VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
INTERNATIONALE ZAKKENROLLERS
VOOR HET HOF.
Twee zakkenrollers van internationale
reputatie, een Roemeen en een Rus, namen
gisteren in het verdachtenbankje plaats, om
in hooger beroep te staan voor het Amster-
damsche Hof.
Zij warden er van verdacht op 24 De
cember van het vorige jaar een wisselloo-
per een portefeuille met 2880 te hebben
ontrold.
De rechtbank had het tweetal streng ge
straft en veroordeeld tot drie jaar gevan
genisstraf, met aftrek van voorarrest.
De verdachten .beweerden wederom vol
komen onschuldig te zijn.
Als eerste getuige wordt inspecteur Kal-
jwoorn van de Centrale voor internatio
nale misdadigers gehoord. De inspecteur
verklaart, dat het tweetal bekend staat als
internationale zakkenrollers.
Deze verklaring wekte hevige veront
waardiging van de verdachten op.
Dan wordt de kaslooper gehoord. De pre
sident laat hem dezelfde houding aanne
men, waarop hij in de tram stond, en het
blijkt dat het op die wijze tamelijk gemak
kelijk is voor een zakkenroller om een por
tefeuille uit iemands binnenzak te halen.
Toen de tram uit de Bakkerstraat kwam
en hevig schokte, werden de passagiers
tegen elkaar aangeworpen; de kantoar-
looper stond in den wagen met de hand
aan de lus. Getuige denkt, dat de zakken
rollers van die gelegenheid gebruik hebben
gemaakt. Bij de Munt miste hij de porte
feuille; hij is toen direct uitgestapt.
Pres.: Waren deze verdachten in de tram?
Getuige meent vrij zeker één der ver
dachten te herkennen als een van de pas
sagiers, die vlak bij hem stond.
Deze verdachte beweert, dat hij op 24 Dec.
iniet in Amsterdam is geweest, hij zou pas op
26 Dec. daar zijn aangekomen; dienzelfden
dag is hij vertrokken en in de tram gear
resteerd. Ook de ander zegt pa sop 26 Dec.
in Amsterdam te zijn gekomen.
Pres.: Hoe komt de Roemeen dan aan
118 Hollandsch geld; op Kertsmis waren
de banken toch gesloten?
Verd.: Dat had ik met het oog op mijn
reis naar Nederland al twee weken tevoren
clandestien in Berlijn gekocht.
Verschillende getuigen verklaren de ver
dachten reeds vóór Kerstmis in Amster
dam te hebben gezien.
Petrenko windt zich hevig op; halsstar
rig blijft hij volhouden ook dien dag niet
in Amsterdam te zijn geweest. De zitting
wordt dan geschorst tot drie uur.
Na de pauze onderwerpt de president de
verdachten aan een uitvoerig verhoor. Zij
blijven bij hun ontkentenis, ofschoon de
president hun voorhoudt, dat zij door ver
schillende getuigen zijn herkend.
Requisitoir.
Het woord is dan aan den procureur-
generaal, mr. dr. D. Reilrngh, die er op
wijst, dat het door de getuigenverklaringen
•vaststaat, dat de verdachten op den bewus-
•ten dag en reeds eerder, in Amsterdam
waren en zich op de tram hebben bevon
den. Een alibi kunnen ze niet opgeven.
Uitvoerig gaat spr. de verschillende getui
genverklaringen na, om tot de conclusie
te komen, dat het bewijs van den ten laste
gelegden diefstal geleverd is.
De verdachten kennen elkaar reeds lan
gen tijd, zij staan bekend als internationale
zakkenrollers, die bij voorkeur in treinen
en trams opereeren en gewend zijn samen
.te „werken". De procureur-generaal requi-
reerde tenslotte bevestiging van het vonnis
(drie jaar gevangenisstraf met aftrek van
voorarrest).
De verdediger, mr. Benno J. Stokvis is
van meening, dat in geen enkel opzicht vast
6taat waar en op welke wijze de wissel -
looper zijn .portefeuille is kwijt geraakt.
