"WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 GENEZEN STAAR. EEN „ONBESCHRIJFELIJKE VERRUKKING". Z. H. E. Mgr. A. P. F. van Velsen S.J., oud Apostolisch-Vicaris van Batavia schrijft het volgende aan „De Tijd". In „De Tijd" van Vrijdag 6 September, avondblad, 2e pagina, geeft de welinge lichte schrijver van mijn reilen en zeilen ia Europa en in de tropen in zijn „Terug In het Vaderland" blijk, dat ik mij hier in Holland vrijwel aan zijn waakzaam oog heb weten te onttrekken. De laatste zin snede verraadt dit maar al te duidelijk. Wordt in de voorlaatste gesproken van „een steeds verergerende oogziekte", die mij naar Nederland deed vertrekken, in de laatste zinsnede heette het: „in het va derland heeft Mgr. de gehoopte genezing niet kunnen vinden." Daar tevoren alleen gesproken werd over mijn oogkwaal, wordt het vermoeden gewekt, als had ik hier in Holland voor mijn staar aan beide oogen geen baat gevonden. Dit vermoeden mag ik geen ingang doen vinden, daar ik mij daardoor ondankbaar zou toonen jegens O. L. Heer, die mij door prof dr. H. Weve, hoogleeraar in oogheelkunde in Utrecht, de ontzettende weldaad sohonk, om weer te kunnen zien, om met eigen oog, zij het dan met behulp van een bril, te kunnen lezen, wat de schrijver in „De Tijd" over mij schreef en met eigen oog te kunnen nagaan, wat ik naar aanleiding daarvan bier nu schrijf om aan een welgemeend verzoek te voldoen, waartoe tot nu mij de geschikte gelegenheid ontbrak. Nadat ik in Mei 1933 hier was terugge keerd, heeft prof Weve mij in Juni, in het St. Antonius-Ziekenhuis te Utrecht, met assistentie van dr. Romunde, oogheelkun dige aldaar, de staar uit het linkeroog weggenomen. Ik kan vanaf dat oogenblik het zonlicht en de schitterende kleuren in Gods schoone natuur weer aanschouwen; weer als een gewoon mensch zien. Wat dat zeggen wil, wat 'n onbeschrijfelijke verrukking het is, wat een overstrooming van geluk het zonnelicht weer te aanschou wen, waarvan men het bestaan' niet meer kende, dat is, meen ik, alleen gegeven aan hen, wier beide oogen door de staar ver troebeld, deze door vaardige kunstenaars hand zien weggenomen. In mijn uitbundige vreugde meende en noemde ik 't 'n voor smaak van 't aanschouwen van 't Eeuwig Goddelijk Licht. Hoe kwam ik aan deze boude vergelijking? Mag ik het U even vertellen? Een paar dagen voor mijn ope ratie was in hetzelfde Antonius-Ziekenhuis in de 4e Afdeeling, een jonge man gestor ven, waarvan mij het volgende verteld was. Hij leed aan vergevorderde longziekte. De eerw. zuster, die hem verpleegde, had hem zachtjes aan voorbereid om O. L. Heer blijmoedig het offer van zijn leven te brengen. Hij was voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden, had afscheid genomen van vader en moeder, van%roer- tjes en zusjes, en wachtte geduldig den op roep van ons aller Vader, die in den he mel is. Niet zoo spoedig als verwacht werd, geschiedde dit en vandaar dat de eerw. zuster den zieke voorstelde om vader en moeder nog eens te laten komen. Hij luis terde, een oogenblik dacht hij over het voorstel na, fluisterde toen de zuster toe: „Neen zuster! Ik heb immers afscheid ge nomen. Ach, neen! Het zou mij maar af trekken van O. L. Heer!" Vol verwonde ring, berustte de zuster in dit korte, veel zeggende antwoord. Het was, meen ik, de eigen avond. De zuster waakte aan zijn bed. Hij scheen te dommelen. Opeens opent hij de oogen, in wonderlijke opgetogen heid strekt hij zijn handen uit en roept uit: „Zuster! Zuster! Zie! O, zie! Wat een heerlijk licht! O, zuster! Wat een licht!" Het waren zijn laatste woorden. Toen ik nu plots het zonnelicht