i
BLUE BAND
yyy^y y
y V y y
Hij laat zich de
niet van het hrood eten!
WILT IETS WETEN?
WOENSDAG 2 OCTOBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 11
'V'
OEGSTGEEST
Crisis-Comité. Het plaatselijk Crisis-
Comité kwam in „Het Witte Huis" in
openbare vergadering bijeen onder leiding
van den heer H. Gooszen. Onder de aan
wezigen waren wethouder v. Egmond, de
gemeente-secretaris Reistma en de raads
leden mr. L. Sprey en B. J. M. Kortmann,
die door den voorzitter in het bijzonder
welkom werden geheeten evenals de heer
F. v. Aggelen, secretaris van de Stichting
„Rijnlandsborgstellingsfonds", die werk
wijze en doelstelling hiervan zou uiteen
zetten.
Na lezing der notulen door den secreta
ris mr. B. C. v. Krieken, die dank inoogst-
te voor de de correcte weergave deed de
voorz. uitvoerig verslag van de werkzaam
heden over 't tijdvak 20 December 1934
30 Sept. 1935, waaraan wij het volgende
ontleenen.
Het bestuur vergaderde 14 maal ter be
handeling van 7i gevallen, hetgeen het
aantal sedert ons optreden behandelde ge
vallen doet stijgen tot 385, waarbij als
steeds, er rekening mede behoort te wor
den gehouden, dat éénzelfde geval bij
kans immer bespreking vereischt in eeni-
ge achtereenvolgende vergaderingen, voor
dat de beslissing kan vallen, dan wel om
dat nadere hulpverleening urgent is. Bij
de behandeling dezer gevallen heeft het
bestuur er weder naar gestreefd: le. aan
vullenden en opheffenden steun te ver-
leenen aan hen die tengevolge van crisis
verschijnselen in moeilijkheden waren ge
raakt en van wie zooveel mogelijk vast
stond, dat alle krachten door den betrok
kene zelf waren aangewend om den toe
stand meester te blijven, doch tengevolge
van incidenteele omstandigheden daarin
niet kon slagen en hulp urgent was; 2e.
den juisten yorm en de'juiste maat van
den te geven steun te vinden en recht
vaardige beslissingen te geven.
In 13 gevallen werd niet tot directe steun-
verleening overgegaan, hetzij, omdat deze
niet of zelfs geheel onnoodig voorkwam
omdat de eigen verdiensten dan wel het
totale gezinsinkomen na ingesteld onder
zoek voldoende bleek te zijn; hetzij, om
dat de te entameeren zaak of bedrijf ons
inziens geen kans van slagen kón opleve
ren; hetzij, omdat reeds vroeger tot een
vrij aanzienlijk bedrag steun verleend was
en daarmede niet kon worden voortge
gaan, dan wel, omdat vermeend werd, dat
steunverleening niet op onzen weg lag.
Door ons bij veiling, boerenleenbank of
hulpbank garant te stellen tot zeker be
drag, werd in een vijftal gevallen getracht
voortzetting van het bedrijf te verzekeren.
Zooo'n garantstelling voor een soms in
verhouding tot onze geldmiddelen groot
bedrag, heeft hoe aantrekkelijk deze
wijze van steunverleening ook zij het
bezwaar, dat steeds rekening moet worden
gehouden met de mogelijkheid voor dat
bedrag aangesproken te kunnen worden,
zoodat het gereserveerd moet blijven,
waardoor wij worden gehandicapt.
Wederom werd in nauwe samenwerking
met het Burgerlijk Armbestuur, voor wel
ke samenwerking groote erkentelijkheid
past in een achttal gevallen aan kleine
kweekers of tuinders een wekelijksche
geldelijke ondersteuning verleend ten ein
de een moeilijken tijd in hun bedrijf door
te komen, dan wel werd handelsgeld ver
strekt. In één geval mochten wij daartoe
wederom de hulp van het Nat. Crisiscomi
té in den Haag ontvangen.
