VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 INTERNATIONALE ZAKKENROLLERS VOOR HET HOF. Twee zakkenrollers van internationale reputatie, een Roemeen en een Rus, namen gisteren in het verdachtenbankje plaats, om in hooger beroep te staan voor het Amster- damsche Hof. Zij warden er van verdacht op 24 De cember van het vorige jaar een wisselloo- per een portefeuille met 2880 te hebben ontrold. De rechtbank had het tweetal streng ge straft en veroordeeld tot drie jaar gevan genisstraf, met aftrek van voorarrest. De verdachten .beweerden wederom vol komen onschuldig te zijn. Als eerste getuige wordt inspecteur Kal- jwoorn van de Centrale voor internatio nale misdadigers gehoord. De inspecteur verklaart, dat het tweetal bekend staat als internationale zakkenrollers. Deze verklaring wekte hevige veront waardiging van de verdachten op. Dan wordt de kaslooper gehoord. De pre sident laat hem dezelfde houding aanne men, waarop hij in de tram stond, en het blijkt dat het op die wijze tamelijk gemak kelijk is voor een zakkenroller om een por tefeuille uit iemands binnenzak te halen. Toen de tram uit de Bakkerstraat kwam en hevig schokte, werden de passagiers tegen elkaar aangeworpen; de kantoar- looper stond in den wagen met de hand aan de lus. Getuige denkt, dat de zakken rollers van die gelegenheid gebruik hebben gemaakt. Bij de Munt miste hij de porte feuille; hij is toen direct uitgestapt. Pres.: Waren deze verdachten in de tram? Getuige meent vrij zeker één der ver dachten te herkennen als een van de pas sagiers, die vlak bij hem stond. Deze verdachte beweert, dat hij op 24 Dec. iniet in Amsterdam is geweest, hij zou pas op 26 Dec. daar zijn aangekomen; dienzelfden dag is hij vertrokken en in de tram gear resteerd. Ook de ander zegt pa sop 26 Dec. in Amsterdam te zijn gekomen. Pres.: Hoe komt de Roemeen dan aan 118 Hollandsch geld; op Kertsmis waren de banken toch gesloten? Verd.: Dat had ik met het oog op mijn reis naar Nederland al twee weken tevoren clandestien in Berlijn gekocht. Verschillende getuigen verklaren de ver dachten reeds vóór Kerstmis in Amster dam te hebben gezien. Petrenko windt zich hevig op; halsstar rig blijft hij volhouden ook dien dag niet in Amsterdam te zijn geweest. De zitting wordt dan geschorst tot drie uur. Na de pauze onderwerpt de president de verdachten aan een uitvoerig verhoor. Zij blijven bij hun ontkentenis, ofschoon de president hun voorhoudt, dat zij door ver schillende getuigen zijn herkend. Requisitoir. Het woord is dan aan den procureur- generaal, mr. dr. D. Reilrngh, die er op wijst, dat het door de getuigenverklaringen •vaststaat, dat de verdachten op den bewus- •ten dag en reeds eerder, in Amsterdam waren en zich op de tram hebben bevon den. Een alibi kunnen ze niet opgeven. Uitvoerig gaat spr. de verschillende getui genverklaringen na, om tot de conclusie te komen, dat het bewijs van den ten laste gelegden diefstal geleverd is. De verdachten kennen elkaar reeds lan gen tijd, zij staan bekend als internationale zakkenrollers, die bij voorkeur in treinen en trams opereeren en gewend zijn samen .te „werken". De procureur-generaal requi- reerde tenslotte bevestiging van het vonnis (drie jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest). De verdediger, mr. Benno J. Stokvis is van meening, dat in geen enkel opzicht vast 6taat waar en op welke wijze de wissel - looper zijn .portefeuille is kwijt geraakt. Wat zijn de aanwijzingen tegen de ver dachten? Er zijn legio zakenrollers op de wereld en zelfs al zou bewezen zijn, dat zij in Amsterdam waren en op de tram heb ben gestaan, dan bewijst dat nog niest, dat zij dit misdrijf hebben gepleegd. Het geld UCT DE OMGEVING LISSE Bloembollencultuur. De afdeeling Lisse van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur hield gisteravond op de groote boven-achterzaal een uitstekend bezochte vergadering onder presidium van den heer A. Verduijn. Deze vergadering was belegd ter behandeling van den be schrijvingsbrief voor de op 23 dezer te houden algemeene vergadering ter bespre king van de saneering. Vandaar de groote opkomst. De voorz. opende met een woord van welkom en gaf zijn vreugde te kennen over de groote opkomst. Hij hoopte, dat een dergelijk bezoek ook op minder be langrijke vergaderingen in 't vervolg mo gen worden geconstateerd, al zijn er min der brandende kwesties dan nu aan de orde. Spr. hoopte, dat de besprekingen op kalme zakelijke wijze zullen worden ge voerd. Veel is reeds op de vorige vergade ring ter sprake gekomen, zoodat de bespre kingen feitelijk kort kunnen zijn. Wat zou het er in ons vak veel mooier uitzien, als we niet telkens met nieuwe regelingen werden verrast. Hij hoopte dan ook, dat we eindelijk eens tot een bevredigend eind resultaat komen. Door den secretaris, den heer W. Onder water, werden hierna de zeer uitvoerige notulen voorgelezen en, behoudens een op merking van ir. de Graaf, vastgesteld. On der de ingekomen stukken was een schrij ven van den heer K. Grullemans, dat hij bedankte als bestuurslid. De voorz. gaf met goedkeuring van de vergadering den heer Grullemans een maand bedenktijd. Van de tentoonstellingscommissie was een schrij ven ingekomen met een dankwoord voor de medewerking. Aan de commissie werd eervol ontslag verleend. Aan de orde is hierna de behandeling van den beschrijvingsbrief voor de algem. vergadering. Het gaat, aldus de voorz., over een drietal vragen, nJ. 1. acht de algemee ne vergadering opheffing van alle sanee- ringsmaatregelen na den verkoop van de oogst 1935 wenschelijk. 2. Zoo niet, is de vergadering dan van oordeel, dat maatre gelen ter voorkoming van overmatige uit- breidwing der teelt gehandhaafd moeten worden, maar geen inlevring van surplus tegen vergoeding meer moet plaats heb ben en geen binnen- en buitenlandsche mi nimum- of garantie- pi ijzer» meer moeten worden vastgesteld en 3. Zck- niet, is de algem. vergadering dan van meening, dat de saneringsmaatregelen ook voor het plant jaar 1935'36 in vo'len omvang moe ten gehandhaafd blijven? Aan deze vragen was een uitvoerige toelichting toegevoegd van het H. B. Daar op een vraag van den voorz. geen der aanwezigen algemeene beschouwingen '•ver de saneering in 't algemeen wenschte te houden, stelde hij vraag 1 aan de orde. Allereerst voerde de heer M. Veldhuyzen v. Zanten het woerd, die erop wees, dat we met wat achter ons ligt niets te maken hebben, doch wij hebben te maken met het oogenblik en dan wees hij er op, dat we de saneering niet kunnen weren want dan hebben we kans, dat Nederland een schade zou lijden van 8 10 millioen, om dat we zouden krijgen een chaos. Met voor- I beelden toonde hij aan, dat bet noodig is de saneering nog minstens een jaar aan te houden. De heeren de Graaf en de Vro men deelden