HET GROOTE AVONTUUR IN ABESSINIË Genevè benoemt een commissie van vijf BUITENLAND ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Een interessant interview Met gewezen instructeur van het Abessijnsche leger Wij zijn in staat sen interessant onderhoud te publiceeren met Hans Jannasch, ex-militair-instruc teur van Abessinië. Jannasch, die eerst den Boeren-oorlog had mee gemaakt, vertoefde van 1902 tot 1926 als militair-instructeur in Abessinië, waar hij ander Keizer Menelik een groote rol heeft ge speeld. Thans woont hij weer in zijn geboortestad Berlijn. Hij geldt als een der beste Europeesche ken ners van Abessinië en is voor al les deskundige op het gebied der verdediging van dat land. „Tk heb bewondering", aldus begon de heer Jannasch het gesprek, „voor het Ita- liaansche en Abessinische volk. Ik heb eer bied voor Italië, dat onder Mussolini zoo snel voorwaarts is gekomen. Maar mijn respect voor Abessinië is niet minder groot Bedenk eens, dit land wist duizenden jaren stand te houden en zichzelf te blijven. En ondanks zijn isolement kwam het toch voorwaarts. Ik vind het tragisch, dat nu blijkbaar de oorlog zal uitbreken, die, daaraan valt niet te twijfelen, voor beide landen veel ellende zal brengen." Hoelang zal deze oorlog duren? „Italië rekent op één jaar echten oor log. Dan zal er nog een guerilla-oorlog ko men, die drie jaar kan duren. Dit meen en althans de verantwoordelijke Italianen". Is U het daar niet mee eens? Ik weet niet, op welke wijze Italië oorlog wil voeren. Hoeveel man zal Italië naar Afrika zenden? Enhoeveel geld heeft Italië ter beschikking? Zeker, wanneer Italië geld genoeg heeft, zal het in staat zijn, het Abessinische leger op alle fronten te verslaan. Maar daarmee heeft het heel Abessinië nog lang niet veroverd. Heel Abessinië te bezetten, lijkt mij haast een ding der onmogelijkheden. Vooral in ver band met de financieele kwestie. Want la ten wij het niet vergeten, een kolo niale oorlog is erg duu r." Hoeveel troepen zouItalië noodig hebben, om heel Abessinië in zijn macht te krijgen? „Op die vraag is geen positief antwoord te geven. Met minder dein één millioen man zal het echter niet gaan. En volgens mijn informaties wil Italië voorloopig althans niet meer dan 250.000 man sturen. Met 250.000 man kan het wel op enkele fronten diep in het land binnen drin gen en strategisch belangrijke punten be zetten. Over hoeveel man beschikt Abessinië? „Nominaal over 350.000 man. Niet alle soldaten zijn echter goed uitgerust en ge ïnstrueerd. Abessinië heeft slechts 50.000 man regulaire troepen, die goed bewa pend zijn. Verder kan Abessinië 100.000 man in het veld brengen, die wel een mo dem geweer hebben, maar die toch niet met de Italiaansche troepen te vergelijken zijn. En dan heeft Abessinië nog 200.000 man reserve, met ouderwetse he achterla ders bewapend." Dus het Abessinische leger is zeer primitief? „Toch niet al te primitief. Men moet het niet onderschatten. Er wonen in Abessinië namelijk zeer moedige stammen. De Am- hare bijv. leveren prima infanterie. De Galla zijn uitstekende cavalerie. In het algemeen is het Abessinische menschen- materiaal voortreffelijk. En dan het uit houdingsvermogen! Dit gaat alle beschrij ving te boven. In bergstreken zal de Abes sinische infanterie 50 tot 70 km. per dag en zelfs per nacht kunnen afleggen. De Italianen zullen vol bepakt op bergachtig terrein nauwelijk 15 km. per dag halen. Wat de Italianen door him betere bewape ning voor hebben, dat wordt dus gecom penseerd door het grootere uithoudings vermogen, door den moed en vooral de snellere bewegelijkheid der Abessiniërs. Bovendien vechten zij in hum eigen land en zij zullen een veel kleiner ziekte- en sterfte-percentage door ziekte hebben dein de Italianen". Vertelt U iets van het klimaat in Abes sinië en in de Italiaansche koloniën. „Van de Italiaansche koloniën in Oost- Afrika heeft alleen het bergachtig gedeel te van Erythrea, dus het gebied in de om geving van de hoofdstad Asmara, een goed klimaat. In