EEN WEEK HISTORIE Het verleden van „Mathesis Scientiarum Genitrix11 ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BUD - PAG. 9 Bij het 150-jarig bestaan. Zooals reeds gemeld, zal het op Dinsdag 17 September honderd vijftig jaar geleden zijn, dat het Genootschap „Mathesis Scien tiarum Genitrix" te Leiden werd opgericht. Dit feit zal het gepubliceerde feest programma heeft zulks reeds in den bree- de vermeld, op plechtige wijze worden herdacht. Deze feestviering mag niet genoemd wor den een feest, voortspruitend uit de zucht naar ontspanning en vermaak, doch een feest van dankb're herdenking voor het 150- jarig bestaan der „achtb're school", zooals het in het eigen Mathesis-lied telkens op nieuw opklinkt. Daarvoor bestaat inderdaad ook alle reden. Want „Mathesis Scientiarum Genitrix" is 'n instelling, waarop Leiden trotsch mag zijn, èn om zijn ontstaan, èn om zijn roem rijk verleden èn om zijn tegenwoordigen toestand. In korte trekken willen wij iets uit de geschiedenis van het Genootschap memo reer en. In September 1785 werd de eerste grond slag gelegd voor de school, wier discipelen gedurende anderhalven eeuw zich over ge heel de wereld verspreidden. Uit tegen spoed en moeilijkheden zoowel als uit voorspoed putten de stichters kracht om het moeizaam begonnen werk voort te zetten. En hun werk is niet zonder vruch ten gebleven. Integendeel werd de school velen geslachten tot zegen. DE OPRICHTERS. Met piëteit mogen we hier 'n oongenblik stilstaan en denken aan die mannen van wilskracht ei. van practischen zin, die „den eisoht van hun tijd" begrepen en een hervorming op onderwijsgebied begonnen, waarvoor in dien tijd velen wellicht den neus hebben opgetrokken en anderen wel licht slechts een schouder-ophalen hebben over gehad. De gedachtenis aan die mannen leeft voort en him nam er. onbekend als zij bij velen van den huidigen tijd zijn mo gen hier nog wei eens gememoreerd wor den. Het zijn: Pieter van Campen, landmeter van beroep, leermeester der wis-, land meet-, zeevaart- en aardrijkskunde, waar schijnlijk de initiatief-nemer; Bartholomeus van den Broeck, kunstbeeldhouwer Arnoldus van Gennep, student in de rechten; J. R e n i e r, student in de godgeleerd heid; A. de Bruine de Neve, student in de geneeskunde en Pieter Rijk, metselaar. De geschiedenis van M. S. G. vermeldt over enkele dezer personen nog treffende bijzonderheden. Van Pieter Rijk bijv. vinden we ver meld, dat hij behalve metselaar van zijn vak, onderwijzer aan de school was en tevens kassier penningmeester dus waar schijnlijk) en dat hij gedurende de eerste twee jaar de school belangeloos in zijn huis, Heerengracht 53, heeft gehuisvest. Van Bartholomeus van den Broeck lezen we, dat hij, geboren in 1760, overleed in 1856, dus op 96-jarigen leeftijd. Hij gaf ruim 50 jaar onbezoldigd teeken- onderwijs. Bij het halve eeuwfeest van M. S. G. werd hij door Z. M. Koning Willem I, den beschermer van het Genootschap, tot Broeder van den Nederlandschen Leeuw benoemd. De genoemde mannen waren het, die hun tijd begrepen en dat zij niet verkeerd ge zien hebben bewijst dit honderd-vijftig jarig bestaan. Duizenden hebben aan deze school him vorming tot degelijk vakman ontvangen en door het genoten onderwijs zich een eervolle plaats in de maatschappij weten te verwerven. De landsregeering deed meermalen van haar sympathie ten opzichte van het ge nootschap blijken. Nauwelijks eenige jaren opgericht, ver scheen de erfstadhouder van Holland, Prins Willem, zoon van Prins Willem V, de la tere Koning Willem I, op een vergadering van het genootschap en aanvaardde het be