DINSDAG 22 OCTOBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
On-vaderlandschlievende
„schobbers"
„Gij zijt een on-vaderlandschlievende
schobber, daar gij door devaluatie noodig
te vinden, om het land van een wissen
ondergang te redden, de vlucht uit den
gulden bevordert".
Bovenstaande ontboezeming op een open
briefkaart bereikte mij dezer dagen en,
naar mij later is gebleken, hebben meer
dere leden uit de Kath. Kamerfractie en
ook de Liberale Fractie gelijkluidende be
richten van een anoniemen schrijver ont
vangen.
Het is geenszins mijn bedoeling om iets
te zeggen aan den anoniemen schrijver van
deze kaarten. Men gaat dergelijk schrij
ven van menschen, die hun naam niet dur
ven noemen, schouderophalend voorbij en
men kan hoogstens denken bij zich zelf,
„verliezers worden nog al eens vaak schel
ders", als het tenminste de schrijver de
bedoeling had om te schelden.
Maar men vraagt zich toch af, of het
niet gewenscht is, eens te ontleden, wie
in dit verband door dr. Colijn wel be
doeld zijn.
Dr. Colijn heeft natuurlijk niet bedoeld
hen, die op grond van politieke en econo
mische weerstanden, welke zich voordoen
bij de verlaging van vaste lasten, voor
standers van devaluatie zijn, om op deze
wijze te komen tot die verlaging, waar
door een eerste stap wordt gezet naar
betere ruil- en concurrentie-kracht van het
Nederlandsche bedrijfsleven; een vraag
stuk, waarmede de werkloosheid volgens
hun wijze van zien in nauw verband staat
en waarmede ook de rechtvaardigheid ge
moeid is.
Onder hen, die zoo denken, treft men
eerbiedwaardige personen aan; personen
met groote kennis zooals Prof. Kaag en
Prof. Gimbrère van de Kath. Handels-
hoogeschool te Tilburg; voorts Professoren
van de Handelshoogeschool te Rotterdam,
leiders uit het bedrijfsleven met groote
nationale verdiensten als dr. Philips uit
Eindhoven, vooraanstaande mannen in de
sociale organisaties, zooals het Eerste Ka
merlid Sarrarens, zelfs figuren als oud-
minister Steenberghe en de tegenwoordige
minister van Economische Zaken Prof.
Gelissen, die kort voor zijn benoeming tot
minister van Economisch Zaken nog deze
stelling verKondigde: elke poging tot in
dustrialisatie, elke poging tot werkherstel
of werkverruiming, elke poging tot acti
veering van het bedrijfsleven is van te
voren tot volkomen mislukking gedoemd,
als men er niet in slaagd het kostenpeil in
overeenstemming te brengen met de op
brengst. Dit kan geschieden, zoo zeide
Prof. Gelissen, of door herwaardeering der
schulden of door devaluatie.
De illusie van herwaardeering der schul
den zal Prof. Gelissen, gezien de laatste
debatten over „consequente deflatie", wel
hebben laten varen, althans onder dit ka
binet.
Dr. Colijn zal ook niet bedoeld hebben,
hen, die bij de schommelingen van pond
en dollar en franc, hier als buitenlanders
destijds, in de guldens hun bezit hebben
veilig gesteld en nu zonder bezwaar hun
guldens-bezit met winst hebben omgezet
in dollars of ponden in den laatsten tijd.
Deze buitenlanders kunnen slechts va
derlandsliefde hebben voor hun eigen va
derland, maar niet voor Nederland.
Nu deze personen zagen, dat de econo
mische ondergrond voor Nederland weg
zinkt en de begrooting alleen op papier
sluitend kan worden, hebben zij reeds ge-
ruimen tijd de vlucht uit den gulden gesti
muleerd. Maar de aanduiding van den
Min.-Pres. is op hen, als buitenlanders in
Nederland, niet van toepassing.
