FEUILLETON.
HAAR MOEDERS
EVENBEELD
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
36)
En Sir Reginald, hij had zijn belofte ge
broken, omdat hij moest, omdat een in
wendige macht, sterker dan eenig ander
gevoel, hem joeg. Hij moest naar haar
toe.en dus was hij gekomen. i
De manier waarop ze hem zijn congé
had gegeven, was te plotseling geweest om
geloofwaardig te zijn. Hij kon het niet be
vatten. Hij had maar steeds het vage be
sef niet van zich kunnen afzetten, dat het
een droom moest zijn en hij kwam thans
om zich te vergewisen of die droom inder
daad werkelijkheid was.
Bovendien, haar woorden, haar heele ma
nier van doen, had hij bij later overden
ken geoordeeld, hadden iets onwezenlijks
gehad, iets dat niet overtuigde. Als had hü
ook duizend beloften gegeven, met dit
afscheid kon hij geen vrede hebben.
„En, kindje", zei hij, in zijn oogen een
glans van vreugde om de onmiskenbare
blijken van haar niet-gestorven liefde;
„vertel me nu maar eens wat dat alle
maal te beteeken en heeft. Wat 'n onbere
kenbare kleine heks ben je toch, Winnie."
„Ik kan er niets aan doen", stamelde ze
gesmoord; „geef.... geef me een kus....
éénmaal maar!" De tranen stroomden over
haar opgeheven gezichtje.
Sir Reginald aarzelde geen seconde om
aan deze uitnoodiging te voldoen! Hij voel
de zich in den zevenden hemeL
„Hoe zit het eigenlijk?" hernam hij na
een pauze. „Hoe je nu weer van me? Ben
ik weer in genade aangenomen?"
Winifred's hoofd lag op zijn schouder,
haar haar tegen zijn wang. Ze gaf geen
antwoord.
„Het heeft er tenminste veel van", ging
hij voort, „en stilzwijgen wordt geacht toe
stemming te beteekenen. Maar waarom
hield je dan eergisteren opeens niet van
me?"
Weer bleef 't meisje het antwoord schul
dig. De extatische verrukking begon te wij
ken; de moreele bezwaren, door het gesprek
met Sir Reginald's moeder in haar geest
gewekt, kregen weer de overhand. Wat ze
deed was niet goed voor hem.
„Toe vertel het me", drong hij aan. „Je
zult het me toch heusch moeten vertel
len."
Winifred maakte zich van hem los.
„Je hebt beloofd niet meer te zullen ko
men; je hebt het uitdrukkelijk beloofd",
hield ze hem voor.
„Kon ik er iets aan doen, dat ik mijn be
lofte niet gehouden heb?" verdedigde hij
zich opgewonden. „Ik snapte er letterlijk
mets van en ik was doodziek van ellende."
„Dus je bent van plan om weer gere
geld te blijven komen, zelfs als je beloofd
net te zullen laten?"
„Ik denk er niet aan nog eens zoo iets
krankzinnigs te beloven. Waar is dat goed
voor? Jjj houdt van mij en ik houd van
jou."
Winifred wendde zich af. lien naar het
raam en bleef een tijdlang naar buiten sta
ren.
Haar fijne lippen verstrakten; een trek
van vastbesloten wilskracht kwam om haar
mond. Gedurende de paar minuten dat ze
daar bij het raam stond, werkten haar her
sens ingespannen en snel. Ze was zichzelf
nu weer volkomen meester.ze over
zag de situatie en klaar.
Ze had beloofd hem op te geven en ze
zou die belofte houdenhoe dan ook.
Het was terwille van hem en bij alle bit
terheid was er iets zoets in 't besef van
martelaar-zijn.
Maar één ding besefte ze nu heel duide
lijk. Zoolang hij wist, dat hij haar hier
vinden kon, zou ze haar offer niet kunnen
brengen. Hij zou haar geregeld blijven op
zoeken en als ze hem zag, zouden haar dap
pere vooriemens telkens weer wegsmel
ten als sneeuw voor de zonnet als nu!
Morgen om dezen tijd, als hij weer kwam,
moest ze hier vandaan zijn, begraven in
een ander deel van Londen, onvindbaar
voor hem.
Toen ze met zichzelf in 't reine was, ging
ze weer op hem toe en zei: „Juffrouw Good
man zal wel direct met de thee komen.
Kom, laten we gezellig bij elkaar gaan
zitten. Zeg, je wou immers weten of ik
nog van je hield? Het antwoord is ja, ja,
er nog eens ja. Dat is zeker wel voldoende
om alle twijfel bij je weg te nemen, hè?
Je moet zoolang blijven als je kunt van
middag en ik zal heel, heel lief zijn, op
voorwaarde, dat je niet vraagt, waarom ik
je eergisteren al dien onzin vertelde, want
daarop geef ik je toch .geen antwoord!"
Sir Reginald nam haar in zijn armen en
kuste haar, nog eens een nog eens.on
ophoudelijk! Toen kwam juffrouw Good
man met de thee en hij bleef tot zeven uur
zonder ook maar éénmaal inbreuk te ma
ken op de voorwaarde die ze had gesteld.
