EEN WEEK HISTORIE
Het verleden van „Mathesis
Scientiarum Genitrix11
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BUD - PAG. 9
Bij het 150-jarig bestaan.
Zooals reeds gemeld, zal het op Dinsdag
17 September honderd vijftig jaar geleden
zijn, dat het Genootschap „Mathesis Scien
tiarum Genitrix" te Leiden werd opgericht.
Dit feit zal het gepubliceerde feest
programma heeft zulks reeds in den bree-
de vermeld, op plechtige wijze worden
herdacht.
Deze feestviering mag niet genoemd wor
den een feest, voortspruitend uit de zucht
naar ontspanning en vermaak, doch een
feest van dankb're herdenking voor het 150-
jarig bestaan der „achtb're school", zooals
het in het eigen Mathesis-lied telkens op
nieuw opklinkt.
Daarvoor bestaat inderdaad ook alle
reden.
Want „Mathesis Scientiarum Genitrix"
is 'n instelling, waarop Leiden trotsch mag
zijn, èn om zijn ontstaan, èn om zijn roem
rijk verleden èn om zijn tegenwoordigen
toestand.
In korte trekken willen wij iets uit de
geschiedenis van het Genootschap memo
reer en.
In September 1785 werd de eerste grond
slag gelegd voor de school, wier discipelen
gedurende anderhalven eeuw zich over ge
heel de wereld verspreidden. Uit tegen
spoed en moeilijkheden zoowel als uit
voorspoed putten de stichters kracht om
het moeizaam begonnen werk voort te
zetten. En hun werk is niet zonder vruch
ten gebleven. Integendeel werd de school
velen geslachten tot zegen.
DE OPRICHTERS.
Met piëteit mogen we hier 'n oongenblik
stilstaan en denken aan die mannen van
wilskracht ei. van practischen zin, die „den
eisoht van hun tijd" begrepen en een
hervorming op onderwijsgebied begonnen,
waarvoor in dien tijd velen wellicht den
neus hebben opgetrokken en anderen wel
licht slechts een schouder-ophalen hebben
over gehad.
De gedachtenis aan die mannen leeft
voort en him nam er. onbekend als zij
bij velen van den huidigen tijd zijn mo
gen hier nog wei eens gememoreerd wor
den. Het zijn:
Pieter van Campen, landmeter
van beroep, leermeester der wis-, land
meet-, zeevaart- en aardrijkskunde, waar
schijnlijk de initiatief-nemer;
Bartholomeus van den Broeck,
kunstbeeldhouwer
Arnoldus van Gennep, student
in de rechten;
J. R e n i e r, student in de godgeleerd
heid;
A. de Bruine de Neve, student
in de geneeskunde en
Pieter Rijk, metselaar.
De geschiedenis van M. S. G. vermeldt
over enkele dezer personen nog treffende
bijzonderheden.
Van Pieter Rijk bijv. vinden we ver
meld, dat hij behalve metselaar van zijn
vak, onderwijzer aan de school was en
tevens kassier penningmeester dus waar
schijnlijk) en dat hij gedurende de eerste
twee jaar de school belangeloos in zijn
huis, Heerengracht 53, heeft gehuisvest.
Van Bartholomeus van den Broeck lezen
we, dat hij, geboren in 1760, overleed in
1856, dus op 96-jarigen leeftijd. Hij gaf
ruim 50 jaar onbezoldigd teeken-
onderwijs. Bij het halve eeuwfeest van M.
S. G. werd hij door Z. M. Koning Willem I,
den beschermer van het Genootschap, tot
Broeder van den Nederlandschen Leeuw
benoemd.
De genoemde mannen waren het, die hun
tijd begrepen en dat zij niet verkeerd ge
zien hebben bewijst dit honderd-vijftig
jarig bestaan. Duizenden hebben aan deze
school him vorming tot degelijk vakman
ontvangen en door het genoten onderwijs
zich een eervolle plaats in de maatschappij
weten te verwerven.
De landsregeering deed meermalen van
haar sympathie ten opzichte van het ge
nootschap blijken.
Nauwelijks eenige jaren opgericht, ver
scheen de erfstadhouder van Holland, Prins
Willem, zoon van Prins Willem V, de la
tere Koning Willem I, op een vergadering
van het genootschap en aanvaardde het be
schermheerschap.
Na hem deden ook Koning Willem II en
Koning Willem III Mathesis de eer aan be
schermheer te willen zijn, terwijl H. M.
