De slag bij Adoea»
/{cd&ftiiLé J
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 11
Hoe de Abessijnen voor hun
onafhankelijkheid vochten.
GEMENGDE BERICHTEN
DOOD ELI JKE AANRIJDING
TE DEN HAAG.
Gisterochtend omstreeks kwart voor tien
heeft op den hoek RijswijkschewegJan
van der Heidestraat te Den Haag een aan
rijding met doodelijken afloop plaats ge
had. De wielrijder S. van O. verleende aan
den autobestuurder L. A. geen voorrang.
Ten gevolge van de hierdoor ontstane aan
rijding bekwam S. van O. een schedel
breuk. Spoedig na het ongeval overleed de
wielrijder ter plaatse. Het stoffelijk over
schot is naar het gemeentelijk ziekenhuis
aan den Zuidwal vervoerd. De autobestuur
der bekwam geen verwondingen.
AAN VERDRINKINGSDOOD
ONTSNAPT.
Na twee uur zoeken op zee.
Het s^. „Joihan de Witt*9 van de Maat
schappij Nederland, hetwelk in verband
met den storm toch reeds genoodzaakt was
met vertraging uit Genua te vertrekken,
heeft op zijn reis naatr Ville France een
curieus avontuur beleefd, hetwelk weder
om oponthoud veroorzaakte, maar dat ten
slotte toch nog goed afliep, meldt de „Tel."
Om vijf 's ochtends viel ter hoogte van
San Remo, zonder dat eenig lid van de be
manning dit bemerkte, een matroos over
boord. Pas tegen zeven uur, dus twee uur
later, werd de matroos vermist. De gezag
voerder, die onmiddellijk van het gebeur
de in kennis werd gesteld, liet het schip
oogenblikkelijk stoppen en voer terug. De
geheele bemanning werd op den uitkijk
gezet.
Na twee uur teruggestoomd te hebben,
dus juist den tijd, welke voorgeschreven
staat om terug te keeren wanneer er ie
mand overboord is gevallen, zag een der
uitkijkposten op volle zee een zwarte stip.
Onmiddellijk werd order gegeven een red
dingsboot te strijken, welker bemanning
de voldoening smaakte den vermiste, die
zich al dien tijd boven water had weten te
houden, in uitgeputten toestand binnen
boord te halen.
Na een zeer kort oponthoud te Villefram-
oe zette de „Johan de Witt" de reis naar
Algiers voort.
'c-GRAVENHAGE: Groote Marktstraat 58
DE BEHOOVING IN HAAGSCH HOTEL
Medeplichtige herkend
Het onderzoek der Haagsche politie naar
de daders van de brutale berooving van
twee Italianen in een hotel in de Wagen
straat, waarbij zij, door zich voor recher
cheurs uit te geven, een bedrag van 1100
wisten te ontfutselen aan een der Italia
nen, heeft er thans toe, geleid, dat de ver
moedelijke medeplichtige H. K. uit Am
sterdam, die enkele dagen geleden werd
aangehouden, thans overgebracht is naar
het Huis van Bewaring.
Bij confrontatie met den portier van het
hotel heeft dezen H. K. definitief herkend
als den man, die op de gang van het hotel
was blijven staan, terwijl de twee anderen
bij de Italianen naar binnen gingen, om
deze te visiteeren. H. K. heeft toen bij die
gelegenheid de deuren, die op de gang uit
komen, bewaakt, zoogenaamd om te voor
komen, dat de gevisiteerden ontkwamen,
doch alleen met de bedoeling, als er on
raad dreigde zijn helpers te waarschuwen.
Omtrent zijn beide medeplichtigen heeft
hij tot heden het stilzwijgen bewaard.
EEN STUK OORLOGSGESCHIEDENIS,
WAARAAN DE ITALIANEN LIEVER
NIET WORDEN HERINNERD!
