Een boottocht van het
Botanisch Congres
Het standbeeld op het Plein 1813 te den Haag ondergaat
een grondige schoonmaakbeurt
Het congres vaart. De deelnemers aan het Internationaal Botanisch
Congres dat te Amsterdam gehouden wordt, werd Donderdag door
het gemeentebestuur een boottocht aangeboden
De Fransche legermanoeuvres nabij Reims. Pontonniers leggen
een brug over de Marne
De ontvangst van den Japanschen aviateur Katsutaro Ano, die een
solo-vlucht van Londen naar Tokio maakte, op het Haneda vliegveld
bij de Japansche hoofdstad
De Haagsche dierentuin is verrijkt- met een Orang Oetan, een
geschenk van den secretaris der Bataatsche Petroleum Mij., den
heer dr. Colijn
Voor de buitenopnamen der nieuwe film .Rubber" vertrok Donderdag
uit den Haag een filmexpeditie naar Sumatra. Voor het coupéraam
v.Ln.r.: Joh. de Meester, Jules Verstraete, mevr. Rutten en Gerard
Rutten, regisseur
FEUILLETON.
IN DE SCHADUW VAN
„BIG BEN".
De groote lomp in den klokkentoren van
fit. Stephen's wierp haar signaal door de
aandonk erende schemering van Londen en
kondigde aan allen, die het dienden of
of wenschten te weten aan, dat Zijner Ma-
jo?teits getrouwe lagerhuisleden aan den
arbeid waren in het belang van staat en
volk.
Een Octoberdag was bezig tot avond te
verglijden. De lichten van Westminster
twinkelden al lang de toegangswegen tot
het Huis. Glimmende luxe-auto's, preten-
tielooze taxi's brachten de vertrouwenslie
den der Britsche natie voor zoover deze
althans niet te voet kwamen, tot aan den
hoofdingang. De politieagenten beamb
ten door lange ervaring vertrouwd met
deze taak die de wacht hielden aan het
buitenhek, dat van den openbaren weg toe
gang geeft tot het binnenplein van het par
lementsgebouw, beletten onbevoegden on
verbiddelijk het betreden van dit heilige
der heiligen.
Niemand ontkwam hun monsterenden
blik, zoomin de inzittenden van de auto's
als de voetgangers. Verscheidene leden
kwamen van de nabijgelegen clubs aange
wandeld, vergezeld van secretarissen, po
litieke vrienden en persmenschen, zoodat
het al de oplettendheid der agenten eischte
om nieuwsgierigen, die hier niets te maken
hadden, te weren, zonder iemand, wiens
recht om hier binnen te gaan onbetwistbaar
was, door een ongepaste vraag te grieven.
Een heer naderde uit de richting van
Whitehall Een rijzig man, onberispelijk ge
kleed; energie en autoriteit in zijn hèele
houding, in eiken trek van zijn gezicht; het
type van den vermogenden, aanzienlijken,
invloedrijken afgevaardigde.
Hij ging het hek binnen, den groet van
een der politieagenten beleefd beantwoor
dend.
Maar te oordeelen naar de sombere, ver
stoorde uitdrukking van zijn krachtig ge
zicht, was zijn geest niet zoo rustig en wel-
beheerscht als zijn optreden. Zoo kwam het,
dat hij geen aandacht schonk aan een brood
magere, hoekige vrouw, wier houding en
uiterlijk direct verrieden, dat zij betere da
gen moest hebben gekend, die echter onher
roepelijk tot een verleden behoorden en
die met een paar scherpe, stekende oogen
elkeen monsterde, die het hek passeerde.
Toen de rijzige, goedgekleede man langs
haar ging deed ze een paar onstuimige pas
sen naar voren om hem aan te spreken,
maar een agent sneed haar onmiddellijk
den pas af. De vrouw opende haar mond,
öf om het in gedachten verzonken parle
mentslid na te roepen, öf om een venijni
ge discussie met den politie-beambte te be
ginnen, maar wat ze ook van plan geweest
mocht zijn, ze liet haar voornemen onuit
gevoerd. door hetgeen zich in het volgend
oogenblik afspeelde.
Een kostbare zes-cylinder limousine
kwam het binnenplein af. De inzittende
was een stijlvolle „grande dame" in een
modieuzen bontmantel, een van die vrou
wen uit de groote wereld aan wie men di
rect ziet, dat htm hoogste ideaal is voor
jong door te gaan, ook, wanneer hun jeugd
over de middaghoogte heen en zelfs als zij
sinds lang „passé" is. De dame in het bont
kreeg den slanken voorbijganger in het
oog, knikte in de richting van den ni ets-
zienden mr. William Meiklejohn, afgevaar
digde voor North Loamshire, boog zich ver
volgens uit het snel-neergelaten portier
raampje en riep op hooge stem zijn naam,
juist toen de auto door het hek reed.
