DE FAA De belangen van boeren en tuinders WILT U IETS WETEN? T)ONDER&au 7 NOVEMBER 1935 üE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 ONS VADERLANDSCH KLIMAAT is zeer wisselvallig. Wij zijn er aan gewend, en wat voor vreemde lingen soms zeer gevaarlijk is, is voor ons alleen maar erg onaangenaam. Bereid U voor op snel invallende winterkoude, koop winterkleeren.' „DE FAAM" heeft keurige wintermantels, stevige winterjassen en ulsters geëtaleerd. Stuk voor stuk fraaie kleedingstukken, de nieuwste mode. Zeer matig in prijs voor FAAM kwaliteit. Kledingmagazijn ,.DE FAAM", Hoogstraat 1-2 bij de Donkersteeg De meening van het hoofdbestuur van den L. T. B. Door het Hoofdbestuur van den L. T. B. is het volgende algemeen prae-advies uit gebracht op de voorstellen der afdeelin- gen en kringen voor de op Maandag 25 November te houden algemeene vergade- ring. Op de gehouden districtsvergaderingen hebben de kringen, afdeelingen en leden gelegenheid gehad,, hun voorstellen en wenschen aan het Hoofdbestuur kenbaar te maken. In het prae-advies zal niet op elk afzon derlijk voorstel worden ingegaan, doch het zal zich meer beperken tot hoofdlijnen volgens welke het Hoofdbestuur de actie van den L. T. B. in het komende jaar denkt te voeren. Het Hoofdbestuur spreekt zijn erkente lijkheid uit, dat het bij zijn vaak zoo moeilijke en ondankbare taak in het be lang van de boeren en tuinders, zooveel steun en medewerking mocht ondervin den van kringen, afdeelingen en leden. Wat de algemeene toestand betreft in het land- en tuinbouwbedrijf, zoo moet worden geconstateerd, dat deze sinds de vorige algemeene vergadering in 1934 nog meer verslechterd is. In het bijzon der de tuinbouw en de veehouderij staan meer dan ooit de algeheele ondergang nabij. Het recht ten aanzien van landelijke eigendom. Een van de grootste euvels in het maat schappelijk bestel, waarvan de funeste in vloed zich in deze crisisjaren in verscherp te mate doen gevoelen, acht het Hoofdbe stuur de slechte regeling van het recht ten aanzien van de landelijke eigendom. Van den aanvang zijner oprichting heeft de Nederlaudsche Boerenbond en de L. T. B. als samenstellende organisatie van den K. N. B. T. B. met kracht een betere regeling op dit recht bepleit. Practisch heeft deze actie tot nu bijna niets opgele verd. Het eenigste resultaat, dat geboekt kon worden, mogen wij zien in een lang zame kentering van den geest. Bij het begin van de crisis heeft de crisispachtwet verlichting ge bracht aan velen onzer boeren en tuin ders. Wij zijn nu weer.eenige jaren ver der en spoedig zal deze noodwet niet meer van kracht zijn. Dankbaar voor het goede, dat de crisispachtwet heeft gebracht, acht het. Hoofdbestuur niet dringend noodig, dat het aanhangig gemaakte ontwerp tot regeling van de pacht spoedig door de Staten Generaal zal worden behandeld. Voor de boeren en tuinders, die een be drijf in eigendom hebben, doch gebukt gaan onder overmatige lasten, voort vloeiende uit de op hun bedrijf rustende hypotheken, is nog niets gedaan. Het hy potheek-commissie-besluit kan men over het algemeen slechts een geringe preven tieve werking toekennen. De aanhangig gemaakte wetsontwerpen inzake de hypo theken schieten ten eenenmale tekort. De vaste lasten. Ten aanzien van de vaste lasten, die op onze bedrijven drukken, als geheel geno men, blijft het Hoofdbestuur, gesterkt door de algemeene stemming, die op de districtsvergaderingen tot uiting kwam, bij het standpunt, dat drastische en on middellijke verlaging van de vaste lasten geboden is. Het Hoofdbestuur zal alle ge oorloofde en wettige middelen te baat ne men, om dit bewerkt te krijgen. Het Hoofdbestuur wil zich niet uitspre ken over de wijze, waarop verlaging van de Vaste lasten verkregen moet worden. Wenscht de Regeering echter geen maat regelen