Het 150-jarig bestaan van het Koninklijk Genootschap „M.S.G." ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 LEIDEN u./*r, 0 Het verdere verloop der feestvergadering. DE MINISTER VAN 0„ K. en W, Z.EXC. PROF. DR. R. J. SLOTEMAKER DE BRUINE. Over het verloop der buitengewone verga dering, hedenmiddag in de Stadsgehoor zaal gehouden ter herdenking van het 150- jarig bestaan van het thans Koninklijk Ge nootschap van M. S. G. kunnen we nog het volgende mededeelen. Toen de voorz. de mededeeling deed, dat H. M. de Koningin aan het Genootschap het praedicaat „Koninklijke" had verleend, klonk uit de vergadering een spontaan ap plaus op, de muziek van „de Post" zette het Wilhelmus in en de aanwezigen zongen uit volle borst mede. Ook bij de mededeeldngen over het ver leende lidmaatschap van verdienste aan 'n viertal oud-leeraren betuigden de aanwe zigen hun instemming met dit bestuurs besluit REDE MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE. Na de rede van den voorzitter verkreeg de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Z. Exc. prof. dr. Slotema- ker de Bruine het woord. Spr. begon met een woord van geluk- wensoh voor de koninklijke onderscheiding aan het Genootschap ten deel gevallen. Spr. meent, dat deze onderscheiding ertoe zal bijdragen met temeer ijver het beoogde doel na te streven. Blijde is spr. aan de verleende onderscheiding te hebben mo gen medewerken. Wat het honderdvijftig jarig jubileum betreft merkt de Minister op, dat van seniele aftakeling ten opzichte van het Genootschap niets en van de jeugdige frisch heid alles is gebleven. Spr. herinnerde eraan, dat de oprich ting van het Genootschap te danken is aan het particulier initiatief en wel aan een kring van deelnemers, die in-sociaal waren gevormd: twee notabelen, één werkman en drie studenten. Zij gaven blijk van voor treffelijke samenwerking, die men tegen woordig niet dikwijls aantreft. De ontwikkeling van het Genootschap is uitgegroeid rekening houdend met aller- lei koninklijke besluiten, voorwaarden én allerlei andere omstandigheden, waardoor het altijd even actief is gebleven. Bewezen is voorts, dat ook bij weigering van een Minister van Onderwijs het Ge nootschap niet bij de pakken is gaan neer- ritten. 'n Gelukkige omstandigheid is voorts het feit, dat de school gevestigd is in een trni- versiteitstad. Wat de toekomst betreft: voor de eerst volgende honderd vijftig jaar wenscht spr. het Kon. Genootschap toe: evenveel tact, evenveel sociaal gevoel evenveel lenigheid en evenveel taaiheid als het moeilijk is. Nadat het applaus was bedaard, sprak de burgemeester. REDE BURGEMEESTER VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Namens het gemeentebestuur hield ver volgens de burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen de volgende rede: Wanneer mij het voorrecht te beurt valt uw genootschap te komen gehikwenschen bij zijn 150sten geboortedag, gaan mijn ge dachten terug naar het jaar van die ge boorte en vraag ik mij af, of mijn toen malige voorgangers beseft zouden hebben, dat in deze Gemeente toen een zaadje ont kiemde, dat tot zulk een grooten schoonen boom zou uitgroeien en zoovele vruchten zou afwerpen. Maar de Burgemeesteren van 1785 hadden het te druk met de patrioti- sche woelingen van die dagen, om veel ge dachten te wijden aan de verre toekomst van dat jonge wicht, dat zoo constant ver knocht zou blijven aan het huis van Oranje. Misschien is de verdeeldheid, die in die dagen cms geheele volk en ook de bewoners van Leiden bevangen had, niet geheel vreemd geweest aan de oprichting van Ma thesis. Uwe school, aanvankelijk zeer beschei den van opzet, was oorspronkelijk bestemd om krijgs- en zeevaartkunde te onderwij zen, voornamelijk aan