leerde kennen, flitste mij het heerlijke licht voor den geest, dat de jongeling in zijn stervens uur zoo in verrukking had gebracht, en vond ik voor mijn zonnelicht en zijn heer lijk licht op dat oogenblik geen ander beeld dan het gloren van het eeuwig, God delijk Licht. Vergeef mij mijn boudheid. Moge mijn vermetelde waardeering U al thans dit doen begrijpen, dat hoe dan ook, voor wie aan beide oogen de staar heeft, de operatie een onvergelijkelijke weldaad is. Ik was geopereerd. Als de dokter zelf en de eerw. zusters, geloofwaardige men sch en, na afloop niet verteld hadden, wat er zoo al gebeurd was, zou het mij vol komen geheim gebleven zijn. Het eenige wat ik er van weet, is, dat mijn oog vóór de operatie eenigen tijd, om de tien mi nuten, is ingedruppeld, dat de dokter daarna een poosje met mijn oog is bezig geweest, dat ik te voet gekomen, op een wagentje op mijn kamer wederkeerde. Wat er eigenlijk allemaal gebeurd was, wist ik niet. Blijkbaar was alles plaatselijk ver doofd geweest, want pijn heb ik geen oogenblik gevoeld. Het ergste, dat hierna (kwam, was: een paar dagen poesstil met een verband voor het geopereerde oog te bed te liggen. Maar wat beteekende dat? Na een kleine veertien dagen ging het ver band er af, ik kreeg een leesbril en een bril, om in de verte te zien, en ik was klaar. Inderdaad u zijt dan klaar. Maar! Ja maar! Vergeet niet, u hebt geen nieuw oog gekregen, u hebt brillen gekregen, waaraan u gewend moet worden, en zie! Dat wenneri kan wel eens wat lang duren; komen doet het echter. Door het wegne men van de vertroebelde lens uit het oog, raakt men het vermogen om afstanden te meten, kwijt. Daar immers de lens van het oog vervangen wordt door de lens, die in de bril is geslepen, en waarmee men slechts op een bepaalden afstand scherp VAN ONZE ADVERTEERDERS. MODESHOW IN HET HAAGSCHE MODEHUIS. Renaissance Herfst Fluweel. De gistermiddag gehouden show van het Haagse he Modehuis is een gebeurtenis ge worden. Er was een volmaakte organisatie en een knappe regie, die alleen verstoord werd, doordat de Haagsche dames een half uur op zich lieten wachten, zoodat deze groot e weelde in een wat al te snel tempo moest worden voorbijgedragen. Van de zijde van het Haagsche Modehuis was alles perfect. Een thé complet van Hotel „de Witte Brug", muziek van Zunky Joska eneen dertiental manne quins onder de felle schijn wei-pers. Voorts een filmoperateur en een belanstellend publiek. Het Haagsche Modehuis vroeg haar cliën- tèle en derzelver kennissen te gast en de gastvrouwe heeft niets verzuimd om het ieder naar den zin te maken. Maar daardoor moest deze show dan ook nog driemaal herhaald worden. Gis teravond, hedenmiddag en hedenavond. De groote verkoopzaal, smaakvol inge richt, waarin ongeveer vijfhonderd dames een plaats vonden, had aan den rechterwand een podium in zilver-aluminiumkleur en wijnroode gordijnen. Op het podium een gezellig Queen-Anne interieur. Men kan de komende mode in enkele woorden karakteriseeren, n.l. Renaissance Herfst Fluweel. Renaissance zijn de lijnen en dit betreft dan ook hoofdzakelijk de avondkleeding, daar de middag japonnen van subliemen eenvoud zijn. De tinten vertoonen de zilverroode kleu ren van de herfst in weerschiinkleurige schakeeringen van paars, geel en rood. De stoffen, welke gebruikt worden, wor den gedragen door het zachte fluweel, dat overheerscht, hoewel ook de tafzijde nog zeer en vogue is. Duidelijk bleek, dat de Parijsche mode dit jaar bepaald wordt door de te Parijs gehouden tentoonstelling van Italiaansche Renaissancekunst, welker schoone kleuren en edele lijnen de mode-ontwerpers