deze meening niet. De voorz. vroeg of er onder de aanwezigen waren, die de geheele saneering over boord wen- schen te gooien. De heer H. Grullemans meende, dat we van de saneering meer dan genoeg hebben. Voor kapitalen gaat er straks weer naar de vuilnishoop, welke wij moeten betalen. En waar blijven de sortimenten? Minimumprijzen zijn feite lijk eenheidsprijzen en de lust tot het tee- len van beter soorten verdwijnt. Hierna ging men over tot stemming over vraag 1. De afdeeling Lisse sprak zich met 93 tegen 29 stemmen uit tegen ophef fing der saneeringsmaatrege- len. Vervolgens kwam in bespreking vraag 2. Allereerst voerde de heer P. Warmerdam het woord. Deze meende, dat we aan een teeltregeling zonder minimumprijzen niets hebben, hetgeen hij met voorbeelden aan toonde. Zijn vaste meening was, dat we een basis noodig hebben. De firma C. Nieuwenhuis was het hiermee eens. De heer Driehuizen beschouwde de saneering een noodzakelijk kwaad en hij wenschte de saneering te handhaven, zooals we ze tot heden hebben. De voorz. bracht hier na een circulaire van de heeren J. Berbee, P. Romijn en J. W. Pijnacker, ter sprake, welke circulaire zich uitsprak voor „een bodem in de markt", waarmee de voorz. zich kon vereenigen. De heer J. W. A. Le- feber stelde voor deze circulaire te ver vangen door een amendement op vraag 2. De heer de Vroom en kon zich niet met den inhoud der circulaire vereenigen, omdat er wel met de belangen der kweekers, doch niet met de belangen der exporteurs reke ning wordt gehouden. De heer D. W. Le- feber was van meening, dat de circulaire tactisch is opgesteld. In een uitvoerige uit eenzetting deed hij uitkomen, dat we de saneering nog niet kunen missen. Hij had respect voor den heer Driehuizen, die openlijk er voor uitkwam, dat we de sa neering met al de aankleve van fouten niet kunnen missen? Vraag 2 werd met gelijke stemmenverhouding aangenomen. Op voor stel van het bestuur zal de circulaire, be doeld als amendement op vraag 2, worden ingediend. Ook vraag 3 werd eveneens aangenomen. Na de rondvraag volgde slui ting. Verkeersongeval. Donderdagmiddag omstreeks half twee, de spitsuren van het verkeer op den Heereweg, reed de 17- jarige zoon van de Blieck, alhier, op den Heereweg ter 'hoogte van het perceel Koot, Hij wilde een voor hem rijdende fietser in halen, doch dit bleek niet te kunnen, want -hij reed op een in tegenovergestelde rich ting gaande luxe-auto van den heer H. te Hillegom in. Hij kwam met het hoofd en schouder tegen de ruiten van het linker portier en op het achterschermbord van de auto terecht. De getroffene bekwam een schouderfractuur en een hoofdwonde, ter wijl hij op verschillende plaatsen lichte kneuzingen opliep. Na ter plaatse door de EJkB.O, en den heer M. de Graaf, arts, geneeskundig te zijn geholpen, is hij naar de ouderlijke woning vervoerd. Van ver schillende ooggetuigen vernamen wij, dat den autobestuurder niet de minste schuld treft en dat hij onmiddellijk stilstond. Het ongeval is te wijten aan jeugdigen over moed. De politie maakte procesverbaal op. Geboren: Maria Johanna, d. v. F. Ver dijk en C. Halfee hepeL Johannes Lauren- tius, z. v. J. L. Hoekstra en M. Burgmeijer. Magdalena, d. v. A. van der Poel en M. J. M. Maas. Nicolaas, z. v. A. Schram a en G. C. de Kuijper. Dymphna Maria, d. v. W. A. Simonis en A. M. E. Vos. Johan nes Martinus, z. v. C. Schrama en