DE FAA
De belangen van boeren en tuinders
WILT U IETS WETEN?
T)ONDER&au 7 NOVEMBER 1935
üE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
ONS VADERLANDSCH KLIMAAT is zeer wisselvallig. Wij zijn er aan gewend, en wat voor vreemde
lingen soms zeer gevaarlijk is, is voor ons alleen maar erg onaangenaam. Bereid U voor op snel
invallende winterkoude, koop winterkleeren.' „DE FAAM" heeft keurige wintermantels, stevige
winterjassen en ulsters geëtaleerd. Stuk voor stuk fraaie kleedingstukken, de nieuwste mode. Zeer
matig in prijs voor FAAM kwaliteit. Kledingmagazijn ,.DE FAAM", Hoogstraat 1-2 bij de Donkersteeg
De meening van het hoofdbestuur van den L. T. B.
Door het Hoofdbestuur van den L. T.
B. is het volgende algemeen prae-advies uit
gebracht op de voorstellen der afdeelin-
gen en kringen voor de op Maandag 25
November te houden algemeene vergade-
ring.
Op de gehouden districtsvergaderingen
hebben de kringen, afdeelingen en leden
gelegenheid gehad,, hun voorstellen en
wenschen aan het Hoofdbestuur kenbaar
te maken.
In het prae-advies zal niet op elk afzon
derlijk voorstel worden ingegaan, doch
het zal zich meer beperken tot hoofdlijnen
volgens welke het Hoofdbestuur de actie
van den L. T. B. in het komende jaar
denkt te voeren.
Het Hoofdbestuur spreekt zijn erkente
lijkheid uit, dat het bij zijn vaak zoo
moeilijke en ondankbare taak in het be
lang van de boeren en tuinders, zooveel
steun en medewerking mocht ondervin
den van kringen, afdeelingen en leden.
Wat de algemeene toestand betreft in
het land- en tuinbouwbedrijf, zoo moet
worden geconstateerd, dat deze sinds de
vorige algemeene vergadering in 1934
nog meer verslechterd is. In het bijzon
der de tuinbouw en de veehouderij staan
meer dan ooit de algeheele ondergang
nabij.
Het recht ten aanzien van
landelijke eigendom.
Een van de grootste euvels in het maat
schappelijk bestel, waarvan de funeste in
vloed zich in deze crisisjaren in verscherp
te mate doen gevoelen, acht het Hoofdbe
stuur de slechte regeling van het recht ten
aanzien van de landelijke eigendom. Van
den aanvang zijner oprichting heeft de
Nederlaudsche Boerenbond en de L. T.
B. als samenstellende organisatie van den
K. N. B. T. B. met kracht een betere
regeling op dit recht bepleit. Practisch
heeft deze actie tot nu bijna niets opgele
verd. Het eenigste resultaat, dat geboekt
kon worden, mogen wij zien in een lang
zame kentering van den geest.
Bij het begin van de crisis
heeft de crisispachtwet verlichting ge
bracht aan velen onzer boeren en tuin
ders. Wij zijn nu weer.eenige jaren ver
der en spoedig zal deze noodwet niet meer
van kracht zijn. Dankbaar voor het goede,
dat de crisispachtwet heeft gebracht, acht
het. Hoofdbestuur niet dringend noodig,
dat het aanhangig gemaakte ontwerp tot
regeling van de pacht spoedig door de
Staten Generaal zal worden behandeld.
Voor de boeren en tuinders, die een be
drijf in eigendom hebben, doch gebukt
gaan onder overmatige lasten, voort
vloeiende uit de op hun bedrijf rustende
hypotheken, is nog niets gedaan. Het hy
potheek-commissie-besluit kan men over
het algemeen slechts een geringe preven
tieve werking toekennen. De aanhangig
gemaakte wetsontwerpen inzake de hypo
theken schieten ten eenenmale tekort.
De vaste lasten.
Ten aanzien van de vaste lasten, die op
onze bedrijven drukken, als geheel geno
men, blijft het Hoofdbestuur, gesterkt
door de algemeene stemming, die op de
districtsvergaderingen tot uiting kwam,
bij het standpunt, dat drastische en on
middellijke verlaging van de vaste lasten
geboden is. Het Hoofdbestuur zal alle ge
oorloofde en wettige middelen te baat ne
men, om dit bewerkt te krijgen.
Het Hoofdbestuur wil zich niet uitspre
ken over de wijze, waarop verlaging van
de Vaste lasten verkregen moet worden.
