De overbrenging van Mgr.
Mutsaers' stoffelijk overschot
De brand in het warenhuis aan de Theems te Londen is eindelijk
gebluscht. De brandweerlieden spuiten de slangen schoon,
waarna ze worden opgerold
De plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot van wijlen Mgr.
Mutsaers in het nieuw gebouwde eeremonument te Venlo heeft Dins
dag onder geweldige belangstelling plaats gehad
De viering van het derde eeuwfeest der universiteit te Budapest werd
bijgewoond door den rijksregeerder Horthy (links), die een rede hield
Hoe omslachtig het systeem der verkiezingen bij de stemming in het
Memelgebied was, toont de foto. Meer dan twee dagen waren voor
de stemming noodig
Twee jeugdige muziekliefhebbers op de groote jaarfijksche competitie voor
blaasorkesten in Crystal Palace te Londen, werden blijkbaar geïnspireerd tot
het geven van een duet
De nieuw benoemde burgemeester van Brakel en Poederoyen,
de heer W. J. Pos, is Dinsdag feestelijk ingehaald en in zijn
functie geïnstalleerd
FEUILLETON.
HAAR MOEDERS
EVENBEELD
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
23) 1
Het was even stil jalleen het geknars
van Veles' tanden en het geronk van den
auto-motor buiten waren hoorbaar.
„Ik zal hem wel krijgen viel Veles
kwaadaardig uit. „Is het een van die ver-,
wenschte politie-spionnen?"
„Ik weet het niet waarschijnlijk wel.
Of het kan ook diezelfde man zijn, die
dien keer in South Wark met haar aan
den wandel was. In elk geval, vanmiddag
probeerde hij haar tegelijk met een krant,
een briefje in de hand te stoppen. Maar
het papiertje viel en ik zag het. Later
heeft hij toch kans gezien het haar te ge
ven, hoe begrijp ik niet, want ik heb haar
geen moment uit het oog verloren; en om
zeven uur vanavond hebben zij elkaar ont
moet achter de kerk."
„Zoo'n kleine heks. rk...."
„Het is nu geen tijd voor dreigemen
ten en scheldwoorden, Ralph. Die kerel wil
natuurlijk probeeren haar van ons weg te
halen. En dan zit jij met de gebakken pe
ren; jij, Williams, wij allemaal. Zulke din
gen komen altijd uit altijd hoe han
dig je ook tracht ze verborgen te houden.
Ralüh. Ralph, wordt toch wakker, man!
Zie, dat je nuchter wordt en doe iets! Vóór
den morgen moeten we hier zoo ver mo
gelijk vandaan zijn."
„Er gaan geen treinen meer van hier."
„Ben je gekomen in dien auto, die bui
ten staat?"
„Ja."
„Laten we haar dan daar in meenemen.
Breng haar maar hier of daar heen."
„Maar dan ziet die kleine kat mijn ge
zicht eerder, dan mijn bedoeling was."
„Daar is niets aan te doen. Bovendien
is 't donker; ze zal je gezicht niet zien.
Laten we maar direct gaan. We moeten
bespionneerd zijn; hoe kan die man ons an
der gevonden hebben? Kerel, kerel, wordt
in 's hemelsnaar wakker en handel."
„Waar is die duivelsche spion, waar je
het over hebt? Als ik hem onder schot
kan krijgen
„Je bent hier niet in de rimboe! Je
schijnt te vergeten, dat je de menschen
hier zoo maar niet opruimen kimt als ze
je in den weg loopen. En daarbij, het gaat
niet in de eerste plaats om den man, maar
om het meisje. We moeten onmiddellijk
met haar weg."
„Niets gemakkelijker dan dat. Ga terug
naar je hotel en maak, dat je binnen een
half uur klaar bent. Ik kom met den auto."
Miss Rachel Craik had geen verdere aan
sporing noodig; zoo vlug haar beenen haar
konden dragen, liep ze naar „Den Gouden
EngeL"
Voor de deur van het hotel straalden
twee felle lichtbundels den nacht in: de
koplampen van Sir Reginald's auto. En
juist toen miss Craik het hotel naderde,
stapte Sir Reginald in om een seconde la
ter door Market Street te suizen. Hij reed
naar den buitenrand van het stadje en
zette zijn wagen op den berm van den
weg aan het einde van het laantje achter de
kerk. Ternauwernood had hij den auto
daar, of hij hoorde de klok van het raad
huis elf uur slaan.