Kunstmest werd in vijf gevallen ver
strekt, hetgeen door de betrokken kwee
kers zeer op prijs werd gesteld.
Handelsvoorschot of werkkapitaal, ook
voor aankoop van materiaal of tot betere
uitoefening van het bedrijf werd wederom
in vijf gevallen verstrekt,
In een zevental gevallen werd hulpver
leend door betaling van achterstallige
huishuur, rente van hypotheek, enz.
De commissie voor huishoudelijke voor
lichting werd een subsidie a 25 ver
strekt, omdat men sympathiseerde met het
streven dier commissie dat beoogt... moe
der de vrouw een zuiniger en meer prac-
tisch financeeren van het huishouden bij
te brengen.
Van het N.C.C. werd een partij goede
ren ontvangen, waarvan een dankbaar ge
bruik kon worden gemaakt.
Het batig slot op 15 Sept. 1934 bedroeg
ƒ1172.86, thans bedraagt dit ƒ1062.81,
waarbij rekening te houden met de ga
rantstelling tot een bedrag van 578, zoo
dat feitelijk als reserve voor de actie in
komenden winter beschikbaar is 584.81.
Liepen de ontvangsten per maand in
1932 gemiddeld ƒ660, bedragende, in 1933/
'34 terug tot ƒ301, van 15 Sept. 1934 tot
15 September 1935 werd gemiddeld per
maand 190 ontvangen, wederom een be
langrijke achteruitgang.
De wekelijsche collecte liep van gemid
deld ƒ82 per week in 1932, geleidelijk te
rug. Thans bedraagt deze nog 45 per
week, hetgeen in vergelijking met 1933/34,
toen gemiddeld ƒ61 werd ontvangen; een
vermindering van ontvangsten met 832
per jaar geeft.
Onze oproep, die de redacties der Leid-
sche couranten en van de Oegstgeester
courant wederom zoo bereidwillig opna
men, tot hulp voor „De laatste ronde van
het Crisiscomité" moge daarom hier her
haald. Nu nog één winter en dan zullen,
zooals bekend, met 1 Mei 1936 de werk
zaamheden worden gestaakt.
Zooals bekend werd- door het N.C.C. be
sloten, dat het Comité met 1 Mei 1936 zal
worden opgeheven. In verband met dit
besluit ontving onze burgemeester een
schrijven van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, houdende:
le. mededeeling, dat voor de bestendi
ging van de „Extra-hulp aan werkloozen
(sub-commissie B), waartoe uit een van
Rijkswege aan het N.C.C. voor dat doel be
schikbaar gestelde som een bijdrage werd
verstrekt, nadat door de betrokken ge
meente een even groote bijdrage was ge
voteerd, de noodige maatregelen zullen
worden getroffen;
2e. het verzoek mede te deelen of voort
zetting der werkzaamheden (van comité
A derhalve) ook na opheffing van het N.
C.C. wellicht in deze gemeente gewenscht
en noodzakelijk werd geacht. Betreffende
dit laatste punt werd advies verzocht.
In het 4-jarig bestaan van het Comité
ontstond geleidelijk aan als vanzelf een
wijziging in de werkzaamheden, zich aan
passende aan de wisselende omstandig
heden, waarin van door crisisverschijnse
len plotseling ontstane nood bezwaarlijk
meer sprake kan zijn en waardoor als van
zelf directe steunverleening door giften
overging al meer en meer in het verlee-
nen van voorschotten of van hulp tot ver
krijging daarvan, waarmede de betrokke
nen, als ook het bestuur meende niet al
leen op den duur meer afdoende gehol
pen te zullen worden, maar waardoor te
vens de schijn van „bedeeling" wordt ver
meden. De andere wijze van hulp in den
vorm van wekelijkschen steun, betalen
van achterstand in belasting, huishuur en
dergelijke, liggen feitelijk op het gebied
van de bestaande organisaties van armen
zorg en maatschappelijk hulpbetoon, zeer
zeker niet meer op dat van een crisis
comité, vooral wijl van crisis niet meer
gesproken kan worden.
