OP UNIVERSITEITS-ZONDAG BUITENLAND ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Wie in het zo juist verschenen Jaarboek 1936 der St. Radboudstichting de resulta ten beziet van de jaarlijkse inzameling, kan vaststellen, dat deze nog steeds terug lopen 1). Wat bij de stichting als minimum aan jaaropbrengst verondersteld werd, wil de men na 25 jaren tenminste op de meest bescheiden wijze één van de beide verder vereiste Faculteiten kunnen oprichten, wordt bij lange niet meer gehaald. Bij de groei der bevolking in veertien jaren is. de bijdrage geslonken tot vijf cent per ka tholiek, terwijl als volstrekt minimum op tien cent werd gerekend. Nu zullen velen de verklaring onmiddellijk bij de hand hebben: de algemeene financiële nood. t Spreekt vanzelf, dat deze een grote rol ipeeit; ware daarmee ook de volledige ver klaring gegeven, dan paste slechts een on derworpen berusting, al zouden we dan toch de les van Pius X aan den Kardinaal- Aartsbisschop van Parijs voor ogen hebben te houden: „wat gij ook moet opofferen om de tijdsomstandigheden, uw universiteit mag niet gerekend worden onder de din gen, die in geval van nood zouden kunnen worden prijs gegeven. Die behoort tot de dingen, welke tot iedere prijs moe ten worden gehandhaafd". Waar echter gedaan wordt wat nog mogelijk is, daar is het hoogste bereikt, wat het resultaat op zich ook moge zijn. Maar zo staan de zaken niet Mgr. de Aartsbisschop heeft het verleden jaar vrij moedig gezegd op de mooie propaganda- vergadering te Utrecht. Voorop moge staan, dat er zeer veel parochies zijn waar op voorbeeldige wijze alle krachten worden ingespannen; niet weinige, waar hard wordt gewerkt, weten zelfs geheel op peil te blijven. Ons katholieke volk de eigen universiteit is immers z ij n zaak kan niet dankbaar genoeg zijn voor die trouwe toewijding in arbeid en geldelijk offer; het Hoogwaardig Episcopaat liet geen gelegen heid voorbij gaan om van die dank te ge tuigen. Maar daarnaast vraagt de eerlijk heid ook ronduit te erkennen, dat er in menige parochie wat hapert aan de uni versiteitsactie; er is hier en daar louter een schijncomité, er wordt niet de minste werkzaamheid ontplooid; de „crisis" schijnt dan een gemakkelijk excuus voor alle ge brek aan inspanning. Waar de zaken aldus staan mag klaarblijkelijk niet alles op de rug van de malaise worden geschoven. De toestand anders zien en bij de pakken neer gaan zitten, zou "eenvoudig noodlottig kunnen worden voor het grote apostolische werk, dat onze eigen universiteit is. Er is maar één houding, die ons redden kan, en ook redden zal, dat is, dat de moeiijke tijdsomstandigheden ons prikkelen tot ver dubbelde werkzaamheid. De liefde tot Christus, die ook de ziel is van dit ijve ren voor de voltooiing van onze emanci patie, moet ons drinken tot uiterste krachts inspanning. Ons allen; en ieder naar de plaats, die hij in deze actie heeft. Te zeer in details treden wat mistoe standen betreft, schijnt ongewenst. We wil len toch wijzen op enkele dingen. Er zijn voorbeelden van plaatsen, waar de actie geheel versloft werd, door wiens schuld blijve daargelaten, en de opbrengst bleef beneden die welke men verwachten mocht van één enkele welgestelde parochiaan, indien hij persoonlijk was bezocht. Er zijn gevallen, waarin de resultaten, ondanks toenemende malaise, verdrievoudigd wer den, nadat iemand „met belangstelling" voor de zaak een niet-belangstellende had vervangen! Er is één opwerping, die nog al eens ver nomen wordt, n.l. „men voelt er hier niets voor". Dat brengt de zaak