Zuid-Oost-Erythrea, waar de havenstad Assab ligt, en in Italiaansch Somaliland is het klimaat allerverschrik kelijkst, zoodat een groot gedeelte der Ita lianen, die vanuit deze gebieden zullen op- marcheeren, ziek en lichamelijk verzwakt in Abessinië zullen aankomen. Wat Abes sinië betreft, het grootste gedeelte van dit land is hooggebergte; het klimaat is daar gunstig, althans voor hen, die eraan ge wend zijn. Alle vreemdelingen kunnen dit tropische bergklimaat evenwel niet verdra gen. Oost-Abessinië, o. a. Ogaden, Egt veel lager en is in de nabijheid van de grens van Italiaansch Somaliland eveneens zeer ongezond. Ook het gebied ten Zuid-Wes ten van Assab en ten Westen van Fransch- SomaEland heeft een slecht klimaat. Daar mondt namelijk in het moeras de rivier Hawasch uit, die evenmin als de rivier Webbi Schebeli, die naar Italiaansch Soma- Eland stroomt, de zee bereikt." Hoeveel man heeft Italië thans reeds naar Oost-Af rik a getransporteerd? 180.000 man. De helft hiervan zijn ech ter genie, pioniers of werkEedenafdeelin- gen. Wil het Italiaansche leger goed ope- reeren, dan zullen er nog veel meer werk Deze zal het vraagstuk onderzoeken Ontspanning merkbaar. lieden noodig zijn. Italië moet wegen aan leggen, ook in zijn eigen koloniën. Vooral autowegen zijn absoluut noodzakelijk. Ver der telefoonleidingen, vlieghavens, Roode Kruis-stations en wat dies meer zij. Wan neer Italië werkelijk een modernen oorlog wil voeren, dan is er een technische voor bereiding noodig, zooals nog nooit bij een kolonialen oorlog het geval is geweest. Abessinië is zoo groot! Alleen de grens tusschen Abessinië en de Italiaansche ko loniën bedraagt 1800 km." Wat denkt U van de operaties? „Uit de verdeeling van de troepen blijkt, dat de Italianen hun hoofd-operatie in het Noorden zullen uitvoeren. De grens tus schen het Asm ara-gebied en Abessinië loopt daar door een bergland van 2000 tot 2400 meter. Ik zeide reeds, dat het klimaat daar goed is. Echter zijn er de dagen zeer warm, de nachten zeer koel. Temperatuur verschillen van 30 graden Celsius zijn er geen uitzondering. Een al te vlug o peree ren der Italianen in dit gebied zal meni- gen Italiaan een longontsteking kunnen bezorgen". Hoe is dit gebergte te forceer en? „Op twee punten. De beste invalspoort Egt in het uiterste Noord-Westen, dus bij Om-Ager, waar de Takase stroomt. Vanuit dit punt zouden de ItaEaansche troepen be trekkelijk gemakkelijk in de hoogvlakte kunnen doordringen en het Tanameer, dat op 1700 m. hoogte Egt, kunnen bereiken. Toch weet ik niet, of Italië van deze poort gebruik zal maken." Waarom niet? „Omdat dit Noord-Westelijke gedeelte van Abessinië tot het Engelsche interesse gebied behoort. Het is de vraag, of Enge land dit zou dulden. Maar gesteld, dat Italië inderdaad deze operatie uitvoert, dan moet het er mee rekenen, dat de Abessi niërs in dit gebied zeer sterke strijdkrachten onder het op per b e vel van den uitste kenden strateeg Ras Kassa hebben geconcentreerd. Er zou zich daar een slag in grooten stijl kunnen ontwik kelen." En de tweede invalspoort aan de Noordgrens? „Die Egt ten Noorden van Adua. Het is dezelfde deur, waar Italië in 1896 van gebruik maakte. Die deur werd toen even wel zoo krachtig dichtgesmeten, dat de heele wereld erover verbaasd stond. U herinnert zich, dat Keizer Menelik het ItaEaansche leger in 1896 bij Adua ver nietigde. Psychologisch Ejkt het mij nu zeer verklaarbaar, dat de Italianen voor de nederlaag van Adua van 1896 revanche zouden willen nemen en hun hoofdkrach ten op Adua zullen ooncentreeren, ook in verband met het feit, d<at de Italianen van uit de hoofdstad Asmara naar het Adua- gebied over de zooeven genoemde wegen beschikken, die inderdaad in uitstekenden staat zijn. Van Addis Abeba naar Adua loopen in tusschen ook twee wegen, die of ficieel den naam van karavaanwegen dra gen, maar natuurlijk den laats ten tijd zeer zijn verbeterd. Abessinië weet, welke ge varen het hier bedreigen en het staat vast, dat het met zijn verdedigingsplannen