heeft geïnspireerd. De gratie en de zwier der Re naissance vormen een dankbaar object voor de Parijsche couturiers. Sommige mo dellen, o.a. van Piquet, zijn zuiver copieën van da Vinei, Bottecelli en andere mees ters der Renaissance. De lange rok in majestueuze plooien ge accentueerd door een gordel van veelkleu rig gesteente of van goudleer, de wijde, den grond bijna rakende mouwen zijn hiervan voorbeelden. Verschillende modellen van Piquet, Mo- lineux, Martial et Armand, Rochas en andere Parijsche huizen zijn onder den in vloed der Italiaansche kunsttentoonstelling ontworpen. Elk nieuw seizoen, elke nieuwe show, laat nieuwe lijnen, nieuwe combinaties cn nieuwe stoffen zien. Men ondergaat deze denovatie op elke show, steeds in een ge leidelijk tempo en zonder schokken. Toch zijn deze evoluties elk seizoen grooter en het tempo is sneller dan men zich bewust is. Om de bezoekster van deze toch nog snelle ontwikkeling te overtuigen opende deze show met de mode van de jaren 1895 tot en met 1925. Eerst verwekte een bruidje uit het ja3r 1895 groote hilariteit. Daarna een avondtoi let uit 1900 en zoovoorts tot een toilet-1925. De dames zagen in een spiegel de bijna wanstaltige en affreuze korte-rokken manie, die zij toen toch o zoo mooi want, o zoo modern vonden. Zouden zij zich geschaamd hebben? Maar ach, in 1945 zal het weer zoo zijn en zal men lachen om wat nu haute chique is. En toch ziet men immer weer, dat er niets nieuws is onder de zon. Of we den Biedermeyer- of Renais- sance-tijd terugkrijgen, 't blijft toch altijd plagiaat. De eeuwige wisselwerking. De mannequins vertoonden zich vawol- gens in vele fraaie middagtoiletten, bont en regenjassen, Selecta, bontcapes enz. Wij zagen japonnen van velours transpa rant en taffet changeant, mantels met en zonder bont, o.a. een met een blauwvos kraag en een zwarte velours de laine man tel met een petit-gris Stuartkraag. De kleu ren der robes zijn meerendeels olijfgroen, Titiaan, blauw-grijs, zeewier en reebruin. Hierna werd er gepauzeerd, in welken tijd een origineele reclame werd gemaakt voor de Selecta-regenmantel van het Haagsche Modehuis. Iedere bezoekster kreeg een selecta-folder welke bons inhiel den tot een waarde tot 7.50 of 10 pet. kor ting. Na de pauze werd een met applaus ont vangen wintersportgroep getoond, een aan tal ski-meisjes in alleraardigste winter- sportcostuums. De rest van de show was gewijd aan de vertooning van een eclatante collectie mid dagjaponnen en groote toiletten. In de mid dag-toiletten kwamen de Italiaansche re- naissance-motieven meer dan eens tot uiting, o.a. in het prachtige olive-kleurige Bellini-model, dat tot over de voeten reik te, een gordel had van goudleer, lange wij de mouVen, met omslagen van goud-lainé, terwijl het hoofd gedekt was door een Ve- netiaansch kapje van gouddraad. De meeste belangstelling hadden wel de fluweelen robes, zooals een prachtige paarse met roode zij gevoerd en een wijde val over de rug. In 't algemeen kan men zeggen, dat de middagjaponnen alle hoog gesloten zijn. Vele hebben daarbij uitgesproken Russi sche motieven en doen denken aan kozak ken- en boeren kleed ing. Wat dwaas-grappig was het avondmodel Abessyniëpaars fluweel op den rand afgezet met lainé en aan den kant uitloo pend in een wijde sleep, die als sluier over het hoofd kan worden gedragen. De prachtig geslaagde show sloot met een toegejuichte jachtstoet. Rest ons nog te vermelden, dat de prijzen reeds van af ongeveer 9, voor zeer smaak volle modellen een openbaring waren. vermag te zien, tast men in den aanvang aanhoudend mis, duwt men glazen en an dere voorwerpen