in een eigen aardige impasse. Eigenlijk wordt daar een sprekend bewijs geleverd voor de bittere noodzakelijkheid der eigen universiteit, t Zien van de noodzakelijkheid en de bete kenis van „een" universiteit eist ongetwij feld een zeker geestesvorming, 't zien van de noodzaak van een „eigen" universi teit veronderstelt een gevormde katholieke mentaliteit, een oog voor het allesbeheer sende van een eigen hogere kuituur, 't Ont breken van het juiste besef in dezen, 't zij naar de éne, 't zij naar de andere, mis schien naar beide zijden, bewijst dat er in onze kringen nog iets ontbreekt aan de waardering van 't hogere beschavingsleven en van de eigen roeping der Katholieke Kerk in deze wereld ook op dat gebied. Hoe uit deze impasse te geraken? De eenige weg schijnt, dat zij, wier ontwikke ling en stand behoorden mee te brengen, dat zij inzicht bezaten, dat zij, die toch ver ondersteld mogen worden tot begrip rijp te zijn, zich willen indenken in de enor me belangen, die voor Kerk en Vaderland op het spel staan met die volledige kultu- rele uitgroei. Voelen zij het pijnlijk gemis van gelijkwaardigheid, het vernederende van kulturele minderwaardigheid en het steeds dreigende, werkelijk enorme gevaar van een ontkerstende kuituur (wie is zo blind dit in 't hedendaags tijdsgewricht niet te zien?) dan zijn ook de krachten aanr- wezig, die de massa behoorlijk kunnen voorlichten en bezielen. Blijven zij even wel achter, dan schijnt er geen opgang mo gelijk, dan rijst de vraag der H. Schrift: „als het zout verschaalt, waarmee zal men het zouten?" Over gebrek aan pogingen tot voorlich ting mag niemand klagen. Bisschoppelijke brieven en opwekkingen, brochures, pro- paganda-vergaderingen met bekwame spre kers van gezag, jaarlijkse populaire strooi biljetten en zooveel meer trachten alle la gen der bevolking te bereiken. Maar wat te doen, als de leiders de gratis-lectuur zelfs niet wensen te bestellen, laat staan haar inzien? Wat te doen, als men de vergade ringen onbezocht laat? Spreekt tot de mas sa toch ook niet als een gezagargument, dat de Paus en het Hoogwaardig Episco paat tot een algemeen gebed oproepen voor onze universiteit? En hebben Dr. Kuyper en de zijnen dan hun „kleine luiden" niet weten te doordringen van de overtuiging, dat het hier gaat om een „geloofsstuk"? Ik geloof, dat de opwerping of de verontschul diging „men voelt er hier niets voor", of „men begrijpt het belang niet", veeleer te rugvalt op hen, die ze uiten. Een afdoende weerlegging kan trouwens met de feiten worden gegeven, men kan u aantonen hoe hier en ginds, waar geen bevolking van hoger beschavingspeil woont, wel rijkelijk steun wordt geboden. Een enkel voorbeeld uit de verslagen van dit jaar. Parochie A bestaat uit eenvoudige middenstand, boeren, die slechte tijden doormaken en werknemende bevolking, goed gesitueerden zijn er nagenoeg niet. Er is echter een actief comité, het verspreidt lectuur en na een hartelijke opwekking van de preekstoel op universiteits-Zondag trekken de leden in October uit voor de jaarinzameling. De opbrengst blijft op peil en bedraagt ongeveer 15 cent per paro chiaan. Parochie B. verkeert in wat gun stiger conditie; er gebeurt echter niets; in „December" wordt een „kerkcollecte" aan gekondigd op de meest gewone manier; de opbrengst is ongeveer één cent per Katho liek, in totaal een bedrag, dat men van en kele inwoners zou mogen verwachten. Wie niet geven of werken wil, heeft al tijd motieven. We spreken dus maar niet over „persoonlijke" excuses, die dikwijls herinneren