Wat zijn de aanwijzingen tegen de ver
dachten? Er zijn legio zakenrollers op de
wereld en zelfs al zou bewezen zijn, dat zij
in Amsterdam waren en op de tram heb
ben gestaan, dan bewijst dat nog niest, dat
zij dit misdrijf hebben gepleegd. Het geld
UCT DE OMGEVING
LISSE
Bloembollencultuur. De afdeeling
Lisse van de Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur hield gisteravond op
de groote boven-achterzaal een uitstekend
bezochte vergadering onder presidium van
den heer A. Verduijn. Deze vergadering
was belegd ter behandeling van den be
schrijvingsbrief voor de op 23 dezer te
houden algemeene vergadering ter bespre
king van de saneering. Vandaar de groote
opkomst.
De voorz. opende met een woord van
welkom en gaf zijn vreugde te kennen
over de groote opkomst. Hij hoopte, dat
een dergelijk bezoek ook op minder be
langrijke vergaderingen in 't vervolg mo
gen worden geconstateerd, al zijn er min
der brandende kwesties dan nu aan de
orde. Spr. hoopte, dat de besprekingen op
kalme zakelijke wijze zullen worden ge
voerd. Veel is reeds op de vorige vergade
ring ter sprake gekomen, zoodat de bespre
kingen feitelijk kort kunnen zijn. Wat
zou het er in ons vak veel mooier uitzien,
als we niet telkens met nieuwe regelingen
werden verrast. Hij hoopte dan ook, dat
we eindelijk eens tot een bevredigend eind
resultaat komen.
Door den secretaris, den heer W. Onder
water, werden hierna de zeer uitvoerige
notulen voorgelezen en, behoudens een op
merking van ir. de Graaf, vastgesteld. On
der de ingekomen stukken was een schrij
ven van den heer K. Grullemans, dat hij
bedankte als bestuurslid. De voorz. gaf met
goedkeuring van de vergadering den heer
Grullemans een maand bedenktijd. Van de
tentoonstellingscommissie was een schrij
ven ingekomen met een dankwoord voor
de medewerking. Aan de commissie werd
eervol ontslag verleend.
Aan de orde is hierna de behandeling
van den beschrijvingsbrief voor de algem.
vergadering. Het gaat, aldus de voorz., over
een drietal vragen, nJ. 1. acht de algemee
ne vergadering opheffing van alle sanee-
ringsmaatregelen na den verkoop van de
oogst 1935 wenschelijk. 2. Zoo niet, is de
vergadering dan van oordeel, dat maatre
gelen ter voorkoming van overmatige uit-
breidwing der teelt gehandhaafd moeten
worden, maar geen inlevring van surplus
tegen vergoeding meer moet plaats heb
ben en geen binnen- en buitenlandsche mi
nimum- of garantie- pi ijzer» meer moeten
worden vastgesteld en 3. Zck- niet, is de
algem. vergadering dan van meening, dat
de saneringsmaatregelen ook voor het
plant jaar 1935'36 in vo'len omvang moe
ten gehandhaafd blijven?
Aan deze vragen was een uitvoerige
toelichting toegevoegd van het H. B.
Daar op een vraag van den voorz. geen
der aanwezigen algemeene beschouwingen
'•ver de saneering in 't algemeen wenschte
te houden, stelde hij vraag 1 aan de orde.
Allereerst voerde de heer M. Veldhuyzen
v. Zanten het woerd, die erop wees, dat
we met wat achter ons ligt niets te maken
hebben, doch wij hebben te maken met
het oogenblik en dan wees hij er op, dat
we de saneering niet kunnen weren want
dan hebben we kans, dat Nederland een
schade zou lijden van 8 10 millioen, om
dat we zouden krijgen een chaos. Met voor- I
beelden toonde hij aan, dat bet noodig is
de saneering nog minstens een jaar aan te
houden. De heeren de Graaf en de Vro
men deelden deze meening niet. De voorz.
vroeg of er onder de aanwezigen waren,
die de geheele saneering over boord wen-
schen te gooien. De heer H. Grullemans
meende, dat we van de saneering meer dan
genoeg hebben. Voor kapitalen gaat er
straks weer naar de vuilnishoop, welke
wij moeten betalen. En waar blijven de
sortimenten? Minimumprijzen zijn feite
lijk eenheidsprijzen en de lust tot het tee-
len van beter soorten verdwijnt.