schermheerschap. Na hem deden ook Koning Willem II en Koning Willem III Mathesis de eer aan be schermheer te willen zijn, terwijl H. M. Koningin Wilheimina, de traditie harer voorvaderen voortzettend, nu omstreeks 20 jaar geleden het beschermvrouw- schap heeft willen aanvaarden. Zoodra het beginsel van subsidieering doordrong, werden rijk, provincie en ge meente bereid gevonden steun te verlee- nen aan deze instelling, welke zoo'n goe den naam had verworven. MOEILIJKHEDEN EN ZORGEN. Intussohen, moeilijkheden bleven het Genootschap allerminst bespaard. De poli tieke woelingen uit de eerste jaren, finan- cieele zorgen in tal van perioden droegen het hunne bij om 'n groot beleid van de bestuurders te vergen. Tegen het einde der 18e eeuw was er zelfs zulk een groote ver deeldheid dat er naast M. S. G. een nieuw genootschap werd opgericht met den Hol- landschen naam: „De wiskunde, moeder der wetenschappen." In 1800 werden beide genootschappen echter weder vereen igd, doch meer dan tien jaren was het vereenigde genootschap meer dood dan levend. De schuld beliep enkele duizenden guldens (waarvan 2/3 PIETER VAN CAMPEN, die f initiatief nam tot stichting van M.SG. van het tweede genoctsohap), de eereleden verdwenen, het aantal leden kromp belang rijk in tengevolge der algemeene verar ming; men moest met 500 rondkomen. Na de Fransche overheersching brak er gelukkig weer een betere tijd aan. Wel ble ven de verzoeken om gemeentelijke subsi die zonder resultaat, doch de Koning schonk uit eigen middelen een bedrag van 500.Bij het 50-jarig bestaan werd we derom een koninklijke gift van f 300. ontvangen. Deze enkele trekken wijzen er duidelijk op van welken aard de moeilijkheden wa ren, met welke de bestuurs te tobben had den, maar alle zorgen ten spijt, heeft het genootschap zich weten te handhaven niet alleen, maar zich ook een voorname plaats op onderwijsgebied weten te verwerven. Het is niet goed mogelijk alle beleve nissen van het Genootschap hier te me- moreeren, zoodat we uit den ouden tijd eenige cijfers zullen noemen te vergelij king met de tegenwoordige. In het begin der 19e eeuw bedroeg het aantal leerlingen 80, op 1 Jan. van het vo rig jaar 412. De inkomsten bedroegen om streeks 1800 slechts 500.In 1834 had men een bedrag van 650 ter „salariee- ring" van twaalf hulponderwijzers. De te genwoordige begrooting bedraagt rond 60.000, waarvan f 30.000 voor salarissen. DE BAND TUSSCHEN SCHOOL EN OUD ^LEERLINGEN STEVIG. Van den jongeren tijd vermelden we nog hoe ter gelegenheid van het 125-jarig be staan van M. S. G. plannen werden geop perd tot oprichting van een Vereeniging van Oud-Leerlingen, hetgeen in 1911 een feit werd. Later werd de Vereeniging van Leerlingen van M.S.G. eveneens opgericht. De herdenking van het 125-jarig bestaan werd voorbereid door een commissie uit oud-leerlingen en een commissie uit de leerlingen. In eerstgenoemde commissie treffen we aan drie welbekende namen, nl. O. S. Knott- nerus, H. H. Verhulst en A. A. Schreuder. Alle deze drie personen zijn lange jaren steunpilaren der Ver. van Oud-Leerlingen geweest. De heeren Knottnerus en Verhulst, resp. voorzitter en secretaris, zijn al die jaren de spil geweest, waarom de vereeni ging draaide, die elk jaar en om de vijf jaar in het bijzonder den stichtingsdatum van M. S. G. feestelijk herdenken. De band tusschen het Genootschap en de oud-leer lingen is daardoor steeds zeer hecht geble ven en we mogen ongetwijfeld wel zeg gen, dat het Genootschap deze heeren, die nog steeds hun functies vervullen, zeker veel verplicht is. In deze verplichting mag ook betrokken worden