aan de fabel van de wolf en het lam. A. vindt, dat men die of die beter tot professor had kunnen benoemen; B. heeft gehoord, dat een student zich mis dragen heeft; C. zou, vóór hij zijn dubbel tje geeft wel eens eerst rekening en ver antwoording willen van het Episcopaat, mogelijk wordt zijn dubbeltje niet vol gens zijn inzicht beheerd; D. vindt, dat een comité-lid ook niet bij hem in de win kel komt en zo in het eindeloze. Zoals gezegd, op dergelijke uitvluchten kan niet gelet worden. Als ze er zijn is dit echter een gunstig teken, want er blijkt uit, dat er moeite wordt besteed aan de inza meling. Maar erger is de diwijls gehoorde klacht: „o, ik zou wel iets bijdragen, maar ik ben nog nooit gevraagd". Nog erger „ik heb een jaarbijdrage toegezegd, maar sinds jaren wordt ze niet meer opge haald". Maar we zullen onze jeremiade maar staken. De voormelde toestanden heeft het cen traal comité doen zinnen op middelen tot verbetering. En het oog viel daarbij op een vorm van actie, die te Milaan met gunstige resultaten werkt. Daar is n.L een bureau, dat bij voortduring toezicht heeft op de gang van zaken, dat leiding geeft aan de werkzaamheden, dat beraadslaagt over ge schikte propaganda-m iddelen, o^. een blaadje uitgeeft voor de „Amici dell' Uni- versita", enz. Dat bureau is ruim geoutil leerd, wat nodig is voor het uitgestrekte terrein van werkzaamheid van Piemont tot Sicilië. De Katholieke Actie is vooral de grote hefboom der activiteit over het gehele land. Het Centraal Comité meende dat misschien te ontzent een soortgelijke steun voor de diocesane en parochiale co- mité's zijn nut zou hebben. Er is aan het Bestuur der Sint Radboud een voorstel gedaan om een bescheiden centraal bu reau op te richten. Zander grootse papie ren opzet zou dit Bureau zijn werkzaam heid beginnen met een poging om een overzicht te krijgen van de toestand, om dan tot een oordeel te kunnen komen om trent gewenste verbeteringen en middelen, die daartoe kunnen worden aangewend. Voorlopig kan dit geschieden zander noe menswaardige kosten. Nijmegen zal de ze tel zijn van dit bureau en een of ander lokaal der Universiteit zal voor de werk zaamheid worden beschikbaar gesteld. Het zou natuurlijk volkomen gemis aan mensenkennis verraden, als men van dit bureau in korte tijd een algehele verbete ring zou verwachten, maar de hoop wordt gekoesterd, dat op den duur onder Gods Zegen tenminste één reden van achteruit gang wordt weggenomen, n.L het op meer dere plaatsen heersende volslagen gebrek aan activiteit voor instandhouding en uit bouw onzer eigen universiteit. Onder goed keuring van het Bestuur zal in de naaste toekomst een begin worden gemaakt met de werkzaamheden van dit Centraal Bu reau. Er zal zeker enige verbetering zijn te bereiken, want in onze vaderlandse Kerk zijn er Goddank nog zeer velen, wie het wèl belang inboezemt of het Rijk Gods „vooruit en opwaarts dan wel ach teruit of bergafwaarts gaat". J. HOOGVELD. 1) In 1932 bracht de collecte op 174.274.53, tegen f 160.403.56 in 1933 en 158.613.20 in 1934. KOOPT BIJ HEN, DIE IN UW DAGBLAD ADVERTEEREN Het Abessijnsch conflict DE COMMISSIE VAN DERTIEN BIJEEN. Een telegram aan den Negus. De door den volkenbondsraad benoemde commissie van dertien, die tot taak heeft uit te voeren hetgeen bij artikel 15 para graaf 4 den volkenbondsraad wordt opge dragen, heeft gisteren een eerste bijeen komst gehouden. Op voorstel van den raadsvoorzitter„ Guizanu, is de voorzitter van de raadscom missie van vijf, De Madariaga, ook tot voorzitter van deze commissie