Hierna ging men over tot stemming over
vraag 1. De afdeeling Lisse sprak zich met
93 tegen 29 stemmen uit tegen ophef
fing der saneeringsmaatrege-
len.
Vervolgens kwam in bespreking vraag 2.
Allereerst voerde de heer P. Warmerdam
het woord. Deze meende, dat we aan een
teeltregeling zonder minimumprijzen niets
hebben, hetgeen hij met voorbeelden aan
toonde. Zijn vaste meening was, dat we
een basis noodig hebben. De firma C.
Nieuwenhuis was het hiermee eens. De
heer Driehuizen beschouwde de saneering
een noodzakelijk kwaad en hij wenschte
de saneering te handhaven, zooals we ze
tot heden hebben. De voorz. bracht hier
na een circulaire van de heeren J. Berbee,
P. Romijn en J. W. Pijnacker, ter sprake,
welke circulaire zich uitsprak voor „een
bodem in de markt", waarmee de voorz.
zich kon vereenigen. De heer J. W. A. Le-
feber stelde voor deze circulaire te ver
vangen door een amendement op vraag 2.
De heer de Vroom en kon zich niet met den
inhoud der circulaire vereenigen, omdat er
wel met de belangen der kweekers, doch
niet met de belangen der exporteurs reke
ning wordt gehouden. De heer D. W. Le-
feber was van meening, dat de circulaire
tactisch is opgesteld. In een uitvoerige uit
eenzetting deed hij uitkomen, dat we de
saneering nog niet kunen missen. Hij had
respect voor den heer Driehuizen, die
openlijk er voor uitkwam, dat we de sa
neering met al de aankleve van fouten niet
kunnen missen? Vraag 2 werd met gelijke
stemmenverhouding aangenomen. Op voor
stel van het bestuur zal de circulaire, be
doeld als amendement op vraag 2, worden
ingediend. Ook vraag 3 werd eveneens
aangenomen. Na de rondvraag volgde slui
ting.
Verkeersongeval. Donderdagmiddag
omstreeks half twee, de spitsuren van het
verkeer op den Heereweg, reed de 17-
jarige zoon van de Blieck, alhier, op den
Heereweg ter 'hoogte van het perceel Koot,
Hij wilde een voor hem rijdende fietser in
halen, doch dit bleek niet te kunnen, want
-hij reed op een in tegenovergestelde rich
ting gaande luxe-auto van den heer H. te
Hillegom in. Hij kwam met het hoofd en
schouder tegen de ruiten van het linker
portier en op het achterschermbord van de
auto terecht. De getroffene bekwam een
schouderfractuur en een hoofdwonde, ter
wijl hij op verschillende plaatsen lichte
kneuzingen opliep. Na ter plaatse door de
EJkB.O, en den heer M. de Graaf, arts,
geneeskundig te zijn geholpen, is hij naar
de ouderlijke woning vervoerd. Van ver
schillende ooggetuigen vernamen wij, dat
den autobestuurder niet de minste schuld
treft en dat hij onmiddellijk stilstond. Het
ongeval is te wijten aan jeugdigen over
moed. De politie maakte procesverbaal op.
Geboren: Maria Johanna, d. v. F. Ver
dijk en C. Halfee hepeL Johannes Lauren-
tius, z. v. J. L. Hoekstra en M. Burgmeijer.
Magdalena, d. v. A. van der Poel en M.
J. M. Maas. Nicolaas, z. v. A. Schram a
en G. C. de Kuijper. Dymphna Maria, d.
v. W. A. Simonis en A. M. E. Vos. Johan
nes Martinus, z. v. C. Schrama en C. A.
Elfering. Roelof, z. v. R. de Leeuw en
C. van der Bent.
Ondertrouwd: Johannes Christof-
fel Lefering, 31 jaar te Haarlem met Teun-
tje Jaaprje van der Laan, 26 jaar, te Lisse.
