EEN WEEK HISTORIE
HULP IN NOOD
Geijtenboek's Fotohandel
[ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
DE DOOD VAN KONINCIN ASTRID. MUSSOLINI, DE MODERNE
CAESAR. DE VERKLARIN G VAN BOLZANO EN DE REACTIE IN
ENGELAND. DE POLITIE K VAN NON-INTERVENTIE.
Koningin Astrid t De niemand
en niets ontziende dood heeft weder een
edele buit in zijn klauwen weggesleept.
Aan drie jonge kindertjes ontroofde hij
een liefdevolle moeder; aan een energieken
en met vreugde de toekomst inzienden
echtgenoot ontnam hij een dierbare levens
gezellin; aan het land ontrukte hij een ge
vierde koningin.
Tragisch is het, als jong geluk wreed
■wordt verstoord, maar nog tragischer zijn
de omstandigheden,- waaronder de ramp
van koningin Astrid plaats had. Het was
de koning zelf, die zich deze welhaast on
herstelbare slag toebracht, daar hy achter
het stuur was gezeten en dus de volle ver
antwoording draagt. Welk een zelfverwijt
zal deze jonge man geheel zijn leven moeten
meedragen! Wel een droevig einde van een
zoo vroolij'k begonnen vacantie-trip. Even
als zijn vader dat was, zoo kan thans ook
de zoon zich een slachtoffer der bergen
noemen, want hij verloor zijn huwelijks
geluk in het mooie bergland Zwitserland,
langs het prachtige Vierwoudstedenmeer.
Nu staat er in het koninklijk paleis te
Brussel weer een doodsbaar, waarlangs de
Belgen in onofzienbare rijen defi-
leeren, om afscheid te nemen van hun jeug
dige en charmante vorstin.
Nog eenige dagen zal koningin Astrid
verblijven in het paleis, waarin zij zulke
gelukkige uren heeft doorgebracht en dan
zal zij worden gedragen naar de St.
Goedele, waar eens het huwelijk van de
Zweedsche prinses met den Belgischen
kroonprins plechtig werd ingezegend. Toen
was alles licht en vroolijk en hoopvol,
thans zal de kathedraal in somberen rouw
zijn gestoken en zal slechts de hoop op de
opstanding en het eeuwige leven het zwart
van den rouw verhelderen.
Het waren twee koningskinderen en zij
hadden elkander zoo lief....
De dood spaart jeugd, noch stand.
Moderne Caesar. De tragische
dood van koningin Astrid heeft voor een
oogenblik de aandacht afgeleid van het
dreigende Abessynische conflict.
Volgende week zal deze onheilspellende
wolk echter weer opnieuw opduiken en z5n
zwarte schaduw werpen over de interna
tionale betrekkingen.
Mussolini gevoelt zidh -steeds meer ge
lijken op de oude Caesars van het groote
Romeinsche rijk en zijn droom van het her
stel van het Romeinsche Imperium begint
in zijn brein concreter vormen aan te
nemen.
Deze week heeft de Duce temidden van
de grootscheepsche manoeuvres in Noord-
Iialië zijn ministers rondom zich verza
meld te Bolzano (het vroegere Bozen) en
hun daar gesproken over de toekomst van
Italië en over zijn plannen in verband met
het Abessynische conflict. Men verwachtte
na afloop van dien kabinetsraad eenige 6en-
sationeele mededeelingen, maar toen het
officieele communiqué verscheen, bleek dat
weinig nieuws te bevatten. Er werd in ge
zegd, dat Italië onder alle omstandigheden
zijn vitale belangen tot het uiterste zal
verdedigen, dat het voor den Volkenbond
het bewij6 zal leveren, dat Abessyndë in
breuk heeft gepleegd op zijn internationale
verplichtingen en dat in het bijzonder de
slavernij in dit land in groot en omvang be
staat.
Engeland zal van het Italiaansche optre
den in Abessynië niets te vreezen hebben,
want de Italiaansche regeering is er van
overtuigd, dat het bij het Abesijnsehe pro
bleem gaat om een koloniale aangelegen
heid, die geen reacties heeft op Europa.
De overtuiging wordt verder uitgespro
ken, dat de toepassing van sancties tot
groote moeilijkheden zou kunnen leiden.
De Italiaansche regeering heeft echter reeds
van te voeren tegenmaatregelen onder
oogen gezien.