te treffen ten aanzien van de vas te lasten, dan zal devaluatie onvermijde lijk zijn. Waar mogelijk zal het Hoofdbestuur blijven aandringen op verlaging van de grond- en van de hoogheemraad- en pol- derlasten. Getracht zal worden, te bewerk stelligen dat serres, warenhuizen en over eenkomende bedrijfsgebouwen niet meer als gebouwde eigendommen worden aan gemerkt. Het Hoofdbestuur is tegen tijdelijke ont heffing dan wel opschorting of verminde ring van de sociale lasten. Wij blijven stre ven naar een redelijk bestaan voor den boeren- en tuindersstand. Dit geldt voor alle klassen en rangen van onzen stand. Het executie-verbond. Spoedige afdoende maatregelen moeten worden getroffen, waardoor onredelijke executies voorkomen worden. Door wets wijziging of anderszins moet voorkomen worden, dat het ongeplante goed mede met het land, waarop de hypotheek gegeven is, verkocht wordt door den hypotheekhou der. Verhinderd moet worden, dat de boer of tuinder gedrongen wordt zooveel ces- - sie te teekenen op zijn eventueele inkom sten terwille van rente, aflossing en an dere geldvorderingen, dat hij met het overschot niet meer zijn gezin en bedrijf in stand kan houden. De wetgeving t. a. v. het agrarische bedrijfsleven. Bij het toestaan van uitgebreide be voegdheden aan den Minister van Econo mische Zaken door de Landbouwmachti- gingswet was men algemeen van gevoe len, dat, naar mate de mogelijkheden hier toe zich zouden voordoen, de betrokkenen meer en meer zouden worden gehoord bij het ontwerpen van maatregelen en bij de uitvoering ervan ingeschakeld. De ontwikkeling is echter zoo geweest, dat wij op het oogenblik met een crisisappa raat zitten, dat kortweg als staatssocialis tisch kan worden aangemerkt, hetgeen tot ernstige ontstemming en groeiend wan trouwen aanleiding geeft. De wijze, waarop het geheele agrari sche bedrijfsleven onder de directe be moeiing van de overheid staat, bevredigt, het Hoofdbestuur dan ook geenszins. Het is van meening, dat zooals de Paus het leert het Staatsgezag de aangelegenhe den en zaken van minder belang, die het bovendien al te zeer in beslag zouden ne men, over moet laten aan lichamen van lagere rang. Wed er-instelling van een Landbouwraad, waarin alle bedrijfsgenoo- ten vertegenwoordigd zijn, dus ook de land- en tuinarbeiders, is urgent. Deze zal de mogelijkheid gegeven moeten worden uit te groeien tot het zelfbesturend orgaan de bedrijfschap, de Nederlandsche Boe renstandsorganisatie in den zin, zooals door den Paus bedoeld. Het Staatsgezag beperke zich tot die zaken, waarover het staatsgezag alleen competent is: leiding geven, toezicht houden, stimuleerend of beperkend optreden, al naar gelang de omstandigheden het medebrengen en de noodzakelijkheid het eischen. In deze richting moet de koers veran derd worden. Het Hoofdbestuur heeft het volste vertrouwen in den tegenwoordigen Minister van Landbouw en Visscherij, Zijne Excellentie Mr. Dr. L. N. Deckers. Wij mogen dan ook wel verwachten, dat de organisaties van de boeren en tuinders in de naaste toekomst meer dan tot heden zullen worden erkend. De positie van de Boeren- en Tuindersstand in het algemeen. In de jaren voor 1930 heeft het Neder landsche Boerenbedrijf, aangelokt en ge dreven door de winstmogelijkheden, zich in toenemende mate ingesteld op de voortbrenging van veredelde producten. Voor den afzet van deze veredelde pro ducten was men voor een zeer belangrijk deel aangewezen op het buitenland. De productie was mogelijk door groote aanvoeren van voermiddelen enz. De ba sis van de productie kwam voor een groot deel buiten de bedrijven te liggen. Deze tijd is definitief voorbij. In de ko mende jaren zal de Nederlandsche land en tuinbouw zich meer dan voorheen moe ten richten op de binnenlandsche voorzie ning. Loonende export van producten