Wenscht de Regeering echter geen maat
regelen te treffen ten aanzien van de vas
te lasten, dan zal devaluatie onvermijde
lijk zijn.
Waar mogelijk zal het Hoofdbestuur
blijven aandringen op verlaging van de
grond- en van de hoogheemraad- en pol-
derlasten. Getracht zal worden, te bewerk
stelligen dat serres, warenhuizen en over
eenkomende bedrijfsgebouwen niet meer
als gebouwde eigendommen worden aan
gemerkt.
Het Hoofdbestuur is tegen tijdelijke ont
heffing dan wel opschorting of verminde
ring van de sociale lasten. Wij blijven stre
ven naar een redelijk bestaan voor den
boeren- en tuindersstand. Dit geldt voor
alle klassen en rangen van onzen stand.
Het executie-verbond.
Spoedige afdoende maatregelen moeten
worden getroffen, waardoor onredelijke
executies voorkomen worden. Door wets
wijziging of anderszins moet voorkomen
worden, dat het ongeplante goed mede met
het land, waarop de hypotheek gegeven is,
verkocht wordt door den hypotheekhou
der. Verhinderd moet worden, dat de boer
of tuinder gedrongen wordt zooveel ces-
- sie te teekenen op zijn eventueele inkom
sten terwille van rente, aflossing en an
dere geldvorderingen, dat hij met het
overschot niet meer zijn gezin en bedrijf
in stand kan houden.
De wetgeving t. a. v. het
agrarische bedrijfsleven.
Bij het toestaan van uitgebreide be
voegdheden aan den Minister van Econo
mische Zaken door de Landbouwmachti-
gingswet was men algemeen van gevoe
len, dat, naar mate de mogelijkheden hier
toe zich zouden voordoen, de betrokkenen
meer en meer zouden worden gehoord bij
het ontwerpen van maatregelen en bij
de uitvoering ervan ingeschakeld. De
ontwikkeling is echter zoo geweest, dat
wij op het oogenblik met een crisisappa
raat zitten, dat kortweg als staatssocialis
tisch kan worden aangemerkt, hetgeen tot
ernstige ontstemming en groeiend wan
trouwen aanleiding geeft.
De wijze, waarop het geheele agrari
sche bedrijfsleven onder de directe be
moeiing van de overheid staat, bevredigt,
het Hoofdbestuur dan ook geenszins. Het is
van meening, dat zooals de Paus het
leert het Staatsgezag de aangelegenhe
den en zaken van minder belang, die het
bovendien al te zeer in beslag zouden ne
men, over moet laten aan lichamen
van lagere rang. Wed er-instelling van een
Landbouwraad, waarin alle bedrijfsgenoo-
ten vertegenwoordigd zijn, dus ook de
land- en tuinarbeiders, is urgent. Deze zal
de mogelijkheid gegeven moeten worden
uit te groeien tot het zelfbesturend orgaan
de bedrijfschap, de Nederlandsche Boe
renstandsorganisatie in den zin, zooals
door den Paus bedoeld. Het Staatsgezag
beperke zich tot die zaken, waarover het
staatsgezag alleen competent is: leiding
geven, toezicht houden, stimuleerend of
beperkend optreden, al naar gelang de
omstandigheden het medebrengen en de
noodzakelijkheid het eischen.
In deze richting moet de koers veran
derd worden. Het Hoofdbestuur heeft het
volste vertrouwen in den tegenwoordigen
Minister van Landbouw en Visscherij,
Zijne Excellentie Mr. Dr. L. N. Deckers.
Wij mogen dan ook wel verwachten, dat
de organisaties van de boeren en tuinders
in de naaste toekomst meer dan tot heden
zullen worden erkend.
De positie van de Boeren- en
Tuindersstand in het algemeen.
In de jaren voor 1930 heeft het Neder
landsche Boerenbedrijf, aangelokt en ge
dreven door de winstmogelijkheden, zich
in toenemende mate ingesteld op de
voortbrenging van veredelde producten.
Voor den afzet van deze veredelde pro
ducten was men voor een zeer belangrijk
deel aangewezen op het buitenland.
De productie was mogelijk door groote
aanvoeren van voermiddelen enz. De ba
sis van de productie kwam voor een groot
deel buiten de bedrijven te liggen.
Deze tijd is definitief voorbij. In de ko
mende jaren zal de Nederlandsche land
en tuinbouw zich meer dan voorheen moe
ten richten op de binnenlandsche voorzie
ning. Loonende export van producten uit
eigen bodem trachte men te behouden.