De nederlaag, welke Italië in het jaar
1896 bij Adoea, tijdens den Italiaansch
Abessijnschen oorlog, had te boeken, en die
de onafhankelijkheid van Abessynië beves
tigde, heeft in den loop der jaren na '96 tot-
talrijke valsche oordeelen ten opzichte van
de prestaties der Italiaansche koloniale
troepen geleid en wordt, zooels wel te be
grijpen is, ook thans weer voor oogen ge
steld, nu de Italianen wellicht binnen zeer
korten tijd opnieuw ten strijde zullen trek-
ken tegen Oost-Afrika. Men kan evenwel
over deze kwestie niet oordeelen en men
mag er zelf niet over oordeelen, wanneer
men den loop van het oorlogsgebeuren uit
'96 niet kent Vaak wordt beweerd, dat Ita
lië zijn troepenmachten in Oost-Afrika niet
voldoende had voorbereid, doch het tegen
deel is waar: Italië heeft juist een jaar
vóór den beslissender strijd zijn koloniale
troepen op perfecte wijze getraind en hert.
moet worden gezegd: de élan der troepen
liet niets te wenschen over.
Tegen zijn overtuiging in zag de Italiaan
sche Generaal Baratieri, op aandringen van
Rome, dat op een groot succes in Afrika
hoopte, zich tot den aanvang van een oor
log gedwongen. Baratieri wist ook, dat zijn
troepen, welke ander zijn persoonlijk bevel
waren getraind, geen voldoende weerstand
zouden kunnen bieden aan de duizenden
Abessijnen, die, evenals thans, dit voor
hadden, dat zij niet alleen het oorlogster
rein goed kenden, doch zich eveneens wis
ten bedienen van de meest geraffineerde
oorlogswerktuigen. Reeds in die dagen stond
het Abessijnsche leger in geheel Oost-Afri
ka bekend als het dapperste* en moedigste.
Baratieri met zijn drie brigades, zoo dacht
men, zou wel spoedig te verslaan zijn. En
het ongelukkige voor de Italianen was het
feit, dat de gevraagde versterkingen uit
Italië nog onderweg waren, toen de slag
aanving. Generaal Baratieri, die den slag
verloor, was minder het slachtoffer van zijn
strategische vergissingen, dan wel van po
litieke voorbarigheid. En het feit, dat hij
later voor het krijgsgerecht werd gesteld,
verandert niets aan dit historisch feit.
De onmiddellijke aanleiding die Gene
raal Baratieri tot zijn en Italië's ongeluk
leidde, waren oncontroleerbare geruchten,
welke -uit Addis Abeba afkomstig waren.
Het heette, dat de stammenkoning Menelik,
die een volle zeven jaren lang tegen het
ras om zijn troon moest kampen, niet tot
een bevredigende oplossing met zijn stam
men kon geraken. Verder heette het, dat
Menelik een ongeval had gehad: bij een
on weder zou hij door den bliksem getroffen
zijn geworden en de spraak hebben verlo
ren.
Van deze geruchten was zooveel waar,
dat Ras Nakonnen inderdaad een dubbel
rol speelde. Hij liet Baratieri weten, dat bij
zich in geval van nood, aan de zijde van
Italië zou scharen en Baratieri beging de
domheid zijn verzekeringen te gelooven en
hem munitie te zenden! Ook de informa
ties over de betrouwbaarheid van andere
stamhoofden waren gunstig. Evenwel trok
Menelik hieruit de tegenovergestelde con
clusie: juist om zijn sterkte te toonen, wil
de hij Italië tot een offensief dwingen.
De opmarsch der Italianen voltrok zich
in drie colonnen van ieder 4000 a 5000 man,
onder leiding van Generaal Dabarmida,
Generaal Arimonde en Generaal Albertone.
Baratieri had Albertone met de gewichtig
ste opdracht der voorhoede belast
Na een nachtmarsch door ondoordring
baar oerwoud ontmoette Albertone in den
vroegen morgen van den eersten Maart zijn
vijand. Doch terzelfdertijd moest hij vast
stellen, dat hij door verraderlijke gidsen in
valsche richting was geleid, hij moest een
onoverzichtelijke hoogte afdalen en gedu
rende deze afdaling werd hij door een
overmacht van 15.000 Abessijnen versla
gen.