Zijn oogen tuurden het laantje af, om te
ontdekken of Winifred woord had gehou
den. De miezerige motregen viel nog on
afgebroken.de late avond was zwoel
en stil.
Winifred kwam niet. De jonge edelman
fronste zorgelijk en verddrietig de wenk
brauwen. De klok sloeg het kwartier;
maar nog hoorde hij geen lichten voet
stap naderen. Paxton was al in diepen
sluimer gezonken.
Het werd Sir Reginald te machtig. Hij
was niet in staat langer in den auto te blij
ven zitten. Hij moest uitstappen en over
het natte gras heen en weer loopen om 'n
beetje tot kalmte te komen.
De klok sloeg nu het halve uur.
Direct daarop hoorde hij het geluid, dat
steeds dichterbij kwam; het gezoem van
'n auto. Toen zag hij in de verde twee vu
rige drakenoogen, die met de seconde
grooter en dreigender werden. Vóór Sir
Reginald het wist, was het daverende
monster in zijn nabijheid en hij verliet het
midden van den weg naar zijn eigen wa
gen terug te keeern.
Hij was verbaasd over dien anderen wa
gen op dit uur in het slapende landstadje.
Tot op dit moment was de gedachte niet
bij hem opgekomen, dat Winifred er in
kon zitten. Maar toen het voertuig voor-
bijstoof zag hij duidelijk, dat vóór in de
open wagen twee mannen zaten, waarvan
hij er een in het licht van zijn eigen lam
pen herkende als Wolf Grey foot, en achter
in twee vrouwen. De gezichten waren niet
te onderscheiden, mar hij verbeeldde zich,
dat hij een zakdoekje zag wuiven in de
trieste regenlucht.
Bliksemsnel was hij achter het stuur
startte en zat achter den anderen wagen
aan. De chauffeur van den voorsten wagen
scheen te merken, dat hij gevolgd werd
en voerde zijn tempo op, maar Sir Reginald
Carshaw gaf eveneens vol gas.
xrv.
De achtervolging.
De twee auto's, beide zware wagens,
raasden langs den landweg en hun geronk
verscheurde de stilte van den nacht. Sir
Reginald was ongeveer zestig meter ach
ter; toen, door een scherpe bocht of hel
ling, verdween de wagen voor hem uit het
gezicht, maar een oogenblik later zag hij
hem al weer voor zich opduiken.
Hij kende den weg heelemaal niet en
nooit had hij zóó met iedere zenuw ge
spannen gechauffeerd en zoo intens opge
let als nu; hij had nimmer zoo verwoed
moeten rijden op een pikdonkeren avond,
door een streek, waar hij tevoren geen en
kele maal geweest was en hij begreep heel
goed, dat hij bij een vaart als deze, bij de
geringste onachtzaamheid ieder volgend
moment dood of met gebroken ribben
naast de wrakstukken van zijn wagen kon
liggen.
Zijn oogen staarden karmpachtig in het
duister voor hem, maar het hoofd hield hij
koeL
Om een hoek, met een boerderij en schu
ren aan de eene zijde, schoten de wagens
vlak na elkaar een steilen, ongeveer twee
honderd meter lange helling af, een hel
ling met een bord „gevaarlijk voor fiet-
Het werd Veles nu voor het eerst duide
lijk, dat zijn achtervolger op hem begon te
winnen, want ofschoon de wagens hetzelf
de aantal paardekrachten hadden, bij een
race als deze telde de vracht ook mee.
Toen de voorste wagen aan den voet
van den heuvel was gekomen, klonk een
schrille kreet, een kreet van Winifred en
Miss Craik. Veles had zijn revolver aan
Greyfoot gegeven, deze draaide zich om
en schoot op den anderen auto.
Enkele secanden later glipten ze den
breeden verkeersweg naar Londen op.
Sir Reginald was niet getroffen, maar
hij had het schot gehoord en was zich ten
volle bewust van het gevaar, dat van vlak
bij loerde. Hij klemde zijn tanden op el
kaar, haalde uit den wagen, wat er uit te
halen viel en de twee metalen monsters
schoten, onbekommerd voor de gevolgen
van hun toomelooze vaart, over den weg,
onverantwoordelijk als een paar dronken
kerels.
(Wordt vervolgd).