INHULDIGING VAN TER AAR'S NIEUWE BURGEMEESTER. WOENSDAG 2 OCTOBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 DE INSTALLATIE-PLECHTIGHEID EN DE RONDRIT DOOR DE GEMEENTE. De nieuwe burgemeester van Ter Aar, de edelachtbare heer B. J. Hogenboom, is heden geïnstalleerd als hoofd van de ge meente, in welke hij „geboren en getogen" is. Een zeer bijzondere benoeming, welke een schitterend getuigschrift geeft van de werkzaamheid van den nieuwen burge meester, die reeds vele jaren, eerst als amb tenaar later als secretaris zijn gemeente heeft gediend. Hij kent de Ter Aardens en de inwoners van Ter Aar kennen hem. Juist in dezen tijd, nu een gemeente als deze gerekend moet worden tot de zwaarst getroffene in den lande, is het voor de bevolking gerust stellend en bemoedigend, dat aan het hoofd van hun gemeente komt te staan een man, die de nood van de tuinderij van zeer nabij kent. Den burgemeester wacht een eervol, maar, speciaal in deze gemeente, zeer moei lijk ambt. Het is in dezen tijd moeilijk het als burgervader ieder naar den zin te ma ken. Het spreekwoord zegt: „een hooge boom vangt veel wind." De jaren, dat de nieuwe burgemeester als secretaris dag- aan-dag met de verlangens der bevolking kennis maakte, hebben echter reeds ge toond, dat de heer Hogenboom een war me belangstelling ^eeft voor ieder van zijn gemeentenaren, en hun sympathie heeft weten te verwerven. Deze sympathie voor den jongen burge meester is zeer hartelijk tot uiting geko men, bij de installatie-plechtigheden van heden. De geheele bevolking heeft mede geleefd met deze, voor den heer Hogen boom, zoo vreugdevolle dag en hem op ve lerlei wijze blijk gegeven, dat zij met deze burgemeesters-benoeming ten zeerste zijn ingenomen. De feestelijkheid begon hedenmorgen met een verwelkoming van den burgemeester aan den grens der gemeente. Het comité was aldaar aanwezig ter be groeting, waarbij de heer P. M. Robertz als tolk van allen optrad. De heer M. Robertz. EEN WELKOMSTWOORD OP DE DRIESPRONG. De voorzitter van het feestcomité, de heer M. Robertz, sprak hier een welkomst woord. Misschien zult U eenigszins verwonderd zijn, aldus gpr., dat we op deze eigenaar dige plaats onze opwachting maken. En toch zal bij eenig nader inzicht dit U dui delijk worden. Van de gesprekken dde ik te eeniiiger tijd wed eens met U heb mogen voeren herin ner ik me er één waaruit bleek hoe enkele plekjes in ons dorp zoo ten volle steeds Uw aandacht hadden en U bekoorden door hum landelijke schoonheid. Daarbij domineerde ook steeds onze Was- senaarsohe polderweg, die dan zijn hoogte punt volgens U zou bereiken bij Kroon a/d. „Bonk" aam de driesprong Het is dam ook geen wonder, Burgemees ter, dat ik mij verheugde toen ik de zeer vereerende opdracht ontving om U hier op deze plaats te mogen toespreken bij ge legenheid, dat U zich voor het eerst als burgemeester officieel naar Uw gemeente naren, maar Uw werkterrein, gaat begeven. Dit punt van panorama is vanaf van daag nog meer geworden. Het is gegroeid tot een historisch pdekje, een plekje vam eerste ontmoeting tusschen onzen nieuwen burgemeester en zijm gemeentenaren. Deze plek lijkt mij voor U nog meer te zijn geworden Burgemeester. Zij symboli seert thans ook de zwenking, de draai, de ommekeer die heden in Uw levensbaan plaats vindt. Mij dunkt Burgemeester, d'aze plaats zal U dienbaar blijven. Eens was zij U een mijlpaal, een richting geven aam Uw jongemsweg van Uw ouder lijke woon naar Uw Godshuis en naar de school waar U uw eerste onderwijs genoot en thans koos men haar uit als plaats voor eerste samentreffen tusschen U en Uw bungerij. Van hieruit moge dan het eerste welge meende welkom van Uw gemeentemaren U tegenkflinken. Met vertrouwen treden wij U tegemoet. Aanvaard onze aanhankelijk heid Burgemeester. We willen U die van daag demonstreeren door Uw geleide