Voorts is tijdens den ministerraad beslo
ten tot het nemen van een reeks hoogst be
langrijke economische maatregelen, die op
1 September van kracht zullen worden
Engelschereactie. Hoe de Brit-
sche openbare meening daarop reageert,
blijkt uit een artikel van de „Times", die
over de bovenstaande verklaring van Bol
zano om. schrijft:
„De verklaring bevordert niet de zaak
van den vrede. Dat heeft ook niemand ver
wacht. Zij verduidelijkt eenigszins de situ
atie, voor welke de Volkenbondsraad zich
geplaatst zal zien. Mussolini wil een oorlog.
Het zou nauwelijks unfair zijn te beweren,
dat Mussolini teleurgesteld zou zijn indien
hij zijn bedoelingen in Abessynië zonder
oorlog zou kunnen' bereiken. Ténslotte
heeft hij zich bereid verklaard zijn zaak te
Genève ter sprake te brengen, opdat de ge-
heele wereld deze „in haar rauwe werke
lijkheid zou kunnen waardeeren". De Vol
kenbond zal den plicht hebben te beslis
sen over de aanspraken van Italië en Abes
synië. Dit is het belangrijkste en de eerste
phase voor de vreedzame oplossing van
ieder internationaal geschil.
De in de resolutie van Bolzano veroor
deelde toepassing van sancties tegen den
aanvaller is de volgende phase. Het Volken
bondsstatuut keurt sancties goed tegen aan
vallers en het is natuurlijk onmogelijk te
verwachten, dat door de verklaring van
Mussolini, welke zich richt tegen sancties,
de kwestie van hun oplossing zooveel nader
zou worden gebracht.
Mussolini moet niet te veel vertrouwen
in de steekhoudendheid van zijn be wijs-
aanneemt, dat <üt op zichzelf onvoorwaar
delijk wordt verworpen. Geen enkele an
dere natie behoeft zich door het bericht
dat Italië bij voorbaat stappen heeft
gedaan om de nadeelen van santies
van een oorlogs-karakter het hoofd
te bieden" te laten weerhouden van
de vervulling van haar eenvoudige plichten.
Indien da kwestie van dergelijke sancties
aan de orde zal komen en practisch zal
worden beschouwd, zullen zij dioor den
Volkenbond collectief worden toegepast en
niet op grond van de beslissingen van een
enkel land, ook al neemt een land naar
buiten de leiding op zich door het voorstel
in te dienen".
Volgende week Woensdag begint de ver
gadering van den Volkenbondsraad. Zij zal
staan voor een zware beslissing. Vermoe
delijk zal de raad zich laten leiden door de
overweging, dat het belang van een onaf
hankelijk Abessynië niet opweegt tegen de
FEUILLETON.
DE MAJESTEIT VAN
HET RECHT
Naar het Amerikaansch van
MELROD DANNING.
(Nadruk verboden).
37)
XIV.
Dageraad.
Toen Virginia de acte van beschuldiging
had hooren voorlezen, kostte het haar
niet veel moeite te begrijpen, dat. haar ver
loofde voor een ernstig misdrijf terecht
stond. De vader berechtte den zoon we
gens verduistering, het was een gruwelij
ke tragedie, die zich daar voor haar oogen
afspeelde!
En de tragedie trof haar zoo! 't Was,
alsof alles plaats greep in haar eigen hart,
en hoe 't zou afloopen, zij moest er voor
lijden. Na het heerlijke vooruitzicht van
-den vorigen avond, leek het haast te zwaar
om te dragen!
En terwijl ze daar aan haar plaats geke
tend zat, met oogen, die in haar vertrok
ken bleek gezicht schenen te branden, werd
de rechtsverhandeling voortgezet.
Voor Jackson de rechtzaal betrad, was
'hij tot de conclusie gekomen, dat hij geen
meineed hoefde te doen om schuld te be
kennen.
'Er bestond altijd nog een kleine kans,
■dat Bob op 't laatste oogenblik medelijden
tzou krijgen.
De schok, toen hij ontdekte dat zijn
peigen vader recht over hem moest spre
ken, was hevig geweest, maar Jackson was
doodmoe en het lijden, dat hij doorstaan
had, had hem in een toestand van verdoo-
ving gebracht, die hem gelukkig ongevoe
lig deed zijn voor wat anders ondragelijk
zou zijn geweest. Maar nu kreeg een gevoel
van bitterheid de overhand. Moest zijn va
der, met wien hij altijd had samengewoond
en die hem beter kende dan iemand ter
wereld, hem altijd veroordeelen, zonder de
waarheid te weten?
Na een poosje verdween ook dit ge
voel. Rechter Kent was nu de rechter en
niet de vader en wat zijn persoonlijke
gevoelens ook waren, hij moest zijn plicht
doen, en dat wist Jackson.