omveren breekt ze. Is dus in den beginne bij alles, ik herhaal: bij alles voorzichtigheid geboden, het vor dert niet minder geduld! Dat u meer met uw hoofd moet draaien, omdat de lens in het glas, zich niet met het oog kan wen den, zult u zelf wel merken en aanleeren. Hiermede heb ik u mijn geheele onder vinding meegedeeld. Daar elke staar zijn eigen eigenaardigheden heeft, houd ik me bij dat, wat ik zelf ondervond. Toen ik eohter uit het ziekenhuis ontslagen werd en afscheid nam van den zoo kundigen hoogleeraar, van den eenvoudigen, min- zamen persoon van dr. Weve, deed hij mij het volgende verzoek, waartoe ik aan stonds bereid was, doch waarvan de uit voering om meerdere redenen tot nu zeer beperkt bleef. „Monseigneur", zoo sprak Zijn Hoogge leerde, „U weet nu, wat een weldaad het is: aan beide oogen staar te hebben ge had, en, met weinig moeite Uwerzijds, in staat te zijn gesteld om weer te zien. Dui zenden in den lande lijden aan hetzelfde euvel, maar weten niet met hoe geringe offers hunnerzijds zij het gezicht weer te rug kunnen erlangen. Maak het toch be kend! Vertel hoe het U ging. Zeg hun, dat er overal kundige oogartsen gereed staan om hen te helpen, dat de kosten berekend worden naar ieders vermogen, dat er voor de armsten hulp te vinden is". Het is mij een vreugde, dat een schulde- looze onwetendheid van den schrijver in „De Tijd" mij thans, bij gelegenheid van mijn 40-jarig priesterjubilé, onverhoopt de gelegenheid biedt aan het verzoek gevolg te geven, en het in breeden kring bekend te maken. Bracht indertijd het bericht van de door mij ondergane operatie er een meer dan zeventigjarigen pastoor toe mijn voorbeeld te volgen, zoo hoop ik, dat dit gemoedelijk babbeltje, dat ik hier met den natuurlijken eenvoud van een missie-kerkvoogd. (Zie: Maasbode van Zaterdag 7 September Ochtendblad, 3e blad) met u voerde, er vele staarlijders toe moge brengen, om ten spoedigste een oogarts te raadplegen, opdat zoo mogelijk ook zij het verrukkelijk wonderlijk gebeuren mogen beleven, dat het zien van het zonnelicht verwekt, het geluk te mogen smaken weer te zien. Amsterdam, 18 September 1935. A. P. F. VAN VELSEN, S.J. Oud-Aposfolisch Vicaris van Batavia. Titulair Bisschop van Arzani." BINNENLAND BET P. T. T.-BEDRUF RAAMT WINST OP 5 1/2 MILLIOEN. Postzegelautomaten in de postkantoren. De ontwerp P. T. T.-begrooting voor 1936 wijst een winstsaldo aan van 5.549.000. Dit is 956.750 minder dan het in de be grooting voor 1935 geraamde winstsaldo. De lasten zijn in totaal 2.778.550 lager geraamd dan voor 1935 geschiedde, het geen zijn grond vindt in doorgevoerde be zuinigingsmaatregelen. De oorzaak van het lager winstsaldo is een gevolg van de nood zaak, m verband met de ongunstige ont wikkeling der baten in de tweede helft van 1934 en in het bijzonder in de eerste maan den van 1935, bij de raming der baten groote voorzichtigheid te betrachten. In totaal worden de baten voor 1936 3.733.300 lager gesteld dan voor 1935 ge schiedde, welke vermindering voorname lijk haar grond vindt in een lagere raming wegens teruggang van het verkeer, van de frankeeropbrengsten en van de opbrengsten uit het binnen- en buitenlandsche tele graaf- en telefoonverkeer. Ofschoon het bedrijf den invloed van den ongunstigen economischen toestand ondervindt, kan toch in menig opzicht van een bevredigen de ontwikkeling gesproken worden. In zake de exploitatie van de posterijen wordt medegedeeld, dat de proefnemingen met de postzegelautomaten thans in een zoodanig stadium zijn gekomen, dat in 1936 in verschillende plaatsen dergelijke apparaten zullen worden opgesteld, Van