Hij hoorde den roep en keerde op zijn
schreden terug. De wagen stopte bij het
trottoir. Mr. Meiklejohn kwam aan het por
tier, nam den hoed af met de rustige gra
tie van man-van-de-wereld en verontschul
digde zich over zijn gebrek aan opmerk
zaamheid.
„Ik heb juist Ronald naar het Huis ge
bracht", vertelde de dame. „Ik zal u maar
een moment ophouden, alleen om u te her
inneren aan onze lunch-afspraak voor mor
gen".
„Het is natuurlijk een buitengewoon ge
noegen om u even te spreken", antwoordde
hij hoffelijk, „zelfs in deze gehaaste om
standigheden, maar mijn geheugen had met
betrekking tot onze afspraak werkelijk geen
opfrissching noodig. Nog geen uur geleden
heb ik een conferentie in de City afgezegd
met het oog op uw invitatie".
„Dat is heel vriendelijk van u, mr.
Meiklejohn", klonk het minzaam. „Er is
mjj heel veel aan gelegen, dat uw ontmoe
ting met mr. Jacob voordeel en zal afwerpen
voor cms allen, en speciaal voor u-zelf".
Mr. Meiklejohn keek snel om zich heen,
als om zich te vergewissen dat geen on-
gewenschte ooren den onvoorzichtig-uitge-
sproken naam hadden opgevangen.
De magere, armoedige vrouw stond nu
naast den politie-agent en volgde het too-
neel met haast hongerige blikken. Maar
nog nam het zelfbewuste, deftige parle
mentslid been notitie van haar. Wanneer
het Hooger- of Lagerhuis zitting houdt,
staan er immers altijd van die leeglooper»
bij de verschillende ingangen! Maar hij was
er niet op gesteld, dat de naam van Lady
Tower's lunchgast door een van zijn mede
leden zou worden gehoord.
„Het zal mij bijzonder aangenaam zijn
hem te ontmoeten, „antwoordde hij met ge
dempte stem, „en ik beschouw het als een
voorrecht hem alle diensten te kunnen be
wijzen, die mij binnen de grenzen van mijn
positie mogelijk zijn".
„Wat een omhaal van woorden!" lachte
lady Tower. „Wat zijn jullie mannen toch
altijd verschrikkelijk zwaar op de hand!
Enfin, ik verwacht u om half twee op
Lowndes Square. En wilt u nu den chauf
feur vragen mij naar huis te rijden?
Mr. Meiklejohn voldeed aan het verzoek
en na nogmaals een groet, wilde hij op
nieuw het binnenplein betreden. Maar dit
maal nam de vrouw haar kans zoo snel
waar, dat ze de waakzaamheid van den
agent verschalkte, en voor deze er op ver
dacht was naast het parlementslid stond,
zich zelfs verstoutte hem op den arm te
tikken".
„Een oogenblik", zei ze stroef. „Ik heb
u iets te zeggen".
Als voor mr. Meiklejohn's voeten een bom
ontploft was, zou hij niet meer verbijsterd
kunnen zijn geweest.
„Rachel! Jij!" hijgd hij onthutst. „Maar
dat kan toch niet....
De agent, die de vrouw van te voren had
tegen gehouden, schoot toe met de kenne
lijke bedoeling de brutale indringster te
verwijderen. Maar mr. Meiklejohn voor
kwam hem.
„Het is in orde, agent", stamelde hij ver
ward; „deze dame is een oude bekende van
mij".
De mem salueerde en keerde naar zijn
post terug. Maar de ontmoeting van dit
weinig bijeenpassende paar leek hem toch
zonderling en onwillekeurig bleef zijn aan
dacht op hen gevestigd. Zoo hoorde hij het
een en ander van hetgeen tusschen hen
verhandeld werd, want de vrouw scheen
zich weinig om eventueele onbescheiden
luisteraars te bekommeren.
„Hij is hier", ging ze bruusk voort, „en
heeft je hulp noodig. Je moet een samen
komst met hem hebben".
„Dat is absoluut uitgesloten", was het be
scheid. De lippen van den spreker trilden
in de bo venmenschel ij ke poging om een
koelen, rustigen indruk te maken. „Ik kan
niets voor hem doen; ik ben in elk opzicht
machteloos. Er was geen enkele reden voor
hem om in het land terug te keeren.
„Hij is hier", herhaalde ze op een toon
van taaie beslistheid, „en je moet hem hel
pen".
„Maar hoe heeft hij jou in vredesnaam
ontdekt en waar kom jij vandaan?" vroeg
Meiklejohn nerveus en terwijl hij sprak
ging hij een weinig terzijde. Er bewoog zich
nu een onafgebroken stroom van leden en
officieele personen naar den ingang.
„Dat kan ik ja allemaal later uitleggen".
(Wor^' vervolgd).