Jackson stond daar dus, rechtop en
kalm in de beklaagdenbank en wachtte
op wat komen zou. Van de drie personen,
die dien dag moesten voorkomen, leed hij
misschien het minste.
De advocaat van de bank begon te spre
ken en riep meneer Evans als eerste ge
tuige op. Deze kwam naar voren en legde
met een effen stem uit, daft hem een val-
sche post in de boeken van beklaagde was
getoond, hij had den gevangene onder
vraagd zonder een verklaring te krijgen.
Maar de advocaat nam daarmee geen ge
noegen.
„Wilt u zoo vriendelijk zijn de heeren
te vertellen hoe die valsche boeking ont
dekt werd?" vroeg hij.
De bankdirecteur fronste het voorhoofd.
„Is dat noodig?"
„Ja, dat is noodig."
„Morgan kwam zonder aanbeveling en
ik stelde hem aan, op recommandatie van
mijn zoon."
Er kwam wat beweging in de zaal. Ieder
een kende Bob en het denkbeeld, dat deze
jongeman een geschikte waarborg was
voor een dergelijke betrekking, vonden zij
BUITENLAND
Het Abessijnsch conflict
ITALIË ZENDT DUIKBOOTEN NAAR
SICILIË.
Een uitdaging jegens Engeland?
De speciale correspondent van de „Ma-
tin" bij de Italiaansche manoeuvres heeft
vernomen, dat een zestigtal Italiaansche
duikboooten order hebben ontvangen zich
gereed te houden voor vlootmanoeuvres
en naar de basis Augusta aan de zuidkust
van Sicilië, nabij Malta, te vertrekken.
Naar verluidt, worden ook aanzienlijke
hoeveelheden vliegtuigen geconcenteerd
aan de kusten van Sicilië.
Men beschouwt dit als een antwoord op
het zenden van Britsche oorlogsschepen
naar de Roode Zee.
Het bericht, dat een deel van de Italiaan
sche onderzee-vloot naar Sicilië zou zijn
gezonden als antwoord op de versterking
van de Britsche vloot in de Roode Zee
wordt te Rome noch bevestigd, noch ont
kend.
In verband hiermede wordt opgemerkt,
dat elke publicatie van legerberichten,
wlke niet officieel zijn medegedeeld, ver
boden is. Indien dus de Italiaansche re
geering als antwoord op de Britsche maat
regelen een vloot-demonstratie wilde hou
den, dan zou zij geen enkele reden hebben
deze vlootbeweging geheim te houden.
Het gerucht ging te Bolzano aan den
vooravond van den ministerraad; men zei-
de toen, dat een aantal Italiaansche sche
pen naar den ingaflg van het Suez-kanaal
was gezonden. Dit zou gepubliceerd wor
den in het communiqué van den minister
raad doch dit is niet geschied en het com
muniqué, dat bedoeld was om een einde
te maken aan de Britsche onrust, liet geen
maatregel als genoemde voorzien. Juist is
evenwel dat zoowel de vloot als de lucht
vloot gereed staan voor iedere mogelijk
heid; vele vliegtuigen zijn geconcentreerd
op Sicilië, dat dient als basis voor de vlieg
tuigen, welke naar Oost-Afrika zullen ver
trekken.
Niets wijst er op, dat dit op iets anders
betrekking heeft dan op den veldtocht in
Abessinië.
ABESSYNIE VERGOOT ZIJN
PARAATHEID.
Concentratie van troepenmassa's.
In alle rust blijkt Abessynië den laatsten
tijd ook zijn militaire paraatheid sterk te
hebben vergroot.
Groote troepenmassa's worden in de
Noordelijke grensgebieden geconcentreerd.
Naar schatting bedraagt daar de sterkte
nadeelen van een gewapend conflict in
Europa en dat het toch altijd beter is een
Volkenbond te hebben, wiens plechtige
overeenkomsten door de leden naar belie
ven worden geschonden (dat betert metter
tijd wel, zal men denken!) dan een Volken
bond, wiens leden één voor één zijn weg-
geloopen.
't Is een wat opportunistische redenee
ring en fraai is ze niet; maar zij houdt ten
minste rekening met de werkelijkheid en
die is ook niet bepaald fraai.
Non-interventie. De Volkenbond
zal zich dus bepalen tot non-interventie, op
de een of andere min of meer handige wijze
gecamoufleerd.
Wat non-interventie eigenlijk is, leert ons
een versje van 100 jaar geleden, dat het
„Hbld." afdrukt en dat als volgt luidt:
„Staat uw buurmans huis in brand
„En vraagt hij assistentie,
„Zeg dan: buurman ik ga naar bed,
„Zie dat gij u zelf maar redt,
„Dat is: noninterventie."
op zijn minst genomen, ongewoon.