daar dat ƒ200.000 voor aanschaffing op de begrooting is uitgetrokken. DIRECTIE POSTCHEQUE- EN GIRO DIENST. Eervol ontslag J. Lazonder. De heer J. Lazonder, directeur van den Postchèque en Girodienst, zal met ingang van 1 November a.s. zijn functie als zoo danig neerleggen. Jurjen Lazonder werd geboren te Schoon hoven op 25 October 1870; binnenkort zal hij dus zijn 65sten verjaardag herdenken. Van 18891891 werkte hij op de Poste rijen te Schoonhoven en Harderwijk en werd daarna commies bij het Hoofdbestuur der P. T. T.; als zoodanig bleef hij tot 1910 werkzaam, toen hij werd benoemd tot chef van verscheidene afdeelingen aan het Haagsche Postkantoor. Achtereenvolgens was de heer Lazonder directeur van het Postkantoor te Waspik (1911'13), directeur id. te Zevenbergen (1913'16), hoofdcommies id. te Utrecht (1916'18), directeur id. te Leersum (1918 '20), inspecteur in algemeenen dienst bij het hoofdbestuur der P. T. T. (1920'21), directeur Postkantoor te Rotterdam (1921) en sedert 1934 is de heer Lazonder direc teur van den Postchèque- en Girodienst O.m. was de aftredende directeur: voor zitter van de postale commissie van beroep en gedurende de jaren 19191924 lid of voorzitter van verschillende examen- en rerorganisatie-commissies, en van de com missie van overleg bij het Staatsbedrijf der P. T. T., waarvan sedert 1929 voorzitter. S. J. H. Wesselink benoemd tot Dir. Postchèque- en Giro-dienst Tot opvolger van den op 1 November af tredenden directeur van den Postchèque- en Girodienst is benoemd de heer S. J. H. Wesselink, in het vakverenigingsleven een bekende persoonlijkheid. De heer Wesselink werd geboren te Joure; hij is 56 jaar oud. Op 19-jarigen leeftijd kwam hij bij den P. T. T. in dienst als klerk en klom al spoedig tot hoogere rangen op. In 1906 werd hij benoemd tot commies. Achtereenvolgens was hij direc teur van de post- en telegraafkantoren te Balk, Geertruidenberg en Boskoop. Lange 'jaren was de heer Wesselink lid en voorzitter van het bestuur der Vereeni- ging van Hoogere Ambtenaren. Voorts had hij zitting in verschillende commissies bij het P. T. T.-bedrijf. In 1924, het jaar, waarin de heer Lazon der tot directeur van den postchèque- en girodienst werd benoemd, werd de heer Wesselink aangesteld tot onder-directeur. In die afgeloopen elf jaren hebben de hee- ren Lazonder en Wesselink geen moeite te veel gevonden om den dienst der poste rijen en giro in goede banen te leiden. DE DAGBOEKBLADEN VAN JOS. VAN LANGEN. Overgedragen aan het Persmuseum. Vele journalisten waren gistermiddag In het Persmuseum te Amsterdam bijeen gekomen om getuige te zijn van den over dracht van de aanteekeningen, die hun collega Jos. van Langen gemaakt had op den noodlottigen laatsten reis van de ,Gaai" op 20 Juli j.l. De voorzitter van den Kring Noord- Holland van de R.-K. Journalisten Ver eeniging, de heer H. Baron van Lamsweer- de, zeide, dat deze luttele blaadjes uit het zakboekje van Van Langen een mensche- lijk, historisch en journalistiek document "nen. Een menschelijk document, om- cat zij een menschelijk actieven geest ver raden en een historisch document, omdat zij de eenige en onweerlegbare bewijsstuk ken vormen voor de rehabilitatie van den piloot van de „Gaai". De Zwitsersche autoriteiten immers waren van meening, dat hij te laag had gevlogen en de route onvoldoende kende. Uit deze aanteekeningen echter blijkt, dat de piloot zeer spoedig na zijn start tot 4000 meter gestegen is en toen door de weersomstandigheden is gedwongen om te dalen. De aanteekeningen getuigen van een echt journalistieken geest; hij maakte een vacantiereis, doch ook in die dagen bleef hij voor alles journalist. Niet slechts als een doode machine registreerde hij de ge beurtenissen van dien tragischen reis, de luttele aanteekeningen getuigen dat hier een mensch met een hart schreef. Als voorzitter van den Kring Noord-Hol land van de R.