Getrouwd: J. Schalk te Haarlemmer
meer met T. Kulk te Lisse.
Overleden: Hendricus Antonius Aloy-
sius Snoijink, 41 jaar.
Gevestigd: P. M. van der Zon en
gezin uit Noordwijk.
Vertrokken: G. S. Nagtegaal en ge
zin, naar Leiden.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Tuinbouw. Er is dien laatst en tijd geen
ernstige reden tot klagen. De producten
zijn vrij goed verkoopbaar. De belt is een
slechte afnemer en dit stemt tot tevreden
heid. Als er een groot kwantum naar de
•belt gebracht moet worden is het in den
regel met wat verkocht wordt, toch mis.
Het zijn alleen kleine, afwijkende partijtjes
(peen die de minimumprijs niet kunnen op
brengen. De meeste belangstelling was er
nog steeds voor het artikel bloemkool. Dat
product wordt, en dan voornamelijk in de
zen tijd van het jaar, maar op enkele plaat
sen geteelt en aangezien de kwaliteit van
hier als extra bekend staat, kan het gemak
kelijk koopers vinden. Hiervoor komen
koopers uit Amsterdam, Den Haag, Leiden,
Utrecht, Haarlem, Arnhem, Nijmegen,
Amersfoort. De prijs was voor de beste
kwaliteit deze week van 10.10 tot 14.70
per 100 terwijl tweede soort nog van 2.20
tot 5.60 kon opbrengen. Ook voor bospeen
een bekend Katwij ksch product, was zeer
goede vraag en de 'beste kwaliteit ging voor
3.10 tot 6.50 per 100 bos. Waschpeen ging
in prijs iets naar boven en varieerde van
0.45 tot 0.70 per kist van 20 KG. Er
werd de laatste weken voor buitenland,
voornamelijk voor België, van dit artikel
gekocht, hetgeen invloed had op den prijs.
Uien daalden iets en de prijs die eenige
dagen op 2.tot 2.20 was blijven han
gen, kon zich niet handhaven. Met 1.50
tot 1.70 moest men zich thans tevreden
stellen. Een prijs die voor de tuinders geen
winst geeft. Kroten bleef een gevraagd ar
tikel en al blonk de prijs niet uit, in tegen
stelling met voorgaande jaren was het nu
geregeld goed gevraagd en de prijs bleef
vrij stabiel; gekocht werd voor 0.90 tot
1.20 per 'bos. Kisten van 20 KG. brachten
van 0.35 tot 0.45 op. In aardappelen
kwam weinig wijziging. Het waren alleen,
de mooie zandeigenheimers die een rede
lijk prijsje opbrachten, van 0.70 tot 0.80
per kist van 25 K.G„ doch kleieigenheimers
konden niet meer halen dan 0.45 tot 0.60
iper kist. Drielingen gingen soms voor 0.25
tot 0.35 per kist. Van sla komen geen
.groote partijen meer. Wat goed is van kwa
liteit kan gemakkelijk koopers vinden tegen
1.tot 1.50 per 100 stuks. De nagewas
sen bloemkool die er aanvankelijk beneden
middelmatig voor stonden hebben het met
het koele weer en den regen weer aardig
opgehaald en vele gewassen staan nu weer
zeer goed. De omzet aan de veilig is echter
nog aardig wat beneden die van 1034, nJL
20%. Dat zal niet meer ingehaald kunnen
worden. Een groot gedeelte hiervan komt
op rekening van de vroege aardappelencam
pagne. Ook de late aardappelenprijzen, de
vervroegde Eigenheimers, hebben er heel
wat aan bijgedragen, terwijl er ook een ge
deelte bij is dat op rekening van bospeen
gesteld moet worden die bijna het geheele
seizoen door lager in prijs was dan in 1984.
't Is echter nog geen 31 Dec. Er kan nog
wel iets gebeuren om het goed te maken.
Een vroolijke middag- De R. K Voet-
(balvereeniging K_R.V. denkt velen op as.