minvermogende jon gelingen, van wier schranderheid, braaf heid, moed en begeerte om het vaderland te land of ter zee te dienen, de best ver- wachtigem mochten warden gekoesterd, doch heeft zich met verandering van hare doelstelling ontwikkeld tot een bloeiende school, die een nuttige en, ik mag wel zeggen, onontbeerlijke schakel vormt in de keten van Leidsche onderwijsinrich tingen. Velen hun getal moet wel in de dui zenden loopen hebben aan uw school hun opleiding ontvangen en danken voor al ook aan de grondslagen daar gelegd, him tegenwoordige positie in de maatschappij. Doch niet alleen voor de leerlingen en oud- leerlingen is er op dezen dag reden om uiting te geven aan hunne dankbaarheid, ook voor het gemeentebestuur van Leiden is er alle aanleiding om van zijn medeleven in de lotgevallen van uwe school te getuigen en dank uit te spreken voor het vele en uit nemende werk door Bestuur, Directeur en Leeraren verricht. Het zou mij te ver voeren en het zou eigenlijk ook niet op mijn weg liggen, al ware het slechts in groote trekken, de ge schiedenis van uwe school weer te geven. Wel mag ik in herinnering brengen hoe het Gemeentebestuur van Leiden èn door het verleenen van geldelijke bijdragen in de kosten der school èn in anderen vorm steeds bewezen heeft het nut van uwe school voor de Gemeente duidelijk te be seffen. Hoe kan het ook anders? Immers steeds meer bleek, dat deze school in een bestaande behoefte voorziet en ook dat zij de gemeente herhaaldelijk groote uitgaven heeft bespaard. Zoo werd in 1817, toen de Regeering de Gemeentebesturen de ver plichting oplegde voor teekenscholen te zorgen, Leiden van die verplichting onthe ven, omdat daarin door MJ3.G. werd voor zien. Iets soortgelijks geschiedde m 1864, toen de wet op de Middelbaar Orvderwens de Gemeente verplichtte een Burgeravond school op te richten. Opnieuw was het M. S.G., dat de Gemeente te hulp kwam en met het behoud van hare oude school, over ging tot oprichting van een Burgeravond school, Blijkt hieruit de goede verhouding welke er tusschen uw Genootschap en het Gemeentebestuur bestond, daarvan getuigt ook het feit, dat uwe school gedurende tientallen van jaren in hetzelfde gebouw gevestigd was, waarin tevens de Gemeen telijke H.B.S. was gehuisvest. Doch niet het Gemeentebestuur alleen had een open oog voor de belangrijkheid van uwe school immers ook bij ons Vorstenhuis bestond, vrijwel van de op richting van MK.G. af, groote belangstel ling voor uwe schooL Zoo aanvaardde Ko ning Willem I, als erfstadhouder reeds in BURGEMEESTER Mr. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. 1788, dus op 16-jarigen leeftijd, het be schermheerschap der school en was ook later steeds een Lid van het Oranjehuis be schermheer of -vrouw van uw Genootschap. Geen verwondering baart het, dat ook uwe school niet geheel en al is ontkomen aan den druk der tijdsomstandigheden. Im mers werd uw cursusduur van 12 tot 10 maanden teruggebracht en mogen de leer lingen van de Ambachtsschool niet meer gelijktijdig leerlingen van uwe school zijn. Deze laatste maatregel heeft het beeld uwer school wel zeer grondig gewijzigd. Als vrijwel alle scholen voor verder strek kend onderwijs had ook de uwe in de aan- vangsklassen veel leerlingen, dikwijls zelfs 3 a 4 parallelklassen, en nam het getal leer lingen in de hoogere klassen geleidelijk af. Thans is deze pyramide-vorm verdwenen en vindt men juist in de hoogere klassen de meeste leerlingen. Een gelukkige om standigheid daarbij is, dat deze maatregel op het totaal-getal leerlingen hoegenaamd geen invloed heeft gehad en dat de belang stelling voor de school steeds onverzwakt blijft bestaan. Deze omstandigheid, gevoegd by het feit, dat uw Genootschap door alle tijden