klaar is." Dus ge verwacht, dat de ItaEanen da delijk terug zullen worden geworpen? „Ik ben de laatste, om een dergelijke verwachting uit te spreken. De Abessiniërs verraden hun strategie nooit. Aan nie mand! Het is ook mogelijk, dat zy er de voorkeur aan geven, de ItaEanen eerst in him land een aardig eind in te laten drin gen. Ik weet aUeen, dat Abessinië met de mogeEjkheid van een forceering van de grens tan Noorden van Adua rekening houdt." En nu de andere grenzen? „De 10.000 ItaEanen, die in Assab geland zijn, zullen hoogstens schijnbewegingen trachten uit te voeren. Wat kunnen zij be ginnen? Niets! In Assab regent het nooit. Het is er een heL Er is geen water. ItaEë zou eerst tot aan de Hawasch-rivier moe ten doordringen. Het zou dan kunnen trach ten, den spoorweg Dj iboeti-Addis Abeba, den eenigen spoorweg, die er in Abessinië is, te bereiken. Deze manoeuvre lijkt mij echter uitgesloten. ItaEë zou er een te hoo- gen tol aan het kEmaat bij moeten beta len". En vanuit Mogadischo? „De daar ontscheepte Italianen moeten, alvorens de grens te bereiken, 400 K.M. afleggen. Dan moeten zy nog eens 500 K.M. marcheeren, voor zij bij het Abessy- nische gebergte zijn. Ik reken nu enkel met den afstand onder hemelsbreedte. In werkeEjkheid is de afstand nog veel groo- ter. In het lager gedeelte van Ogaden is het ontzettend heet. Het is er koortsach tig. Er zijn tenslotte slechts twee rivie ren, waarlangs men kan oprukken. En wanneer de ItaEaansche troepen dan ein delijk half verlamd bij het gebergte aan komen, dan worden zij daar opgewacht door de Abessyniërs, die buitengewoon sterke posities innemen". U vindt dus de moeilijkheden voor de ItaEanen enorm? „Inderdaad. En nu wil ik herinneren aan den Boeren-oorlog. 300.000 Engelsche soldaten moesten hieraan te pas komen. Het duurde twee en een half jaar. De kos ten bedroegen 5 miUiard mark. Zal ItaEë goedkooper uitkomen? Of zal het veelvoud van dit bedrag noodig zijn? De ItaEaan sche soldaat mag eenvoudiger in zijn le venswijze zijn dan de Engelsche, maar wjj moeten niet vergeten, dat Italië een DE ITALIANEN VERLATEN WEER DE ZITTING. Na een besloten bijeenkomst van den Volkenlbondsraad is te ruim 5 uur gister middag de Raad in openbare zitting bij een gekomen. Zoodra de voorzitter den Abessijnschen vertegenwoordiger verzocht, plaats te nemen, stond Baron Aloisi van zyn zetel op en verliet wederom, verge zeld van de overige leden der Italiaansche delgatie, de zittingzaal. Na het vertrek der Italianen besloot de Raad tot instelling van een Commissie van Vijf, die het géheele conflict moet onder zoeken en naar een vreedzame oplossing moet streven. In de commissie werden ge kozen de vertegenwoordigers van Enge land, Frankrijk, Polen, Spanje en Turkije, overeenkomstig het voorstel van den Raads voorzitter. Er werd niet gediscussieerd. Wel deelde de President mede, dat de Italiaan sche vertegenwoordiger hem had verklaard, zich van stemming te willen onthouden. Reeds eergisteren had ItaEë n.L den wensch te kennen gegeven, in de commissie ver tegenwoordigd te willen zijn indien ook Frankrijk en Engeland er deel van zouden uitmaken. De vertegenwoordiger van Mexico vroeg voor de sluiting der zitting nog het woord om te herinneren aan de verklaring der Latijnsch-Amerikaansche staten van 3 Augustus 1932 over het niet-erkennen van gewelddadig verkregen grondbezit. Voor de kleinere kwesties, die de Raad nog behandelde in verband met de overige punten op de agenda bestond zoo goed als geen belangstelling. Eerste bijeenkomst van nieuwe Commissie van Vijf. Na de verdaging van de zitting van den Volkenbondsraad kwamen de leden van de nieuw-ingestelde Commissie van Vijf, bij een, n.l. Laval, Eden, de Spaansche verte genwoordiger De Maderiaga, de Poolsche minister van buitenlandsche zaken Beek en de Turksche minister van Buitenland sche zaken Dr. Tawfik Arras. De Maderia ga werd tot voorzitter gekozen der commis sie, die heden met haar eigenlijke werk zaamheden zou aanvangen. ONTSPANNING TE GENèVE. Naar Havas