3)e Êcid6cli^6oii^omt Generaal Duymaer van Twist gehuldigd Ook de schilder werd niet vergeten bij de straatcollecte voor het St. Nico- laasfeest der schoolkinderen, welke Zaterdag te Amsterdam werd gehouden Te Soesteiberg is Zondag een mo nument onthuld ter nagedachtenis aan de tijdens den wereldoorlog overleden Fransche vluchtelingen. De Fransche consul, de heer Judas, tijdens zijn rede m W' De Wiener Sangerknabe die momenteel een tournée door het Zuiden van ons land maken, werden Zondag door het gemeentebestuur van den Bosch officieel ten stadhuize ontvangen De jeugdige zangers met den burgemeester, mr. F. van Lanschot. op het bordes van het raadhuis Een moment uit den voetbalwedstrijd Longa NAC. die Zondag te Tilburg voor de competitie der Zuidelijke eerste klasse werd gespeeld Generaal Duymaer van Twist is Zaterdag ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag te den Haag gehuldigd in tegenwoordigheid van talrijke autori teiten. Een overzicht tijdens de rede van den minister-president dr. H. Colijn Dans om den bal. Een moment uit den voetbalwedstrijd Ajax-Haarlem, welke Zondag in de Spaarnestad werd gespeeld en door de Ajaxieden met 5 4 werd gewonnen FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. 55) Maar niemand bleek inlichtingen te kun nen geven en toen hij daarop de nummer platen van de auto wat nauwkeurige be keek, zag hij direct dat dit veranderd was. Nadat hij met een stuk papier het zwartsel er af geveegd had, kwam hij tot de verrassende ontdekking dat dit de wa gen moest zijn, die bij de politie-bureaux gesignaleerd was! Ze waren Veles spoor dus kwijt. De agent herinnerde zich dat hij de wagen daar het eerst tegen vijf uur gezien had en de moeilijke vraag die de autoriteiten thans te beantwoorden hadden, was: Waar was de auto geweest in de lange uren sedert de verbouwereerde Petch haar had zien wegsuizen? Aan het ontbijt vertelde Lady Carshaw haar zoon dat Mr. Meiklejohn in Cromer Hij gaf haar een kus voor het nieuwtje. „Meiklejohn moet maar wachten, moe der", zei hij echter. „Winifred is ergens in Londen. Ik kan vandaag heusch niet naar Cromer gaan. Als ik haar gevonden heb, zal ik wel met Meiklejohn afrekenen." Toen verscheen inspecteur Winter met het bericht van de ontdekking te Covent Garden, waarop Reginald met hem mee ging. Lady Carshaw raadpleegde een spoor boekje. Cromer was vier uur van Londen. Als ze vlug zekere belangrijke inlichtin gen kon inwinnen, was het waarschijn lijk mogelijk den middagtrein nog te ha len. Ze reed naar haar advocaat. Op haar ver zoek kreeg ze een paar uur een keurige kantoorbediende mee. Het tweetal bezocht Somerset House waar zich de centrale tes- tamentregisters bevinden en het bureau van een krant. De bediende maakte ijverig aanteekeningen en, in den trein gezeten, bestudeerde Lady Carshaw die door haar gouden face a main. Het was vijf uur toen ze voor het ho tel Splendid arriveerde en de wereld herbergde geen verbaasder sterveling als Mr. Meiklejohn. Voor het geschrokken parlementslid een uitvlucht kon bedenken, om haar af te schepen, stond ze al op den dermpel. Het wanhopige spelen om een hoogen in zet gaf hem een zekere mate van kalme zelfbeheersching. Misschien ook hield hij het voorbeeld van zijn brutalen broer voor oogen.... hoe dan ook, zijn gezicht stond in een vriendelijken plooi toen hij de be zoekster tegemoet tging. „Wat een aangename verrassing, Lady Carshaw", begroette hij haar. „Ik had er geen flauw idee van dat u in Cromer was." „Dat kan ik me levendig voorstellen", lachte ze, terwijl ze in een gemakkelijken stoel neerviel. „Ik kom net uit de stad. Be stel alsjeblieft wat sandwiches en thee voor me, wilt u? Ik ben letterlijk uitgehon gerd." Hij voldeed aan haar verzoek. „Ik veronderstel, dat u mij spreken wilt?" vroeg hij vervolgens bedaard, hoewel zijn hart onstuimig klopte. „Ja. Ik maak mij vreeselijk ongerust over Reginald." „Lieve deugd. Is