Zondagmiddag nog eens een aartgemamen
en vroolijken middag te bezorgen. Er is n-L
weer een wedstrijd uitgeschreven ran Ve
teranen, 22 echte Veteranen met nog
enkele reserven. De wedstrijd van onlangs
heeft toen alle oudjes-voetbalenthousiasten
zoodanig in vervoering gebracht, dat ze niet
meer te houden zijn. Van dit enthousiasme
heeft het bestuur van KR.V. gebruik ge
maakt en deze Veteranen-wedstrijd uitge
schreven waarvan de baten komen ter ver
betering van het terrein. (Draineening). Dat
'beloofd wat te worden. Er zijn oudjes bij
■van in de vijftiger jaren. Ze zullen verschij
nen in wit en in blauw. Het bestuur zorgt
voor schoenen en „voetbaldirectoirs". Ge
rekend wordt op mooi weer. Een aanmoe
diging voor 'belangstelling te toonen zal wel
niet noodig zijn.
De opstelling zal zijn ais volgt:
Wit:
Doel: R. Trousselot.
Achter: H. J. Fennes, L. van Paridon.
Midden: Nic. J .Winters, M. C. v. <L Berg,
Ghr. van Leeuwen.
Voor: G. A. Ouwerling, Hub. van Pari
don, J. Fennes, L. J. Staats, Jac. Zoetemelk.
Blauw:
Doel: Adr. Ver hart.
Achter: P. H. Castenmiller, Jac. P. Riet
veld.
Midden: M. J. Alkemade, J. Seijsener,
Nic. Oudshoorn.
Voor: A. J. Mulder, P. Noordermeer, F.
N. A. v. d. Valk, J. v. Schie, C. J. Braun.
NOORDWIJKERHOUT.
Geslaagd. Voor het poMtiediploma met
aanteekening is geslaagd de heer D. Ob-
HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKI
•is niet gevonden en er is geen enkele aan
wijzing, die op de schuld van verdachten
wijst. Het geld, dat op P. is gevonden kan
gezien zijn bankrekening zeer goed
zijn eigendom zijn. Voorts pleit nog voor de
verdachten, dat zij pas drie dagen, nadat
het feit was gepleegd, Amsterdam verlieten.
Petrenko is artist, hij was o.a. werkzaam
in het cabaret „der Blaue Vogel", en hij is
zeer goed in staat op eerlijke wijze zijn
brood te verdienen.
Met klem drong pleiter aan op vrijspraak,
subsidiair riep hij de clementie van het Hof
in, zoodat de verdachten snel over de grens
kunnen worden gezet.
Het Hof zal 26 September arrest wijzen.
215. Zoo kwamen ze langzamerhand in een groot oer
woud terecht. Je kon hier duidelijk aan de boomen zien
dat hier nog nooit een mensch was geweest. Eeuwenoude
boomen groeiden schotsch en scheef door elkaar en van alle
kanten hoorde je het gebrul van wilde dieren.
216. Gelukkig bleven die laatsten op een afstand omdat
ze bang waren voor het zeemonster. Alleen had Drein
Drentel die eigenwijs in zijn eentje was gaan wandelen nog
een avontuur met een ratelslang. Gelukkig had deze laatste
geen honger en keek hij Drein alleen maar lachend aan.
trokken de vette varkens naar een deel der
oude Houtmarkt (thans Bloemmarkt), ter
wijl de magere varkens direct vertrokken
naar de groote veemarkt, die in 1616 werd
gesticht.
DE STICHTING VAN DE GROOTE
VEEMARKT.
Op den grond, die tot voor eenige weken
Vrijdags als veemarkt gebruikt werd, stond
reeds omstreeks het jaar 1000 een klooster,
namelijk het Lobsenklooster, dat eerst tot
grooten bloed kwam, doch in den loop der
jaren al heel spoedig in verval geraakte.