meldt, heeft men aan het ein de van den derden dag der zitting van den Volkenbondsraad den indruk, dat een dui delijke ontpanning is ingetreden, daar de procedure, volgens welke men een vrede- Eevende oplossing in het Italiaansch-Abes- sinisch conflict zal trachten te bereiken, thans vaststaat. De commissie van vijf zal het dossier be- studeeren en een compromisoplossing ont werpen. Zoodoende zal de verantwoorde- Ejkheid voor de gebeurtenissen, die uit het vonnis van Genève zuUen voortkomen, niet langer uitsluitend bij Frankrijk en Groot- Brittannië berusten, doch door den gehee- len Volkenbond worden gedeeld. Mocht dit vonnis door een der geïntersseerde landen van de hand worden gewezen, dan zou zulk een land in open opstand zijn tegen de ge meenschap der naties. Tijdens de heden te houden byeenkomst der commissie zullen de Fransche en Brit- sche regeering haar medecommissieleden op de hoogte brengen van de voorstellen, welke te Parijs aan ItaEë zijn gedaan, doch door Rome onvoldoende worden geacht. In Britsche kringen te Genève gaf men gisteren toe, dat deze voorsteUen slechts als basis van de besprekingen waren be doeld. Het gaat er nu om, een oplossing te vinden, dde voor ItaEë meer aanvaardbaar is, zonder daarentegen de souvereiniteit van Abessinië aan te tasten. Het verdrag, dat Groot-Brittannië en Irak bindt, zou in dit opzicht als voorbeeld kunnen dienen. Dit verdrag houdt de erken ning van den koning van Irak in, die als vrij en onafhankelijk souverein Ed is van den Volkenbond. Irak erkende het essentieele bellang van Engeland, de vrijheid der ver bindingswegen te verzekeren en het recht van Groot-Brittannië, op het grondgebied van Irak marine- en luchtvaartbases te ves tigen en de poEtie te controleeren. Naar het schijnt, zal de commissie langs veel uitgestrekter terrein moet veroveren en troepen tegenover zich vindt, die nu meriek veel sterker dan de Boeren zijn". Vergeet U niet het vEegwapen? „De beteekenis hiervan moet u niet overschatten. Het land is zoo dim be volkt". Maar men beweert, dat de Abessy niërs het onder elkaar niet eens zyn. „Wanneer dit gerucht inderdaad juist is, beteekent het ook nog niet veel. Im mers, aUe Abessyniërs beschouwen ItaEë als een indringer. De ItaEanen zullen een werkeEjk eendrachtig volk tegenover zich zien. Wanneer dan morgen de vijand is verslagen, kunnen de Abessyniërs even tueel weer onder elkaar gaan ruziën". „Ik vindt het verschrikkelijk", aldus besloot de heer Jannasch het onderhoud, „dat een te dicht bevolkt land als ItaEë, een Europeesche grootmacht, die onge twijfeld te weinig ruimte heeft, ter ver werving van nieuw land naar het zwaard meent te moeten grijpen. En dat tegen een land,' dat tientallen van eeuwen onafhan kelijk bleef en zijn typisch eigen volks karakter wist te handhaven". dezen weg een voorstel kunnen opstellen, dat aan de Italiaansche aspiraties beant woordt. Niettemin is het zeker, dat de werkzaam heden der commissie omvangrijk en van vrij langen duur zullen zyn. Een officieele verklaring van de Abessijnsche regeering. De Abessijnsche regeering heeft gister morgen een uitvoerige officieele verklaring gepubliceerd over de uitspraak inzake het incident van Oeal-Oeal, waarin zij consta teert, dat dit incident, de aanleiding tot het huidige Italiaansch Abessijnsche conflict en de militaire voorbereidingen van Italië, thans uit de wereld is. Niettemin blijft het Italiaansch-Abessijnsche probleem bestaan omdat ItaEë weigert, de verdragen toe te passen. Het is thans de taak van den Volken bondsraad, het tweede gedeelte van zijn re solutie van 4 Augustus 1935, op grond waar van de Raad zich met het geheele conflict tusschen beide landen moet bezighouden, uit te voeren. Abessinië als lid van den Volkenbond verzoekt den Volkenbondsraad, zich uit te spreken over de geschillen, die beide lan den scheiden. Politieke kwesties mogen het juridische probleem niet op den achtergrond dringen en doelmatigheidsoverwegingen tot het behoud van den vrede mogen de waar digheid van