De 3 October-feesten te Leiden. 3)e £eictocJie De Prins van Wales werd deze week Twee typische ontmoetingen tijdens door den president van Frankrijk, den Oosterschen optocht bij de Leid- Lebrun, ontvangen. De hooge gast op sche 3 October-feesten het bordes van het kasteel van Ram- bouillet De 3 October-feesten te Leiden werden Donderdag ingezet met de traditioneele uitdeeling van haring en brood. De burgemeester der sleutelstad kwam zich persoonlijk van den gang van zaken overtuigen De Oostersche optocht, die Donderdag door Leiden trok in verband met de 3 October-feesten, had zeer veel belangstelling. Een der fraaie wagens Op den onbewaakten spoorwegovergang te Nootdorp is Donderdag een melkauto door den Dieseltrein gegrepen en totaal vernield, waarbij de twee inzittenden der auto om het leven kwamen. De plaats des onheils Beladen met buit naar huis na de traditioneele uitdeeling van haring en brood op de 3 October-feesten te Leiden FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 24) En dronkenschap was ook werkelijk het eenige woord, waarmede de geestestoestand van de twee ruiters aangeduid kon worden de woeste begeerte om steeds harder .voort te komen, haat tegen alles, wat in den weg kwam, een jagende hartstocht in het bloed en brandende oogeen. Veles zou met genoegen door een batal jon soldaten zijn heen gereden als hy dat tegengekomen was en zou de stumperds boviendien nog uitgevloekt hebben, terwijl hij het deed. Vijf minuten lang joegen de wagens voort, schoten door een slapend dorpje, toen een heuvel af en de open velden weer in. Geen der inzittenden in den voorsten auto sprak een woord, hun gedachten en bedoelingen bleven bi het duister van den nacht en de beslotenheid van hun gemoed verborgen. Het gedaver der tot him top prestatie opgevoerde motoren zou trou wens ieder ru*tijr gesproken woord onmo gelijk hebben gesmaakt. Intusschen üep de achterste wagen nog steeds op den anderen in. En plotseling hoorde Sir Reginald roepen, hoewel hij de woorden niet kon verstaan. Greyfoot stond rechtop en krijschte uit alle macht: „Stop, of ik schiet!" Deze sommatie was niets dan verspil ling van adem, want toen ze ternauwer nood was geuit en vóór Carshaw, zelfs als hij had gewild, er gevolg aan had kun nen geven klonk reeds weer het gegil der vrouwen en tegelijkertijd de knal van den kogel tegen den voorkant van Sir Regi nald's wagen. Juist toen verloren de wagens elkaar uit het gezicht door een bocht in den weg en een stukje bosch, maar ze waren nog geen minuut weer op den rechten weg toen een tweede schot werd afgevuurd. Sir Reginald had zich echter zoo ver mogelijk omlaag laten zakken op zijn knieën. Hij kon nog net op den weg kij ken. Dekking zoekende achter de motor- kast, liet hij zoo weinig mogelijk van zijn lichaam onbeschermd tegen een aanval. Hij minderde echter geen vaart, en vloog verder; toch had dat schieten uit het duis- van den nacht een zenuwsloopende wer king. Hij wist, dat die schoten kwamen van 'n hand, die zelden faalde, en dit al leen nu deed, door het onvermijdelijke trillen en schokken van den auto. Slechts Sir Reginald's voorhoofd was onbe schermd, 't donker was in zijn voordeel, maar hoe meer hij op de vluchtelingen won, hoe minder dit voordeel hem te pas kwam. En indien hij ze zqu inhalen wat dan? Deze vraag kwelde nu zijn opgewonden hersenen. Hij had nog niet overwogen, hoe hij verder handelen zou. Zijn kans stond niet schitterend. Het was twee tegen een. hij zou eenvoudig neergeschoten worden. Zijn eerste idee, toen hij de achtervolging begon, was alleen geweest in hun kielzog te blijven, opdat de vluchtelingen niet met Winifred zouden verdwijnen zonder een spoor achter te laten. Maar in het heetst van den jacht werd het hem duidelijk, dat hij, het kostte wat het wilde, moest zien ze te pakken te krijgen; evenwel