Koningin Wilheimina, de traditie harer
voorvaderen voortzettend, nu omstreeks
20 jaar geleden het beschermvrouw-
schap heeft willen aanvaarden.
Zoodra het beginsel van subsidieering
doordrong, werden rijk, provincie en ge
meente bereid gevonden steun te verlee-
nen aan deze instelling, welke zoo'n goe
den naam had verworven.
MOEILIJKHEDEN EN ZORGEN.
Intussohen, moeilijkheden bleven het
Genootschap allerminst bespaard. De poli
tieke woelingen uit de eerste jaren, finan-
cieele zorgen in tal van perioden droegen
het hunne bij om 'n groot beleid van de
bestuurders te vergen. Tegen het einde der
18e eeuw was er zelfs zulk een groote ver
deeldheid dat er naast M. S. G. een nieuw
genootschap werd opgericht met den Hol-
landschen naam: „De wiskunde, moeder
der wetenschappen."
In 1800 werden beide genootschappen
echter weder vereen igd, doch meer dan
tien jaren was het vereenigde genootschap
meer dood dan levend. De schuld beliep
enkele duizenden guldens (waarvan 2/3
PIETER VAN CAMPEN,
die f initiatief nam tot stichting van M.SG.
van het tweede genoctsohap), de eereleden
verdwenen, het aantal leden kromp belang
rijk in tengevolge der algemeene verar
ming; men moest met 500 rondkomen.
Na de Fransche overheersching brak er
gelukkig weer een betere tijd aan. Wel ble
ven de verzoeken om gemeentelijke subsi
die zonder resultaat, doch de Koning
schonk uit eigen middelen een bedrag van
500.Bij het 50-jarig bestaan werd we
derom een koninklijke gift van f 300.
ontvangen.
Deze enkele trekken wijzen er duidelijk
op van welken aard de moeilijkheden wa
ren, met welke de bestuurs te tobben had
den, maar alle zorgen ten spijt, heeft het
genootschap zich weten te handhaven niet
alleen, maar zich ook een voorname plaats
op onderwijsgebied weten te verwerven.
Het is niet goed mogelijk alle beleve
nissen van het Genootschap hier te me-
moreeren, zoodat we uit den ouden tijd
eenige cijfers zullen noemen te vergelij
king met de tegenwoordige.
In het begin der 19e eeuw bedroeg het
aantal leerlingen 80, op 1 Jan. van het vo
rig jaar 412. De inkomsten bedroegen om
streeks 1800 slechts 500.In 1834 had
men een bedrag van 650 ter „salariee-
ring" van twaalf hulponderwijzers. De te
genwoordige begrooting bedraagt rond
60.000, waarvan f 30.000 voor salarissen.
DE BAND TUSSCHEN SCHOOL EN
OUD ^LEERLINGEN STEVIG.
Van den jongeren tijd vermelden we nog
hoe ter gelegenheid van het 125-jarig be
staan van M. S. G. plannen werden geop
perd tot oprichting van een Vereeniging
van Oud-Leerlingen, hetgeen in 1911 een
feit werd. Later werd de Vereeniging van
Leerlingen van M.S.G. eveneens opgericht.
De herdenking van het 125-jarig bestaan
werd voorbereid door een commissie uit
oud-leerlingen en een commissie uit de
leerlingen.
In eerstgenoemde commissie treffen we
aan drie welbekende namen, nl. O. S. Knott-
nerus, H. H. Verhulst en A. A. Schreuder.
Alle deze drie personen zijn lange jaren
steunpilaren der Ver. van Oud-Leerlingen
geweest. De heeren Knottnerus en Verhulst,
resp. voorzitter en secretaris, zijn al die
jaren de spil geweest, waarom de vereeni
ging draaide, die elk jaar en om de vijf jaar
in het bijzonder den stichtingsdatum van
M. S. G. feestelijk herdenken. De band
tusschen het Genootschap en de oud-leer
lingen is daardoor steeds zeer hecht geble
ven en we mogen ongetwijfeld wel zeg
gen, dat het Genootschap deze heeren, die
nog steeds hun functies vervullen, zeker
veel verplicht is. In deze verplichting mag
ook betrokken worden de heer A. A.
Schreuder, die tot vorig jaar steeds de ac
curate penningmeester der Ver. van
Oud-Leerlingen is geweest.
