat niet stil. Hij hield
er van gewaagde ondernemingen op touw
te zetten, waarvan helaas de recente re
cordpoging één was. Reeds in Augustus
1928 ondernam hy een vlucht van Sydney
over de Tasmanzee naar het eiland Welling
ton en terug. 11 September vertrok hij van
Brisbane om voor het eerst het 2250 K.M.
lange zee-traject af te leggen naar Nieuw-
Zeeland en terug.
In 1929 richtte hij samen met Charles
Ulm de „Australian National Airways Ltd."
op met het doel een regelmatigen dienst in
te stellen tusschen Australië en Engeland.
De eerste poging om daartoe te geraken
deed hij roet Ulm in Maart 1929. Van Syd
ney uit. Ze werden door pech achtervolgd,
wamt in de buurt van Port Darwin kregen
ze motorpech en ze moesten landen. Negen
dagen hebben Smith en zijn metgezellen
gewacht op hulp, daar ze zoek waren. Te
Tangen leste werden ze van de lucht uit
ontdekt,, maar Hitschok, een der Austra
liërs, die naar hen zocht, kwam bij de po
gingen om hen te vinden, om het leven.
Op dem 27en Juni 1929 startte Smith voor
den tweeden keer en ditmaal had hij meer
geluk. Hij slaagde er in den afstand in 12
dagen, 21 uren 18 minuten af te leggen en
brak daardoor het record van Bert Hinkler,
die in 1917 2% dag langer over de vlucht
deed. In tusschen: Bert Hinkler is eenige
jaren geleden bij een Australië-vlucht om
het leven gekomen. Neergestort in Italië.
Eindelijk kwam het directe contact van
Kingsford Smith met Néderland. Indirect
was het reeds lang geweest door de
„Southern Cross", de Fokker, die hem en
het fabrikaat ontzaglijk veel succes had
bezorgd. De Australische vlieger had na
melijk het oog laten vallen op den Hollan
der Evert van Dijk om samen een vlucht te
ondernemen OostWest van Europa naar
Amerika. De bemanning werd gecomple
teerd door John Saul en de mecanicien
Stannage. Op den 24en Juni 1930, 's mor
gens half vijf startten Smith en Van Dijk
van Harbour Grace. Het is een van de meest
avontuurlijke vluchten van beide vliegers
geworden. Reeds boven Ierland vloog de
Southern Cross, het lijfvliegtuig van
Kingsford Smith door zware slagregens en
een vry woelige lucht. Het toestel schoot
langzaam op, daar er een tegenwind stond,
die varieerde van 10 tot 35 mijlen per uur.
Voortdurend werd radiocontact onderhou
den met schepen, een goede hulp bij het
navigeeren. „In den loop van den nacht
Kingsford Smith vertelde het indertijd zelf
„toen wij in een dikken mist vlogen,
hadden wij een onaangename ervaring,
waarop wij niet voorbereid waren. Het
schijnt, dat de mist krachtige electrische
verschijnselen veroorzaakte, die tot gevolg
hadden, dat onze kompassen onderling ster
ke afwijkingen vertoonen, waardoor onze
koers gedurende eenigen tend zoo mislei
dend was, dat daardoor ons snelheidsge
middelde sterk terugliep. Dit verschijnsel
demonstreerde zich telkens als Stannage de
antenne-schakelaars opende, waarbij hij
een lange, blauwe vonk kreeg die ongeveer
een halve seconde duurde.Toen einde
lijk de dag aanbrak kregen wij eenige ver
lichting (letterlijk en figuurlijk) doch ont
vingen de mededeeling. dat de mist overal
zeer dik was, uitgezonderd boven Harbour
Grace, waar de wolkenhoogte voldoende
was om een veilige landing uit te voeren".
En zooals men weet is dat gebeurd ook.
Het was de eerste maal, dat een bemanning
van een vliegtuig met succes van Oost naar
West vloog.
Den 26en Juni vloog Kingsford Smith
verder naar New York, maar hy bleef er
niet lang om de vlucht om de wereld te
volbrengen. 5 Juli 1930 kwam hij met de
„Southern Cross in San Farncisco.
In hetzelfde jaar vestigde hij een nieuw
record door EngelandAustralië in negen
dagen en 22 uren te volbrengen. In 1931
nam hij de Kerstmail mee van Australië
naar Engeland in 13 dagen en in 1932 de
Nieuwjaarsmail van Engeland naar Austra
lië in 15 dagen. In Juni van het jaar 1932
werd Kingsford Smith den persoonlijken
adellijken titel Sir toegekend.
De beroemde Australiër heeft dit jaar
nog van zich doen spreken door zijn avon
tuur met de „Southern Cros", toen hij op
weg was naar Nieuw Zeeland. Boven zee
kreeg hij motorpech en zou wellicht verlo
ren gëweest zyn, indien de niecano niet met
doodsverachting op den vleugel van de
„ouwe kist" was geklommen en in de lucht
de reparatie had verricht, die de bemanning
redde. Thans is de „Southern Cross" aange
kocht door een Museum in Australië.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Italië protesteert tegen de sanctie-maat
regelen en bereidt een scherpe tegen-actie
voor. Weinig nieuws van het oorlogsfront,
(2e blad).