Al dien tijd deed ze kalm-opgewekt, maar
toen hij haar een afscheidskus gaf, schrei
de ze zachtjes. Sir Reginald zocht daar
echter niets bijzonders achter; het leek
hem een heel begrijpelijke reactie op de
emoties van dien middag en de vooraf
gaande dagen.
Hij verdiepte zich niet meer in de vraag
wat de oorzaak van haar onverklaarbaar
gedrag mocht zijn geweest; het was hem
genoeg dat nu alles weer goed was. Op
vrouwen kon je nu eenmaal geen peil trek
ken, maakte hij filosofisch uit. Toen hij
vertrokken was, zei Winifred tegen de
hospita, op bedaarden, zakelijken toon:
„Ik ga morgen hier vandaan, juffrouw
Goodman, voorgoed.
Voordat de goedhartige vrouw ophelde
ring kon vragen, ging de bel. Het was de
post en juffrouw Goodman kwam terug
met een brief voor Winifred.
Met haar aangeboren kieschheid liet ze
het meisje alleen om hem te lezen. Het
was een bericht van de directie van het
warenhuis waar haar bezoek aanvankelijk
zooveel succes beloofd had. De firma moest
Miss Barltlett meedeelen, dat zij tot haar
spijt bij nader inzien geen gebruik van
haar diensten kon maken.
De „geestelijke" had zijn werk gedaan.
Het was een slag die Winifred half ver
doofde. Ze was er immers zoo goed als ze
ker van geweest binnen een paar dagen
weer in haar eigen onderhoud te kunnen
voorzien! Ze voelde zich voor een grim-
migen, onoverkomenlijken muur van moei
lijkheden en bezwaren geplaatst.
Den volgenden morgen moest ze ergens
in een volkomen vreemd huis trekken,
want hier blijven zou ze onder geen voor
waarde, met nauwelijks eenig geld in haar
zak en zonder uitzicht het te krijgen.
Want een beroep doen op Sir Feginald's
hulpvaardigheid, was wel het laatste wat
ze thans van zich zou kunnen verkrijgen.
Hoe bescheiden 'naar levensomstandighe
den ook waren geweest, armoede had ze
nooit gekend; haar „tante" had altijd vol
doende geld ter beschikking gehad. En het
vooruitzicht van gebrek te moeten lijden,
was een verschrikking voor haar. Ze moest
een uitweg vinden en toen ze 'n beetje van
den schok van de jobstijding bekomen
was, leek niets haar natuurlijker dan dat
ze, nu ze blijkbaar in haar oude vak niet
slagen kon, het toch nog maar eens met
de tooneelplannen probeeren zou.
Om acht uur was ze in Uxbridge besteld.
Ze keek op de klok; als ze voortmaakte
kon ze er nog op tijd zijn, al was het
krap aan. Ze zou het er maar op wagen.
Weliswaar had ze den agent geschreven,
dat ze niet komen zou en mogelijk had deze
zijn cliënt op de hoogte gebracht, dat de
samenkomst niet doorging. Maar het was
de vraag of hij daarvoor nog gelegenheid
had gehad; ze had haar briefje laat verzon
den; zóó laat dat een antwoord van den
agent pas kwam, toen het haar niet meer
kon bereiken!
En dat antwoord hield een waarschuwing
in, die haar zeker tot nadenken zou heb
ben gestemd.de medeceei'm dat hij
haar nooit over een samenkomst in Ux
bridge had geschreven!
Winifred sprong op, zette h&sstig haar
hoed op, schoot haar mantel aan, rende
de trap af, de straat op.
(Wordt vervolgd).
De bekende beiaardier J. Vincent, onder wiens leiding de restauratie
werkzaamheden aan het Hemony carillon van den Lebuinustoren te
Deventer plaats vinden, tijdens het gebruiken van zijn lunch In hooger
sferen, waarbij hij een mooi uitzicht over de omgeving geniet
Een .platina'-bruiloft te Maastricht.
Het echtpaar Ramaekers Heuts te
Maastricht vierde deze week zijn 65-
jarig huwelijksfeest
Oud-minister Verschuur vertrok Donderdag met zijn echtgenoote van den Haag naar Indië als lid van
den Raad van Beheer der Ned. Indische Aardolie Mij. De ministers Oud, Van Lidth de Jeude en De
Wilde, benevens prof Aa'berse deden den vertiekkenden uitgeleide
Sir John Clerck, de Engelsche gezant in Frankrijk legt aan
tijdens de .politieke" jachtpartij, welke deze week te Ram-
bouillet werd gehouden
De kruiser .Penelope" is deze week
te Belfast te water gelaten. Het schip
glijdt van de helling in zijn element
Koning Gustaaf van Zweden zet zijn handteekening in het
officieele gastenboek bij de opening van de liftinstallatie voor
het vervoer van passagiers naar het hoog gelegen Zuidelijk
deel van Stockholm