De akkerbouw.
De akkerbouw, welke in de voorgaan
de periode zoo sterk in de verdrukking
kwam, moet men op loonende basis be
houden en uitbreiden. Maatregelen ter be
scherming van de prijzen zijn hiervoor
noodzakelijk, vooreerst het beletten van
overmatige groote invoeren tegen voor
onze boeren niet-loonende prijzen.
Dit geldt ten aanzien van alle akker
bouwproducten als: granen, peulvruchten,
aardappelen, suikerbieten, vlas en de z.g.
handelsgewassen.
De beperking van de teelt van tarwe tot
een derde van het bouwland kan gevoe
gelijk verdwijnen. De teelt van bouw-
gerst dient gestimuleerd te worden. Een
studie-commissie van den K. N. B. T. B.
bracht een gunstig rapport uit omtrent de
stichting van aardappelvlokkenfabrieken.
Momenteel onderzoekt een Ministeriëele
Commissie het vraagstuk der alcoholbe
reiding uit de suikerbieten. Een onderzoek
zou ingesteld kunnen worden of de teelt
van hop, welke vroeger inheemsch was,
geen perspectieven biedt. Misschien kan
dit ook van hennep nagegaan worden.
Ook de teelt van kanariezaad en spinazie-
zaad zou aangemoedigd kunnen worden.
Wanneer behoorlijke prijzen voor meer
dere jaren verzekerd zijn, acht het Hoofd
bestuur een te verleenen scheürpremie
niet noodzakelijk, doch wel gewenscht.
De veehouderij.
Wat de veehouderij betreft is het Hoofd
bestuur van oordeel, dat, waar mogelijk
de basis van de productie meer in het be
drijf zelf moet komen te liggen. De ver
bouw van voedergewassen moet sterk be
vorderd worden evenals de ensileering.
Een minder omvangrijke doch gezondere
veehouderij zal uiteindelijk langs deze
weg verkregen moeten worden.
Het gebruik van inheemsche wol moet
worden aangemoedigd. De export van
schapenvleesch dient te worden bevor
derd.
Wat de teeltregeling voor de varkens
Econ. Techn Instituut
in Zuid-Holland
K. v. K. BESLUITEN TOT OPRICHTING.
Zetel te Rotterdam.
De Kamers van Koophandel en Fabrie
ken in de provincie Zuid-Holland hebben
besloten over te gaan tot de oprichting van
een economisch-technologisch instituut, dat
zijn zetel te Rotterdam zal hebben in het
gebouw van de Nederlandsche Handelshoo-
geschool. Deze stichting zal zich in het al
gemeen tot doel stellen de bevordering van
de bestudeering van economisoh-technische
vraagstukken en het dienstbaar maken van
deze studie aan het algemeen belang, in het
bijzonder in de provincie Zuid-Holland, met
name ook door het opsopren van nieuwe
mogelijkheden voor industrialisatie dezer
provincie. Het beheer der stichting wordt
opgedragen aan een curatorium, waarvan
het eere-voorzitterschap is aangeboden aan
den commissaris der Koningin in de pro
vincie.
De voorzitters der Zuid-Hollandsche Ka
mers van Koophandel zijn van rechtswege
curatoren. Voorts zal iedere Kamer jaar
lijks één harer leden aanwijzen, om de ver
gaderingen van het curatorium met advi-
seerende steim bij te wonen. Natuurlijke en
rechtspersonen zullen tegen betaling van
ten minste 10 per jaar als begunstigers
van het instituut kunnen toetreden. Het ligt
in de bedoeling, dat de tekorten jaarlijks
zullen worden aangezuiverd door de in het
curatorium vertegenwoordigde Kamer van
Koophandel. De wetenschappelijke leiding
van het instituut zal berusten bij een direc
torium.
Ir. D. de Jongh, oud-directeur van gou-
vernementsbedrijven in Indië, is bereid ge
vonden als voorzitter en gedelegeerd lid
van het directorium op te treden. Voorts
hebben de hoogleeraren W. E. Boerman,
dr. N. J. Polak en dr. P. E. Verkade van
de Nederlandsche Handelshoogeschool en
dr. ir. G. van Iterson Jr. van de Technische
Hoogeschool te Delft, zich beschikbaar wil
len stellen om als directeuren te fungeeren.