benoemd. De commissie heeft een eerste discussie gehouden over haar arbeidsmethode en zan vandaag weder bijeenkomen. Men is hier overtuigd, dat de aanbeve lingen van de raadscommissie van dertien nog minder aannemelijk voor Mussolini zullen worden dan de voorstellen van de raadscommissie van vijf reeds waren, meldt de oorrespondent van de „Msbd.", want Litwinoff, Titulescou en Tewfik Roesjdi Ar as hebben in de geheime bijeen komst van den raad reeds verklaard,, dat zij de voorstellen van de raadscommissie van vijf niet als aanbeveling van den raad zouden kunnen aannemen, omdat deze voor stellen naar hun standpunt tegemoet zijn gekomen en te veel concessies van een on- afhankelijken volkenbondsstaat als Abes- synië verlangen Uit het werk van de raadscommissie van dertien zal dus een compromis niet wor den geboren. De raadscommissie van dertien heeft gisteren bovendien nog behandeld het te legram van den negus van Abessynië, die den volkenbondsraad verzocht een com missie naar Abessynië te zenden voor de vaststelling van de schuld bij eventueele vijandelijkheden. De raadscommissie, waarin Italië niet vertegenwoordigd is, heeft besloten, een onder-commissie te benoemen bestaande uit de deskundigen van Engeland, Frank rijk en Spanje, om rapport uit te brengen, of het, gezien de enorme lengte van de be dreigde grenzen, mogelijk zou zijn, dat een volkenbodscomm issi e zich inderdaad ter plaatse op de hoogte zou kunnen stellen van de toedracht van grensincidenten en van de opening der vijandelijkheden. Intusschen heeft de raadscommissie van j dertien het volgende antwoord-telegram aan den negus van Abesgsynië gezonden: „De raadscommissie heeft kennis geno men van de beslissing van Ume Majesteit, om de Abessynische troepen tot dertig ki lometer van de grens terug te trekken. De raadscommissie waardeert den geest, waar in deze beslising genomen is. De raads commissie, die met de meest mogelijke ern stige aandacht de voorstellen in overweging neemt, om onpartijdige waarnemers naar Abessynië te zenden, bestudeert thans of de feitelijke omstandigheden deze waarne mers in staat zouden kunnen stellen, him opdracht naar behooren te vervullen. Hedenochtend is de volkenbondsverga dering nogmaals bijeengekomen. Zij heeft een voorstel aangenomen om de zitting niet voor geëindigd te verklaren, doch te verdagen. MILITAIRE VOORBEREIDINGEN TE ALEXANDRIE. Stalen netten in de haven. Gisteren zijn de Britsche slagkruisers „Renown" en „Hood" voor Alexandrië aan gekomen. Zij liggen buiten de haven. Aan den haveningang is vèrdragend geschut in stelling gebracht. Oefeningen hebben plaats gehad, waaraan werd deelgenomen door de vloot en door vliegtuigen. De ha veningang is met stalen netten afgesloten ter voorkoming van duikbootaanvalien. Slechts een kleine vaargeul is vrij gela ten. In de haven zelf heerscht een groote be drijvigheid. Auto's, gepantserde wagens, vliegtuigen en munitie worden uitgeladen. In 5 dagen zijn 170 vliegtuigen aangeko men, die bestemd zijn voor de vlieghaven Aboekir, ten oosten van Alexandrië. Civie le personen is strenge geheimhouding over de militaire voorbereidingen opgelegd. De onderstaatssecretaris van het mini sterie van oorlog heeft verklaard, dat tot dusverre geen maatregelen zijn getroffen voor een versterking van de Egyptische le germacht, die 18.000 man bedraagt. De si tuatie aan de Westelijke grens is normaal. In de kazerne op den berg van Solloems aan de grens van Cyrenaica zijn 800 man en een batterij ondergebracht. De pa- trouilledienst langs de grens