Ontegenzeggelijk is het echter geble
ken, dat in deze gemeente er nog vele
kleine zelfstandige kweekers, tuinbouwers,
enkele handeldrijvende middenstanders en
ook industrieelen zijn, en in de eerste ja
ren wel zullen blijven, die niet op de meer
afdoende wijze door bestaande organen
van maatschappelijk hulpbetoon of instel
lingen van weldadigheid zullen kunnen
worden geholpen, ook al omdat in die ge
vallen „weldadigheid" niet op haar
plaats is.
Op grond van deze overwegingen advi
seerde het bestuur den burgemeester het
stopzetten van de werkzaamheden van
crisiscomité A met 1 Mei 1936 en tevens
echter op eenigerlei wijze voorzieningen te
treffen, b.v, door een borgstellingsfonds,
om bovenbedoelde kleine zelfstandigen in
hun moeilijkheden bij hun bedrijf te hel
pen.
Nu werd op initiatief van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rijnland
te Leiden, een „Rijnlandsch borgstellings
fonds" ingesteld, dat ten doel heeft hulp
verleening en woekerbestrijding ten bate
van den industrieelen en handeldrijven-
den middenstand binnen het gebied der
Kamer.
Dit borgstellingsfonds zou voor een be
langrijk deel de taak der plaatselijke
crisis-comité's kunnen overnemen.
Het bestuur van dat Rijnlandsch Borg
stellingsfonds heet een schrijven aan het
Gem.bestuur en aan 't Comité gericht, met
verzoek wel te willen bijdragen, naar rato
va. ƒ0.10 per inwoner, in het kapitaal van
het fonds.
In den tot het bestuur gerichten brief
wordt opgemerkt, dat het Rijnlandsch
borgstellingsfonds, naar het zich laat aan
zien, een belangrijk deel van de taak der
plaatselijke crisiscomité's zal kunnen over
nemen, niet alleen door het geven van be
middeling, voorlichting en advies, doch
ook door aan credietwaardige credietbe-
hoevende zelfstandigen de behulpzame
hand te bieden en voor verval tot armoede
te bewaren.
In den tot 't Gem.bestuur gerichten brief
waarvan het Comité ook een exem
plaar werd toegezonden en waarbij
stichtingsbrief en huishoudelijk reglement
werden overgelegd, blijkt, dat slechts hulp
door het borgstellingsfonds zal worden
verleend, wanneer uit de gemeente van
inwoning in het kapitaal der stichting van
„gemeentewege" wordt bijgedragen.
Ergo, al zou het Comité aan het verzoek
tot bijdrage in het kapitaal voldoen, en
de gemeente niet, dan blijft hulp van het
Rijnlandsch Borgstellingsfonds voor Oegst-
geest uitgesloten.
- Voorts kan blijkens den stichtingsbrief
hulpverleening door het Borgstellingsfonds
slechts strekken ten bate van den indus
trieelen en handeldrijvenden midden
stand.
Waar, zooals boven gezegd, echter
is gebleken, dat in deze gemeente nog vele
kleine zelfstandige kweekers, land- en
tuinbouwers zijn, etn in de eerste jaren
zullen blijven, die juist op dezelfde wijze
hulpverleening zullen behoeven als het
Borgstellingsfonds zich ten doel stelt ten
bate van den industrieelen en handeldrij
venden middenstand, meende het bestuur
den burgemeester te mogen wijzen op
de wellicht bestaande mogelijkheid van
voortzetting van steunverleening aanmeer-
bedoelde kleine zelfstandigen, indien de
doelstelling van het Rijnlandsch Borgstel
lingsfonds zou kunnen worden uitgebreid
ook tot kleine zelfstandige kweekers, land
en tuinbouwers.
Dit uitvoerig rapport verwierf het ap
plaus der vergadering, waarna de heer v.