te zijn -bij een eereronde door Uw gemeente, als straks het zegel zal zijn gelegd op den uitgesproken wil van Hare Majesteit de Koningin wier vertrouwensman en verte genwoordiger gij zijt geworden. Burgemeester en Mevrouw van harte welkom in ons midden. Burgemeester Hogenboom beantwoordde deze toespraak met een woord van dank, waarna werd gereden naar het Raadhuis. Bij haar aankomst voor het Raadhuis werd de echtgenoote van den burgemeester door haar tweejarig neefje, het matroosje Jan Bennetje Hogenboom uit Warmond, een „Biedermeier"-bouquetje aangeboden. DE INSTALLLATIE. In de Raadszaal hadden zich intusschem vele notabelen vereenigd. Aanwezig waren de burgemeesters van Alphen aan den Rijn, Boskoop, Nieuwveen, Woubrugge, Zeven hoven, Nieuwkoop en Leimuiden, de ge meentesecretarissen van Nieuwveen en Al phen aan den Rijn, de oud-Burgemeester Jhr. K. de Muralt en diens echtgenoote, de familie van den nieuwen burgemeester en het eere- en feestcomité. Toen de burgemeester en zijn eéhtge- noote hadd'en plaats genomen, nam de oud ste wethouder, de heer D. van der Hoorn, met woord. DE GEMEENTE WEET HAAR BELANGEN VEILIG. Nu ik gereed sta. aldus spr., de verschil lende, tot het Burgemeestersambt behoo- rende bevoegdheden aan U over te dragen, is het mij een eer en een behoefte U vanaf deze plaats namens den Raad geluk te mogen wenschen met Uwe benoeming tot Burgemeester van deze gemeente, welke benoeming door ons, gemeentenaren, met vrijwel algemeene instemming is begroet. Het was in de Raadsvergadering van 26 Maart 1931 dat U benoemd werd tot ge- De loco-burgemeester, de heer D. van der Hoorn. meente-secretaris van Ter-Aar, Niemand bad toen kunnen vermoeden dat thans, ruim vier jaar later, onze onvergetelijke Burgemeester de Muralt door U zou wor den opgevolgd. Dat de Raad eenparig be sloot Uw sollicitatie zoo krachtig mogelijk te steunen en dat ook vanuit de gemeente zoovelen en zoo krachtige stemmen daar toe opgingen, bewijst dat men Uw werk als gemeente-secretaris en vooral de wijze, waarop U dat ambt hebt bekleed, heeft we ten te waardeeren. Het is vandaag, ondanks de gedrukte tijden, een feestdag voor onze gemeente, omdat wij meenen in U ontvangen te héb ben den burgemeester, die onder de gege ven omstandigheden het best de belangen der gemeente zal kunnen behartigen. Wij gelooven die belangen bij U veilig te mo gen weten omdat wij vertrouwen hebben in Uw groote kennis van plaatselijke toe standen en in Uwe bestuurskwaliteiten. Onder buitengewone moeilijke omstandig heden gaat ge Uw amlbt aanvaarden. Slechts met de grootste moeite en onder het opleggen van ziware lasten aan de ingeze tenen is het tot nu toe gelukt het schip der gemeentelijke finanoieele zelfstandigheid drijvende te houden. Bij de uitoefening van Uw verantwoordelijk amlbt, zult U da mediewerkiing van den Raad niet kunnen ontberen. Ik behoef U, na het reeds uit gesproken vertrouwen in Uw bestuursbe leid, niet nader te verzekeren, dat, waar mogelijk, medewerking spontaan zal wor den gegeven, zoowel door den Raad als door de Wethouders. Moge de voorbeeldige samenwerking tus schen Burgemeester en Bestuurscolleges, dde onder de met dankbaarheid herdachte leiding van Uw ambtsvoorganger zoovele jaren heeft bestaan, onder Gods zegen ook in de kamende periode worden bestendigd, tot heil van de gemeente en haar inwoners. Van harte hopen wij dat Mevrouw, Uw echtgenoote, uit een ver land naar hiier ge komen, zich blijvend in ons midden zal „thuis" gevoelen en dat zij gedurende een lange reeks van jaren U tot hulp en steun zal mogen zijn op de plaats, waar God U gesteld 'heeft. Moge het zijn, dat er spoedig betere da gen voor onze, zoo zwaar getroffen ge meente aanbreken! Met deze wensch tot besluit verzoek ik U, mijnheer de burgemeester, het voorzit terschap van deze vergadering van mij te willen