Ook de Zeeuwsche Kamers van Koophandel
del zijn uitgenoodigd mede te werken. In
het geval harer toetreding zal de boven
geschetste opzet dienovereenkomstig wor
den uitgebreid.
betreft zou het huidige systeem van big-
genmerken vervangen kunnen worden
door een toewijzing van een bepaald aan
tal zeugen per onderneming.
Waar in Nederland een overvloed is
aan slachtvee en rundvleesch moet de in
voer van Deensch, Argentijnsch en ander
buitenlandsch vleesch zooveel mogelijk
verboden worden. Trustvorming in den
vleeschhandel worde ten scherpste bestre
den.
Eventueel noodzakelijke afslachting van
vee is slechts dan aanvaardbaar, wanneer
de invoer van vleesch tot een minimum is
beperkt.
De melk en zuivel.
De melkproductie moet beter over het
jaar verdeeld worden, dit door de kalve
ren niet zoo overwegend in het voorjaar
ter wereld te laten komen. De krachtige
wintervoeding, die hiervoor noodig is van
geimporteerde granen, meel en veekoeken
worde tegengegaan.
Invoer van buitenlandsche vetten en
oliën worde in zooverre toegelaten als de
eigen productie voor eigen gebruik en
loonende export te kort mocht schieten.
Deze invoerregeling kan geschieden mid
dels heffingen. De baten uit deze heffin
gen voortvloeiende worden gebruikt ter
tegemoetkoming in de productiekosten
van de veehouders. De plaats van de mar
garine-industrie in de Nederlandsche pro
ductie, voor zoover voor haar daarin nog
een plaats aanwezig is, is hiermede be
paald.
Het vraagstuk van de melkvoorziening
in de groote steden eischt dringend een
nadere regeling. Het Hoofdbestuur wacht
hierover nadere voorstelen van de Melk
veehoudersbonden in. De door den boer
te ontvangen prijs voor consumptiemelk
zij zooveel hooger dan die voor industrie-
melk als" in verband met de hoogere kwa-
liteitseischen en productiekosten billijk is
te achten.
De tuinbouw.
Deze tak van het agrarisch bedrijf heeft
wel den moeilijksten weg te bewandelen
om zich aan een nieuwe structuur aan te
passen. Groote offers zijn door onze tuin
ders bij de liquidatie van het oude ge
bracht, de uiterste krachtsinspanning zal
ongetwijfeld gevergd moeten worden om
de nieuwbouw te voltooien.
Het verbruik van eigen groenten en
fruit moet worden gestimuleerd, eensdeels
door invoerregelingen voor versche groen
ten, fruit, zuidvruchten en diverse con
serven, anderdeels door bevordering van
de conserven en koel-industrie, waardoor
de eigen oogst voor langer tijd de eigen
markt kan voorzien.
Wat de export-mogelijkheden betreft voor
onze tuinbouwproducten, blijft het Hoofd
bestuur optimistisch gestemd, ondanks de
tegenwoordige moeilijkheden. Nederland
is en blijft door ligging en gesteldheid de
„groententuin voor West-Europa".
(Wordt vervolgd).
Bouwpatroons en aan
nemers bijeen te
Den Haag
TEGEN UITSCHAKELING VAN DE
PARTICULIERE WERKGEVERS
Zooals wij gisteren meldden, is in de
groote zaal van den Dierentuin te 's-Gra-
venhage gisteren een zeer druk bezochte
vergadering gehouden van de landelijke
samenwerkende vereenigingen van werk
gevers in het bouwbedrijf, t.w. den Ned.
Aannemers- en Patronsbond voor de
Bouwbedrijven, den Ned. R.-K. Bond van
Bouwpatroons en den Ned. Chr. Aanne
mers- en Bouwvakpatroonsbond, ter be
handeling van het onderwerp: „Werkver
schaffing, werkverruiming en eigen be
heer".
Als vertegenwoordiger van den minister
van Sociale Zaken wa$ aanwezig mr. H. B.
Wildt Meijboom; voorts had de minister van
Waterstaat zich doen vertegenwoordigen,
terwijl mede aanwezig waren o.a. dr. ir.
Hacke, directeur-generaal van den arbeid,
wethouder Snoeck Henkemans en verschil
lende Kamerleden, vertegenwoordigers van
tal van gemeentebesturen, Kamers van
Koophandel, Werkgevers- en Middenstands-
vereenigingen enz.
De nood in het bouw
bedrijf.