uit eigen bodem trachte men te behouden. De akkerbouw. De akkerbouw, welke in de voorgaan de periode zoo sterk in de verdrukking kwam, moet men op loonende basis be houden en uitbreiden. Maatregelen ter be scherming van de prijzen zijn hiervoor noodzakelijk, vooreerst het beletten van overmatige groote invoeren tegen voor onze boeren niet-loonende prijzen. Dit geldt ten aanzien van alle akker bouwproducten als: granen, peulvruchten, aardappelen, suikerbieten, vlas en de z.g. handelsgewassen. De beperking van de teelt van tarwe tot een derde van het bouwland kan gevoe gelijk verdwijnen. De teelt van bouw- gerst dient gestimuleerd te worden. Een studie-commissie van den K. N. B. T. B. bracht een gunstig rapport uit omtrent de stichting van aardappelvlokkenfabrieken. Momenteel onderzoekt een Ministeriëele Commissie het vraagstuk der alcoholbe reiding uit de suikerbieten. Een onderzoek zou ingesteld kunnen worden of de teelt van hop, welke vroeger inheemsch was, geen perspectieven biedt. Misschien kan dit ook van hennep nagegaan worden. Ook de teelt van kanariezaad en spinazie- zaad zou aangemoedigd kunnen worden. Wanneer behoorlijke prijzen voor meer dere jaren verzekerd zijn, acht het Hoofd bestuur een te verleenen scheürpremie niet noodzakelijk, doch wel gewenscht. De veehouderij. Wat de veehouderij betreft is het Hoofd bestuur van oordeel, dat, waar mogelijk de basis van de productie meer in het be drijf zelf moet komen te liggen. De ver bouw van voedergewassen moet sterk be vorderd worden evenals de ensileering. Een minder omvangrijke doch gezondere veehouderij zal uiteindelijk langs deze weg verkregen moeten worden. Het gebruik van inheemsche wol moet worden aangemoedigd. De export van schapenvleesch dient te worden bevor derd. Wat de teeltregeling voor de varkens Econ. Techn Instituut in Zuid-Holland K. v. K. BESLUITEN TOT OPRICHTING. Zetel te Rotterdam. De Kamers van Koophandel en Fabrie ken in de provincie Zuid-Holland hebben besloten over te gaan tot de oprichting van een economisch-technologisch instituut, dat zijn zetel te Rotterdam zal hebben in het gebouw van de Nederlandsche Handelshoo- geschool. Deze stichting zal zich in het al gemeen tot doel stellen de bevordering van de bestudeering van economisoh-technische vraagstukken en het dienstbaar maken van deze studie aan het algemeen belang, in het bijzonder in de provincie Zuid-Holland, met name ook door het opsopren van nieuwe mogelijkheden voor industrialisatie dezer provincie. Het beheer der stichting wordt opgedragen aan een curatorium, waarvan het eere-voorzitterschap is aangeboden aan den commissaris der Koningin in de pro vincie. De voorzitters der Zuid-Hollandsche Ka mers van Koophandel zijn van rechtswege curatoren. Voorts zal iedere Kamer jaar lijks één harer leden aanwijzen, om de ver gaderingen van het curatorium met advi- seerende steim bij te wonen. Natuurlijke en rechtspersonen zullen tegen betaling van ten minste 10 per jaar als begunstigers van het instituut kunnen toetreden. Het ligt in de bedoeling, dat de tekorten jaarlijks zullen worden aangezuiverd door de in het curatorium vertegenwoordigde Kamer van Koophandel. De wetenschappelijke leiding van het instituut zal berusten bij een direc torium. Ir. D. de Jongh, oud-directeur van gou- vernementsbedrijven in Indië, is bereid ge vonden als voorzitter en gedelegeerd lid van het directorium op te treden. Voorts hebben de hoogleeraren W. E. Boerman, dr. N. J. Polak en dr. P. E. Verkade van de Nederlandsche Handelshoogeschool en dr. ir. G. van Iterson Jr. van de Technische Hoogeschool te Delft, zich beschikbaar wil len stellen om als directeuren te fungeeren. Ook de Zeeuwsche Kamers van Koophandel del zijn uitgenoodigd mede te werken. In het geval harer toetreding zal de boven geschetste opzet