de heer A. A. Schreuder, die tot vorig jaar steeds de ac curate penningmeester der Ver. van Oud-Leerlingen is geweest. Het aantal directeuren der school uit al die jaren op te noemen is ons niet mogelijk, nog minder dat der voorzitters van het Genootschap, wijl deze functie reglementair telkens anderen benoemd ziet. Van de directeuren noemen we den heer P. Dikshoorn. Van 1 Oct. 18651 Oct. 1866 tijdelijk benoemd tot leeraar, werd hij daarna vast aangesteld. Op 1 Jan. 1874 werd hij benoemd tot tijdelijk directeur en op 1 Oct. van laatstgenoemd jaar tot directeur, welk ambt hij gedurende 47 jaar vervulde, om dan te worden opge volgd door den heer L. Vermaas, die te voren leeraar aan de school was geweest. Hij werd na zijn dood in 1919 opgevolgd door den heer ir. Verwijs, die lid van het bestuur was en thans dus reeds 16 jaar de leiding over de school heeft. Hebben we hierboven reeds vermeld, dat de school in de eerste jaren geen vaste woon had, in 1787 werd zij gevestigd in een pand op de Pieterskerkgracht. In 1863 ging dit huis tegen den grond om plaats te maken voor het tegenwoordige gebouw, dat overdag als Gem. H. B. S. en na de overbrenging dezer school naar het nieu we gebouw aan den Hooge Rijndijk als Indische Pestschool dienst deed, waarna M. S. G. voor de avonduren op het ge bouw beslag legde. DE REVOLVER SPREEKT EEN WOORDJE MEE IN DE AMERI- KAANSCHE POLITIEK. DE VOLKENBOND DOORSTAAT DE CRISIS. ENGELANDS KRACHTIGE HOUDING, GESTEUND DOOR NEDERLAND. LAVAL BEKENT KLEUR. TOEKOMSTMUZIEK. Geweid-argumer.ten. Het wa- pen is geen argument in een politiek de bat; het behoort ook geen argument te zijn in den belangenstrijd, die over de heele wereld wordt gestreden. Toch spreekt de revolver in het parle mentaire leven soms een woordje mee en in de groote politiek doen de kanonnen dat al evenzeer. In de „kleine" politiek wordt een aanslag achter algemeen als een mis daad bestempeld, doch in de „groote" po litiek vindt men nog maar al te dikwijls den oorlog verheerlijkt als echt mannelijk optreden, als een nationale heldendaad, als een manier om roem en glorie te behalen. In Amerika heeft de revolver weer ge sproken; de befaamde senator Huey Long, de „dictator" van Lousiana,- is er door ver slagen. Een eigenaardig man was deze Amerikaansche senator. Hij had zich van reiziger in surrogaat-vetten opgewerkt tot gouverneur van den staat Louisiana en zóó goed wist hij zijn spreek-talenten als voor malig handelsreiziger uit te buiten, dat de vergadering van volksvertegenwoordigers alles slikte wat hij haar beliefde voor te zetten, zoodat hij zich practisch de dicta toriale macht in zijn staat heeft kunnen toeëigenen. Hij kon speechen als geen an der; wanneer hij sprak door de radio luis terde alles naar zijn grollen en grappen, waarmede hij de uiteenzetting van zijn welivaartsprogram kruidde. Want Long had nog grootere aspiraties dan dictator van Louisiana te zijn, hij wilde president worden! Inderdaad was hij een ernstige tegen- candidaat van Roosevelt, daar het volk nu eenmaal graag luistert naar degenen, die het met de noodige smakelijke jus de heer lijkste voorspiegelingen opdisschen. De kogel heeft zijn onuitputtelijke woor denstroom gestopt. Ook in Mexico heeft de revolver ingegre pen in het politieke debat van de Kamer. Het resultaat was: twee doode afgevaar digden. Nu kan men in Mexico van alles verwachten, maar zelfs daar wordt een dergelijke gewelddadige argumentatie toch niet goedgekeurd. Trouw aan het Pact. Het ziet er waarlijk naar uit, dat thans ook in de groote politiek het besef levendig gaat worden, dat het argumenteeren