Ik kan vooralsnog geen enkele categorie
ontdekken, waarvoor deze kwalificatie met
recht kan gebruikt zijn, dan die Neder
landers, die speculeeren (en daaraan
door speculatie medehelpen) op de val van
den gulden om daaruit, zonder eenige re
delijke grond, winst te slaan, uit een te
verwachten vermindering -van de goud-
pariteit van den gulden. Hieronder vallen
dan ook zij, die den laatsten tijd, terwijl
altijd rente betaald is, hypotheken opzeg
gen van hoogst achtenswaardige menschen,
die onder geen mogelijkheid ander crediet
kunnen bekomen, en die dit vrij gekomen
geld aanwenden om dollars te koopen, zoo
doende tal van menschen in het ongeluk
stortend, wat herhaaldelijk voorkomt.
Maar waarom laat men deze „schob
bers", die zich ook niet houden aan de ra
diorede van dr. Colijn, hun gang gaan?
Waarom heeft men niet afgekondigd
een moratorium voor opzegging van geld
vorderingen, waarvan de rente nog be
taald werd of nagenoeg.
Waarom niet een goud-uitvoerverbod af
gekondigd? Dan is het afgeloopen met de
goudafvloeiingen en kan men het een ega
lisatiefonds den gulden op elk gewenscht
peil houden.
In Engeland gebeurt dit reeds jaren met
het grootste succes.
Daar hebben „on-vaderlandschlievende"
„schobbers" geen kans gekregen en daar
is de rente belangrijk lager dan bjj ons;
iets, waarop de Min.-Pres. heeft gewezen
als noodzakelijk voor ons bedrijfsleven. In-
tusschen is hier het disconto om de 6%
(Het disconto bedraagt thans 4,5. R. L.Ct.)
en prolongatierente eveneens, zoodat
bankschulden met 8% moeten betaald wor
den en het bedrijfsleven geruïneerd wordt.
Uit een en ander blijkt wel, dat men,
als men overtuigd devaluist is, geen ge
volg kan geven aan de suggestie van den
Min.-Pres., om over devaluatie niet meer
te praten in het belang van het land.
Het gaat er maar om hoe men dit be
lang ziet en talloozen vooraanstaande per
sonen zien dit anders dan den Min.-Pres.
Men zou evengoed kunnen vragen om niet
meer te spreken over de 440.000 werkloo-
zen hier te lande, om de gerustheid van
de bevolking te bevorderen.
Er is een spreekwoord, wat zegt „De wal
RECHTZAKEN
VERKEERD AANBRENGEN VAN
BIGGENMERKEN TE NIEUWVEEN.
In hooger beroep voorwaardelijke eisch.
In Mei j.l. stond A. v. d. V. te Nieuw-
v e e n, van beroep castreur, terecht wegens
het feit: „dat hij in Januari 1935 of daar
omtrent te Nieuw veen echte merken en
wel metalen varkensoormerken als bedoeld
in het Crisis-Varkensbesluit 1933 en de op
grond daarvan genomen Crisis-Varkensbe
schikking 1933 II heeft aangebracht op 28,
althans op eenige, nog geen vijf kilogram,
in ieder geval minder dan tien kilogram
wegende, varkens van P. G. G., die deze
aldaar in voorraad had, voor welke var
kens die merken niet bestemd waren, met
het oogmerk om die varkens door anderen
te doen gebruiken alsof die merken daar
voor bestemd waren".
Verdachte werd daarop door de Haagsche
Rechtbank tot 6 maanden gevangenisstraf
veroordeeld.
Daarna wendde verdachte zich tot mr.
Hugenholtz, advocaat te Leiden, die hem
hooger beroep liet aanteekenen.
Gisteren (21 Oct.) diende de zaak voor
het Hof. Van den kant van de verdediging
werden twee getuigen a décharge voorge
bracht.
De verdediger, mr. Hugenholtz, hield
het volgende pleidooi:
PI. betoogde, dat bij het vonnis van de
Arr. Rechtbank in het geheel geen reke
ning is gehouden met het feit, dat V. in
het geheel niet gehandeld heeft uit winst
bejag.
Uit de stukken blijkt ook niet voldoende
de ware toedracht van de zaak.
Wat toch is het geval?
Verdachte was tot 26 Januari 1935 als
biggenmerker in dienst bij de Landbouw-
Crisis-Organisatie voor Zuid-Holland en
kreeg als zoodanig eervol ontslag op vnd.
datum.
Hij werd ten zeerste gewaardeerd, het
geen o.a. blijkt uit den brief van 9 Jan.