dienovereenkomstig wor den uitgebreid. betreft zou het huidige systeem van big- genmerken vervangen kunnen worden door een toewijzing van een bepaald aan tal zeugen per onderneming. Waar in Nederland een overvloed is aan slachtvee en rundvleesch moet de in voer van Deensch, Argentijnsch en ander buitenlandsch vleesch zooveel mogelijk verboden worden. Trustvorming in den vleeschhandel worde ten scherpste bestre den. Eventueel noodzakelijke afslachting van vee is slechts dan aanvaardbaar, wanneer de invoer van vleesch tot een minimum is beperkt. De melk en zuivel. De melkproductie moet beter over het jaar verdeeld worden, dit door de kalve ren niet zoo overwegend in het voorjaar ter wereld te laten komen. De krachtige wintervoeding, die hiervoor noodig is van geimporteerde granen, meel en veekoeken worde tegengegaan. Invoer van buitenlandsche vetten en oliën worde in zooverre toegelaten als de eigen productie voor eigen gebruik en loonende export te kort mocht schieten. Deze invoerregeling kan geschieden mid dels heffingen. De baten uit deze heffin gen voortvloeiende worden gebruikt ter tegemoetkoming in de productiekosten van de veehouders. De plaats van de mar garine-industrie in de Nederlandsche pro ductie, voor zoover voor haar daarin nog een plaats aanwezig is, is hiermede be paald. Het vraagstuk van de melkvoorziening in de groote steden eischt dringend een nadere regeling. Het Hoofdbestuur wacht hierover nadere voorstelen van de Melk veehoudersbonden in. De door den boer te ontvangen prijs voor consumptiemelk zij zooveel hooger dan die voor industrie- melk als" in verband met de hoogere kwa- liteitseischen en productiekosten billijk is te achten. De tuinbouw. Deze tak van het agrarisch bedrijf heeft wel den moeilijksten weg te bewandelen om zich aan een nieuwe structuur aan te passen. Groote offers zijn door onze tuin ders bij de liquidatie van het oude ge bracht, de uiterste krachtsinspanning zal ongetwijfeld gevergd moeten worden om de nieuwbouw te voltooien. Het verbruik van eigen groenten en fruit moet worden gestimuleerd, eensdeels door invoerregelingen voor versche groen ten, fruit, zuidvruchten en diverse con serven, anderdeels door bevordering van de conserven en koel-industrie, waardoor de eigen oogst voor langer tijd de eigen markt kan voorzien. Wat de export-mogelijkheden betreft voor onze tuinbouwproducten, blijft het Hoofd bestuur optimistisch gestemd, ondanks de tegenwoordige moeilijkheden. Nederland is en blijft door ligging en gesteldheid de „groententuin voor West-Europa". (Wordt vervolgd). Bouwpatroons en aan nemers bijeen te Den Haag TEGEN UITSCHAKELING VAN DE PARTICULIERE WERKGEVERS Zooals wij gisteren meldden, is in de groote zaal van den Dierentuin te 's-Gra- venhage gisteren een zeer druk bezochte vergadering gehouden van de landelijke samenwerkende vereenigingen van werk gevers in het bouwbedrijf, t.w. den Ned. Aannemers- en Patronsbond voor de Bouwbedrijven, den Ned. R.-K. Bond van Bouwpatroons en den Ned. Chr. Aanne mers- en Bouwvakpatroonsbond, ter be handeling van het onderwerp: „Werkver schaffing, werkverruiming en eigen be heer". Als vertegenwoordiger van den minister van Sociale Zaken wa$ aanwezig mr. H. B. Wildt Meijboom; voorts had de minister van Waterstaat zich doen vertegenwoordigen, terwijl mede aanwezig waren o.a. dr. ir. Hacke, directeur-generaal van den arbeid, wethouder Snoeck Henkemans en verschil lende Kamerleden, vertegenwoordigers van tal van gemeentebesturen, Kamers van Koophandel, Werkgevers- en Middenstands- vereenigingen enz. De nood in het bouw bedrijf. De vergadering stond onder leiding van ir. W. M. T. Thijssen uit Amsterdam, die in zijn openingswoord constateerde, dat de belangstelling voor deze vergadering uit alle deelen des lands zóó groot was, dat de groote Dierentuinzaal (inclusief de gaanderijen) lang niet allen een plaats kon verschaffen, zoodat een tweede zaal, en wel in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen moest worden afgehuurd, waar dezelfde inleidende redevoeringen zouden worden gehouden. Als aanleiding tot deze massale vergade ring noemde spr. de groote ontstemming, v/elke over den gang van zaken met be trekking tot het uitvoeren van werken in eigen beheer en werken in werkverschaf fing tot uiting is gekomen, waarbij een toenemende ongerustheid voor de toekomst van het bouwbedrijf aan den dag trad. Reeds waren daarvoor gewestelijke verga deringen gehouden, o.a. in Groningen, Friesland en Overijssel. De nood in ons bedrijf, zoo ging spreker voort, is veel grooter dan menigeen denkt. Toen een jaar of 5 geleden de crisis zich begon te doen gevoelen door het optreden van werkloosheid, begon men van over heidswege naar middelen te zoeken om voor den steun werk te doen verrichten. Men vond 'n terrein bij de ontginning van Woeste gronden en bij de bebossching. La ter evenwel werd er uitgezien naar een ander afzetgebied en gleed men af naar het terrein van het bouwbedrijf. Daar inmid dels ook voor dit bedrijf het arbeidsveld hoe langer hoe meer ineenschrompelde, werd dit begrijpelijkerwijze met leede oogen aangezien. Na eenige cijfers te heb ben gegeven verdedigde spr. verder het aannemersbedrijf tegen de critiek als zou dit niet geschikt zijn voor de uitvoering van werken in werkverschaffing. De hulp van het Werkfonds is voor het bouwbedrijf to eenenmale onvoldoende. Niettegenstaan de de vorige minister van Sociale Zaken voorstander was van het inschakelen van het bedrijf, is daarvan bitter weinig terecht gekomen. Daarom, aldus spr., hebben wij ons gewend tot den ministerraad. De ministerraad, zoo eindigde spr., dient het consigne te geven: „Terug naar het be drijf". (Applaus). De heer Klein Schiphorst, voorzitter van den R.-K. Bond sprak vervolgens als eer ste inleider over: Normaal werk op de normale markt. De ontwrichting van ons bedrijf, aldus spr., is geen direct gevolg van internatio nale verhoudingen, maar wordt veroor zaakt door nationale invloeden. Allerlei werken worden met Rijkssubsidie in werk verschaffing uitgevoerd, waarvoor eigen lijk het bouwbedrijf is aangewezen. Niet alleen geschiedt dit met belangrijke weg-, straat-, dijk- en rioleeringswerken doch zelfs met den woningbouw. In vele gevallen hebben we te doen met een streven van ambtenaren, die hun eigen dienst gaarne in omvang zien toenemen. De overheid snijdt zich met deze poli tiek in eigen vleesch. De werken, in werk verschaffing uitgevoerd, worden veel duurder en dit moet de gemeenschap be talen. Terwijl bijna alle groepen der bevol king aan de Regeering om steun vragen, steun, die de gemeenschap steeds op de een of andere wijze geld kost, vragen wij slechts: laat ons ons eigen werk. (Ap plaus). Werkverruiming. De heer J. Swarts, voorzitter van den Christ. Bond, voerde daarna het woord en zeide dat van de tien aanbestede werken er acht zijn, waarbij geen droog brood wordt verdiend. En bij deze acht zijn er dan nog, waar niet alleen niet verdiend wordt, doGh waar geld naartoe wordt ge bracht. En dat is wellicht geen onbelang rijk deel. De strijd, die thans op de openbare markt wordt gestreden, heeft het toelaat bare allang overschreden. Niet werkverschaffing maar werkver ruiming is het primaire belang, waarvan het bedrijfsleven in zijn vollen omvang zal profiteer en. (Applaus). Uitschakeling van den aannemer. Vervolgens sprak de heer B. van Eeste- ren te 's-Gravenhage, 2e voorz. Ned. Aan nemers Patroonsbond over het onderwerp: De uitschakeling van den aannemer door eigen beheer en werkverschaffing". Spr. behandelde achtereenvolgens de na volgende punten: le. Het standpunt der Regeering bij het uitvoeren van werken in werkverschaf fing; 2e. De vraag, of het wel waar is, dat, buiten het bouwbedrijf om, zooveel werk in werkverschaffing wordt uitgevoerd; 3e. De vraag of de bijzondere aard van werken in werkverschaffing medebrengt, dat particuliere ondernemers hiervoor niet of minder geschikt zouden zijn, waarbij onder het oog wordt gezien, wat het be lang van Staat en Maatschappij in dezen eischt. 