De vergadering stond onder leiding van
ir. W. M. T. Thijssen uit Amsterdam, die
in zijn openingswoord constateerde, dat
de belangstelling voor deze vergadering uit
alle deelen des lands zóó groot was, dat
de groote Dierentuinzaal (inclusief de
gaanderijen) lang niet allen een plaats kon
verschaffen, zoodat een tweede zaal, en wel
in het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen moest worden afgehuurd, waar
dezelfde inleidende redevoeringen zouden
worden gehouden.
Als aanleiding tot deze massale vergade
ring noemde spr. de groote ontstemming,
v/elke over den gang van zaken met be
trekking tot het uitvoeren van werken in
eigen beheer en werken in werkverschaf
fing tot uiting is gekomen, waarbij een
toenemende ongerustheid voor de toekomst
van het bouwbedrijf aan den dag trad.
Reeds waren daarvoor gewestelijke verga
deringen gehouden, o.a. in Groningen,
Friesland en Overijssel.
De nood in ons bedrijf, zoo ging spreker
voort, is veel grooter dan menigeen denkt.
Toen een jaar of 5 geleden de crisis zich
begon te doen gevoelen door het optreden
van werkloosheid, begon men van over
heidswege naar middelen te zoeken om
voor den steun werk te doen verrichten.
Men vond 'n terrein bij de ontginning van
Woeste gronden en bij de bebossching. La
ter evenwel werd er uitgezien naar een
ander afzetgebied en gleed men af naar het
terrein van het bouwbedrijf. Daar inmid
dels ook voor dit bedrijf het arbeidsveld
hoe langer hoe meer ineenschrompelde,
werd dit begrijpelijkerwijze met leede
oogen aangezien. Na eenige cijfers te heb
ben gegeven verdedigde spr. verder het
aannemersbedrijf tegen de critiek als zou
dit niet geschikt zijn voor de uitvoering
van werken in werkverschaffing. De hulp
van het Werkfonds is voor het bouwbedrijf
to eenenmale onvoldoende. Niettegenstaan
de de vorige minister van Sociale Zaken
voorstander was van het inschakelen van
het bedrijf, is daarvan bitter weinig terecht
gekomen. Daarom, aldus spr., hebben wij
ons gewend tot den ministerraad.
De ministerraad, zoo eindigde spr., dient
het consigne te geven: „Terug naar het be
drijf". (Applaus).
De heer Klein Schiphorst, voorzitter van
den R.-K. Bond sprak vervolgens als eer
ste inleider over: Normaal werk op de
normale markt.
De ontwrichting van ons bedrijf, aldus
spr., is geen direct gevolg van internatio
nale verhoudingen, maar wordt veroor
zaakt door nationale invloeden. Allerlei
werken worden met Rijkssubsidie in werk
verschaffing uitgevoerd, waarvoor eigen
lijk het bouwbedrijf is aangewezen. Niet
alleen geschiedt dit met belangrijke weg-,
straat-, dijk- en rioleeringswerken doch
zelfs met den woningbouw.
In vele gevallen hebben we te doen met
een streven van ambtenaren, die hun eigen
dienst gaarne in omvang zien toenemen.
De overheid snijdt zich met deze poli
tiek in eigen vleesch. De werken, in werk
verschaffing uitgevoerd, worden veel
duurder en dit moet de gemeenschap be
talen.
Terwijl bijna alle groepen der bevol
king aan de Regeering om steun vragen,
steun, die de gemeenschap steeds op de
een of andere wijze geld kost, vragen wij
slechts: laat ons ons eigen werk. (Ap
plaus).
Werkverruiming.
De heer J. Swarts, voorzitter van den
Christ. Bond, voerde daarna het woord en
zeide dat van de tien aanbestede werken
er acht zijn, waarbij geen droog brood
wordt verdiend. En bij deze acht zijn er
dan nog, waar niet alleen niet verdiend
wordt, doGh waar geld naartoe wordt ge
bracht. En dat is wellicht geen onbelang
rijk deel.
De strijd, die thans op de openbare
markt wordt gestreden, heeft het toelaat
bare allang overschreden.
Niet werkverschaffing maar werkver
ruiming is het primaire belang, waarvan
het bedrijfsleven in zijn vollen omvang zal
profiteer en. (Applaus).
Uitschakeling van den
aannemer.
Vervolgens sprak de heer B. van Eeste-
ren te 's-Gravenhage, 2e voorz. Ned. Aan
nemers Patroonsbond over het onderwerp:
De uitschakeling van den aannemer door
eigen beheer en werkverschaffing".