heen heeft getoond een levendig en juist inzicht te hebben van wat veranderde omstandigheden eischen, maken, dat de 150-jarige allerminst als afgeleefd kan worden beschouwd, doch leveren in te gendeel het bewijs, dat uw Genootschap ondanks de vele jaren van zijn bestaan, steeds jeugdig en vol levenslust is geble ven. Ik put daaruit de overtuiging, dat alle waarborgen aanwezig zijn om de stellige verwachting uit te spreken, dat uwe school tot heil van de jongelieden uit Leiden en omgeving en daardoor tot heil van de Leidsche gemeenschap ook in de toekomst de eervolle plaats zal blijven behouden, welke rij gedurende anderhalve eeuw in onze Gemeente heeft ingenomen. Namens het Gemeentebestuur moge ik uw Bestuur dank zeggen voor het vele, be langeloos verrichte werk, u de verzekering gevende, dat uw eminente arbeid door het Gemeentebestuur op hoogen prijs wordt gesteld en moge ik u ten slotte de meest hartelijke gelukwenschen op dezen ge- denkwaardigen dag aanbieden. (Bovenstaande is reeds geplaatst m een gedeelte onzer vorige oplage). AANBIEDING GESCHENK OUD-LEERLINGEN. De voorz. van het comité der oud-leer lingen, de heer O. S. Knottnerus, betrad hierna den katheder, om te zeggen in de eerste plaats, dat het hem blijde stemde, dat hem de eer te beurt viel namens het comité „150 jaar M.S.G." voor alle oud-leerlingen het bestuur te mogen complimenteeren. Met blijdschap, omdat aan spr. vóór 25 jaar ter zelfder plaats was opgedragen het toen malig bestuur geluk te wenschen. Spr. constateerde met voldoening, dat ook in het afgeloopen jaar de overheid haar steun met aan M5.G. onthield. Daarnaast uitte spr. rijn erkentelijkheid voor de op eenvolgende bestuursleden, die de openge vallen plaatsen steeds wisten aan te vul len met vooraanstaande mannen op het ge bied van wetenschap en practijk. Dat daarbij openvallende plaatsen wer den aangevuld door oud-leeraren van de HET BESTUUR VAN HET KONINKLIJK GENOOTSCHAP (LINKS) MET EENIGE DER VOORNAAMSTE GASTEN (RECHTS) BIJ DE BUI TENGEWONE VERGADERING. school, die, tot hoogere wetenschappelijke posities geroepen, toch hun liefde voor de school wilden blijven toonen, vervult de oud-leerlingen steeds met trots en dank. 'n Vreugde is het ook, dat directeuren en leeraren op zoo juiste plaatsen werden ge kozen. Met welgevallen hebben de oud- leerlingen steeds gezien, dat de besten der oud-leerlingen door het bestuur werden gekozen tot leeraar, waardoor een zoo bij uitstek bijzondere band werd geslagen tus schen leeraar en leerling. Als bewijs van goede vrucht hiervan noemde spr. de lee raren H. A. Blom (thans reeds met pen sioen) en E E Verhulst, beiden oud-leer lingen der school (Applaus). Als dank der oud-leerlingen aan het Ge nootschap bood spr. vervolgens terwijl op zijn verzoek alle aanwezige oud-leer lingen zich van him zetels verhieven het bestuur aan een bronzen gedenkplaat met de beeltenis van Pieter van Campen, een der oprichters en eerste voorzitter van M.S.G. met daaronder de woorden: „Bij de viering van het 150-jarig bestaan van bet genootschap MJ3.G. in dankbare herinnering aan de op richters. PIETER VAN CAMPEN. BARTHOLOMEUS VAN DEN BROEK. ARNOLDUS VAN GENNEP. J. RENTER. A. DE BRUINE DE NEVE. PIETER RIJK. Aangeboden door de oud-leerlingen van M.S.G. Spr. hoopte, dat deze gedenkplaat zou worden geplaatst in het tegenwoordig ge bouw en later in den nieuwen tempel van Mathesis, wanneer de daarvoor gekoesterde wenschen in vervulling rijn gegaan. Met een „lang leve Mathesis Scientiarum Genitrix" besloot spr„ waarna begeleid door de Post-haimonie het Mathesis-lied werd gezongen. Deze aanbieding ging ver gezeld met een album met de namen der schenkers. TOESPRAAK PROF. KEESOM. Namens de directie van het Kamerlingh Onnes