4e. Het stelsel van uitvoeren van wer ken in eigen beheer. Ten slotte deed spr. eenu beroep op Re geering, Staten-Generaal, Overheidslicha men en ambtenaren om te zorgen, dat het bouwbedrijf niet te gronde gaat. Steun wordt niet gevraagd. Wel werk. Ook de rede van den heer van Eeste ren verwekte herhaaldelijk applaus. Hierna werd gelegenheid gegeven tot ge- dachtenwisseling. Motie. De voorzitter sprak een slotwoord, waar na de volgende motie met algemeene stem men werd aangenomen: „De werkgevers in het bouwbedrijf, in landelijke vergadering, ten getale van 3000 bijeen te 's-Gravenhage, onder leiding der samenwerkende werkgeversorganisaties, wijzen bij vernieuwing op den grooten nood, welke in het bedrijfsleven is ont staan doordat tallooze werken worden uit gevoerd in eigen beheer of werkverschaf fing, met uitschakeling van de particulie re werkgevers; dringen er met kracht bij de Regeering op aan, onverwijld, liefst in overleg met de organisaties, maatregelen te nemen, opdat aan den thans geschapen toestand een einde worde gemaakt". De tweede vergadering, belegd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen stond onder leiding van den heer G. Elffe- rich, die, na een kort woord van welkom, de rede voorlas, welke de Bondsvoorzitter, ir. Thijssen in den Dierentuin had uitge sproken. Daarna las de heer Jac. van Dun de re de voor, die de heer van Eesteren heeft ge houden over de uitschakeling van den aan nemer door eigen beheer en werkver schaffing. De beide anders sprekers, de heeren Klein Schiphorst en Zwart, waren inmid dels in het Gebouw yoor K. en W. aange komen en hebben daar dezelfde rede uit gesproken. Ook in deze vergadering bleek algemee ne instemming met het gesprokene. De re devoeringen oogstten veel bijval en wer den herhaadelijk door applaus onderbro ken. Vraag Mej. W. de H. te L. inzake aan slag inkomstenbelasting. Antwoord: Volgens uw gegevens zal 10.80 bedragen. Vraag inzake premie-aandeel K. S. A. Antwoord: Zeker, hebben deze aan- deelen nog waarde. Zij zijn uitgegeven ten bate van de K. S. A.; dat is de wijze, waar op de K. S. A. er bij geïnteresseerd is. Vraag inzake premie-obligaties Geb. v. K. en W. te Amsterdam. Antwoord: Voor zoover wij weten heeft de trekking nog plaats. Wend u eens tot een bankinstelling. Vraag. Als ik een vaste betrekking heb kunnen zij mij dan verplichten om voor mijn ouders op te brengen, die door M. H. gesteund worden. Tot hoe ver strekt dit? Antwoord: Ja, u is verplicht om bij te dragen. Hoeveel dat bedraagt, zal van uw eigen inkomen afhangen. V r a a g W. v. d. L. te N., inzake de toe passing van het tarief der wegenbelasting op een auto, die zoowel voor vrachtauto als voor luxe-auto kan worden gebruikt. Antwoord: Wij kunnen dit twistpunt niet oplossen, daar zelfs deskundigen als inspecteurs der belastingen het er niet over eens schijnen te zijn. O.i. geldt het hier een luxe-auto, die voor personen-vervoer is ingericht en bestemd, maar tijdelijk voor vrachtvervoer wordt gebruikt. Het tarief van de wegenbelasting is gebaseerd op de zwaarte van den wagen, zoodat bij de be slissing of er sprake is van een personen wagen of vrachtwagen, o.i. meer gelet moet worden op den aard van het wagen type dan wel op het gebruik dat er tijde lijk van gemaakt wordt. Een officieele be slissing schijnt in deze kwestie niet geno men te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6