1935 van de L.C.O., waarin o.m. werd ge
schreven: „Het spijt ons, dat u niet in
onzen dienst kunt blijven, doch er is niets
aan te doen".
V. had als merker slechts een gering sa
laris. Hij verdiende in 1934 nog geen 200
per jaar, alzoo nog geen 4 per week.
Hoe is nu het feit ontstaan?
Er waren drie varkenhouders, die eeni
ge biggenmerken te veel hadden, n.l. D., de
L. en V. Van die personen ging het plan
uit de overtollige merken bij anderen te
plaatsen. In totaal hadden zij 28 merken
over. Toen V. bij hen kwam, vroegen zij
hem om raad en of hij hunne merken aan
anderen wilde verkoopen met een over
winst. V., die een behulpzaam man is, ge
lijk ook blijkt uit het Reclasseeringsrap-
port, uit het verzoekschrift van de diverse
inwoners van Zevenhoven en Nieuwveen
en uit een brief van den Burgemeester van
Nieuwveen, is genoemde personen toen te
hulp gekomen. Dit blijkt ook uit de stuk
ken.
V. verklaarde: „ik had 10 biggenmerken
over en ik heb aan verdachte gevraagd
of hij die niet wist te plaatsen".
Deze verklaring is zeer belangrijk, als
mede de verklaringen der beide getuigen
a décharge: immers het initiatief is uitge
gaan van de drie genoemde veehouders. Zij
hebben gevraagd te verkoopen en de over
winst was voor hun.
V. verkocht daarop de 28 biggenmerken
aan G., die gaarne i 0.75 extra betaalde.
Daarop bracht V. het geld bij de drie
personen. Deze wilden het niet meer aan
vaarden, daar het feit inmiddels bekend was
geworden en bracht V. het geld terug bij G.
Uit alles blijkt dus, dat V. geen oog en-
blik te kwader trouw heeft gehandeld, om
zelf het geld machtig te worden.
Hier komt nog bij: dat tot kort daarvoor
een dergelijke overdracht toegestaan was
en veel gebeurde.
Deze heele zaak is dus niet door V. uit
gelokt, maar wel door de drie anderen, die
V. hebben gebruikt voor him doeleinden.
Uit de verklaring van V. en uit de ver
klaringen der beide getuigen a décharge
blijkt zulks terdege. Ook uit het rapport.
Ook hierom drong het feit niet zoo tot
V. door, daar in zijn voorstelling de hande
ling mogelijk was, waar de volgende con
structie voor zijn geest zweefde: Als G.
merken noodig heeft, b.v. voor 28 biggen,
kan hij die biggen verkoopen en in eigen
dom overdragen aan de drie personen (D.
enz.) die biggenmerken over hebben. Deze
mogen dan die biggen laten merken en na
merking weer terug verkoopen aan G. V.
achtte het daarom ook mogelijk, de big
gen direct bij G. te merken.
Komen wij nu tot het feit zelf een pro
jecteeren wij de feitelijke toestand op art.
219 sub 3 W. v. Str. De vraag is nu, of dit
artikel toepasselijk is. Er zijn hier merken
gebruikt voor goederen, waarvoor die mer
ken wel bestemd waren, immers de big
genmerken waren bestemd voor biggen en
zijn er ook voor gebruikt. Iets anders wa
re het als b.v. botermerk gebruikt werd bij
margarine. PI. concludeerde, dat vrijspraak
zal moeten volgen.
Mocht vrijspraak niet kunnen volgen,
dan wees pl. erop, dat V. ook voor het feit
van art. 219 W. v. Str. alreeds vervolgd is
keert het schip", en ik onderschrijf ten
volle, wat in de laatste aflevering van het
Maandblad van de R. K. Staatspartij ge
schreven werd n.l. dai de devaluatie toch
komt, maar dan op de meest ongewenschle
wijze en op het meest ongewenschte oogen-
blik dat men zich denken kan, n.l. als onze
goudvoorraad geheel weg is.
M. P. v. d. W e y d e n.
door heit tuchtrechtelijk college van de
Landbouw Crisis Organisatie.
Op 26 Augustus 1935 is V. namelijk door
de Commissie voor de Crisistuchtrecht-
spraak te 's-Gravenhage, samengesteld uit
mr. H. van Wageningen, voorzitter, mr. D.