C. A. Elfering. Roelof, z. v. R. de Leeuw en C. van der Bent. Ondertrouwd: Johannes Christof- fel Lefering, 31 jaar te Haarlem met Teun- tje Jaaprje van der Laan, 26 jaar, te Lisse. Getrouwd: J. Schalk te Haarlemmer meer met T. Kulk te Lisse. Overleden: Hendricus Antonius Aloy- sius Snoijink, 41 jaar. Gevestigd: P. M. van der Zon en gezin uit Noordwijk. Vertrokken: G. S. Nagtegaal en ge zin, naar Leiden. KATWIJK AAN DEN RIJN. Tuinbouw. Er is dien laatst en tijd geen ernstige reden tot klagen. De producten zijn vrij goed verkoopbaar. De belt is een slechte afnemer en dit stemt tot tevreden heid. Als er een groot kwantum naar de •belt gebracht moet worden is het in den regel met wat verkocht wordt, toch mis. Het zijn alleen kleine, afwijkende partijtjes (peen die de minimumprijs niet kunnen op brengen. De meeste belangstelling was er nog steeds voor het artikel bloemkool. Dat product wordt, en dan voornamelijk in de zen tijd van het jaar, maar op enkele plaat sen geteelt en aangezien de kwaliteit van hier als extra bekend staat, kan het gemak kelijk koopers vinden. Hiervoor komen koopers uit Amsterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht, Haarlem, Arnhem, Nijmegen, Amersfoort. De prijs was voor de beste kwaliteit deze week van 10.10 tot 14.70 per 100 terwijl tweede soort nog van 2.20 tot 5.60 kon opbrengen. Ook voor bospeen een bekend Katwij ksch product, was zeer goede vraag en de 'beste kwaliteit ging voor 3.10 tot 6.50 per 100 bos. Waschpeen ging in prijs iets naar boven en varieerde van 0.45 tot 0.70 per kist van 20 KG. Er werd de laatste weken voor buitenland, voornamelijk voor België, van dit artikel gekocht, hetgeen invloed had op den prijs. Uien daalden iets en de prijs die eenige dagen op 2.tot 2.20 was blijven han gen, kon zich niet handhaven. Met 1.50 tot 1.70 moest men zich thans tevreden stellen. Een prijs die voor de tuinders geen winst geeft. Kroten bleef een gevraagd ar tikel en al blonk de prijs niet uit, in tegen stelling met voorgaande jaren was het nu geregeld goed gevraagd en de prijs bleef vrij stabiel; gekocht werd voor 0.90 tot 1.20 per 'bos. Kisten van 20 KG. brachten van 0.35 tot 0.45 op. In aardappelen kwam weinig wijziging. Het waren alleen, de mooie zandeigenheimers die een rede lijk prijsje opbrachten, van 0.70 tot 0.80 per kist van 25 K.G„ doch kleieigenheimers konden niet meer halen dan 0.45 tot 0.60 iper kist. Drielingen gingen soms voor 0.25 tot 0.35 per kist. Van sla komen geen .groote partijen meer. Wat goed is van kwa liteit kan gemakkelijk koopers vinden tegen 1.tot 1.50 per 100 stuks. De nagewas sen bloemkool die er aanvankelijk beneden middelmatig voor stonden hebben het met het koele weer en den regen weer aardig opgehaald en vele gewassen staan nu weer zeer goed. De omzet aan de veilig is echter nog aardig wat beneden die van 1034, nJL 20%. Dat zal niet meer ingehaald kunnen worden. Een groot gedeelte hiervan komt op rekening van de vroege aardappelencam pagne. Ook de late aardappelenprijzen, de vervroegde Eigenheimers, hebben er heel wat aan bijgedragen, terwijl er ook een ge deelte bij is dat op rekening van bospeen gesteld moet worden die bijna het geheele seizoen door lager in prijs was dan in 1984. 