Daarmee was de linker vleugel der Ita
lianen weerloos gemaakt tegenover zijn te
genstander. De hoofdaanval volgde frontaal;
de Abessijnen hadden zich in een halve
maanvormige formatie opgesteld, waardoor
zij de beide vleugels der Italianen trachtte
te omvatten. Generaal Baratieri moest tot
zijn ontzetting Ras Makonnen, zijn verra
derlijken vriend, aan den kop van een
Abessijnsche soldatentroep herkennen, wel
ke troep notabene was uitgerust met Ita
liaansche wapens, welke door Baratieri zelf
aan Ras Makonnen waren afgestaan!
Menelik zelf volgdeachter de hoofd
macht. Hij maakte den indruk van een an
tieken krijgsheld, zooals hij dam* reed, ge
zeten op een praalwagen, tegen de zon be
schut door een hemel van rood fluweel. De
keizer zelf was in vol ornaat en naast hem
zat zijn echtgenoot©, keizerin Tadtu, de
vrouw, die haar man tot aan het front wilde
volgen en alle echtgenooten der strijders
had opgewekt mede te vechten voor het be
houd der vaderlandsche onafhankelijkheid.
Men kan zich indenken, dat een derge
lijke aanblik niet weinig bijdroeg tot het
ontzag, hetwelk de keizer bij zijn onderda
nen inboezemde en daarom is het ook ver
klaarbaar, dat honderden inboorlingen, die
zich aanvankelijk aan de zijde van Italië
hadden geschaard, als één man naar den
vijand overliepen!
Door een misrekening van Generaal Al
bertone en ook door het feit, dat het terrein
van den strijd er in werkelijkheid geheel
anders uitzag, den men het op de kaart
had weergegeven, gelukte het den Abessij
nen overmacht op de Italianen te krijgen
en den vijand alzoo in een moerassig ge
bied te krijgen, waar een regeling in de
troepen' onmogelijk bleek. Het gevecht nam
al spoedig het karakter van een strijd op
man tegen man aan. De Italianen, onder
de verzengende zon, tegen de vermoeienis
sen van het ongewoon klimaat niet opge
wassen, namen zienderoog aan kracht af.
Het kwam ten slotte tot één neerslaan van
man tegen man, waar bij de Italiaansche
soldaten, ondanks hun moedigen strijd, voor
de Abessijnsche overmacht moesten zwich
ten.
Trots het verlies van vele krachten, pro
beerde Baratieri een nieuwen aanval. Toen
echter een Alpen jagerscorps volledig werd
uitgemoord en toen altijd weer nieuwe
krachten den Abessijnen op het slagveld ter
hulp kwamen, gaf Baratieri het teeken van
terugtocht..
Deze terugtocht was ongewoon zwaar.
Menelik en de Abessijnen volgden de
overwonnen Italianen kilometers lang in
een onbeschrijfelijke oorlogsroes. De Abes
sijnen braken herhaaldelijk in een dierlijk
krijgsgehuil los.
Deze oorlog eischte zeer veel slacht
offers. Het aantal der gewonde Abes
sijnsche soldaten bedroeg minstens 10.000;
het aantal dooden beliep over de 7000.
De Italianen hadden 3000 dooden en 1500
gewonden te boeken.
OP ZOEK NAAR EEN WRAK.
Mast met tuigage binnengebracht.
Uit Hoek van Holland wordt gemeld:
De ongerustheid in Engeland over twee
zieljachten, en de melding van een wrak
nabij de Hollandsche kust is oorzaak ge
weest, dat gistermiddag en gisteravond
buitengaats Hoea van Holland gezicht is
door de reddingboot van Hoek van Hol
land, de „President Jan Leis" én twee zee
sleepbooten van L. Smit en Co.
Op één mijl afstand van het lichtschip
„Maas" was een wTak gesignaleerd door
een binnenkomend Duitsch stoomschip. Van
het wrak had men op het schip alleen ge
zien een stuk mast, dat boven de golven
uitstak.
Den heelen middag en een deel van
den avond is door de reddingboot en door
de zeesleepen dan aangegeven plek en een
grooten omtrek daarvan afgezocht. Ook
een torpedoboot van de Nederlandsche
marine zocht rond.