-K. Journalisten Vereeniging is het mij een voorrecht, zoo zeide spr., in termediair te zijn tusschen de familie van Langen en de hoofdredactie van de Ver- eenigde Katholieke Pers en het Persmu seum. Deze overdracht is een bewijs van goede samenwerking tusschen de R.-K. en de niet-R.-K. journalisten. Spr. hoopt, dat deze samenwerking breeder in het land tot uiting moge komen. Spr. bood hierop de fraai ingelijste dag boekblaadjes aan den voorzitter van het Persmuseum aan, benevens een album met een levensbeschrijving van Van Langen en verslagen van de ramp Namens het bestuur van de stichting het Persmuseum dankte de voorzitter, de heer voorzitter, de heer J H. Rogge, voor dit geschenk Deze enkele blaadjes vormen een journaal, zooals er zeker in de luchtvaart geen tweede bestaat en wij zijn er dank baar voor, dat deze in het Persmuseum bewaard kunnen blijven. De plechtigheid werd bijgewoond door eenige familieleden van wijlen Jos. van Langen. DE UITVOER-QUOTA NAAR DUITSCHLAND. In beginsel overeenstemming bereikt. In de gemengde Nederlandsche-Duitsche commissie, welke op het oogenblik te Ber lijn bijeen is, is, volgens het Handelsblad, in principe overeenstemming bereikt over de vaststelling van de uitvoerquota van Ne- derlandsche producten naar Duitsdhland voor het laatste kwartaal van dit jaar In verband met het beschikbare aantal de viezen in Duitschla'hd zal hier rekening moeten worden gehouden met een vermin dering der quota in vergelijking met die van het vorig kwartaal Over den omvang der vermindering konden nog geen inlichtingen worden verstrekt Steunvergoeding voor erwten. Van officieele zijde wordt medegedeeld, dat de steunvergoeding voor groene erwten en schokikererwten, gedenatureerd in het tijdvak van 8 tot en met 14 September, voor de kwaliteitsklassen A, B, C en D respectie velijk 4.3.50, 3.en 2.50 per 100 K.G. zal bedragen, terwijl de steunvergoe ding voor in datzelfde tijdvak gedorschte gele erwten, voldoende aan de standaard monsters C. en D. respectievelijk 3.en 2.50 per 100 KG. zal bedragen. TREINENLOOP MET WENTERDEENST. Opheffing lijnen loeidenHoofddorp en Uithoorn. In „Spoor- en Tramwegen" treffen wij een reeks wijzigingen aan ki de treinver bindingen ingaande 6 October (Winter- dienst); Ingaande 6 October 1935 wordt de reizi- gersdienst gestaakt op het baanvak Uit hoornAalsmeer en ingaande 1 Januari 1936 op de baanvakken Leiden Heerensin gelHoofddorp, AJphen a. d. RijnUit hoorn en Nieuwveenter Aar. In verband daarmede worden in plaats van enkele treinen van en naar Uithooaa, enkele motortremen van en naar Gouda via Alphen a. d. Rijn naar en van Leiden gevoerd. Het baanvak HaarlemZandvoort Bad wordt geëlectrificeerd. Van 8.00 tot 24.00 uur wordt op dit baan vak een regelmatige uurdienst gereden. Da treinen, vertrekken van Amsterdam C.S. 20 minuten en van Zandvoort Bad 12 mi nuten over het geheele uur. Het traject wordt afgelegd in pijn. 26 Ten behoeve van het verkeer in de spits uren wordt op die uren het aantal treinen uitgebreid en wordt practisch een halfuur- dienst gereden. Behoudens enkele uitzonderingen loopen de treinen van Zandvoort Bad naar Amster dam C.S. en terug. Te Voorschoten zullen gaan stoppen de treinen 3811 Z.F. (Leiden V. 9.30), 3820 Z. F. (Den Haag H.S. V. 10.09), 3321 Zat. (Leiden V. 13.08). trein 3834 (Den Haag H.S. V. 