met ka- nonnen-gedreun tot het verleden moet be- hooren. De wending, welke de besprekingen over het ItaliaanschAbessijnische conflict in den Volkenbond nemen, geeft thans ge gronde hoop, dat de volkeren-gemeenschap, zooals deze is georganiseerd te Genève, een krachtig halt zal toeroepen aan een oor- logsdronken dictator, die ruwweg van plan was om met geweld een mede-volkenbonds lid aan zich te onderwerpen. Men kent de situatie. Het ging niet alleen om Abessynië, het ging om een krachtproef voor het Volken bondspact. Sir Samuel Hoare, de Britsche minister van buitenlandsche zaken, stelde meteen in den aanvang van de Volken bondszitting het probleem scherp, toen hij zeide, dat nu voor Engeland het oogenblik aangebroken was, waarop moest worden uitgemaakt of de Volkenbond al dan niet practische waarde heeft. Engeland stelde Frankrijk voor de keus. Als Frankrijk be reid was mede te werken tot het hooghou den van de bepalingen van het handvest van Genève en dit zou bewijzen, dan kon Frankrijk er op rekenen, dat Engeland voortaan, wat er op Let vasteland ook mocht gebeuren, zijn uit het handvest voortvloeiende verplichtingen zou nako men. Weigert echter Frankrijk zijn mede werking dan had de Volkenbond ook af gedaan voor Engeland.. Frankrijk moest weten wat het daarmede waagde. Verviel voor Engeland de Volkenbond dan vervie len ook de op het handvest gebouwde ver plichtingen van Locarno. Engeland was niet van zins zich eenzijdig gebonden te ach ten voor het geval dat Frankrijk zelf blijk gaf eigen verplichtingen tegenover den Volkenbond niet na te komen, wanneer het dit niet gelegen kwam. Nederland ondersteunde bij monde van onzen minister van buitenlandsche zaken jhr. de Graeff dit standpunt. Weliswaar dreigde hij niet met uittreden, als het Volkenbondspact niet gehandhaafd zou worden, maar wel waarschuwde onze mi nister ernstig, dat er jaren noodig zouden zijn, om de schade te herstellen, als de Volkenbond thans niet krachtig optrad en Pact is voorzien, dan zal Nederland zijn sancties toegepast worden tegen den staat, i die onwillig is om zich te onderwerpen aan hetgeen hijzelf beloofd heeft, zooals in het Past is voorzien, dan zal Nederland zijn verplichtingen dienaangaande in vollen omvang nakomen. Zoo spraken ook Zweden en België. En zoo sprak tenslotte gisteren ook Laval, de minister-president van Frankrijk. Aarzeling overwonnen. Lang heeft Frankrijk geaarzeld om kleur te be kennen. Het wilde de kool en de geit spa ren, totdat het duidelijk was dat dit een onmogelijkheid was geworden. Frankrijk wilde de samenwerking met Engeland niet laten schieten, maar evenmin de pas ver worven vriendschap van Italië. Maar nu het voor de keus werd gesteld, óf Italië z'n gang laten gaan, óf de heele Volkenbondspolitiek laten varen, den steun van Engeland verspelen en.... mis schien Duitschland een kans geven om ge bruik te maken van Frankrijk's isolatie in Europa, nu kon Laval het niet langer uithouden. Laval sprak gisteren niet veel; zijn rede duurde maar kort, en het was duidelijk, dat het hem niet van harte ging. Maar hij verklaarde toch ondubbelzinnig, dat Frankrijk zich niet zou onttrekken aan zijn Volkenbondsverplichtingen. „Frankrijk boo zeide hij was zich al tijd gelijk gebleven, in het protocol van 1924, in zijn veiligheidseischen ter ontwa peningsconferentie, in het verdrag van Lo carno, met de Kleine Entente, Moskou, Rome en Stresa". Inderdaad (teekent de N. R. C. hierbij aan) maar dat betrof bijna alleen Frankrijk's eigen veiligheid. Frank rijk moest nu bewijzen, dat het met deze veiligheid niet enkel die van zichzelf