J. Veegens en C. C. Oskam, veroordeeld:
tot schrapping als georganiseerde van de
Landbouw-Crisis-Organisatie voor Zuid-
Holland met ontzegging van het recht, om
opnieuw als zoodanig te worden toegelaten
voor drie achtereenvolgende tijdvakken
van vier maanden.
Ziehier dus weer een voorbeeld van de
zoo schadelijke en onrechtvaardige samen
loop van strafbaar feit en tuchtrechtelijke
overtreding.
Ook hier weer een dubbele vervolging,
die toch eigenlijk in strijd is met art. 68
W. v. Str. en is er sprake van een uit
spraak van een Nederla/ndschen Rechter,
op grond waarvan de ndet-ontvankelijkheid
zal moeten volgen.
Wordt dit niet aangenomen, aldus pl.,
dam moge ik uw Hof eerbiedig en dringend
verzoeken toch rekening te houden met de
(bereids opgelegde straf, die het aan V.
practisch onmogelijk maakt zijn bedrijf uit
te oefenen. Door die straf is V. vrijwel
broodeloos geworden.
Daardoor is hij bereids uitgestoten uit
de sociale gemeenschap. Het feit tweemaal
vervolgd te worden, grieft de justitiabelen
zeer en met recht.
Even erg is, dat de nieuwe crisiswetge
ving storting van een geldsom eischt, in
dien men hooger beroep wil instellen.
Waar in die tuehtr.uitspraak geen reke
ning is gehouden met het feit, dat de zaak
niet van V. uitgegaan, maar wel van de
drie biggenhouders, die hun merken ver
koopen wilden, had V. gaarne in hooger
beroep willen gaan, doch dit was hem on
mogelijk, waar hij in casu 100.had moe
ten storten, krachtens artikel 34 van het
Crisis Organisatie Besluit.
De wijze waarop de Crisistuchtrecht-
spraak zijn oplossing heeft gevonden, door
het aanstellen van quasi-overheidsrechters
acht pl. met genoemde schrijvers een vol
komen mislukking.
Het gevolg ervan is, alleen dat de justi
tiabelen twee maal vervolgd worden, het
geen voor het rechtsgevoel funest werkt.
Indien nu tenslotte het Hof vrijspraak
niet zou kunnen geven en ook niet-ontvan
kelijkheid van het Openbaar Ministerie
niet zou kunnen aannemen, zou pl. op uiter
ste clementie willen aandringen en vragen,
hier een voorwaardelijke gevangenisstraf
uit te spreken en wel vooral waar V. niet
uit winstbejag heeft gehandeld, doch lou
ter en alleen op verzoek en tot hulp van
anderen, al had hij het natuurlijk niet mo
gen doen.
Ook hier wreekt zich het feit, dat men
personen, die zich meer boer dam Over
heid voelen en zelf boer (georganiseerde)
blijven, tevens tot „ambtenaar" aanstelt.
Vervolgens is de reeds opgelegde straf
van een jaar schrapping als georganiseer
de een vreeselijk iets voor V., waardoor hij
zijn kostwinning langzaam maar zeker
heeft verloren, waardoor hij rechteloos is
geworden en uitgestooten uit de economi
sche gebondenheid.
In dit verbamd wees pl. op het Reclassee-
ringsrapport van den Directeur van de So
ciale Dienst te Leiden, tevens Seer. Aid.
Leiden der Zedelijke verbetering, die mede
op grond van onverdeeld gunstige inlich
tingen een voorwaardelijke straf vraagt,
opdat een goed mensch voor de gevangenis
gespaard blijft.
Vam belang is nog de opmerking vam hen,
die het verzoekschrift spontaan hebben ge-
teekend, waaronder 2 predikanten, 1 pas
toor, 2 burgemeesters, 2 gemeente-secreta
rissen, 3 schoolhoofden enz., dat zijm daad
„is voortgekomen uit onnadenkendheid en
oppervlakkige zucht tot dienstbetoon voor
een paar bekenden".
Pl. verzocht tenslotte nogmaals vrij
spraak of voorwaardelijke veroordeeling.