Aanvankelijk werd gevreesd, dat het
wrak de Oceana" was, een Engelsch jacht
dat echter naar gistermiddag uit Enge
land is gemeld in Yarmouth is binnen
gebracht. Het resultaat van het zoeken is
geweest, dat de sleepboot „Blankenburg"
te Hoek van Holland omstreeks half acht
aanbracht een mast met een stuk zeil, dat
men op den aangeven plek had opge-
vischt. Er kon nog niet worden vastge
steld, van welk schip het gevondene af
komstig is. Het moet een mast en een stuk
tuigage van een jacht zijn.
Men staat nog voor de vraag, of de
mast afkomstig is van een schip, dat met
man en muis is vergaan, of van een schip,
dat alleen mast en tuigage heeft ver
speeld.
SCHANDELIJK VANDALISME
Kruis langs den weg vernield
Gisternacht is te Nuth een schandelijke
daad gepleegd, welke tot ver in den om
trek groote verontwaardiging heeft ge
wekt, meldt de „Msbd."
Toen gistermorgen in de vroegte eenige
personen het veld tusschen Nuth en Schim-
mert passeerden, kwamen zij tot de ont
stellende ontdekking, dat het mooie oude
kruisbeeld, het Nuther-kruis genaamd, to
taal was vernield.
Aanstonds werd de burgemeester van
Nuth, de heer Starmans, gewaarschuwd,
die het eerste onderzoek leidde.
De Christus-figuur was van het kruis
hout afgerukt. De beenen en armen heb
ben de onverlaten er afgerukt en wegge
worpen. Men vond deze gistermorgen bij
eenig zoeken in de naaste omgeving terug.
Den romp en het hoofd heeft men even
wel nog niet teruggevonden.
Men tast nog in het duister, wie deze
gruwelijke daad heeft begaan. De recher
che van Heerlen, onder leiding van hoofd
inspecteur Van den Bolder, heeft zich met
de opsporing belast.
Nog pas Zondag was het kruisbeeld, dat
van 1708 dateert en een grondige restaura
tie had ondergaan met groote plechtigheid
ingezegend. Waarde, althans verkoop
waarde, had het kruis niet, zoodat men
wel óf aan verregaande, ja alle perken te
buiten gaande baldadigheid moet denken
óf aan moedwillige heiligschennis.
Te begrijpen valt, dat deze brute daad
de omwonenden diep heeft gekwetst in
hun religieuze gevoelens en dat zij er veel
consternatie heeft gewekt.
SMOKKELAARS ACHTERVOLGD.
Margarine en suiker in beslag
genomen.
Te Stramproy werd Donderdag door de
rijksambtenaren opgemerkt, dat van uit
België een luxe-auto over een zandweg
met groote snelheid de Nederlandsche
grens passeerde. Toen de bestuurder aan
de sommatie om te stoppen geen gevolg
gaf, doch met nog grootere snelheid doqr-
reed, losten de ambtenaren eenige revolver
schoten en zetten den wagen per rijwiel
achterna. Vermoedelijk tengevolge van ze
nuwachtigheid geraakte de chauffeur de
macht over het stuur kwijt en reed naast
den weg in een sloot. De twee inzittenden
namen de vlucht en lieten den wagen in
den steek; een hunner werd opgepikt door
een in de buurt zijnden luxe-wagen, die
waarschijnlijk als spionnagewagen dienst
deed. De chauffeur werd ingehaald, aange
houden en in voorloopig arrest gesteld; hij
bleek te zijn zekere v. L. uit Eindhoven.
De smokkelauto bevatte 90 doozen mar
garine met een gewicht van 450 K.G.
Te Budel wisten de ambtenaren beslag te
leggen op 100 K.G. suiker en 200 K.G. bo
ter. Rijwielen en smokkelwaar werden in
beslag genomen; tegen de vervoerders
werd proces-verbaal opgemaakt.
In de buurt van Weert werden eveneens
meerdere kilo's ,suiker en boter buitge
maakt. Hier wisten de smokkelaars met
achterlating van hun rijwielen in het duis
ter te ontkomen. „Msbd."