het nog steeds dat meisje?" „Er is altijd een vrouw in het spel! Wat moeten jullie mannen ons in jullie heldere oogenblikken verafschuwen als jullie die tenminste ooit hebt." „Ik vlei me zelf er mee dat ik ze heb, maar hoe zou- ik ooit kunnen zeggen, dat ik de sexe, waar u toe behoort, Lady Carshaw, verafschuw?" „Ik vraag me af of uw meeningen een critische ontleding verdragen." „Maar kom, geen ernstig gesprek eer ik wat opgeknapt ben. Toe, belt u maar even om wat biscuits, sandwiches duurt zoo lang." Zoo had ze een voorwendsel om het ge sprek nog even uit te stellen, tot een thee blad met een kleine schaal pate de fois, geflankeerd door boter en geroosterd brood als 't ware een wal tusschen hen vormde. „Hoe bent u mijn adres te weten geko men?" vroeg hy glimlachend. Het was het eerste schot dat gelost werd en ze ant woordde op denzelfden bloemzoeten toon: „O, dat was heel gemakkelijk. Het is op Scotland Yard bekend." „Scotland Yard?" De woorden prikten hem als de beet van een vergiftige slang. „Ja. De heeren daar hebben veel be langstelling voor de aangelegenheden van Miss Winifred Marchbanks." Alle kleur trok uit zijn gezicht weg, maar hij slaagde er in zijn ontsteltenis het voorkomen van verwondering te geven. Hij was veel te geslepen om te doen of hij de naam absoluut niet kende; de situatie was te ernstig voor struisvogelpolitiek. „Ja, die naam meen ik mij te herinne ren", verklaarde hij langzaam, terwijl hij zijn lippen met de tong bevochtigde. „Natuurlijk. U hebt hem nooit verge ten. Laten wij eens een vriendschappelijk gesprek over haar hebben Mr. Meiklejohn. Mijn zoon gaat met haar trouwen. Daarom ben ik hierheen gekomen." Ze knabbelde aan haar sandwiche en dronk haar thee. Deze vrouw van de we reld was een veel te goede menschenken- ster om, nu ze haar kaarten had openge legd, haar tegenpartij tot het uiterste te drijven als het niet noodig was. Hij moest tijd hebben om op adem te komen, om zijn houding te bepalen. Ze was zeker van haar zaak. Juridisch gesproken stond ze weliswaar niet sterk en dat zou hij zeker wel merken, maar over dien boeg wilde ze het ook niet gooien. Als anderen konden complottee- ren, nu, dan was zij ook niet van giste ren dat was alles. Er viel een lange stilte, waarin zij rus tig doorging met eten en drinken. „Misschien wilt u wel zoo goed zijn om precies uit te leggen, waarom u naar Cro mer bent gekomen, Lady Carshaw", viel Meiklejohn eindelijk uit. De uitdagende klank in zfjn stem ont ging haar niet, maar ze reageerde er met een lachje op. Er zou een woordenduel op leven en dood plaatsvinden en ze had zich Urdege voorbereid. „Toe, eerst nog even een kopje thee", verzocht ze en hij schoof onbehaaglijk op zijn stoel heen en. weer. Dat telkens weer uitstellen pijnigde hem. Ze rolde haar blaadjes met notities uit. Meiklejohn keek er met voorgewende on verschilligheid naar. „Ik heb een afspraak", begon hij, op zijn horloge kijkend. „Die moet u dan maar afzeggen", pareer de ze, plotseling scherp. „De gewichtigste conferentie, die u ooit in uw leven kunt hebben gehad, vindt nu plaats in uw kamer, William Meiklejohn. Ik had het straks over Scotland Yard. Met wie wilt u liever spreken met mfj of een ambtenaar van de politie?" He+ beetje kleur, dat weer op zijn ge zicht gekomen was, trok opnieuw weg De- 4e vrouw uit de groote wereld had klau wen en ze zcu niet aarzelen die te gebrui ken als ze geprikkeld werd. „Ik geloof niet, dat ik iets gezegd heb om op een dergelijken toon toegesproken te worden", mompelde hij, met 'n mislukte £.-ging tot glimlachen. „U hebt mij er toe aangezet om het meis je waarvan mijn zoon hield de woestijn Ir te sturen was het bescheid. „U hebt daarmee eeii ernstige vergising begaan. Na een poosje drong het tot mij door wie ze was Ik heb haar moeder gekend. Moet ik nog in bijzonderheden treden?" „Ik werkelijk.... ik (Word/t vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 12