't Is echter nog geen 31 Dec. Er kan nog wel iets gebeuren om het goed te maken. Een vroolijke middag- De R. K Voet- (balvereeniging K_R.V. denkt velen op as. Zondagmiddag nog eens een aartgemamen en vroolijken middag te bezorgen. Er is n-L weer een wedstrijd uitgeschreven ran Ve teranen, 22 echte Veteranen met nog enkele reserven. De wedstrijd van onlangs heeft toen alle oudjes-voetbalenthousiasten zoodanig in vervoering gebracht, dat ze niet meer te houden zijn. Van dit enthousiasme heeft het bestuur van KR.V. gebruik ge maakt en deze Veteranen-wedstrijd uitge schreven waarvan de baten komen ter ver betering van het terrein. (Draineening). Dat 'beloofd wat te worden. Er zijn oudjes bij ■van in de vijftiger jaren. Ze zullen verschij nen in wit en in blauw. Het bestuur zorgt voor schoenen en „voetbaldirectoirs". Ge rekend wordt op mooi weer. Een aanmoe diging voor 'belangstelling te toonen zal wel niet noodig zijn. De opstelling zal zijn ais volgt: Wit: Doel: R. Trousselot. Achter: H. J. Fennes, L. van Paridon. Midden: Nic. J .Winters, M. C. v. <L Berg, Ghr. van Leeuwen. Voor: G. A. Ouwerling, Hub. van Pari don, J. Fennes, L. J. Staats, Jac. Zoetemelk. Blauw: Doel: Adr. Ver hart. Achter: P. H. Castenmiller, Jac. P. Riet veld. Midden: M. J. Alkemade, J. Seijsener, Nic. Oudshoorn. Voor: A. J. Mulder, P. Noordermeer, F. N. A. v. d. Valk, J. v. Schie, C. J. Braun. NOORDWIJKERHOUT. Geslaagd. Voor het poMtiediploma met aanteekening is geslaagd de heer D. Ob- HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKI •is niet gevonden en er is geen enkele aan wijzing, die op de schuld van verdachten wijst. Het geld, dat op P. is gevonden kan gezien zijn bankrekening zeer goed zijn eigendom zijn. Voorts pleit nog voor de verdachten, dat zij pas drie dagen, nadat het feit was gepleegd, Amsterdam verlieten. Petrenko is artist, hij was o.a. werkzaam in het cabaret „der Blaue Vogel", en hij is zeer goed in staat op eerlijke wijze zijn brood te verdienen. Met klem drong pleiter aan op vrijspraak, subsidiair riep hij de clementie van het Hof in, zoodat de verdachten snel over de grens kunnen worden gezet. Het Hof zal 26 September arrest wijzen. 215. Zoo kwamen ze langzamerhand in een groot oer woud terecht. Je kon hier duidelijk aan de boomen zien dat hier nog nooit een mensch was geweest. Eeuwenoude boomen groeiden schotsch en scheef door elkaar en van alle kanten hoorde je het gebrul van wilde dieren. 216. Gelukkig bleven die laatsten op een afstand omdat ze bang waren voor het zeemonster. Alleen had Drein Drentel die eigenwijs in zijn eentje was gaan wandelen nog een avontuur met een ratelslang. Gelukkig had deze laatste geen honger en keek hij Drein alleen maar lachend aan. trokken de vette varkens naar een deel der oude Houtmarkt (thans Bloemmarkt), ter wijl de magere varkens direct vertrokken naar de groote veemarkt, die in 1616 werd gesticht. DE STICHTING VAN DE GROOTE VEEMARKT. Op den grond, die tot voor eenige weken Vrijdags als veemarkt gebruikt werd, stond reeds omstreeks het jaar 1000 een klooster, namelijk het Lobsenklooster, dat eerst tot grooten bloed kwam, doch in den loop der jaren al heel spoedig in verval geraakte. Toen t het Convent van Lobsen niet lan ger mogelijk was zijn zelfstandigheid te be waren, verkocht de generaal der Orde, de prior van Windesheim, het klooster aan de stad, die het Sint Cathrij negasthuis op de Breestraat (in 1826 verbouwd tot Stads gehoorzaal) met het beheer {laarvan be lastte. Het Lobsenklooster brandde in De cember 1572 geheel af. In 1611 werd de