Het aantal directeuren der school uit
al die jaren op te noemen is ons niet
mogelijk, nog minder dat der voorzitters
van het Genootschap, wijl deze functie
reglementair telkens anderen benoemd
ziet.
Van de directeuren noemen we den heer
P. Dikshoorn. Van 1 Oct. 18651 Oct.
1866 tijdelijk benoemd tot leeraar, werd
hij daarna vast aangesteld. Op 1 Jan. 1874
werd hij benoemd tot tijdelijk directeur
en op 1 Oct. van laatstgenoemd jaar tot
directeur, welk ambt hij gedurende 47
jaar vervulde, om dan te worden opge
volgd door den heer L. Vermaas, die te
voren leeraar aan de school was geweest.
Hij werd na zijn dood in 1919 opgevolgd
door den heer ir. Verwijs, die lid van het
bestuur was en thans dus reeds 16 jaar
de leiding over de school heeft.
Hebben we hierboven reeds vermeld,
dat de school in de eerste jaren geen vaste
woon had, in 1787 werd zij gevestigd in
een pand op de Pieterskerkgracht. In 1863
ging dit huis tegen den grond om plaats
te maken voor het tegenwoordige gebouw,
dat overdag als Gem. H. B. S. en na de
overbrenging dezer school naar het nieu
we gebouw aan den Hooge Rijndijk als
Indische Pestschool dienst deed, waarna
M. S. G. voor de avonduren op het ge
bouw beslag legde.
DE REVOLVER SPREEKT EEN WOORDJE MEE IN DE AMERI-
KAANSCHE POLITIEK. DE VOLKENBOND DOORSTAAT DE
CRISIS. ENGELANDS KRACHTIGE HOUDING, GESTEUND DOOR
NEDERLAND. LAVAL BEKENT KLEUR. TOEKOMSTMUZIEK.
Geweid-argumer.ten. Het wa-
pen is geen argument in een politiek de
bat; het behoort ook geen argument te zijn
in den belangenstrijd, die over de heele
wereld wordt gestreden.
Toch spreekt de revolver in het parle
mentaire leven soms een woordje mee en
in de groote politiek doen de kanonnen dat
al evenzeer. In de „kleine" politiek wordt
een aanslag achter algemeen als een mis
daad bestempeld, doch in de „groote" po
litiek vindt men nog maar al te dikwijls
den oorlog verheerlijkt als echt mannelijk
optreden, als een nationale heldendaad, als
een manier om roem en glorie te behalen.
In Amerika heeft de revolver weer ge
sproken; de befaamde senator Huey Long,
de „dictator" van Lousiana,- is er door ver
slagen. Een eigenaardig man was deze
Amerikaansche senator. Hij had zich van
reiziger in surrogaat-vetten opgewerkt tot
gouverneur van den staat Louisiana en zóó
goed wist hij zijn spreek-talenten als voor
malig handelsreiziger uit te buiten, dat de
vergadering van volksvertegenwoordigers
alles slikte wat hij haar beliefde voor te
zetten, zoodat hij zich practisch de dicta
toriale macht in zijn staat heeft kunnen
toeëigenen. Hij kon speechen als geen an
der; wanneer hij sprak door de radio luis
terde alles naar zijn grollen en grappen,
waarmede hij de uiteenzetting van zijn
welivaartsprogram kruidde. Want Long
had nog grootere aspiraties dan dictator
van Louisiana te zijn, hij wilde president
worden!
Inderdaad was hij een ernstige tegen-
candidaat van Roosevelt, daar het volk nu
eenmaal graag luistert naar degenen, die
het met de noodige smakelijke jus de heer
lijkste voorspiegelingen opdisschen.
De kogel heeft zijn onuitputtelijke woor
denstroom gestopt.
Ook in Mexico heeft de revolver ingegre
pen in het politieke debat van de Kamer.
Het resultaat was: twee doode afgevaar
digden. Nu kan men in Mexico van alles
verwachten, maar zelfs daar wordt een
dergelijke gewelddadige argumentatie toch
niet goedgekeurd.
Trouw aan het Pact. Het ziet
er waarlijk naar uit, dat thans ook in de
groote politiek het besef levendig gaat
worden, dat het argumenteeren met ka-
nonnen-gedreun tot het verleden moet be-
hooren.