Laboratorium en namens de „Ver. tot opleiding van instrumentmaker'' sprak prof. dr. W. H. Keesom een woord van ge- lukwensch. De zeer nauwe betrekking, wel ke tusschen het Genootschap en beide in stellingen bestaan heeft, is steeds zeer hecht geweest, wijl de technische staf voor laboratorium en opleiding voor het groot ste gedeelte gehaald is uit leerlingen van M.S.G. Spr. mocht tevens met voldoening con- stateeren, dat het ook in deze moeilijke tijden bijna geen moeite heeft gekost om den leerlingen der instrumentmakersoplei ding een practischen werkkring te bezor gen. Spr. eindigde ten slotte met den wensch, dat de band van samenwerking steeds even innig moge wezen in het belang van den jongeman, wiens opleiding aan deze instel ling is toevertrouwd. HULDE VER. VAN OUD-LEERLINGEN. Namens de Vereeniging van Oud-Leerlin gen sprak de heer D. van Lrth, onder-voor zitter dier Ver. Spr. herinnerde aan de feestviering in 1910, toen naar aanleiding van het 125- jarig bestaan, eenige oud-leerlingen zich spontaan vereenigden om die herdenking feestelijk te vieren. Het waren de oud-leer lingen O. S. Knottnerus, J. A. Verhoog, H. EL Verhulst, G. J. Niesten, A. A. Schreuder, EL A. Blom, EL J. Planjer en D. van Lith. Daardoor werd de Vereeniging gesticüt, wier leden elkaar op geregelde tijden wenscbten te zien, maar die vooral hun dank aan M.S.G. wilden omzetten in da den. Daartoe werd een fonds gesticht, ten einde uit de middelen daarvan het Ge nootschap te steunen, waardoor in den loop der jaren een bedrag van ruim 2000 aan het bestuur ter beschikking werd gesteld, teneinde om. de technische bibliotheek te kunnen aanvullen. Spr. sprak voorts den wensch uit, dat het bestuur steeds de wijsheid moge hébben het onderwijs te doen aanpassen aan de zich steeds wijzigende behoeften, op dat in de toekomst nog velen hun opleiding mogen genieten aan de oude, maar zich steeds ver jongende schooL Spr. zeide voorts, dat niemand zich over den bloei der school meer zal verheugen dan de oud-leerlingen en als evenwijdig daaraan ook de Ver. van Oud-leerlingen groeit, zal ztj meer nog dan thans met da den haar dank kunnen uiten. Daarom deed spr, een hernieuwd beroep op de oud-leerlingen niet-leden can zich bij de Ver. aan te sluiten. Spr. besloot hierna met de aanbieding van een bloemstuk. TOESPRAAK IR. VERWIJS. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer ir. R. J. Verwijs, die uit naam van het onderwijzend personeel het bestuur met dit mooie jubileum complimenteerde. Meer dan anders is in deze dagen de ge schiedenis van MS.G. levendig geworden. De positie der leeraren van de school was in den eersten tijd wel heel anders dan nu. Dat men 's avonds 5 uur les gaf pro Deo, kan men zich thans moeilijk inden ken. Dat dit voortsproot uit meer liefde voor onderwijs of leerlingen kon spr. zich moeilijk indenken, want de liefde van het tegenwoordige leerarencorps kan niet ge ringer rijn. Hoe het echter ook zij, ons werken, aldus spr. blijft trots alles onveranderd, omdat boven ons staat 'n bestuur, bij wie onze belangen in goede handen zijn. Spr. besloot zijn toespraak met een bloe menhulde. HUIDJE DER LEERLINGEN. Als vertegenwoordiger van aüe leerlin gen sprak hierna de heer A. Heynis, die als huldeblijk een stel instrumenten aanbood van nuttigen en aangenamen aard. Spr. uitte voorts den wensch, dat de oud leerlingen waar mogelijk de leerlingen zul len helpen in deze moeilijke tijdsomstandig heden. Het huldeblijk ging vergezeld van een oorkonde. HULDE DER VER. VAN MATHESIANEN. Als laatste spreker voerde ten slotte het woord de heer G. J. J. van der Linden, voorzitter der Ver. van Mathesianen, die het onderwijs van M.S.G. schetste als het beste in den lande, zulks naar aanleiding