De Procureur-generaal eischte een voor
waardelijke gevangenisstraf van 6 maan
den met proeftijd van drie jaax. Uitspraak
óver 14 dagen.
FAILLISSEMENTEN
U i t g'e s p r o k e n:
W. F. Legeer, caféhouder, Voorscho
ten, Haagweg 4. Cur.: Mr. J. Blom, Was
senaar.
SAMENWERKING
langs den w«g, déér gaat
hat oml Niet alleen om
de eigen auto of fleta
denken, maar ook reke
ning houden met ande
ren. Dan zal het ver
keer vlotter worden. Dan
wordt de verkeersveilig- >1%.
he d grooter. Helpt allen
mee: meer samenwerking
LANGS DEN WEG
UIT DE OMGEVING
SASSENHEIiM.
St. Joseph's Gezellen. Onder zeer
groote belangstelling van genoodigden, ge
zellen en bgesturen van verschillende or
ganisaties hield gisteravond de afdeeling
Sassenheim een bijeenkomst met als eenig
agendapunt: De heer Piet Kasteel komt als
spreker. De belangstelling voor dezen
avond was groot.
Te 8 uur opende de Vice-Praeses, kape
laan Westerkamp, den avond met een wel
komstwoord tot alle aanwezigen, inzomder
tot den heer P. Kasteel. Z.Eerw. sprak zijn
genoegen uit over de opkomst op dezen
Gezellenavond en deed eenige mededeelin-
gen over de Gezellenbeweging. Wat deze
beweging wil, blijkt uit de verschillende
acties, die de St. Joseph's Gezellen onder
nemen. Alles wat nuttig is voor elke be
weging en voor iederen katholieken jon
gen. leeft en herleeft in de St. Joseph's Ge
zellen. Het toonbeeld van Vader Kolping
vooral wordt nagestreefd. Spr. verwacht
van de 50 aangesloten gezellen, dat zij in
de toekomst echte katholieken van den
daad zullen zijn.
Spreker hoopt, dat deze avond, welke
een van de punten van het winterprogram
vormt, ertoe moge bijdragen, dat het kleine
leger zal uitgebreid worden.
Na deze toespraak werd door de gezel
len het Vlaggelied gezongen.
Vervolgens wordt het woord verleend
aan den geachten spreker, die met applaus
wordt begroet.
De heer Kasteel gaf een uiteenzetting
van de politieke toestand in ons land in
verband met de situatie in het buitenland.
Veel en veel heeft spr. dezen avond verteld
en zeer vele dingen duidelijk gemaakt voor
hen, die niet in alles zoo thuis zijn. Het slot
van spr.'s betoog was, dat wij katholieken,
die het ware geloof bezitten, waarnaar an
deren zoeken en het niet willen zien, hen
ten voorbeeld moeten zijn, zooals Kolping
dat voor ons is geweest en ons is voorge
gaan. De Kerk heeft ons altijd door alle
tijden heen geholpen en geleid en zal dat
steeds blijven doen. Laten we daarom be
sluiten ons aan Haar te klampen. Dan is
de toekomst verzekerd.
Op deze geestdriftige rede volgde een
daverend applaus. Van de gelegenheid tot
vragen stellen werd druk gebruik ge
maakt. Vooral over devaluatie werden vele
inlichtingen gevraagd. Over deze materie
heeft spreker uitvoerig gesproken, totdat
zijn keel en de tijd hem verder beletten er
nog verder op in te gaan.
De klok had bijna sluiten geslagen, toen
kap. Westerkamp sloot met dank aan den
spreker en voor de aangename debatten.
Arbeidsbeurs. Aan het bureau van
arbeidsbemiddeling staan heden ingeschre
ven 148 werkloozen tegen 145 op het zelfde
tijdvak van vorig jaar.
WARMOND.
Gemeenteraad. De Raad dezer ge
meente vergadert Vrijdagmorgen a.s. 10 uur
ten raadhuize. 1. Ingekomen stukken. 2.
Aanbieding Gemeentebegrooting voor 1936.