De wending, welke de besprekingen over
het ItaliaanschAbessijnische conflict in
den Volkenbond nemen, geeft thans ge
gronde hoop, dat de volkeren-gemeenschap,
zooals deze is georganiseerd te Genève, een
krachtig halt zal toeroepen aan een oor-
logsdronken dictator, die ruwweg van plan
was om met geweld een mede-volkenbonds
lid aan zich te onderwerpen.
Men kent de situatie.
Het ging niet alleen om Abessynië, het
ging om een krachtproef voor het Volken
bondspact. Sir Samuel Hoare, de Britsche
minister van buitenlandsche zaken, stelde
meteen in den aanvang van de Volken
bondszitting het probleem scherp, toen hij
zeide, dat nu voor Engeland het oogenblik
aangebroken was, waarop moest worden
uitgemaakt of de Volkenbond al dan niet
practische waarde heeft. Engeland stelde
Frankrijk voor de keus. Als Frankrijk be
reid was mede te werken tot het hooghou
den van de bepalingen van het handvest
van Genève en dit zou bewijzen, dan kon
Frankrijk er op rekenen, dat Engeland
voortaan, wat er op Let vasteland ook
mocht gebeuren, zijn uit het handvest
voortvloeiende verplichtingen zou nako
men. Weigert echter Frankrijk zijn mede
werking dan had de Volkenbond ook af
gedaan voor Engeland.. Frankrijk moest
weten wat het daarmede waagde. Verviel
voor Engeland de Volkenbond dan vervie
len ook de op het handvest gebouwde ver
plichtingen van Locarno. Engeland was niet
van zins zich eenzijdig gebonden te ach
ten voor het geval dat Frankrijk zelf blijk
gaf eigen verplichtingen tegenover den
Volkenbond niet na te komen, wanneer
het dit niet gelegen kwam.
Nederland ondersteunde bij monde van
onzen minister van buitenlandsche zaken
jhr. de Graeff dit standpunt. Weliswaar
dreigde hij niet met uittreden, als het
Volkenbondspact niet gehandhaafd zou
worden, maar wel waarschuwde onze mi
nister ernstig, dat er jaren noodig zouden
zijn, om de schade te herstellen, als de
Volkenbond thans niet krachtig optrad en
Pact is voorzien, dan zal Nederland zijn
sancties toegepast worden tegen den staat,
i die onwillig is om zich te onderwerpen aan
hetgeen hijzelf beloofd heeft, zooals in het
Past is voorzien, dan zal Nederland zijn
verplichtingen dienaangaande in vollen
omvang nakomen.
Zoo spraken ook Zweden en België. En
zoo sprak tenslotte gisteren ook Laval, de
minister-president van Frankrijk.
Aarzeling overwonnen. Lang
heeft Frankrijk geaarzeld om kleur te be
kennen. Het wilde de kool en de geit spa
ren, totdat het duidelijk was dat dit een
onmogelijkheid was geworden. Frankrijk
wilde de samenwerking met Engeland niet
laten schieten, maar evenmin de pas ver
worven vriendschap van Italië.
Maar nu het voor de keus werd gesteld,
óf Italië z'n gang laten gaan, óf de heele
Volkenbondspolitiek laten varen, den
steun van Engeland verspelen en.... mis
schien Duitschland een kans geven om ge
bruik te maken van Frankrijk's isolatie in
Europa, nu kon Laval het niet langer
uithouden.
Laval sprak gisteren niet veel; zijn rede
duurde maar kort, en het was duidelijk,
dat het hem niet van harte ging. Maar hij
verklaarde toch ondubbelzinnig, dat
Frankrijk zich niet zou onttrekken aan zijn
Volkenbondsverplichtingen.
„Frankrijk boo zeide hij was zich al
tijd gelijk gebleven, in het protocol van
1924, in zijn veiligheidseischen ter ontwa
peningsconferentie, in het verdrag van Lo
carno, met de Kleine Entente, Moskou,
Rome en Stresa". Inderdaad (teekent de
N. R. C. hierbij aan) maar dat betrof bijna
alleen Frankrijk's eigen veiligheid. Frank
rijk moest nu bewijzen, dat het met deze
veiligheid niet enkel die van zichzelf be
doelde. Dat was het onderwerp geweest van
den strijd der laatste dagen, en dat had
de houding van Parijs en ook de houding
van Laval zelf voor velen, in het bijzon
der voor Engeland, tot een onzekerheid ge
maakt.