stad in Noordelijke richting uitgebreid, waarbij ook de grond, waarop het verbrande kloos ter had gestaan, bij de stad getrokken werd. Het is op dit terrein, waarop tot voor kort onze wekelijksche veemarkt gehou den werd, zij het ook, dat de exploitatie van deze veemarkt nog vele eeuwen lang herinnerde aan de wijze, waarop de markt werd gesticht. Immers bij keur van den 13den October 1616 werd bepaald, dat alle afzonderlijke veemarkten, die tot dat oogenblik op de verschillende plaatsen der stad gehouden werden, kwamen te verval len en vereen igd werden op de Nieuwe Beestenmarkt; maar tevens werd daarbij bepaald, dat de inkomsten, die het Sint- Cathrijneg asthuis ook toen reeds van de veemarkten genoot, van de stichting der nieuwe groote markt geen nadeel mocht ondervinden. De betreffende verordening van 13 October 1616 luidt onder meer als volgt: „Dat niemand met zijn beesten, het zij op den wekelijkschen marktdag of de jaarlijksche beestenmarkt, ergens anders ten toon of te koop zal mogen staan, dan op het plein daartoe bekwaam gemaakt, op verbeurte van dertig stuivers op elk beest; en dat jaarlijks m den slachttijd twee marktdagen per week zullen worden ge houden, te weten, 's Woensdags en Zater dags, en dat voor eiken os, of koebeest, ook hokkelingen of vaarzen, aldaar ter markt komende op de gewone weekmarkt, betaald zal worden een blank (een munt uit dien tijd), en op de markt in den slachttijd twee blanken op elk beest, en op elk schaap daar ter markt kamende een oortje, ten be hoeve van Sinte Katarine Gasthuis, dat men daarvoor ook de beestenmarkt rein en schoon moet houden". Dit recht om de inkomsten van de vee markt te mogen ontvangen werd in den loop der eeuwen opnieuw in keuren vast gelegd en het zal menigeen verwonderen te vernemen, dat eerst omstreeks het jaar 1850 aan deze overeenkomst een einde is gemaakt, zoodat de exploitatie der Leid- sohe veemarkt dus nog geen honderd jaar bij de gemeente zelf berust. DE VLEESCHHALLEN. De verkoop van het vleesch moest plaats heibben m het agn. Yleeschhuis of Vleesch- hal. De oudste vleesohhal was te Leiden gebouwd in de Koorsteeg, nabij de Pieters kerk. Daar Delft reeds in 1295 een vleesoh hal bezat, mag veilig worden aangenomen, dat ook hier ter stede toen reeds een vleeschihal was. Het poortje, dat thans nog op de Breestraat tegenover het stadhuis gevonden wordt, gaf toegang tot de vleesoh hal. In het jaar 1415 werd de groote vleesch- hal overgebracht naar de benedenverdie ping van het stadhuis, waar ze vele eeuwen gevestigd is gebleven. Daar moesten alle vleeschhouwers of wie vleesch wilde „bru- ken", di. in het klein verkoopen, het vee eerst laten keuren. Als eenig overblijfsel uit dien tijd vindt men nog aan den ouden stadhuisgevel ijzeren ringen, waaraan het vee werd vast gebonden. Voor de bevorde ring der gezondheid van de burgerij werden reeds zeer vroeg de noodige maatregelen getroffen en zoowel vee, dat ter markt werd aangevoerd, aks vee, dat geslacht zou wor den, werd aan een vrij grondig onderzoek onderworpen, ad waren de kunde van de keurmeesters en de hulpmiddelen, waar over zij beschikten, nog vrij primitief. In een keur van 6 November 1731 werd onder meer bepaald, dat vooraleer een beest ge slacht mag worden, dit eerst onderzocht dient te worden door den „vinder" (een door het gerecht aangewezen gezworene), of bij diens afwezigheid door den