14.39), trein 3835 (Leiden V. 16.11) en trein 1190 (Den Haag H.S. V. 23.54). Te Zaltbommel gaan op enkele uitzon deringen na alle treinen doorrijden. Het verkeer van en naar Zaltbommel zal wor den bediend door een autobusdienst van de Algemeene Transport onderneming (A.T. O.) van Geldermalsen en Den Bosch uit. De officieele reisgidsen (groote en kleine uitgave) van de gewijzigde dienstregeling ingaande 6 October 1935, zullen van Maan dag 30 September af aan de stations en van Dinsdag 1 October as. af alom verkrijg baar worden gesteld. KEURINGSDIENSTEN TEGEN BEZUENIGINGS-ONTWERP. Adres aan de Tweede Kamer. Het college van Directeuren van Keu ringsdiensten heeft een adres gericht aan de leden der Tweede Kamer betreffende de Warenwet, waarin adressanten verzoe ken het wetsontwerp niet aan te nemen, doch de bestaande Warenwet zoodanig te wijzigen, dat de rijksbijdrage vervalt of verminderd wordt; dat de keuringsdiens ten het recht krijgen van ondernemingen in hun gebied gevestigd, die waren behan delen of afleveren, een kleine jaarlijksche retributie te heffen; dat de wijzigingen in het wetsontwerp tot wijziging van de Wa renwet in de bestaande wet worden opge nomen. BACON-INVOER IN ENGELAND. Quota met 12 1/2 pet. verlaagd. In verband met een bericht in de „Fin- News" van gisteren, dat de Engelsche ba- con-invoerquota voor de laatste drie maan den van dit jaar met 12 1/2 pet. verlaagd zullen moeten worden, seint men ons nader uit Londen, dat dit bericht thans officieel wordt bevestigd Over het JuLi-September kwartaal be droeg het Nederlandsc'he percentage van den toegestanen invoer vah bacon in En geland 9.5 pet. De 'beperking van den in voer voor het laatste kwartaal van 1935 zal, naar wij verder vernemen, propor tioneel over de verschillende landen wor den verdeeld. DE STAKING TE TILBURG. Stakers nemen bemiddelingsvoorstel aan. Een voorstel van burgemeester mr. Vonk de Both van Tilburg is in een viertal sta kersvergaderingen met overgroote meerder- heid aangenomen. Het comité kon niet met alle stakers te gelijk beraadslagen, waarom achtereenvol gens vier vergaderingen met een gedeelte van hen werden belegd. Van de drie duizend stakers verklaarden zich slechts ongeveer honderd tegen. Heden zullen de fabrikanten bijeenko men. Wanneer deze het voorstel aannemen, zal het werk Donderdag hervat worden. Hst voorstel van den bemiddelaar. De tekst van het voorstel dat de bemid delaar in het stakingsconflict aan het sta kingscomité heeft voorgelegd en aan de Vereeniging van Fabrikanten welke heden in vergadering bijeenkomen zal voorleg gen, luidt als volgt: a. de arbeiders aanvaarden het werk met de 'bepaling, dat de nieuwe loonen zul len ingaan op een datum in overleg met de vereenigingen St. Lambeitus, de Eendracht en Unitas nader vast te stellen, welke da tum niet eerder wordt gesteld dan 14 dagen na de aanvaarding van het werk, en niet later dan een maand. Een en ander ge schiedt teneinde de leden van de organi saties gelegenheid te geven met hun bestu ren over deze aangelegenheid van gedach ten te wisselen. b. de werkgevers betalen 40 pet. van het ingehouden loon en van hetgeen door de werknemers is verdiend voor alsnog ge- presteerden arbeid en dat van de drie ker misdagen. c. partijen verbinden zich geen rancune maatregelen van welken aard ook tegen elkaar te zullen nemen. Dit voorstel is aan het stakingscomilé voorgelegd. Hedenavond vergadert het co mité met de stakers over het al of niet aan vaarden daarvan. Morgenochtend zullen de fabrikanten bijeenkomen om over het voorstel te beraadslagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 11