Laval verklaarde nu, dat Frankrijk vol
komen trouw zou zijn aan deze politiek,
Zonder ophef drukte hij de voldoening van
Frankrijk uit over de woorden van Hoare
om de belofte die deze ook voor de toe
komst inhielden. Nergens 'zoo zeide hij
had men de beteekenis van deze woor
den beter kunnen waardeeren dan in
Frankrijk. De belofte tot medewerking van
Engeland aan de door den Volkenbond ge
waarborgde veiligheid der wereld in alle
omstandigheden noemt hij terecht een mijl
paal in de geschiedenis.
Hij sprak op ernstigen toon over zijn
vriendschap met Mussolini, te ernstiger
omdat ook hier weer het pathetische vol
komen weggehouden werd. Tot het uiterste
zou hij probeeren te verzoenen. Hij zou
daarin volharden zoolang het mogelijk
was. Hij zou zich in dit opzicht vriend
blijven toonen. Hij herinnerde aan andere
moeilijkè gevallen, waarin het op het laat
ste oogenblik te Genève nog gelukt was
een schikking te vinden. Wat gisteren ge
slaagd is, kan ook morgen nog slagen, zoo
zeide hij, blijkbaar met niet al te groote
overtuiging, want hij verheelde niet dat
deze aangelegenheid veel schokkender was
dan alle voorafgaande. Maar als een schik
king onmogelijk, de vrede niet te redden
zou blijken, dan was zijn bittere plicht aan
gewezen. Er was geen verschil in de poli
tieke houding van Engeland en die van
Frankrijk. Het Handvest van den Volken
bond bindt Frankrijk zooals alle anderen,
en in zijn verplichtingen zal Frankrijk niet
te kort schieten.
De groote vraag is nu: wat zal Italië
doen? Zal Mussolini nu de heele wereld
bruskeeren en toch doorzetten?
Heel Abessynië is nauwelijks de gelde
lijke offers waard, welke Italië thans reeds
gebracht heeft, laat staan de offers aan
geld en menschenlevens, die verspild zou
den worden bij een eventueelen oorlog.
Maar wanneer Italië het nu nog bovendien
met den Volkenbond aan den stok krijgt.
Moet Mussolini evenwel zwichten, dan is
het gedaan met zijn dictatoriale glorie. Een
dictator kan nu eenmaal niet toegeven, dat
hij gefaald heeft. Wij zijn benieuwd hoe hij
zich uit de impasse redt.
Toekomstmuziek. In de rede,
welke onze minister van buitenlandsche
zaken te Genève heeft gehouden, is er o.a.
op gewezen, dat men bij het uitbannen van
den militairen oorlog ook den economi-
schen oorlog niet moest vergeten. Deze
woedt nu al jaren en is maar al te dikwijls
aanleiding tot het uitbreken van een mili
tairen oorlog.
Het is goed, dat daarop eens is gewezen,
al lijkt het ons vooralsnog toekomstmuziek
SPORT
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
UIT HET LEIDSCHE DISTRICT.
De junioren-competitie.
De concept-competitie-indeeling voor
het seizoen 1935'36 luidt als volgt:
Afdeeling A.
S.M.C. a, Teylingen a, Lise a, Foreholte a,
S. J. C. a, V.V.L. a, K.R.V. a, A.S.C. a, N.
V.C.a.
Afdeeling B.
Meerburg a. Kolping Boys a, St. Ber-
nardus a, DO.S. a, Majella Nic. Boys a,
Leiden a.
Afdeeling C.
S.J.C. b, V.VJj. b, Meerburg b, Teylin
gen b, N.V.C. b.
Afdeeling D.
V.V.I. c, Majella b, Foreholte b.
De competitie vangt aan op Zondag 22
September a.s. voor die vereenigingen, wel
ke aan haar verplichtingen hebben vol
daan.
Die vereenigingen welke met meer dan
een elftal in de competitie uitkomen moe
ten voor Vrijdag de elftalopgave aan onder
staand adres opzenden.
Voor afdeeling E vangt de competitie
aan op nader te bepalen datum, daar eerst
nog een vergadering zal worden gehouden
met die vereenigingen, welke in deze af
deeling uitkomen. Het ligt in de bedoeling
deze compeitie op Woensdag of Zaterdag
te doen spelen. Verschillende vereenigin
gen hebben reeds toezegging gedaan aan
deze competitie deel te nemen, doch wij
verzoeken die vereenigingen dan zoo
spoedig mogelijk hun elftal op te geven
voor een spoedige afwerking.