wordt oa verricht door pantserauto's. De Italianen hebben aan de grens van Cyrenica een drievoudige prikkeldraadver sperring aangebracht om grensoverschrij dingen door Bedoeinen onmogelijk te ma ken. Drie Italiaansohe schepen, waaronder de groote „Baiamon", hebben gisteren te Port Said gebunkerd. Zij hebben 5.000 Italiaan- sche soldaten aan boord. Italiaansche duibooten voor Malta? Reuter meldt uit Alexandrië, dat in de haven van die stad een oud-officier der Italiaansche luchtstrijdkrachten is gear resteerd. Hij had zich verdacht gemaakt door-de groote belangstelling, die hij toon de voor de voorraden, de uit een Engelsch schip werden gelost. Men had hem reeds drie dagen achtereen in de omgeving ge zien. Wegens gebrek aan bewijs hebben de autoriteiten bevel tot zijn in vrijheidstel ling gegeven. De politie heeft de controle op personen, die het havengebied betre den, echter verscherpt. Reuter meldt uit Alexandrië verder, dat bij Malta op het oogenblik twaalf schijn- werpers in werking zijn. Het gerucht gaat, dat zich sedert verscheidene dagen een Italiaansche d-uikbooten in de nabijheid van het eiland ophoudt. DUITSCNLAND. DE SPANNING MET LITAUEN. Memel-garanten wenden zich tot Berlijn. De Britsche, Fransche en Italiaansche ge zanten hebben zich als vertegenwoordigers van de mogendheden, die het Memel-sta tuut hebben geteekend, met een mondelin ge mededeeling tot de W ilhelmstrasse ge wend. Zij deden een beroep op den goeden wil van beide partijen en uitten den wensch, dat men zich conform het statuut aan de wettigheid zou houden. Verder gaven zij een overzicht van de verzekeringen, die de regeering van Kow- no te Genève heeft gegeven en uitten zij de hoop, dat de Duits che regeering de wen- schelijkheid zou inzien, ook zélf van soort gelijke bedoelingen blijk te geven, en in dien geest bereid zou zijn ook zelf bij te dragen aan de verbetering der betrekkin gen tusschen het Rijk en Litauen en daar toe alle noodige maatregelen te nemen. DOET GÖMBÖS NOG MEER DAN JAGEN? Wat de Italiaansche bladen ervan denken. De Hongaarsche premier Gömbös heeft van den Duitschen minister Goring een uit- noodiging gekregen om een jachtpartij mee te maken in Oost-Pruisen. Gömbös heeft de udtooodiging aanvaard en vertoeft op het oogenblik in Oost-Pruisen. In politieke en diplomatieke kringen te Berlijn vraagt men zich af, of het bezoek van Gömbös aan Duitschland een formeel DuitsohHongaarsch accoord moet voorbe reiden. Terwijl Gömbös met Garing in Oost-Prui sen op jacht is, hebben inderdaad de beide hooge Hongaarsche ambtenaren, die den minister-president vergezelden, hun reis voortgezet naar Berlijn, waar zij in con tact zijn getreden met Duitsche politieke kringen, ongetwijfeld om de besprekingen, die Gömbös van Zondag af met Hitier zal hébben, voor te bereiden. Met betrekking -bot de reis van Gömbös naar Duitschland citeert de „Giornale d'Ito- lia" een artikel van den Hongaarschen af gevaardigde Rainess, waarin het volgende gezegd wordt: „Tegen de starre politiek van de verdra gen zou alleen een nauwe unie tusschen Duitschland, Italië, Polen, Hongarije en Oostenrijk kunnen leiden tot een vrucht bare politiek in Centraal Europa. De taak en de zending van Hongarije is het, te strij den voor de schepping van deze nieuwe sta- ten-unöe". De „Gazette del Popoio", die een uittre den van Italië uit den Volkenbond onder het oog ziet, schrijft, dat het let van een volk niet altijd te Genève beslist wordt en voegt hieraan nog toe: „Zoo hebben bijv. buiten het domein van den volkenbond ze