„En u vond dat voldoende?" vroeg de
advocaat beleefd.
„Neen", snauwde meneer Evans, waar
op een onderdrukt gelach in de rechtzaal
ontstond.
„Stilte", donderde rechter Kent.
„Na een proeftijd bleek Morgan intelli
gent en betrouwbaar", vervolgde meneer,
Evans, „en aangezien mijn kassier toen
juist wegging, gaf ik Morgan die betrek
king. Omdat hij echter geen schriftelijke
aanbevelingen had, liet ik een oogje in 't
zeil houden. De valsche boeking was den
vijftienden 's avonds gemaakt, zooals hij
mijzelf toegaf en het werd den zestienden
's morgens ontdekt."
Na nog een paar onbelangrijke vragen
was Meneer Evans' getuigenis geëindigd.
Vóór hij echter weer ging zitten, gaf hij
nog toe, dat Morgan tot volkomen tevre
denheid gewerkt had, hetgeen een gemom
pel van verbazing in de rechtzaal veroor
zaakte, nogmaals gevolgd door een donde
rend: „Stilte" van rechter Kent.
De officier van justitie vroeg toen om
het grootboek, waarin de valsche boeking
gedaan was.
Dit werd aan de jury en aan rechter
Kent getoond. De advócaat van de bank
gaf te kennen, dat hij een schriftkundige
wilde aanwijzen om het handschrift van
den verdachte vast te stellen, maar Jack
son, die zich zelf verdedigde, vroeg met
aandrang, een en ander over dit punt te
mogen zeggen, hetgeen hem toegestaan
werd.
„'t Is niet noodig, om de behandeling
van deze zaak te vertragen, door een ex
pert aan te wijzen", zei hij rustig. „Ik geef
toe, dat 't mijn eigen handschrift is, en
dat ik de bewuste post heb uitgeschre
ven."
AUTOMAAT:
ROLFILMS
Breestraat 79 hoek Dief steeg
Ontwikkelen en afdrukken
voor Amateurs
der Abessynische strijdkrachten thans
300.000 a 400.000 man en nog altijd duren
de troepentransporten voort. Met koorts
achtige haast worden door de troepen loop
graven aangelegd. Tevens worden overal
steenen muurtjes opgetrokken, ten einde
daarop een eventueelen aanval van tanks
te doen stranden.
Ofschoon niet in denzelfden omvang als
in het Noorden worden toch ook in het
Zuiden alle voorbereidingen getroffen om
een mogelijken opmarsch der Italianen uit
Somaliland te kunnen keeren. Onder meer
zijn in de provincie Ogaden achttien kleine
forten gebouwd, waar de in het bergland
gelegerde troepen met groote snelheid ge
concenteerd kunnen worden. Eenzelfde
voorzorgsmaatregel is in de provincie Ger-
logoebi genomen. De garnizoenen van Djid-
liga, Grlogoebi en Dagaboer zijn versterkt.
Het moreel van den troep is uitstekend.
Alle bevelen worden stipt uitgevoerd en
de verplaatsing der afdeelingen voltrekt
zich met groote snelheid.
Munitie-schaarschte.
Het eenige, waarover men zich ongerust
maakt, is de schaarschte aan munitie. Be
rekend naar het munitieverbruik in mo
derne veldslagen, zooals die in den we
reldoorlog werden geleverd, zouden de mu-
nitie-voorrdane, waarover Abessynië be
schikt, slechts voor drie dagen toereikend
zijn. Men vraagt zich trouwens af, hoe
men den aankoop van een milliard patro
nen, die voor een oorlog van eenigen duur
noodig zijn, zou kunnen betalen. In de om
geving van den negus is men er evenwel
van overtuigd, dat Abessynië zich gemak
kelijker munitie zal kunnen verschaffen,
wanneer de vijandelijkheden maar een
maal geopend zijn.
In geval van een oorlog zal de generale
staf van het Abessynische leger vermoede
lijk te Addis Abeba blijven.
In gezaghebbende Abessynische kringen
slinkt de hoop steeds meer, dat het con
flict met Italië langs vredelievenden weg
beslecht zal kunnen worden. Hoewel de
bevolking haar kalmte bewaart, heeft het
onlangs door de autoriteiten uitgevaar
digde bevel, voorzorgsmaatregelen te tref
fen tegen eventueele aanvallen uit de
lucht, toch eenige ongerustheid verwekt.
In kringen der regeering verwacht men
evenwel geen onverhoedschen luchtaan
val.
Onderaardsche schuilplaatsen.