overnemen en overhandig ik U de teekenen der waardigheid. Wethouder Van den Hoorn bekleedde den nieuwen burgemeester met de ambts keten en reikte hem de voorzittershamer REDE VAN BURGEMEESTER HOGENBOOM. Voor alles reken dk het mij tot taak op deze plaats te getuigen van mijn eerbiedi gen dank aan Hare Majesteit de Koningin voor de benoeming tot burgemeester dezer gemeente en aan hunne Excellenties den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Minister van Staat, Commissaris der Ko ningin dezer provincie voor de verleende medewerk img. Tevens breng ik dank aan allen, diie door hun steun tot mijn benoeming hébben bij gedragen. Be beschouw het als een groot voorrecht geroepen te zijn tot het ambt van Burge meester der gemeente, die mij om meer dere redenen zoo na aan het hart ligt en die voor mij een zoo dierbaar verleden op roept. Dit voorrecht is zooveel te grooter, nu het mij gegeven is het ambt voort te zet ten, dat door imijn hooggeachten voorgan ger, Jhr. K. W. L de Muralt, gedurende een zoo lange reeks van jaren tot heil der gemeente werd bekleed en ik zou deze ge legenheid niet gaarne laten voorbijgaan zonder hem hulde te brengen voor alles, wat hij tot het gemeentelijk welzijn heeft verricht en mijn persoonlijken dank te be tuigen voor alles wat 'hij voor mij ge weest is. Voorts spreek ik een woord van erkente lijkheid uit voor de nauwgezette en zorg volle wijze, waarop de heer D. van der Hoorn als loco-burgemeester de gemeente zaken tijdens de vacature heeft behandeld, terwijl ik hem, mede namens mijn echtge noote, dank zeg voor zijn sympathieke woorden, waarmede hij het voorzitterschap der vergadering aan mij heeft overgedra gen. Ais ik dan het burgemeesterschap dezer gemeente ga aanvaarden, dan doe ik dat niet alleen in het besef van de groote be- teekenis, die door de wet aan dat ambt wordt toegekend, an aar ook geef ik mij rekenschap van de bijzondere eischen, die de tijdsomstandigheden stellen. De uit oefening van de aan het burgemeesterschap verbonden functies zal mij regelmatig met U, Heeren raadsleden, in contact brengen. De wijze, waarop ik tot U in betrekking sta, is wel van zeer groot gewicht. Hoewel ik redenen meen te hebben, die mij de ver wachting schenken, dat U mijn taak wilt verlichten, meen ik mij toch tot U te moe ten wenden om Uw steun in te roepen bij het werk, dat mij ais burgemeester en als voorzitter van Uwe vergaderingen wacht. Allen zijn wij geroepen het algemeene wél zijn te behartigen. Verschillende vraagstuk ken, waarbij de gemeentebelangen op het spel staan, zullen aan een bespreking on derworpen worden. Het is van belang, dat daarbij niet alleen tusschen U en mij, maar ook tusschen U onderling een verhouding bestaat, die op een gezonden grondslag be rust. Ongetwijfeld zal de toekomst Heeren, dat er verschil van inzicht bestaat over de wijze, waarop het gemeentelijk belang moet worden gediend. De beginselen, die wij zijn toegedaan, loopen uiteen. Gaarne wil ik verklaren, dat ik Uwe meeningen, die im mers gedragen worden door de gedachte aan het algemeen welzijn, zal eerbiedigen. Ik vertrouw, dat ook U daartoe zult wen schen mede te werken, opdat de goede ver standhouding, die altijd in den gemeente raad heeft geheerscht, ook in de toekomst bestendigd' blijft. Moge alles, waarin wij één zijn, de band van samenwerking ver sterken. En hieraan zou ik willen toevoe gen de wensch dat de onderlinge waardee ring voor elkanders beginsel zal waarbor gen, dat die band hecht blijft bij alles, wat ons scheidt. Er zijn zware zorgen. Wellicht verwacht U van mij mediedee- ling omtrent zaken, die ik in de naaste toe komst aan de orde zou willen stellen. Het komt mij echter voor, dat dit niet alleen ongewenscht maar ook bezwaarlijk is. De taak immers, waarvoor de gemeentebestu ren zich thans geplaatst zien, verschilt in