kere belangwekkende jachtpartijen plaats, zooals die welke uit Boedapest werd aange kondigd". DE TEGENSTELLING STAAT—KERK STERKER DAN OOIT. Scherp standpunt der Oud-Pruisische Unie. Op de Synode der (Protestantsche) Oud- Pruisische Unie, die drie dagen bijeen is geweest en tot diep in den nacht heeft ver gaderd, is de tegenstelling tusschen Kerk en Staat sterker dan ooit naar voren getre den. Zooals bekend wü de nationaal-socialis tische staat de juridische leiding en het fi- nancieele beheer in kerkzaken geheel in handen hebben. Hiertegenover worden van de zijde der Belijdeniskerk de volgende eischen gesteld: L Volkomen en onbeperkte vrijheid der kerk ten aanzien van de verkondiging van het Evangelie. 2. Volkomen vrijheid der kerk in het beheer der sacramenten, ook ten aanzien van Joden, die de Protestantsche belijdenis hebben aangenomen. 3. Vrijheid der kerk in het financieele beheer. De tegenwoordige „Beschlussstelle" wordt volkomen onaanvaardbaar geacht. Het recht van den staat tot het oefenen van controle op het financieele beheer en tot het verleenen van medewerking m de juridische kwesties wordt door de Belijde niskerk erkend. Het werk der kerk moet echter door den staat gesteund en niet be moeilijkt worden. De thans genomen maat regelen zijn onaanvaardbaar. De Oud-Pruisische Unie zal iriet langer een afwachtende houding aannemen, ten aanzien van de vraag, wat de staat in de kerkkwestie wü doen. Het Joodsche vraagstuk zal, naar wij vernemen, binnenkort op een rijkssynode der Evangelische kerk uitvoeriger worden behandeld. NIEUW DEVIEZENPROCES TEGEN GEESTELIJKEN. Voor de spoedrechtbank te Berlijn in gis teren een proces begonnen tegen den 25-jari- gen pater Joharrn Seiwert en den 51-jarigen broeder Heinrich Lorenz uit Limburg aan de Lahn, die beschuldigd worden van het smokkelen van deviezen tot een waarde van 190.000 R.M. Zij hebben, aldus luidt de beschuldiging, voor den bouw van een kerk en een seminarium in Nederland een lee ning van 300.000 gulden opgenomen. Deze obligaties zijn teruggekocht door middel van naar het buitenland gesmokkelde de viezen. De hoofdbeklaagde, Seiwert, verklaarde, dat hij gemeend had, dat alles langs legalen weg geschiedde. OOSTENRIJK. DE AANSLAGEN TE LINZ. Naar Duitschland gevluchte daders nog steeds niet gearresteerd. In de afgeloopen week werd gemeld, dat te Linz tien postpakketten met helsche ma chines waren ontdekt, welke geadresseerd waren aan tien vooraanstaande persoonlijk heden te Salzburg, onder wie de aartsbis schop, Z. H. Exc. mgr. dr. Waitz. De daders zijn, naar de „Prager Presse" verneemt, thans aan de politie bekend. Het zijn twee natianaal-socialisten, een meubel maker en een schoenmakersgezel. Beiden zijn na him daad naar Duitschland ge vlucht Een beschrijving van beide misdadigers, die leden zijn van een terroristen groep, is naar Duitschland gezonden met het verzoek aan de Duitsche autoriteiten, aan de opspo ring naar beide misdadigers mede te wer ken. Sedertdien is nu een week verloop en en de rijksduitsche bladen mogen over de ze misdaad met geen enkel woord melding maken. Of in Duitschland een onderzoek naar de daders is ingesteld, is tot dusver nog piet bekend geworden. De Oostenrijksche provinciale pers is zich thans met deze aangelegenheid gaan bezig houden en het „Linzer Volksblatt" zegt, dat de heele bevolking in spanning verkeert, of de rij ksduitsche autoriteiten ook deze aanslagplegers, evenals zoovele andere, in bescherming zullen nemen en hun uitleve ring zullen weigeren. De „Salzburger