3 Aangaan geldleening voor vernieuwing
en verbreeding van wegen en afstaan van
gronden. 4. Aanvaarding van gronden voor
weg verbreeding, onder zekere voorwaar
den. 5. Verhuur van het voormalige Ge
meentehuis aan den R.K. Volksbond als
ontspanininigslokaal voor werkloozen, en
toekenning van een subsidie 6. Wijziging
verordening op de heffing van Secretarie
leges en van rechten ten bureele van den
Burgerlijken Stand. 7. Vaststelling veror
dening regelende de inning der leges voor
de afgifte van jachtakten en ontvangen
gelden ingevolge het vuurwapenreglement.
8. Verordening tot wijziging van die, rege
lende de eischen van benoembaarheid en
de bezoldiging van de Gemeenteveldwach
ters. 9. Voorstel tot het eene richting-
verkeer, over den Buurweg naar de Laan
van Oud-Alkemade. 10. Beschikking op het
verzoek van het bestuur der school met den
Bijbel om gelden uit de Gemeentekas voor
verbouw of verandering van de inrichting
van het schoolgebouw. 11. Prae-advies met
betrekking tot het aanleggen van vreemde
schippers met hun vaartuigen, in de nabij
heid van de Gemeentelijke aschschuur. 12.
Comptabiliteit. 13. Voorloopige vaststelling
van de Gemeenterekening dienst 1934. 14.
Wat verder zal worden, ter tafel gébracht.
15. Rondvraag.
„Graal"-kersmis. Zooals eerder werd
aangekondigd, was door de Graal een „ker
mis" op touw gezet. Inderdaad, het was met
recht een „kermis", want een ieder kon
zich naar hartelust vermaken. Amusement
was er in overvloed. Een bijzondere attrac
tie vormde voorzeker de waarzegster, die
in een fantastisch hoekje, de duistere za
ken wist op te lossen, en vooral de hengel
sport, die zeker wel het grootste voordeel
voor de kas is geweest.
Te ruim drie^ uur werd deze kermis op
offiicieele wijze geopend. Allereerst werd
door alle graalleden het „Graallied" ge
zongen, waarbij Mej. Jo Machen haar
medewerking verleende door het gezang
met pianomuziek op te luisteren.
Hierna verzocht Mej. M. Burcksen den
zeereerw. heer Pastoor Oudejans deze ker
mis te openen. Volgaarne, aldus spreker,
voldoe ik aan deze wensch. Gedurende
mijn 34-jarige loopbaan, aldus spreker, is
mij reeds vele malen verzocht het openen
van een of ander, maar nog nooit is mij de
eer te beurt gevallen een „kermis" te ope
nen, en daar het houden van zulk een ker
mis in Warmond iets is, wat er wel in wil,
ben ik er vast van overtuigd, dat ook deze
kermi6 een succes zal worden, en dat na
afloop de kas zoo vexsterkt zal zijn, dat di
verse benoodigdheden zullen kunnen wor
den aangeschaft. Voorts wenschte spreker
GRAAL-HOEKJE.
Als de wind aan ruiten en deuren ram
melt en de boomen al zoo geel beginnen te
worden, de regenvlagen zwiepen en bij
zondere waai-luchten je de buitengewoon
prettige gewaarwording geven, dat de we
reld toch zoo wijd is, dan zoek je een gezel
lige oude jas op, zoo eentje waar je na ja
ren slechts noode van kan scheiden, die
zoo'n stuk van jezelf geworden schijnt.
Je duikt diep weg in je kraag van je jas,
trekt je pet diep op je bol, zwaait de huis
deur in het slot, stopt je handen in je zak
ken, en plant je beenen veilig op de hob
belige keitjes. De kracht van den wind, de
prikkeling van de lucht, het fijne waas, dat
alles zoo puntig af contourt wat 'n frisch-
heid, wat 'n kracht, wat 'n pit, wat 'n
voortvarendheid komt je buiten tegemoet!
En al loopende, los je problemen op,
waaien je bekommeringen je bol uit, komt
er plan voor plan in je hoofd opom
te werken, want: je staat te midden van
het bruisende leven. Je ziet menschen om
je heen, die je interesseeren. Je leest ge
zichten, je taxeert, wikt en weegt.
Je haalt je hart op aan 'n humoristische
hondenstaart, glimmende roode tomaten
enz. Je roetst tusschen bakfietsen, zwaar
hagende motoren, angstig tingelende
trams. Je geniet van alles rondom je
heen, je geniet vooral van de menschen.