Aggelen de gelegenheid kreeg de doelstel
ling en werkwijze van het borgstellings
fonds nader uiteen te zetten, wat wij hier
voorbijgaan, daar wij nog wel gelegenheid
krijgen hierop nader terug te komen. Ver
staan we dus met te zeggen dat de spre
ker een aandachtig gehoor had en een zeer
duidelijke uiteenzetting gaf, welke ons in
contact bracht met een instelling, die zeer
nuttig werk doet, wat uit vele geïllustreer
de gevallen tot uiting kwam.
Het ligt uitsluitend in de bedoeling borg
te blijven voor bedragen tot ƒ500, waar
men voor hoogere bedragen dient verwe
zen naar de middenstandsbanken. Voorts
vertrouwt men door voorlichting, advies
en bemiddeling in vele gevallen voor ar
moede te kunnen bewaren, terwijl men
ook de woekerbestrijding hierin denkt te
betrekken.
Tot het stellen van vragen maakte en
kele aanwezigen gebruik.
St. Josephgezellen. Morgen 3 October
zal er geen bijeenkomst zijn van de St.
Josephgezellen vereen iging. Het winterpro-
gramma zal dezer dagen worden thuisbe
zorgd.
Een Indisch sprookje over het
ontstaan van de
Lotusbloem
door P. Haberl.
Hindoes en Boeddhisten in Britsch-Indië
maken bij hun godsdienstige feesten een
veelvuldig gebruik van bloemen. Onder
alle bloemen wordt er echter geen zoo hoog
geschat en vereerd als de lotusbloem. Deze
treft men in Indië in drie soorten aan. De
bloem, die in de plantenkunde bekend is
onder den naam „Nolumbium speciosum",
met het teere wazige roze op haar bloem
bladeren, is sedert oerouden tijd Indië's
heilige bloem. Met het Boeddhisme ver
breidde de vereering van deze bloem zich
over geheel Azië. Reeds bij Boeddha's ge
boorte, zoo zegt de overlevering, is een re
gen van lotusbloemen neergedaald. In zijn
parabels maakte de groote 1 eeraar ze dik
wijls tot het symbool van den „Verlichte".
De vergelijking kon niet treffender geko
zen zijn, want het uiterlijk van deze bloem
is een en al adel: haar groote, ronde blade
ren wiegen in zelfbeheerschte waardigheid
op het water, terwijl zij de zacht glanzen
de bloemen hoog boven den moddenbodem,
waaruit zij voorkomt, omhoog richt.
Na den dood van den stichter verspreid
den de Boeddhistische monniken zijn leer
over geheel Azië en de nabijgelegen eilan
den. Met hen verspreidde zich ook de ver
eering van de heilige bloem der „Goede
Leer", de lotus. Zij drong tot het eiland Ja
va door en vandaar naar Cambodja. Ook
gingen de monniken naar het noorden, ze
trokken over het hoogste gebergte der aar
de en vestigden zich in de uitgestrekte
vlakte van Tarim in Oost-Turkestan.
Hier echter kwamen dikwijls hevige
stormen opzetten, die steeds grooter massa's
zand uit de woestijn over het land joegen
en langzaam-aan de verblijfplaats der
Boeddhisten met dikke lagen overdekten.
Verder drong de leer door en met haar de
bloem; ze kwamen tot in China en Japan.
En aldus is Indië het vaderland van
Boeddha en de lotus, het „Heilige Land"
van het Oosten. Zulk een bloem kan slechts
een wonderbaren oorsprong gehad hebben
en daarvan vertelt men het volgende: In
Indië leefde een wijze koning, die veel van
bloemen en vogels hield. Hij bezat een
schoonen met kostbare bloemen versierde»
tuin. In den vijver, welke in dien turn
stond, stroomde helder water. De fee en de
waternimf, dié in den tuin woonden, zorg
den voor het frissche, versche water in den
vijver. Beiden waren heel mooi. De fee
kleedde zich altijd overeenkomstig het
jaargetij. De waternimf was heel lief en had
een zacht karakter.
Op een avond kwam de fee, in niet al te
beste stemming, naar de waternimf en be
gon allerlei onvriendelijks te zeggen: ze
pochte op haar bloemen en bespotte de nimf
alleen om het feit, dat zij geen bloemen had.