Chranik" verklaart, „ge zien de snelheid, waarmee de moderne po litie-autoritei ten in cultuurstaten optreden, zouden de misdadigers reeds lang aan de Oostenrijksche grens gearresteerd moeten, zijn. De uitlevering kan dan ook binnen zeer korten tijd worden verwacht. Heeft ze niet plaats, dan weten we, waar we aan toe zijn". Deze campagne der Oostenrijksche pro vinciale pers zal ongetwijfeld op de „ver zoeningspogingen" van van Papen een on gunstige uitwerking hebben. BUITENLANDSCHE BERICHTEN pen, meldt het Agentschap Tass. Het nieuwe zweefvliegtuig heeft groote vliegeigenschappen. De vleugelspanning bedraagt 28 meter. Ter gelegenheid van de bijeenkomst van zweefvliegers te Koktebel (Krim) is een „luchttrein" aangekomen, bestaande uit een gewoon vliegtuig en een tank-zweef toestel. De „trein" heeft 1524 kilometer zonder tussch enlanding in 10 1/2 uur afgelegd en daarmee een nieuw wereldrecord geves tigd voor de non-stop-vlucht van een „lucht-trein". Het eerste vliegtuig werd tijdens de vlucht van benzine voorzien vanuit het zweeftoestel, dat benzine meevoerde. ELECTRISCHE TABAK- EN SIGARENFABRIEK „DE LANDMAN" ROOKTABAK bamIhIde 25 cent pee 1/2 pond Fa. Wed. C. J. VISTER - HAVEN 20 - LEIDEN MIJNRAMP IN ZTJID-SLAVTE. Twaalf dooden en zes en twintig gewonden. In de vroege morgenuren heeft in de steenkolenmijn Rtanj in Joego-Slavië een ernstige mijngas-ontploffing plaats gehad, waardoor 12 mijnwerkers werden gedood en 26 gewond. Onmiddellijk werd een aan vang gemaakt met het reddingswerk. Het ministerie voor het mijnwezen heeft een commissie van onderzoek naar de plaats des onheüs gezonden. DE BRAND TE LONDEN. Nog steeds levert blusschingswerk gevaar op. Hoewél de brand in het entrepot der Co lonial Wharves te Londen thans uitgewoed is, wordt nog steeds voortgegaan met het natspuiten van de resten. Daarbij hebben zich vannacht eenige, zij het ook niet he vige, ontploffinge voorgedaan. Verschillende brandslangen zijn onder het pluin begraven, terwijl brokstukken de lucht, worden ingeslingerd. Bevestigd wordt, dat de aangerichte scha de zeer aanzienlijk is. Wat de verloren ge- gane rubber betreft, staat thans definitief vast, dat twee partijen, elk ter waarde .van 30.000 pond sterling, in vlammen zijn opge gaan. Volgens een betrouwbare schatting zijn ongeveer 2000 ton rubber verloren gegaan en 1000 ton beschadigd. Voorts is er voor een bedrag van 18000 pond ster ling aan koper, vernietigd, terwijl het verlies aan zink eveneens aanzienlijk moet zijn. TRAGEDIE IN EEN RECHTZAAL. Een zekere Franz Geisseder, die te Graz terecht stond wegens grafschennis en drei ging, heeft gedurende de behandeling van zijn zaak plotseling een revolyer getrok ken, waarmee hij een snelvuur op de rechtbank en de getuigen opende. De rechter dr. Prezinger, die achter de tafel dekking had gezocht, werd ernstig gewond door een kogel, welke door het hout boor de. Twee getuigen, de directeur van een ziekenhuis en de vrouw van een hoogge plaatst officier, werden levensgevaarlijk gekwetst. De dader richtte ten slotte het wapen tegen zichzelf en stierf eenigen tijd later in het ziekenhuis. Geisseder had vroe ger een betrekking gehad in het ziekenhuis doch hij was ontslagen en bij wijze van wraak had hij het graf van den zoon van den directeur, die thans getuige was, ge schonden. EEN RUSSISCHE „LUCHTTREIN". Uit Leningrad wordt gemeld: De proef vluchten met het onlangs gebouwde pas sagiers-zweefvliegtuig „G31", dat plaats biedt aan 18 personen, zijn goed verloo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5