De K.R.0bestaat 10 jaar.
Sfe £cid6clve6ou4cmt
Ten bate van ket Haagsche crisiscomité werd Zaterdag in de Residentie Oe Katholieke Radio Omroep vierde Zondag het tO-jarig bestaan. De
een collecte gehouden, waarbij een tweetal Javaansche dansers in hun
fantastische Ideedij medewerking verleende
voorzitter der vereeniging, Pastoor Perqum, tijdens zijn radio-rede
Te Bussom is Zaterdag het huwelijk voltrokken tusschen
jW. mr. G. R. G. van Swmderen, commies op het departe
ment van BuHenfandsche Zaken, en jkvr. A. C. baronesse
van Heemstra.
FEUILLETON-
HAAR MOEDERS
v EVENBEELD
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
26)
XV
Fowle weer op bet tooneeL
Winifred had thans al drie weken haar
intrek genomen in een pension in een der
breede zijstraten van Camden Town, waar
den heelen dag vrijwel niemand voorbij
komt, behalve een paar venters met fruit
en der gelijken, wier geschreeuw de stilte
van de omgeving des te meer schijnt te
doen uitkomen. De hospita was een zekere
juffrouw Goodman, die het aardige en
vriendelijke meisje val welgemeende har
telijkheid tegemoet kwam en een praatje
met haar maakte. lederen morgen kwam
er een mooie bos bloemen van Sir Regi
nald en iederen middag, regelmatig als
een klok, verscheen Sir Reginald zelf, en
dronk juffrouw Goodman's thee.
Dit waren geen onpleizierige weken voor
Winifred en als ze niet zoo bang was ge
weest ontdekt te worden en maar wat be
zigheid had gehad, zou ze zich volkomen
gelukkig hebben gevoeld. Maar ze leefde
ondertusschen van „geleend" geld en voel
de zich in een scheeve positie geplaatst.
„En nog nieuws?" Dat was altijd Sir Re
ginald's eerste vraag, als hij *s middags
zijn hoed en stok ophing.
En Winifred's stereotiep antwoord:
„Niet veel. Ik heb weer een paar schouw
burgdirecteuren gesproken en ben een stel
letje theateragenten afgeloopen, heb ze
voorgezongen, maar werd afgescheept met
de gebruikelijke beloften. Ik ben bang, dat
jij zelfs je geduld zult verliezen en het
spijt mij verschrikkelijk dat ik al mijn tijd
en energie gebruikt hebt om een betrek
king aan een tooneel te krijgen, inplaats
van iets anders, want er zijn hoopen meis
jes die heel wat beter zingen dan ik."
„Maar Winifred, je moet je niet zoo
gauw uit het veld laten slaan", troostte Sir
Reginald steeds. „Je windt je veel te veel
cp en maakt je overstuur, alleen omdat het
je hindert watjij noemt „afhankeijlk" te
zijn van iemand, van wien je bang bent,
dat hij ongeduldig wordt. Is het niet zoo?"
„Neen, dat bedoelde ik niet", kwam Wi
nifred met een lief, weemoedig lachje.
„Je bent oneindig goed voor me, Reginald."
„Nu ben ik weer „oneindig goed", dat is
werkelijk meer dan menschelijk!" schert
ste de jonge edelman. „Maak je nu heusch
maar niet bezorgd, Winnie, het komt alle
maal best in orde. Je hebt een aardige stem
en bent muzikaal veel beter aangelegd, dan
de meeste meisjes, die solliciteer en. Vroe
ger of later zul je, als je vast bij je plan
blijft, wel vinden wat je zoekt. Waarom
zou je je haasten?"
„Je begrijpt me niet, of je wilt het niet
begrijpen," protesteerde Winifred zacht.
„Ik moet zien zoo vlug mogelijk iets te
krijgen."
„Nu, als je het dan met alle geweld
wilt...." hij pauzeerde even in naden
kend zwijgen.... „Kijk eens, ik heb zelf
niet erg veel relaties in tooneelkringen,
maar ik ken een dame, die ze waarschijn
lijk wel heeft, een goede vriendin van me.
Ik zal er eens met haar over praten, mis
schien dat zij iets voor je kan vinden."
„Wie is die dame?" informeerde Wini
fred.
„Lady Ronald Tower."
„Jong? Ziet ze er leuk uit?" vroeg Wi
nifred verder, de oogen gericht op het
haakwerk in haar schoot.