deken of een der hoofdmannen van het gilde. Mocht een der gezworenen twijfelen of het beest kalf droeg, zoo heet het dan verder, zoo zal de slager bij het slachten een der gezworenen erbij moeten roepen om voor de tweede keer te keuren. Mocht bij het openen van een beest eenig gebrek gecon stateerd worden, hetzij van aanwas of pok ken, zweren, aambeien, of ruigkalf of geel- water of wat dan ook, dan moet de slager z'n hand er dadelijk afhouden en het ge brek niet verbergen of wegnemen, maar aanstonds een vinder, deken of hoofdman van het gilde erbij halen, die op zijn beurt opnieuw een collega moest roepen, als hij weer geen raad met het geval wist. Even tueel kon het verdachte dier ook buiten de hal gekeurd worden of wel worden overge bracht naar de Kerkgracht, waar het voor het Weeshuis werd verkocht. Vond men het beest tenslotte ongeschikt voor de con sumptie, dan moest het uit de stad worden verwijderd; dat zoo'n ziek beest toch wel weer eens de stad werd binnen gesmokkeld, bewijst wel de bepaling, die in zoo'n geval voorziet, namelijk dat het dan door den vinder op het Galgenveld moest worden begraven, terwijl de eigenaar dan een boete van 15.ten bate der armen opliep. Uit de tientallen keuren, die in den loop der eeuwen voor den handel in vee en vleesch zijn gemaakt, vermelden wij ten slotte dat, waarbij het verboden werd naar de vleesohhal of naar de beestenmarkt te komen om er te vechten, vloeken, zweren, kijven of elkaar buiten de hal uit te da gen; voorts mochten er geen drinkgelagen van brandewijn of jenever worden gehou den, noch eenige sterken drank worden gedronken; ook was het rooken van tabak onder of buiten den haltijd verboden, ter wijl niet wias toegelaten, dat er op „eeni- gerhande werd gedobbeld of gespeeld". Eerst bij besluit van den gemeenteraad van 13 Januari 1853 werden de functies van vinders enz. opgeheven en kwamen de keurmeesters daarvoor in de plaats, waar bij wend bepaald, dat de eerste keurmeester rijksveearts moest zijn. Den 13en October d-a.v. werd de eerste keurmeester hier ter stede benoemd en wel de heer W. F. Stey- gerwalt, 1ste keurmeester, tevens rijksvee arts, en eenige dagen daarna de heeren G. P. van der Hart en P. Verra tot keurmees ters. Dat de Leidsche veemarkt in den loop der jaren aan gedurige schommelingen on derhevig was, laat zich begrijpen. In vroe ger jaren, toen het inwoneraantal niet zoo groot was als tegenwoordig, nu bovendien de fabrieken heel wat meer vleesch in blikken, was de aanvoer niet zoo groot als tegenwoordig. Maar bovendien geeft ook d«j huidige tijd in den aanvoer op de vee markt een duidelijk beeld van den tijd. De cijfers spreken voor zich: in 1859 bedroeg de aanvoer 62.606 stuks, in 1927 246.784, in 1934 186.864 stuks. Over deze geschiedenis van de Leidsche markten heeft de secretaris van het Ten- toonstellingscamité, de heer Is. Leman, gis teravond voor de Leidsche Gem. Radiodis- tri'butie een causerie gehouden. Waar slechts een beperkt aantal Leidenaars en in 't geheel geen bewoners uit de omgeving der Sleutelstad hiervan kennis hebben kun nen nemen, meen en wij er goed aan gedaan te hebben deze historie 'n plaatsje te heb ben ingeruimd. Over hetgeen de tentoonstelling zelve zal bieden en over de opening van de nieuwe veemarkt zullen we onzen lezers de noodi ge mededeelingen niet onthouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 10