A.s. Dinsdag 24 September 's avonds om
7.30 uur roudt de competitie-leider zitting
in het café „Zomerlust" voor degenen
welke bezwaren hebben op de indeeling.
H. HOOGERVORST,
Secr.-compeitie-leider.
CLUBNIEUWS DER
KATH. SPORTVEREENIGINGEN.
Rood-Wit: Morgen speelt RWD een drie
tal vriendschappelijke wedstrijden tegen
WB uit Voorschoten. Natuurlijk gaat de
meeste belangstelling uit naar de verrich
tingen van het eerste elftal, dat om drie
uur tegen WL I speelt. RWD I komt in
de zelfde opstelling uit als in den laats ten
oefenwedstrijd. De opstelling is dus: N.
Jansen (d.), Th. Stikvoort en H. Trel (a.),
A. Geijer, A. v. Schie, A. Bots (m.), G. v.
Brussel, A. Verhoeven, P. v. Nierop, Fr.
Verhoeven en J. v. d. Hoeven (v.).
Nieuwe leden kunnen zich opgeven bij
den heer J. Duindam, Hooge Rijndijk 32.
OJ).I.: Zondag gaan ODI I en ODI H op
bezoek bij St. Pancratius te Sloten, 't Twee
de speelt tegen St. Poncr. II om 1 uur. 't
Eerste tegen St. Pancr. I om 3 uur. Vertrek
liefst gezamenlijk per fiets om 'uiterlijk 11
uur vanaf Café Wed. Sneeboer.
Thuis speelt om 2 uur de Haagsche vete-
ranenclub tegen de ODI-veteranen. Er ko
men sepelers van 250 pond in 't veld.
S.N.A.: Morgen zal het op het SNA-ter-
rein weer een schitterende voetbal-dag
worden. Te 2 uur komen in 't veld SNA I
en DOS II, Te ongeveer 3.30 uur komt oud-
SNA tegij oud-DOS in 't veld. Voor dezen
wedstrijd is een pracht-beker geschonken
door het Café „Het Blessepaard". Als er
nog meer sportliefhebbers zijn, die een
medaille of een tak of beker wenschen te
geven, wordt die gaarne in ontvangst geno
men aan het bekende adres. Hieronder de
opstelling van oud-SNA:
H. Loos
Koos Janson G. Vogelaar
A. Janson J. Zonderop K. Stijnman
J. Kappetein A. Olijhoek C. Vogelaar
B. v. Vliet M. v. Rijn
Leiden: Voor morgen staan er 3 wed
strijden voor Leiden op het program nJ.
Leiden I speelt tegen S.M.C. I in Warmond,
aanvang 3 uur.
Leiden IH speelt tegen S.M.C. H, aan
vang 1.30 uur en Leiden-jun. spelen tegen
S.M.C.-jun., aanvang 12.15 uur.
D.O.S.: Morgen komt op het DOS-ter-
rein een oude beeknde op bezoek n.l. DSS.
Deze stevige Haarlemsche ploeg zullen we
in de competitie niet meer op het DOS-ter-
rein zien, daar ze ingedeeld is in de 2de
kl. I.V.C.B. Aanvang 2.30 uur.
Om half 1 spelen de DSS-reserven te
gen de DOS-reserven. Om half 1 komen
DOS 4 en 5 en de rest eens stevig trainen,
en om half 5 bekampen het 4de en 5de el
kaar, waarna definitieve opstelling volgt.
DOS 3 gaat naar Stompwijk en zal daar
de gast zijn van SNA I. Of ze den beker
zullen bemachtigen? Aanvang half 3. Ver
trek per fiets kwart voor 1 uur Noordhoek.
Om half 1 zal de'fotograaf nog eens aan
wezig zijn om de achterblijvers te fotogra
feeren, beslist voor de laatste maal!
V.VX.: Het is morgen op het terrein een
drukke voetbaldag. Om 12 uur opent het
3e den middag tegen R. W. D. III. Dan
volgt om 3 uur V.V.L. I—R. W. D. I Eer
ste elftallers herinnert julie eens den laat-
sten wedstrijd tegen R. W. D. De sup
porters zullen zeker niet mogen na laten
om een kijkje te komen nemen op dezen
mooien sportmiddag en tevens steunen zij
het mooie doel, n.l. de R.-K. Sport.
Laten al de speler op tijd aanwezig zijn
daar er foto's genomen moeten worden
van elk spelend lid.