Toen t het Convent van Lobsen niet lan
ger mogelijk was zijn zelfstandigheid te be
waren, verkocht de generaal der Orde, de
prior van Windesheim, het klooster aan de
stad, die het Sint Cathrij negasthuis op de
Breestraat (in 1826 verbouwd tot Stads
gehoorzaal) met het beheer {laarvan be
lastte. Het Lobsenklooster brandde in De
cember 1572 geheel af. In 1611 werd de stad
in Noordelijke richting uitgebreid, waarbij
ook de grond, waarop het verbrande kloos
ter had gestaan, bij de stad getrokken
werd. Het is op dit terrein, waarop tot voor
kort onze wekelijksche veemarkt gehou
den werd, zij het ook, dat de exploitatie van
deze veemarkt nog vele eeuwen lang
herinnerde aan de wijze, waarop de markt
werd gesticht. Immers bij keur van den
13den October 1616 werd bepaald, dat alle
afzonderlijke veemarkten, die tot dat
oogenblik op de verschillende plaatsen der
stad gehouden werden, kwamen te verval
len en vereen igd werden op de Nieuwe
Beestenmarkt; maar tevens werd daarbij
bepaald, dat de inkomsten, die het Sint-
Cathrijneg asthuis ook toen reeds van de
veemarkten genoot, van de stichting der
nieuwe groote markt geen nadeel mocht
ondervinden. De betreffende verordening
van 13 October 1616 luidt onder meer als
volgt: „Dat niemand met zijn beesten, het
zij op den wekelijkschen marktdag of de
jaarlijksche beestenmarkt, ergens anders
ten toon of te koop zal mogen staan, dan
op het plein daartoe bekwaam gemaakt, op
verbeurte van dertig stuivers op elk beest;
en dat jaarlijks m den slachttijd twee
marktdagen per week zullen worden ge
houden, te weten, 's Woensdags en Zater
dags, en dat voor eiken os, of koebeest, ook
hokkelingen of vaarzen, aldaar ter markt
komende op de gewone weekmarkt, betaald
zal worden een blank (een munt uit dien
tijd), en op de markt in den slachttijd twee
blanken op elk beest, en op elk schaap
daar ter markt kamende een oortje, ten be
hoeve van Sinte Katarine Gasthuis, dat
men daarvoor ook de beestenmarkt rein
en schoon moet houden".
Dit recht om de inkomsten van de vee
markt te mogen ontvangen werd in den
loop der eeuwen opnieuw in keuren vast
gelegd en het zal menigeen verwonderen
te vernemen, dat eerst omstreeks het jaar
1850 aan deze overeenkomst een einde is
gemaakt, zoodat de exploitatie der Leid-
sohe veemarkt dus nog geen honderd jaar
bij de gemeente zelf berust.
DE VLEESCHHALLEN.
De verkoop van het vleesch moest plaats
heibben m het agn. Yleeschhuis of Vleesch-
hal. De oudste vleesohhal was te Leiden
gebouwd in de Koorsteeg, nabij de Pieters
kerk. Daar Delft reeds in 1295 een vleesoh
hal bezat, mag veilig worden aangenomen,
dat ook hier ter stede toen reeds een
vleeschihal was. Het poortje, dat thans nog
op de Breestraat tegenover het stadhuis
gevonden wordt, gaf toegang tot de vleesoh
hal. In het jaar 1415 werd de groote vleesch-
hal overgebracht naar de benedenverdie
ping van het stadhuis, waar ze vele eeuwen
gevestigd is gebleven. Daar moesten alle
vleeschhouwers of wie vleesch wilde „bru-
ken", di. in het klein verkoopen, het vee
eerst laten keuren. Als eenig overblijfsel
uit dien tijd vindt men nog aan den ouden
stadhuisgevel ijzeren ringen, waaraan het
vee werd vast gebonden. Voor de bevorde
ring der gezondheid van de burgerij werden
reeds zeer vroeg de noodige maatregelen
getroffen en zoowel vee, dat ter markt werd
aangevoerd, aks vee, dat geslacht zou wor
den, werd aan een vrij grondig onderzoek
onderworpen, ad waren de kunde van de
keurmeesters en de hulpmiddelen, waar
over zij beschikten, nog vrij primitief. In
een keur van 6 November 1731 werd onder
meer bepaald, dat vooraleer een beest ge
slacht mag worden, dit eerst onderzocht
dient te worden door den „vinder" (een
door het gerecht aangewezen gezworene),
of bij diens afwezigheid door den deken
of een der hoofdmannen van het gilde.