het internationale recht niet schenden. De handhaving van den vrede mag niet bereikt wordt door middelen, die een schending van de belangrijkste grond slagen der internationale samenleving zou den beteekenen, n.1. de souvereine onaf hankelijkheid en de territoriale onschend baarheid der leden van den Volkenbond. ItaEë tegen een collectief mandaat over Abessynië In een hoofdartikel bespreekt het offi cieuze „Giornale d'Italia" het door de „Temps" geopperde voorstel om de ItaEaan sche expansie-behoefte te bevredigen door een Italiaansch-Fransch-Engelsch collectief mandaat over Abessynië op alle gebieden van het openbare leven en goedgekeurd door den Volkenbond. Het ItaEaansche blad noemt dit voorstel een magere schotel linzen en schrijft, dat Italië het slechts dui delijk nogmaals zonder discussie kan ver werpen. Het is onvoldoende voor de rech ten en behoeften van ItaEë en zelfs tegenge steld daaraan. Tal van reeds bekende rede nen veroorloven niet, een dergelijke op lossing zelfs maar in overweging te nemen. Het zou beteekenen, dat men dezen wilden staat, die Abessynië is, zou verheffen tot hetzelfde niveau als dat van de drie ge noemde groote mogendheden. Een nieuw Verdrag van Vier zou geen einde maken aan de verdragsschendingen en overvallen van Abessynië en zou bovendien nieuwe rechten geven aan Frankrijk en Engeland, die reeds een overvloed aan koloniale ge bieden bezitten, en dat wel uitsluitend ten koste van ItaEë. Bovendien zou de aanwe zigheid van drie groote mogendheden in Abessynië aanleiding geven tot een ver sterkte nieuwe concurrentie en tot conflic ten en wrijvingen, waarvan slechts Abessy nië voordeel zou kunnen hebben. ItaEë wil zich vestigen op dezelfde duidelijke en de finitieve voorwaarden, die ook voor Frankrijk en Engeland in hun koloniën gelden. De stemming te Addis Abeba De berichten over de Volkenbondsraads zitting te Genève komen slechts spaarzaam te Addis Abeba binnen. De Negus verklaar de gistermorgen tegenover eenige persver tegenwoordigers, dat de beslissing over oorlog of vrede thans in handen van den Volkenbond lag. De regeering heeft gisteren geen besluiten meer genomen, aangezien nadere berichten uit Genève worden afge wacht. De drie buitenlandsche adviseurs van den Negus zijn uit Addis Abeba ver trokken om het week-end in de omgeving van de hoofdstad door te brengen. Inmiddels zijn de Indische troepen tot bescherming van het Britsche gezantschap aangekomen. De berichten, dat in Harrar onlusten zouden zijn uitgebroken, worden officieel tegengesproken. De Europeanen, die in Harrar gevestigd zijn, vertrekken bijna allen naar het aan de grens van Fransch SomaEland gelegen Diredaoea. Op bevel van de regeering worden bij de douane-stations bomvrije kelders gebouwd. Algemeene mobilisatie in Abessynië? Volgens den „Evening Standard" zou den uit Addis Abeba berichten zyn ont vangen, dat de Negus de algemeene mobiE- satie voor geheel Abessynië heeft gelast. Een officieele bevestiging van dit bericht ontbreekt echter nog. Italië heeft weldra circa één millioen soldaten Naar verluidt zullen binnenkort nog 50.000 man van de lichting 1912, die wegens familie-omstandigheden niet of slechts drie maanden hebben gediend, onder de wape nen worden geroepen. Het geheele gemobiliseerde ItaEaansche leger zal dan ongeveer 1.000.000 man sterk zyn. BELGIL DEVALUATIE-GEVOLGEN. „De wandaden der devaluatie" aldus het opschrift van het „Journal des Débats" bo ven het bericht, dat de salarissen der Bel gische ambtenaren met vijf procent worden verhoogd. Het Paxijsche blad teekent daarbij aan, dat deze verhooging een gevolg is van de stijging der kosten van levensonderhoud in België. In een land, welks valuta niet de prijzen der wereldmarkt bepaalt, is prijs stijging een onvermijdelijk gevolg. Dat is de eerste les uit het Belgische experiment. De tweede les is: de salarisverhooging volgt de stijging der prijzen niet in gelijke mate. Er bestaat geen twijfel over, dat in Bel gië de kosten van levensonderhoud met meer dan vijf