meerdere opzochten van die van eenige jaren terug. En de gemeente Ter-Aar maakt daarop geen uitzondering. Hierbij heb ik vooral ook het oog op de voorzie ningen, dde op het gebied van maatschappe lijke steun getroffen worden. Een goed fi nancieel beheer maakt het tot een gebie denden eisch, dat bij het overwegen van plannen, die geldelijke offers vragen, de noodige 'beperking in acht genomen wordt, ter wille van het in evenwicht houden der gemeentefinanciën. Het zal noodlig zijn hier aan groote aandacht te blijven schenken, De nieuwe burgemeester de heer B. Hogenboom. opdat de gemeente haar omvattende taak naar béhooren ten uitvoer kan brengen. De gemeente staat immers voor zeer zware zorgen. De landbouw en veehouderij ver- (teeeren in een uiterst moeilijke positie, ter wijl de toestand in de tuinbouwbedrijven dermate is verergerd, dat zelfs de exploi tatiekosten niet kunnen worden gedekt. En waar de gemeente nagenoeg geheel op deze bedrijven is ingesteld, onderwindt de mid denstand hiervan in ernstige mate den terugslag. Dat de werkloosheid onder de landarbeiders van grooten omvang is be hoeft in verband met genoemde feiten geen verwondering te wekken. Als ik in korte trekken dit weinig opwekkend beeld schets dan doe ik dat niet alleen om te laten uit komen, dat ons een zorgvolle en verant woordelijke taak wacht en dat al het mo gelijke moet worden gedaan wat tot leni ging strékken kan, maar ook, omdat daar in een reden te meer gelegen is om Uwe medewerking te vragen ter verkrijging van een krachtige samenwerking, hetgeen de gemeenschap niet anders dan ten goede kan komen. Ik zal mij niet stellen voor de beantwoor ding van de vraag, wat in het praktische bestuursleven van een gemeente van meer beteekerais is, het voorzitterschap van den Raad of de plaats, die de burgemeester in neemt in het college van burgemeester en wethouders. De meeningen zullen hierover wel uiteen loopen. Het zal echter geen tegenspraak ontmoeten, wanneer ik zeg, dat het terrein, waarop laatstgenoemd col lege zich 'beweegt, zeer uitgestrekt en rijk aan afwisseling is. Hierbij denk ik o.m. aan de uitvoering van de talrijke wetten en de zorgvuldige voorbereiding en uitvoering van de door den Raad te nemen besluiten. Het college van burgemeester en wethou ders zal het vooral dienen te zijn, dat met vooruitzienden blik op den juisten tijd de maatregelen treft, die het algemeen belang vordert. Met den geheelen gang van zaken zal 'het steeds volledig op de hoogte dienen te zijn en met is de burgemeester, die hier een leidinggevende rol te vervullen heeft De functie, die ik als voorzitter en lid van dit bestuursorgaan zal hébben, zal dan ook een 'belangrijk deel van mijn arbeid in be slag nemen. Het zal noodig zijn tot de leden in een nauwe en regelmatige betrekking te staan, opdat van de bestuursbevoegdhe den een zoo goed mogelijk gébruik kan wor den gemaakt. Ook hier zal van een goede verstandhouding veel afhangen. Ik wend mij thans tot U, Heeren Wethouders, om Uw steun te vragen. Mijn streven zal er op gericht zijn een geest van onderling ver trouwen en onderlinge waardeer ing te be vorderen, opdat onder aangename omstan digheden gewerkt kan worden en de arbeid zoo vruchtbaar mogelijk kan worden ge maakt. Op deze wijze hoop ik met U tot het welzijn der gemeente te kunnen samen werken. Vervolgens doe ik een beroep op de medewerking van de gemeente-ambtenaren, van wie vooral in deze tijden zeer veel wordt geëisoht. Zonder plichtsgetrouwe ambtenaren zou het besturen van de ge meente niet mogelijk zijm Ik héb vertrou- AAN DE ECHTGENOOTE VAN DEN NIE UWEN BURGEMEESTER WORDEN DOOR HAAR TWEE-JARIG NEEFJE BLOEMEN AANGEBODEN. NA DE INSTALLATIE-PLECHTIGHEID. DE BURGEMEESTER MET ZUN FAMILIE EN DE NOTABELEN VAN DORP EN OMTREK VOOR HET RAADHUIS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5