be doelde. Dat was het onderwerp geweest van den strijd der laatste dagen, en dat had de houding van Parijs en ook de houding van Laval zelf voor velen, in het bijzon der voor Engeland, tot een onzekerheid ge maakt. Laval verklaarde nu, dat Frankrijk vol komen trouw zou zijn aan deze politiek, Zonder ophef drukte hij de voldoening van Frankrijk uit over de woorden van Hoare om de belofte die deze ook voor de toe komst inhielden. Nergens 'zoo zeide hij had men de beteekenis van deze woor den beter kunnen waardeeren dan in Frankrijk. De belofte tot medewerking van Engeland aan de door den Volkenbond ge waarborgde veiligheid der wereld in alle omstandigheden noemt hij terecht een mijl paal in de geschiedenis. Hij sprak op ernstigen toon over zijn vriendschap met Mussolini, te ernstiger omdat ook hier weer het pathetische vol komen weggehouden werd. Tot het uiterste zou hij probeeren te verzoenen. Hij zou daarin volharden zoolang het mogelijk was. Hij zou zich in dit opzicht vriend blijven toonen. Hij herinnerde aan andere moeilijkè gevallen, waarin het op het laat ste oogenblik te Genève nog gelukt was een schikking te vinden. Wat gisteren ge slaagd is, kan ook morgen nog slagen, zoo zeide hij, blijkbaar met niet al te groote overtuiging, want hij verheelde niet dat deze aangelegenheid veel schokkender was dan alle voorafgaande. Maar als een schik king onmogelijk, de vrede niet te redden zou blijken, dan was zijn bittere plicht aan gewezen. Er was geen verschil in de poli tieke houding van Engeland en die van Frankrijk. Het Handvest van den Volken bond bindt Frankrijk zooals alle anderen, en in zijn verplichtingen zal Frankrijk niet te kort schieten. De groote vraag is nu: wat zal Italië doen? Zal Mussolini nu de heele wereld bruskeeren en toch doorzetten? Heel Abessynië is nauwelijks de gelde lijke offers waard, welke Italië thans reeds gebracht heeft, laat staan de offers aan geld en menschenlevens, die verspild zou den worden bij een eventueelen oorlog. Maar wanneer Italië het nu nog bovendien met den Volkenbond aan den stok krijgt. Moet Mussolini evenwel zwichten, dan is het gedaan met zijn dictatoriale glorie. Een dictator kan nu eenmaal niet toegeven, dat hij gefaald heeft. Wij zijn benieuwd hoe hij zich uit de impasse redt. Toekomstmuziek. In de rede, welke onze minister van buitenlandsche zaken te Genève heeft gehouden, is er o.a. op gewezen, dat men bij het uitbannen van den militairen oorlog ook den economi- schen oorlog niet moest vergeten. Deze woedt nu al jaren en is maar al te dikwijls aanleiding tot het uitbreken van een mili tairen oorlog. Het is goed, dat daarop eens is gewezen, al lijkt het ons vooralsnog toekomstmuziek SPORT UIT HET KATHOLIEKE KAMP. UIT HET LEIDSCHE DISTRICT. De junioren-competitie. De concept-competitie-indeeling voor het seizoen 1935'36 luidt als volgt: Afdeeling A. S.M.C. a, Teylingen a, Lise a, Foreholte a, S. J. C. a, V.V.L. a, K.R.V. a, A.S.C. a, N. V.C.a. Afdeeling B. Meerburg a. Kolping Boys a, St. Ber- nardus a, DO.S. a, Majella Nic. Boys a, Leiden a. Afdeeling C. S.J.C. b, V.VJj. b, Meerburg b, Teylin gen b, N.V.C. b. Afdeeling D. V.V.I. c, Majella b, Foreholte b. De competitie vangt aan op Zondag 22 September a.s. voor die vereenigingen, wel ke aan haar verplichtingen hebben vol daan. Die vereenigingen welke met meer dan een elftal in de competitie uitkomen moe ten voor Vrijdag de elftalopgave aan onder staand adres opzenden. Voor afdeeling E vangt de competitie aan op nader te bepalen datum, daar eerst nog een vergadering zal worden gehouden met die vereenigingen, welke in deze af deeling uitkomen. Het ligt in de bedoeling deze compeitie op Woensdag of Zaterdag te doen spelen. Verschillende vereenigin gen hebben reeds toezegging gedaan aan deze competitie deel te nemen, doch wij verzoeken die vereenigingen dan zoo spoedig mogelijk hun elftal op te geven voor een spoedige afwerking. A.s. Dinsdag 24 September 's avonds om 7.30 uur roudt de competitie-leider zitting in het café „Zomerlust" voor degenen welke bezwaren hebben op de indeeling. H. HOOGERVORST, Secr.