„Hm nogal", antwoordde Sir Regi
nald, met een glimlach van prettige her
innering, een glimlach, die Winifred op
merkte van onder haar oogleden.
„Hoe zdet ze er uit?' 'drong ze.
„Wacht eens, hoe zal ik haar beschrij
ven? Groot, statig, wat je noemt knap, uit
dagend op het brutale af, voortreffelijk ge
kleed. En dat allemaal een beetje „te"
snap je? Soms doet ze me denken aan een
zeilschip met volle tuigage."
„O ja?" klonk het 'n beetje koel. „Je zou
zeggen, dat ze dan toch wel erg aantrek
kelijk moet zijn! Is het een héél oude
vriendin?"
„Nou en af! Ik kende haar al toen ik
achttien was. Een vlot juffertje." Weer
was er die glimlach van aangename her
denken. „Knapjes vrijgevochten voor een
meisje uit de society-kringen, weet je."
„O, daar hoor jij natuurlijk ook onder?"
„Ik? Hoogstens uiterlijk. In mijn hart
heb ik er het land aan. Maar je kunt je er
met systematisch aan onttrekken."
„En die Lady Ronald Tower, hoe oud
was zij toen jij achttien was?"
„Goed zestien."
„Was ze toen vlot?"
„Voor een meisje uit de Society onge
twijfeld. Maar je moet je het vooral niet
te erg voorstellen. In die kringen kan men
zich niet zoo erg veel permitteeren
„Hoe hoe wist je het?"
„Ik och we waren immers allebei
jong? Maar jij bent me een nieuwsgierig
aagje, hoor."
„Ik vraag me af, hoe jij je kostbaren tijd
kunt verknoeien door mij te komen opzoe
ken, terwijl je met knappe, aantrekkelijke
vrouwen uit de uitgaande wereld in aan
raking kunt komen, zooveel je maar wilt."
„Zeg, je bent toch niet jaloersch?" lach
te Sir Reginald. „Ze is niet waard, dat ze
m je schaduw staat."
„Toch zou ik niet graag verplichtingen
hebben aan die dame."
„Maar Winifred, waarom niet? Je moet
niet overdrijven, kindlief. Daar is niet de
minste reden voor."
„Hoe komt het dat zij relaties onder too-
neelmenschen heeft?"
„Ik weet niet of zij het heeft; bet lijkt
me alleen maar erg waarschijnlijk. Een
vrouw-van-de-wereld, zoo iemand die al
tijd de aandacht wil trekken en op groo-
ten voet leeft en toch altijd slecht bij kas
is.... och, dat soort kent allerlei typen
menschen, uit allerlei kringen van de maat
schappij. Het zou me buitengewoon ver
bazen als ze je niet kon helpen."
„Is zij de vrouw van Lord Ronald Tower,
die met een lasso in de rivier getrokken
isT
„Ja."
„Wat wonderlijk toch, dat die naam tel
kens weer in mijn leven verschijnt," zei
Winifred nadenkend. „Een maand geleden
las ik hem voor het eerst in een krant en
sindsdien duikt hij steeds op de een of an
dere manier op. Ik zou heusch liever wil
len, dat je heelemaal niet met die dame
over me sprak, Reginald."
)rEk zal zoo vrij zijn het toch te doen, op
gevaar mij je toorn op den hals te halen."
En plagend voegde hij er bij: „Je moet niet
bang zijn voor schaduwen, hoor..,, je
bent al te oud voor spokenvrees!"
Winifred was een poosje stil. Toen vroeg
ze: „Heb je Mr. Marshall den laatsten tijd
nog gesproken?"
„Ja, een paar dagen geleden. Hij is al
tijd in min of meer nauw contact met me;
per brief, telefonisch en persoonlijk. Maar
er is op het oogenblik niets belangrijks te
vertellen. Ze hebben het heele land afge
zocht naar Veles en Greyfoot; ze hebben
een aanleiding om ze te arxesteeren we
gens die schietpartij op ons; maar ze schij
nen die gladde vogels geen zout op den
staart te kunnen leggen. Intusschen heb ik
cm complicaties te vermijden, de schade
van de beide auto's betaald. Marshall houdt
zich onafgebroken bezig met het probleem
van jouw relatie met die onmogelijke
„tante" en ik geloof, dat hij al meer weet,
dan hij wil loslaten?"
„Zou tante Rachel nog steeds naar mg
zoeken?" vroeg Winifred.
.(Wordt vervolgd).