Terwijl de fee zoo onbezonnen uitpakte,
gebruikte zij woorden, die de nimf in het
hart troffen en haar kwetsten; zij antwoord
de echter niet. Zij had kunnen zeggen, dat
de bloemen van de fee niet zouden groeien,
wanneer zij niet altijd voor frisch water
zorgde, doch haar ziel was te fijnbesnaard
om met hare woorden te antwoorden. Zij
boog het hoofdje dieper en klemde de lip
pen opeen. Toen de fee zich verwijderde,
snikte zij bitter.... De feeënkoningin, die
haar hoorde snikken, vroeg wat de reden
van haar verdriet was en toen zij deze had
vernomen, riep zij uit: „Van nu af aan zal
ook de waternimf haar eigen bloem heb
ben en deze zal eens het zinnebeeld van
geheel Indië worden". Toen gingen vele
feeën aan het werk en graafden een groene
smaragd op. Uit deze edelsteen sponnen zij
bladeren en uit zuivere zijde werd de bloem
gevormd. Honderden kleine feeën werkten
tot diep in den nacht om de bloem ge
reed te krijgen. Toen den volgenden dag de
prinses als eerste in den tuin kwam, viel
haar oog op de kostelijke bloem, die des
nachts uit het water was opgestegen. Zij
snelde naar den koning, die met zijn gema
lin de wonderlijke bloem moest komen
zien. 's Konings verrukking kende geen
grenzen en de vorstin bleef onafgebroken
naar de bloem staren. „Deze bloem", zoo
sprak de koning, „kies ik vanaf heden als
zinnebeeld van mijn rijk". Hij liet dichters
en zangers aan het hof komen en droeg hen
op, te dichten en te zingen tot roem en eer
van de edele bloem, die den naam „Lotus
bloem" kreeg.
KOOPT BIJ HEN,
DIE IN UW DAGBLAD
ADVERTEEREN
Vraag: Welke is de kortste weg van
Leiden naar Alverna bij Wychen? Hoeveel
K.M.?
Antwoord: Leiden, Alphen aan den
Rijn, Bodegraven, Woerden, Harmeien,
Utrecht, de Bilt, Zeist, Woudenberg, Scher-
penzeel, Renswoude, Ede, Ginkel, Arnhem,
Eist, Lent, Nijmegen, Teers wijk, Alverna.
Afstand pijn. 132 K.M.
Vraag: Welke is de kortste weg van
Voorhout naar Ursum? Hoeveel K.M.?
Antwoord: Voorhout, Sassenhedm,
Lisse, Hillegom, Bennebroek, Haarlem,
Santpoort, Velzen, Beverwijk, Heemskerk,
Castricum, Limmen, Heiloo, Alkmaar,
Oudorp, Ursum. Afstand 62 K.M.
Vraag inzake naturalisatie van iemand
zonder nationaliteit.
Antwoord: Door uw militairen dienst
hebt u geen Nederlandsch burgerrecht ver
kregen; wel kunt u daardoor aanspraak
maken op vermindering van kosten bij een
eventueel naturalisatie-verzoek. Naturali
satie geschiedt door een wet; u dient zien
daartoe met een verzoekschrift te wenden
tot H. M. de Koningin.
Wanneer uw vader ook in Nederland
heeft gewoond, vormen uw kinderen het
derde in Nederland wonende geslacht en
zijn zij Nederlanders.
Vraag, wie den titelrol vertolkte in de
opvoering van „Boefje".
Antwoord: Mevr. Annie v. d. Lugt
Melsert-v. Ees.
Vraag omtrent den ouderdom van An
nie v. Ees.
Antwoord: Een te indiscrete vraag!
[aT
(Linkerhelft
van het bord:
wit; rechter
helft: roode
rood doorge
streepte zwar
te P)^ Aan de
rechterzijde
Da flnker-
der straat is
parkeeren
dus vrij.
verboden.