Mocht een der gezworenen twijfelen of het
beest kalf droeg, zoo heet het dan verder,
zoo zal de slager bij het slachten een der
gezworenen erbij moeten roepen om voor
de tweede keer te keuren. Mocht bij het
openen van een beest eenig gebrek gecon
stateerd worden, hetzij van aanwas of pok
ken, zweren, aambeien, of ruigkalf of geel-
water of wat dan ook, dan moet de slager
z'n hand er dadelijk afhouden en het ge
brek niet verbergen of wegnemen, maar
aanstonds een vinder, deken of hoofdman
van het gilde erbij halen, die op zijn beurt
opnieuw een collega moest roepen, als hij
weer geen raad met het geval wist. Even
tueel kon het verdachte dier ook buiten de
hal gekeurd worden of wel worden overge
bracht naar de Kerkgracht, waar het voor
het Weeshuis werd verkocht. Vond men het
beest tenslotte ongeschikt voor de con
sumptie, dan moest het uit de stad worden
verwijderd; dat zoo'n ziek beest toch wel
weer eens de stad werd binnen gesmokkeld,
bewijst wel de bepaling, die in zoo'n geval
voorziet, namelijk dat het dan door den
vinder op het Galgenveld moest worden
begraven, terwijl de eigenaar dan een boete
van 15.ten bate der armen opliep.
Uit de tientallen keuren, die in den loop
der eeuwen voor den handel in vee en
vleesch zijn gemaakt, vermelden wij ten
slotte dat, waarbij het verboden werd naar
de vleesohhal of naar de beestenmarkt te
komen om er te vechten, vloeken, zweren,
kijven of elkaar buiten de hal uit te da
gen; voorts mochten er geen drinkgelagen
van brandewijn of jenever worden gehou
den, noch eenige sterken drank worden
gedronken; ook was het rooken van tabak
onder of buiten den haltijd verboden, ter
wijl niet wias toegelaten, dat er op „eeni-
gerhande werd gedobbeld of gespeeld".
Eerst bij besluit van den gemeenteraad
van 13 Januari 1853 werden de functies van
vinders enz. opgeheven en kwamen de
keurmeesters daarvoor in de plaats, waar
bij wend bepaald, dat de eerste keurmeester
rijksveearts moest zijn. Den 13en October
d-a.v. werd de eerste keurmeester hier ter
stede benoemd en wel de heer W. F. Stey-
gerwalt, 1ste keurmeester, tevens rijksvee
arts, en eenige dagen daarna de heeren G.
P. van der Hart en P. Verra tot keurmees
ters.
Dat de Leidsche veemarkt in den loop
der jaren aan gedurige schommelingen on
derhevig was, laat zich begrijpen. In vroe
ger jaren, toen het inwoneraantal niet zoo
groot was als tegenwoordig, nu bovendien
de fabrieken heel wat meer vleesch in
blikken, was de aanvoer niet zoo groot als
tegenwoordig. Maar bovendien geeft ook
d«j huidige tijd in den aanvoer op de vee
markt een duidelijk beeld van den tijd. De
cijfers spreken voor zich: in 1859 bedroeg
de aanvoer 62.606 stuks, in 1927 246.784, in
1934 186.864 stuks.
Over deze geschiedenis van de Leidsche
markten heeft de secretaris van het Ten-
toonstellingscamité, de heer Is. Leman, gis
teravond voor de Leidsche Gem. Radiodis-
tri'butie een causerie gehouden. Waar
slechts een beperkt aantal Leidenaars en
in 't geheel geen bewoners uit de omgeving
der Sleutelstad hiervan kennis hebben kun
nen nemen, meen en wij er goed aan gedaan
te hebben deze historie 'n plaatsje te heb
ben ingeruimd.
Over hetgeen de tentoonstelling zelve zal
bieden en over de opening van de nieuwe
veemarkt zullen we onzen lezers de noodi
ge mededeelingen niet onthouden.