van de getuigenis van verschillende sprekers op de lezingen der Mathesianen. Spr. hoopte, dat de glorie en roem van M.S.G. tot in lengte van dagen moge blij ven bestaan en bood als aandenken een marmeren infctstel aan het bestuur aan. I Nadat de voorz., de beer P. Hoogenboom, den verschillende sprekers dank had ge bracht voor hun schoone wenschen en hul deblijken, hield het bestuur een receptie, waar talrijk velen van hun belangstelling voor het aloude thans Koninklijk Ge nootschap deden Wijken. Gndertusschen verzamelde de heer Ver huist alweer zijn schaapjes om den stoet te formeeren voor den optocht van oud- leerlingen en leerlingen, die teruggingen naar „Zomerzorg". Daar volgde een gezellig samenzijn, waarbij de stemming er al heel spoedig in zat. Het bestuur van M.S.G. met genoodigden hield in Maison Bruyns aan het Rapenburg een maaltijd. Hierbij zaten van de oud leerlingen om. aan de heer en O. S. Knott nerus en D. van Lith en de beeren L. Th. v. d. Laken en Joh. Nieboer. De oud-leerlingen dineerden in „Zomer zorg" met medewerking van „The Dutch Players" onder leiding van Albert Gerrit sen. Na afloop van den maaltijd in Bruyns begaf het bestuur van M.S.G. zich naar „Zomerzorg", waar men zich bij de oud leerlingen voegde en nog geruimen tijd ge zellig doorbracht. Heden werd door de oud-leerlingen van M.S.G. een boottocht met de „Pauline" ge houden over de Kager- en Brasemermeren met gemeenschappelijke koffiemaaltijd in hotel ,,'s Molenaarsbrug" te Alphen aan den Rijn. Het weer liet de Mathesianen ditmaal niet zooals gisteren in den steek. Onder de beste weersomstandigheden, rt-aar evenredigheid waarvan ook de stem ming onder de feestelingen op hoog peil stond, werd de boottocht te ruim 10 uur aanvaard. Hedenavond volgt de feestavond voor oud-leerlingen, en Maandagavond voor de Vereeniging van Mathesianen. DE TOENEMING VAN HET AANTAL NATURALISATIES. Uitgebreider onderzoek heeft de procedure aanzienlijk vertraagd. Hoezeer arts land beschouwd wordt als een veilige haven, blijkt o.m. uit de groote stijging, die de laatste jaren valt waar te nemen in het aantal vragen van buitenlan ders om naturalisatie tot Nederlander. Se dert 1929 is het aantal aanvragen vervier voudigd, zooals blijkt uit de volgende cq- fers. Het aantal verzoeken bedroeg name lijk: 1927 384 1928 354 1929 414 193a 523 1931 649 1932 750 1933 1648 1934 1500 Viel reeds in de jaren 1928 1932 een niet onaanzienlijke stijging weer te nemen, in 1933 ging het aantal met een zeer groo ten sprong omhoog, om in 1934 iets terug te loopen, Zooals 1935 zich laat aanzien, zal het totaal aantal aanvragen ongeveer ge lijk zijn aan het voorgaande jaar. Toen de groote toevloed van aanvragen kwam, is het gebruikelijk onderzoek naar den aanvrage aanzienlijk uitgebreid; o.a. wordt advies gevraagd aan het ministerie van sociale zaken in verband met de werk gelegenheid en de werkloosheid. Buiten landers, die hier te lande in loondienst zijn, streven er ni. vaak naar, aan de bepalin gen, die voor buitenlandsche werkkrachten in het leven geroepen zijn, te ontkomen door naturalisatie. Deze uitbreiding van het onderzoek heeft er tevens toe bijgedragen, den tijdsduur der behandeling van het verzoek te ver lengen. Alles bij elkaar genomen duurt het nu wel drie jaar voor een naturalisatie kan plaats hebben. Voor den grooten toe vloed duurde de behandeling ongeveer een jaar. Daardoor is het aantal naturalisaties niet gestegen met het aantal verzoeken, maar ongeveer gelijk gebleken aan vroegere aan tallen. Tusschen 1927 en 1931 varieerde het aantal naturalisaties tusschen 241 en 473. In 1935 rijn tot heden 240 verzoeken inge willigd en 75 afgewezen. ,rN. R. Crt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5