Daar zie je 'n landerigen mijnheer, 'n
schooiersvrouw, 'n opgeschoten vlegel....
'n bedelaarskind.
Als je goed kijkt, zit er in al die men
schen iets leuks.
En je denkt: wat een rare rommel bij
elkaar! Aan den eenen kant het geweldig
blinkend gezicht van de techniek de an
dere kant is goor, onfrisch, het is verlept,
de vale kant van armoede crisis. Naast
de toespitsing van het menschelijk den
ken meest ruïneuze geestelijke verwor
ding.
Toch is dezelfde God over ons allen,
werkt de genade in den mensch, leeft Chris
tus in ons voort, spiegelt Hij Zich in iede
ren mensch, ook in de meest armzaligen.
Wij zijn daarvan tot in het diepst van onze
ziel overtuigd. Wij gelooven daarom in
de mogelijkheid van wereldver
nieuwing. In en door en met Christus
willen we leven, werken en vechten.
Vèchten tegen den lamlendigen geest van
enge levensbekrompenheid: van hokjes
mentaliteit der menschen, die o-zoo-gezel-
lig anderen kunnen afbreken en zwart ma
ken.
Vèchten tegen den zwartgalligen mensch
van dezen tijd, die als crisismensch het
hoofd gericht houdt naar den grond, en
zich moeizaam voortsleept over de aarde;
die geen blijheid afstraalt, omdat-ie licht
schuw is. God en Zijn zon en sterren en
bloemen en vogels, het sdhoone, dat we
toch in duizend en één variëteiten óm ons
hebben ze zeggen hem immers niets.
Hij is van beton: plomp en sterk en mas
sief. Maar zonder ramen in z'n zielehuis,
zonder een grein fantasie: één blok ma
terialisme.
Vèchten èn durven. Durven reiken
naar ons ideaal: een Christelijke samenle
ving met als centraal punt het kruis.
Durven onze kruisliefde in pr act ijk om
zetten. Durven gelooven in wereldver
nieuwing.
Durven optimist zijn en de zon zien.
Durven tegen alle benepen voorzich
tigheid en zwaar op de handsche critiek
nieuwe banen te gaan.
Stralend en frisch een wereld wij d
Katholicisme te beleven. Steeds Excel
sior!
Graalleden, laat dit ons bezielen. De Graal
eischt moed, liefde, overgave, kracht, uit
houdingsvermogen; straalt dit ook uit
Wees lief, vroolijk, sprankelend, gezellig en
leuk.
Weet te dienen met gratie en sleep
de wereld naar Christus.
KOOPT BIJ HEN,
DIE IN UW 3AGBLA0
ADVERTEEREN
L
alle aanwezigen hartelijk welkom w.o. wij
ojn. opmerkten de verschillende afgevaar
digden der besturen, alsmede dr. Walen
kamp Jr. en vele anderen. Een luid applaus
volgde op deze woorden. Bij monde van
Mej. Burcksen werd den Pastoor een
woord van dank gebracht voor zijn sym
pathieke woorden. Deze dank werd nog
vertolkt door het zingen van een lied, on
der leiding van Mej. Paardekooper, bijge
staan door het spel van Mej. Machen.
Hierna wachtten ons aangename uren,
doorgebracht in gezellige drukte en pret
tige stemming. Nadat de verschillende
stands bezocht waren, waarbij een Pinda-
mannkele zijn versnaperingen aan den man
trachtte te brengen, kon men in een Ja-
pansch theesalon een geurig kopje thee ge
bruiken, welke door eenige Japansche da
mes werd rondgediend.
Het tusschen de bedrijven door geboden
muzikale en declamatorische voordrachten
vielen ook zeer in de smaak.
Met recht komt hier een woord van hul
de toe aan de leidsters, die deze zoo keurig
geslaagde kermis hebben op touw gezet.
Ook mag niet vergeten worden een woord
van dank te brengen aan degenen, die zoo
bereidwillig het een en ander hadden af
gestaan en verschillende prijzen hadden
beschikbaar gesteld.
Tot slot zij nog vermeld, dat Mej. Th. van
Niekerk haar medewerking verleende om
van tijd tot tijd door haar keurig piano
spel de feestvreugde te helpen verhoogen.