ARRESTATIE VAN COCAÏNE
SMOKKELAARS
Donderdag heeft de Amsterdamsche re
cherche in samenwerking met de Rotter-
damsche een goede vangst gedaan.
De Ned. Ver. ter bestrijding van den
smokkelhandel in verdoovende middelen
te Rotterdam had van den Rotterdamsche
recherche-dienst voor invoerrechten en
accijnzen te Amsterdam vernomen, dat een
complot bestaat, hetwelk vertakkingen had
te Nijmegen en Amsterdam. Zoodra bekend
was, dat in het Zuiden cocaïne werd ge
smokkeld, heeft de recherche onmiddellijk
krachtig ingegrepen. Toen gisteren eenige
Amsterdammers, die werden verdacht bij
de handeling betrokken te zijn op reis
gingen, werden zij gevolgd. Zij bleken
naar Nijmegen te gaan, waarna per auto
naar den Piasmolen werd gereden. Eenige
personen, die in de auto hadden gezeten,
bleven in een café te Mook achter. De
auto vervolgde den tocht. Toen de duister
nis reeds begon te vallen keerde de auto
terug.
Hierop had de recherche gewacht. De
auto werd aangehouden, doch op het
oogenblik dat men de 6 inzittenden wilde
arresteeren, lieten ze den wagen in den
hteek en vluchtten in het bosch.
Een achtrvolging ontstond, waarbij
eenige schoten werden gelost.
In korten tijd werden 4 personen ge
pakt. Inmiddels was een van de ontkome-
nen er in geslaagd weer in de auto te gaan
en er vol-gas vandoor te gaan.
Met een auto van de douane, waarin de
4 gearresteerden zaten werd een achter
volging ingesteld. Onder Heumen kreeg
men den wagen in zicht. Deze bleek aan
den kant van den weg te staan. Toen de
recherche den wagen naderde kwam de
achtervolgde uit het bosch te voorschijn.
Hij werd aangehouden en de auto werd. in
beslag genomen.
Daar het reeds donker was geworden,
KRUGEN WIJ EEN STRENGEN
WINTER?
Volgens eens persbericht zou. de Fran
sdie astronoom Joseph Cassiopee, die een
bekend autoriteit op het gebied: van zons
verduisteringen wordt genoemd, en in elk
geval een naamgenoot is van een bekend
sterrenbeeld, een strengen winter 1936 héb
ben voorspeld op grond van een door hem
ontdekte weer cyclus van 32 jaren.
Ik wil dit niet tegenspreken, althans de
conclusie niet en wel op grond van de uit
komsten van een onderzoek naar het voor
komen van koude en strenge winters, dat
ik zelf héb ingesteld aan de hand van de
door Easten gepubliceerde zoogenaamde
rangcijfers der winters sedert het begin
onzer jaartelling. Er kwam uit dit onder
zoek ouder meer een zeer duidelijke perio
de van 63 jaren te voorschijn, waarin om
de 126 jaren een reeks van strenge winters
is voorgekomen, als volgt:
802, 928, 1180, 1306, 1432, 1558, 1684, en
1810.
Van het jaar jaar 1054, in deze reeks
passend, geeft Easten geen rangcijfer. In
dat jaar kan de winter even goed streng
als zacht zijn geweest. Volikomen in deze
reeks passend is het jaar 1936 en om deze
reden zou dan wel een strenge winter ver
wacht mogen worden.
Deze reeks klopt niet met de cyclus van
372 jaren want 6 x 63 is 378 en 372 is 6 x
62. Daar er bovendien nog een periode van
129 jaren is krijgen wij door sperposiiie
van de drie bijna gelijke perioden van 124,
126 en 129 jaren een zeer ingewikkeld
eindbeeld, dat omgekeerd niet gemakke
lijk te ontwarren is. Deze superpositie
brengt ook mede, dat twee of drie strenge
winters dicht op elkaar kunnen volgen.