toen hij de andere wagen op vijfentwintig meter was genaderd en twee schoten snel achter elkaar klonken, maande een inwendige stem hem tot bezinning en hij besloot zijn vaart een wenig te minderen. Hij had echter nauwelijks tijd om dat te doen, want uit de wagen vóór hem klonk een kreet uit vier monden tegelijk. Een kudde koeien en schapen, die naar de een of andere markt gedreven werden, blok keerden den weg, juist in een bocht, waar Veles met ten top gevoerde snelheid door heen suisde. Hij zat er zoowat bovenop en het was buitengesloten, dat hij deze be lemmering ongehinderd passeerde, want de dieren vulde in een dichten drom den weg over een afstand van zeker veertig meter. Veles remde uit alle macht en met een gierend geknars kwam de voorste auto schokkend tot stilstand; twee seconden la ter botste Sir Reginald's wagen met een geweldigen plof tegen den anderen op. Sir Reginald kreeg een gewaarwording alsof hij opgetild werd en door de lucht zweef de. AJs een kat kwam hij bovenop Veles en Greyfoot terecht op de voorbank van hun auto. De drie mannen lagen als een ver ward kluwen door elkaar, zonder precies besef van wat er eigenlijk aan de hand was. „Winifred loop; zoo hard je kunt!" „Verd De eerste woorden kwamen opgewonden van Sir Reginald Carshaw's lippen; de ver- wensching werd geuit door de diepe stem van Veles. Wat daarop gebeurde, geschiedde in nog geen tien seconden. Opnieuw riep Sir Re ginald: „Loop Winifred, zoo hard je kunt!" En daar hij bovenop lag, was het hem onmogelijk te zien dat ze wegvloog als een pijl die uit den boog wordt geschoten. Enke le tellen later was hij haar achterna, in de richting van de kudde vee. Het duurde maar even of de twee des perado's waren nu op hun beurt vervolgers te voet en de kans wat groot dat de vluchtelingen voordat ze de kudde voorbij waren, gegrepen zouden zijn, want Wini fred kon niet zoo hard loopen als Greyfoot, die ondanks zijn zware lichaam, zoo snel was als een boschkat. Maar Geyfoot vuurde onder het loopen een schot naar Sir Reginald en dit schot redde Winifred van onmiddillijke gevan genneming, want het deed dan jongeman inzien, dat het nutteloos was te trachten door hard loopen te ontsnappen. Hij draai de zich om, met de bedoeling een andere tactiek toe te passen en te probeeren vech tende te ontkomen. Hij ontdekte opeens een smal paadje, dat op den straat weg uitkwam en Winifred bij de hand nemend, holde hij met haar het weggetje in. Veles en Greyfoot zagen hen als scha duwen terzijde glippen, en eerstgenoem de, die enkele meters achter Greyfoot aan kwam, schreeuwde tegen zijn metgezel: „Daar gaan ze rechts af!" Sir Reginald hoorde dezen uitroep en toen hij bij den hoek, tusschen het paadje en den weg, een eindje achteraf, een hooi berg zag, rende hij met Winifred de flau we grashelling van den akker op en hijgde: ,3uk je!" Ze kropen door een stoppelveld, verbor gen door het hakhout aan den rand van het bouwland en stonden veilig achter den hooiberg. Een halve minuut daarop schoot Greyfoot gevolgd door Veles, het weggetje in en liepen de beide mannen hun schuil plaats voorbij. ,3© zijn doorgeloopen", fluisterde Sir Reginald. „Schep even flink adem en dan hollen we terug naar mijn wagen buk je kom!" Met zijn hand om haar arm liepen zij dwars over den akker terug, den kant i>an den groeten weg uit, drongen door het struikgewas, lieten zich langs den graswal omlaag glijden en renden toen verder over den weg naar de beide auto's. Ze waren er nog enkele meters van verwijderd toen een schelle stem riep: „Hier zijn ze!" Het was Miss Cradk, die overeind stond in Veles' wagen en uit alle macht schreeuwde. De twee woestelingen, nog steeds vruch teloos op zoek naar Winifred, hoorden Ra chel roepen en zoo snel ze konden aanvaar den ze den terugtocht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9