procent is gestegen; 15 tot 20 procent is dichter bij de waarheid. De derde les is: devaluatie is niet vol doende om het evenwicht der staatsfinan ciën te hersteUen. Van Zeeland heeft het trouwens direct na de aanvaarding van zijn ambt verklaard. Ondanks de gedwon gen conversie der staatsobEgaties blijft er in België een tekort, dat door de salaris verhooging met nog tien millioen francs zal stijgen. Vroeg of laat zal men dus in Brussel financieele maatregelen moeten nemen, zooals ook Londen in 1931 na den val van het pand sterling heeft moeten ne men. DUITSCHLAKD. GHETTO-WETGEVING OP KOMST. Eerste aankondiging wordt te Neurenberg verwacht. De in de nat.-soc. pers in den laatsten tijd gesignaleerde gevaUen van rustversto ring enz. tengevolge van het optreden van Joden en de in verband daarmede getrof fen plaatselijke maatregelen, werden veel al beschouwd als voorbereiding voor de invoering van een speciale Ghetto-wetge- ving in het Derde Rijk. Naar de Berlijnsche correspondent van de „Times" thans meldt, zou op het a.s. congres van de nat.-soc. partij te Neuren berg de eerste aankondiging daaromtrent worden gedaan, ten einde tegemoet te ko men aan de eischen van de radicale ele menten in de partij, die aandringen op nakoming ter zake gedane beloften. Tevens maakt de correspondent mel ding van een vonnis van de rechtbank te Breslau, waaruit blijkt welk begrip de rechter aan „onteering van het reis" hecht. Een vrouw van een S. A.-man was be schuldigd van intiemen omgang met een Jood, doch kwam tegen deze beschuldi ging in verzet, en diende een klacht in. De rechtbank wilde echter van geen nadere bewijzen weten en was van oordeel, dat „onteering van het ras" overal van toe passing was waar het bestaan van vriend schappelijke betrekkingen met een persoon van een ander ras, speciaal het Joodsche, kan worden vastgesteld. In de toelichting van het vonnis werd verklaard, dat niet aHeen een intieme verhouding „onteering van het ras" was, doch ook „elke vriend schappelijke betrekking, welke de gren zen overschrijdt van zuivere zakenverhou- ding". De rechtbank refereerde zich aan een voorschrift van 1933 van den toenma- ligen Pruis is chen minister van justitie Kerll, volgens hetwelk beschouwd moest worden als rasonteering en derhalve straf baar was. Dergelijke vonnissen zijn van belang nu volgens de geruchten een Ghettowetgeving op komst is. Daarbij zullen, naar vermoed wordt, aldus meldt de correspondent ten slotte, huwelijken tusschen Arische en niet-Arische personen onwettig worden verklaard. Andere bepalingen zuUen waar schijnlijk de economische, sociale en cultu- reele afscheiding der Joden van de andere bevolking versterken. PROPAGANDA HITLER JEUGD. Voorschrift voor het onderwijzend personeel. Naar we in de „Frankf. Z." lezen, heeft de „Regierungsprasident" van Dusseldorf aan het onderwijzend personeel een cir culaire gezonden, waarin hij het voor schrift geeft, dat aUen hun beste krachten in dienst moeten stellen van de propagan da voor de „Hitierjeugd", wat betreft de kinderen boven de 10 jaar. Dit beteekent, aldus wordt verklaard, dat geen onderwij zer of onderwijzeres direct of indirect mag ijveren voor andere jeugdorganisaties of deze financieel mag steunen. Het perso neel is verder verplicht het goede voor beeld te geven en de eigen kinderen bij de Hitlerjeugd in te deelen. In elke school en elke klasse moeten reclameplakkaten voor de H. J. worden aangebracht, welke de nationale noodzaak van eenheid der Duitsche jeugd in beeld brengen. De schoolhoofden moeten den geestelij ken voorgangers meedeelen, dat zij bij het godsdienstonderricht zich hebben te schik ken naar de schoolvoorschriften en zich bij dat onderwijs moeten onthouden van eenige directe of indirecte propaganda voor andere organisaties dan de Hitlerjeugd. Personeel, wien het mocht blijken te ontbreken aan den noodigen ijver in het propageeren van deze eenheid van de jeugd, moeten disciplinaih gestraft wor den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5