Donderdag begint het proces tegen den
bisschop van Meissen. (2e blad).
Een Amerikaansche stratosfeerballon is
er gisteren in geslaagd een record-hoogte
van 22.600 M. te bereiken. (2de blad).
Turksch kustvaartuig gezonken, 79 doo-
den? (1ste blad).
BINNENLAND.
Overleden is de hoogeerw. heer pastoor
H. v. d. Ven, te Scheveningen, eere-ka-
nunnik van het kathedraal-kapittel te
Haarlem. (Kerkn., 3de blad).
DE JEUGDIGE ARBEIDERS.
„Klokken en Sirenen", uit het
Duitsch van Hans Hümmeler door
H. T.. Uitgave van het Verbond
de Jonge Werkman, Utrecht.
Is de combinatie mensch-machine
hoewel als zoodanig een vervelende ge
meenplaats toch een beangstigend vraag
stuk, meer dan dit, om niet te zeggen, ver
stikkend, is dit vraagstuk, als de combina
tie jeugd-machine gevormd wordt. Im
mers, als de machine doodend werkt op den
geest van ieder mensch, die de juiste ver
houdingen tegenover het leven mist, hoe
noodlottig is dan de houding van den jon
geman, die staat aan het begin van zijn
leven en al zyn energie overbodig, dik
wijls mischien nadeelig vindt, omdat de
machine het alleen, of misschien zelfs be
ter kan doen. Voor zulke menschen hebben
de „Klokken en Sirenen" onder welke
titel de vertaling van Hümmeler's „Jugend
an der Maschine" verscheen, een ellen
dige klank. Ieder nieuw signaal roept tel
kens weer in hem op het chagrijn van zijn
arbeid. Hümmeler laat de kloken luiden,
de sirenen loeien, over alle arbeiders, die
van hun jong leven iets meer willen ma
ken dan een stukje machine, die geen
slachtoffer willen zijn van hun omgeving,
maar zich zelf met groot geloof en rede
lijke kracht boven dit alles willen uitwer
ken, om een eigen plaats in te nemen.
Het eerste deel van zijn boek verre
weg het grootste heet het „Inzicht", dat
hij aan den arbeidenden jongeman wil ge
ven omtrent de eerste en voornaamste vra
gen van ieder menschelijk leven. Het
tweede en derde deel, Wil en Genade, be
handelen de twee krachten, die in de heer
lijke harmonie van natuur en bovennatuur
moeten samenspannen, om den jongeman
te doen beleven, wat hij door verstand
en geloof in het eerste deel verworven
heeft.
Hümmeler is niet aan 't woord als docent
of paedagoog. Hij neemt zijn jongens in
vertrouwen, om rustig alles te bezien, wat
het leven van een arbeidenden' jongeman
vraagt. Hij dient zichzelf in de voorrede
aan als een zoon van een mijnwerker, die
temidden van het industrievolk is opge
groeid: Is hieraan misschien te danken, dat
hij zoo open en eerlijk met de jongens het
leven bekijkt, dat hij geen enkel verschijn
sel uit het leven en het milieu van de jon
ge arbeiders vergeet, dat hij zoo hartelijk
en zoo begrijpend met hen firaat? Dit
maakt hem het schrijven gemakkelijk, zoo
als dat eenmaal voor den schoenmakers
gezel Kolping was.
Het heeft eigenlijk geen zin bepaalde
onderwerpen te noemen, waaraan hij aan
dacht wijdt. Wie de indeeling van het boek
bezit: Inzicht, wil, genade, weet eigenlijk
genoeg, 't Is wellicht goed voor den jon
geman zelf enkele dingen te noemen, zoo
als: godsdienst, kerk, gezin, beroep, tech
niek, sport, liefde, sacramenten, liturgie,
Ten slotte dit: in de arbeidersgeschiede
nis van de laatste 50 jaren en nu speciaal
door de sociale en oeconomische nooden is
er in de arbeidersverenigingen veel nega
tief werk verzet moeten worden. Wat er
mogelijk daardoor tekort is aan positief
werk, aan positieve richting in onze ar
beidersbeweging, zal voor een groot deel
aangevuld en goedgemaakt moeten wor
den in de arbeiders-jeugdvereenigingen.
Allen, die hieraan werken, de priesters,
de leekenleiders, de jonge arbeiders zelf,
zij allen zullen in dit boek een groote
steun vinden.
Mogen deze „klokken" luiden, deze .si
renen" loeien over de vele en groote jeugd-
vereenigingen van onze Nederlandsche ka
tholieke arbeiders!
H. M. J. Brans, Pr.