-compeitie-leider. CLUBNIEUWS DER KATH. SPORTVEREENIGINGEN. Rood-Wit: Morgen speelt RWD een drie tal vriendschappelijke wedstrijden tegen WB uit Voorschoten. Natuurlijk gaat de meeste belangstelling uit naar de verrich tingen van het eerste elftal, dat om drie uur tegen WL I speelt. RWD I komt in de zelfde opstelling uit als in den laats ten oefenwedstrijd. De opstelling is dus: N. Jansen (d.), Th. Stikvoort en H. Trel (a.), A. Geijer, A. v. Schie, A. Bots (m.), G. v. Brussel, A. Verhoeven, P. v. Nierop, Fr. Verhoeven en J. v. d. Hoeven (v.). Nieuwe leden kunnen zich opgeven bij den heer J. Duindam, Hooge Rijndijk 32. OJ).I.: Zondag gaan ODI I en ODI H op bezoek bij St. Pancratius te Sloten, 't Twee de speelt tegen St. Poncr. II om 1 uur. 't Eerste tegen St. Pancr. I om 3 uur. Vertrek liefst gezamenlijk per fiets om 'uiterlijk 11 uur vanaf Café Wed. Sneeboer. Thuis speelt om 2 uur de Haagsche vete- ranenclub tegen de ODI-veteranen. Er ko men sepelers van 250 pond in 't veld. S.N.A.: Morgen zal het op het SNA-ter- rein weer een schitterende voetbal-dag worden. Te 2 uur komen in 't veld SNA I en DOS II, Te ongeveer 3.30 uur komt oud- SNA tegij oud-DOS in 't veld. Voor dezen wedstrijd is een pracht-beker geschonken door het Café „Het Blessepaard". Als er nog meer sportliefhebbers zijn, die een medaille of een tak of beker wenschen te geven, wordt die gaarne in ontvangst geno men aan het bekende adres. Hieronder de opstelling van oud-SNA: H. Loos Koos Janson G. Vogelaar A. Janson J. Zonderop K. Stijnman J. Kappetein A. Olijhoek C. Vogelaar B. v. Vliet M. v. Rijn Leiden: Voor morgen staan er 3 wed strijden voor Leiden op het program nJ. Leiden I speelt tegen S.M.C. I in Warmond, aanvang 3 uur. Leiden IH speelt tegen S.M.C. H, aan vang 1.30 uur en Leiden-jun. spelen tegen S.M.C.-jun., aanvang 12.15 uur. D.O.S.: Morgen komt op het DOS-ter- rein een oude beeknde op bezoek n.l. DSS. Deze stevige Haarlemsche ploeg zullen we in de competitie niet meer op het DOS-ter- rein zien, daar ze ingedeeld is in de 2de kl. I.V.C.B. Aanvang 2.30 uur. Om half 1 spelen de DSS-reserven te gen de DOS-reserven. Om half 1 komen DOS 4 en 5 en de rest eens stevig trainen, en om half 5 bekampen het 4de en 5de el kaar, waarna definitieve opstelling volgt. DOS 3 gaat naar Stompwijk en zal daar de gast zijn van SNA I. Of ze den beker zullen bemachtigen? Aanvang half 3. Ver trek per fiets kwart voor 1 uur Noordhoek. Om half 1 zal de'fotograaf nog eens aan wezig zijn om de achterblijvers te fotogra feeren, beslist voor de laatste maal! V.VX.: Het is morgen op het terrein een drukke voetbaldag. Om 12 uur opent het 3e den middag tegen R. W. D. III. Dan volgt om 3 uur V.V.L. I—R. W. D. I Eer ste elftallers herinnert julie eens den laat- sten wedstrijd tegen R. W. D. De sup porters zullen zeker niet mogen na laten om een kijkje te komen nemen op dezen mooien sportmiddag en tevens steunen zij het mooie doel, n.l. de R.-K. Sport. Laten al de speler op tijd aanwezig zijn daar er foto's genomen moeten worden van elk spelend lid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9