Rekenen wij nu van 1936 372 jaren te
rug dan komen wij op 1564 maar volgens
de Eastonsche rangcijfers der winters was
de winter van dat jaar eerder zacht dan
koud. Verder teruggaande met stappen
van 372 kamen-: wij op geen enkel jaar,
waarvan Easten aangeeft, dat de winter
koud was. Met de cyclus van 126 jaren re
kenende vinden wij evenwel, zooals hier
boven is aangegeven, aoht koude winters
aangegeven, waarvan de meesten streng
of zeer streng.
Overigens vond ik in de literatuur en uit
eigen onderzoek nog enkele andere perio
den in de terugkeer van koude winters, die
het eindbeeld buitengewoon ingewikkeld
maken, zoodat men bij een onderzoek moet
uitgaan van een bepaalde, op vaste gron
den berustende onderstelling over een oor
zaak van een negatieve afwijking der tem
peratuur in den winter, anders raakt men
verward in de veelheid der feiten. Met
de periode van 63 jaren is nog het best
iets aan te vangen. En deze voorspelt voor
1936 een kouden winter. Een langs ande
ren weg te vinden bevestiging zal echrter
naar mijne meening nog noodig zijn.
was het onmogelijk direct een onderzoek
in het bosch in te stellen. De 6e persoon
is later door de douane aangehouden. Bij
een heden ingesteld onderzoek in het bosch
is een hoeveelheid cocaïne gevonden.
De aangehoudenen zijn: M. M. uit Nij
megen; J. C. S„ L A. J. M. D., J. V„ C. H.
v. H. allen uit Amsterdam; A. G. uit
Heyen in Limburg.
Van den laatste is de cocaïne afkomstig.
LICHT IN EEN INBRAAK.
Een paar maanden geleden werd in een
villa aan den Koninginneweg te Amster
dam tijdens afwezigheid der bewoners in
braak gepleegd. Er werd toen veel zilver
meegenomen. Later werd in dezelfde vil
la opnieuw ingebroken en werd wederom
heel wat van waarde meegenomen. De po
litie heeft steeds ijverig gespeurd, maar
zonder resultaat. Dezer dagen heeft zij
eenige aanwijzingen gekregen, dat twee
mannen, die thans voor andere misdrijven
in het Huis van Bewaring zijn opgesloten,
mede zouden schuldig zijn aan dezen in
braak. Tot op dit oogenblik hebben zij niet
bekend aan de inbraak schuldig te zijn,
maar de aanwijzingen zijn toch van dien
aard, dat deze mannen er niet buiten staan.
Bovendien is door de politie aangehou
den een opkooper die van den buiten op
den Koninginneweg voorwerpen in handen
heeft gehad. Het onderzoek wordt voortge
zet en men mag verwachten met succes.
VERZEKERDE AUTO IN BRAND
GESTOKEN.
In het begin van deze week werd bij
de Alkmaarsche politie aangifte gedaan
van diefstal van een auto. De wagen werd
den volgenden dag uitgebrand onder Hei-
loo teruggevonden.
De recherche stelde zich in verbinding
met een autobuschauffeur, die dien avond
de bewuste auto, een Pontiac, model 1931,
op den zeeweg tusschen Heiloo en Eg-
mond had gezien. Op den heenrit zag hij
een tweetal personen bij den wagen, dat
moeite deed niet herkend te worden. Op
den terugrit namen de mannen, die nog
steeds bij de auto bezig waren, de vlucht.
De chauffeur zag in den wagen enkele
proppen smeulend papier, en late omkij
kend ontwaarde Hij, dat de wagen in
vlammen stond.
De politie vond, bij het dreggen in de
omgeving een benzineblik, dat naderhand
door een garagehouder werd herkand els
de bus, waarin de eigenaar van de auto,
de heer S., benzine had gehaald.
S., die de auto te Alkmaar voor vijftig
gulden had gekocht, en daarna voor een
tienmaal grooter bedrag had verzekerd,
werd aan een streng verhoor onderworpen.
Ten slotte bekende hij, met een andere S.,
uit Beverwijk de auto in brand te hebben
gestoken. Bovendien bleek een derde S.,
uit Haarlem, bij het geval betrokken te
zijn.
Het drietal bevindt zich thans in het
Huis van Bewaring te Alkmaar.