Spr. behandelde achtereenvolgens de na
volgende punten:
le. Het standpunt der Regeering bij het
uitvoeren van werken in werkverschaf
fing;
2e. De vraag, of het wel waar is, dat,
buiten het bouwbedrijf om, zooveel werk
in werkverschaffing wordt uitgevoerd;
3e. De vraag of de bijzondere aard van
werken in werkverschaffing medebrengt,
dat particuliere ondernemers hiervoor niet
of minder geschikt zouden zijn, waarbij
onder het oog wordt gezien, wat het be
lang van Staat en Maatschappij in dezen
eischt.
4e. Het stelsel van uitvoeren van wer
ken in eigen beheer.
Ten slotte deed spr. eenu beroep op Re
geering, Staten-Generaal, Overheidslicha
men en ambtenaren om te zorgen, dat het
bouwbedrijf niet te gronde gaat. Steun
wordt niet gevraagd. Wel werk.
Ook de rede van den heer van Eeste
ren verwekte herhaaldelijk applaus.
Hierna werd gelegenheid gegeven tot ge-
dachtenwisseling.
Motie.
De voorzitter sprak een slotwoord, waar
na de volgende motie met algemeene stem
men werd aangenomen:
„De werkgevers in het bouwbedrijf, in
landelijke vergadering, ten getale van 3000
bijeen te 's-Gravenhage, onder leiding der
samenwerkende werkgeversorganisaties,
wijzen bij vernieuwing op den grooten
nood, welke in het bedrijfsleven is ont
staan doordat tallooze werken worden uit
gevoerd in eigen beheer of werkverschaf
fing, met uitschakeling van de particulie
re werkgevers; dringen er met kracht bij
de Regeering op aan, onverwijld, liefst in
overleg met de organisaties, maatregelen
te nemen, opdat aan den thans geschapen
toestand een einde worde gemaakt".
De tweede vergadering, belegd in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
stond onder leiding van den heer G. Elffe-
rich, die, na een kort woord van welkom,
de rede voorlas, welke de Bondsvoorzitter,
ir. Thijssen in den Dierentuin had uitge
sproken.
Daarna las de heer Jac. van Dun de re
de voor, die de heer van Eesteren heeft ge
houden over de uitschakeling van den aan
nemer door eigen beheer en werkver
schaffing.
De beide anders sprekers, de heeren
Klein Schiphorst en Zwart, waren inmid
dels in het Gebouw yoor K. en W. aange
komen en hebben daar dezelfde rede uit
gesproken.
Ook in deze vergadering bleek algemee
ne instemming met het gesprokene. De re
devoeringen oogstten veel bijval en wer
den herhaadelijk door applaus onderbro
ken.
Vraag Mej. W. de H. te L. inzake aan
slag inkomstenbelasting.
Antwoord: Volgens uw gegevens zal
10.80 bedragen.
Vraag inzake premie-aandeel K. S. A.
Antwoord: Zeker, hebben deze aan-
deelen nog waarde. Zij zijn uitgegeven ten
bate van de K. S. A.; dat is de wijze, waar
op de K. S. A. er bij geïnteresseerd is.
Vraag inzake premie-obligaties Geb. v.
K. en W. te Amsterdam.
Antwoord: Voor zoover wij weten
heeft de trekking nog plaats. Wend u eens
tot een bankinstelling.
Vraag. Als ik een vaste betrekking heb
kunnen zij mij dan verplichten om voor
mijn ouders op te brengen, die door M. H.
gesteund worden. Tot hoe ver strekt dit?
Antwoord: Ja, u is verplicht om bij
te dragen. Hoeveel dat bedraagt, zal van
uw eigen inkomen afhangen.
V r a a g W. v. d. L. te N., inzake de toe
passing van het tarief der wegenbelasting
op een auto, die zoowel voor vrachtauto
als voor luxe-auto kan worden gebruikt.
Antwoord: Wij kunnen dit twistpunt
niet oplossen, daar zelfs deskundigen als
inspecteurs der belastingen het er niet over
eens schijnen te zijn. O.i. geldt het hier
een luxe-auto, die voor personen-vervoer
is ingericht en bestemd, maar tijdelijk voor
vrachtvervoer wordt gebruikt. Het tarief
van de wegenbelasting is gebaseerd op de
zwaarte van den wagen, zoodat bij de be
slissing of er sprake is van een personen
wagen of vrachtwagen, o.i. meer gelet
moet worden op den aard van het wagen
type dan wel op het gebruik dat er tijde
lijk van gemaakt wordt. Een officieele be
slissing schijnt in deze kwestie niet geno
men te zijn.