Het eenige doelwit voor vijandelijke toe
stellen acht men het paleis van den kei
zer, waar men dan ook begonnen is met
het inrichten van onderkomens.
Ook de Duitsche legatie heeft een onder
aardsche schuilplaats laten aanleggen,
waar de vijftig leden der Duitsche kolo
nie zich bij een luchtaanval in veiligheid
kunnen stellen. Voor het eerst in de ge
schiedenis zal vandaag te Addis Abeba een
luchtafweeroefening worden gehouden,
waaraan de geheele bevolking zal deelne
men.
Naar uit Port Said wordt gemeld, zijn
heden aldaar de Italiaansche duikbooten
„Ruggero Settimo" en „Luigi Settimo" aan
gekomen; de beide oorlogsbodems bevin
den zich op weg naar de Roode Zee.
Mussoli had gistermiddag te Bolzano een
onderhoud met zijn onderstaatssecretaris
sen en met de chefs van den generalen staf
der marineluchtmacht.
Ook maarschalk Ballbo is intusschen te
Bolzano gearriveerd.
Rechter Kent had hem een gezicht zon
der eenige uitdrukking toegekeerd, maar
Jackson had levendige hoop in zijn oogen
gezien.
Thans leunde de rechter weer achterover
in zijn stoel, en de lijnen om zijn mond
werden streng en hard. Hij wendde zich
tot den advocaat.
„Gaat u voort", verzocht hij.
Nadat de technische punten van de zaak
behandeld waren, werden de beëedigde
verklaringen van de procuratiehouder en
den boekhouder afgelegd. Een vertegen
woordiger van 't Evansville-botel legde
de verkleuring af, dat er dien dag geen
chèque van dit bedrag getrokken en geen
geld door hem ontvangen was.
De rechter wendde zich, nadat de advo
caat had uitgesproken, langzaam tot zijn
zoon.
„Wilt u een van de getuigen een kruis
verhoor doen ondergaan?" vroeg hij.
Jackson schudde het hoofd. Hij kon
eerst niet spreken, antwoordde toen: „Neen
meneer."
De advocaat van de bank sprong op.
„Edelachtbare, ik zou den verdachte
graag aan een kruisverhoor onderwer
pen", zei hij.
Rechter Kent boog toestemmend en Jack
son werd naar de getuigenbank gevoerd.
„U bekent", begon hij, „dat u een val
sche post geboekt hebt?"
„Ja"
„U geeft ongetwijfeld ook toe, dat er
vijfhonderd dollar te kort in kas was, af
gescheiden van die boeking."
„Zeker", antwoordde Jackson rustig.
„Met andere woorden, u geeft toe, dat
die boeking gemaakt is, om het tekort van
de vijfhonderd dollar in kwestie, te dek
ken?"
„Ja."
DUITSCHLAND.
DE NIEUWE BISSCHOP VAN BERLIJN
Door minister Kerrl beëedigd
De nieuwe bisschop van Berlijn, dr.
Konrad graaf von Preysing is gisteren
door den rijksminister voor Kerkelijke
Zaken, Kerrl. beëedigd.
Bij de plechtigheid hield de nieuwe bis
schop de volgende uitspraak:
Ik heb mij hierheen begeven, ten einde
alvorens mijn bisschoppelijke functie van
het diocees Berlijn te aanvaarden, den
eed af te leggen, die voorgeschreven is
door het concordaat, hetwelk tusschen de
rijksregeering en den Heiligen Stoel is ge
sloten.
De eed vereischt van mij de gelofte van
trouw jegens het Duitsch rijk en het land
Pruisen, vereischt van mij, dat de grond
wettig gevormde regeering door mij en
den aan mij ondergeschikten clerus wordt
gerespecteerd en dat ik bij de uitoefening
van mijn ambt zal trachten, elke schade te
verhoeden, die het Duitsche staatsbestel
zou kunnen bedreigen. Deze verplichtin
gen, die ik onvoorwaardelijk moet bekrach
tigen, spruiten voor mij voort uit de mo-
reele wetten van mijn geloof. Ik bevestig
ze uitdrukkelijk door mijn eed.
Volgens de katholieke leer is de staat
gegrondvest in het wezen van den men-
schelijken aard, zoodat hij als zijnde door
God gewild, door eiken katholiek behoort
te worden erkend en gesteund. De autori
teiten fungeeren krachtens volmacht en
lasthebbing van God. Er is geen macht bui
ten God, en die, welke bestaat, is Gods
wege. „Door Mij regeeren de koningen en
verordenen de wetgevers, wat recht is".
Hoe dieper in den priester en het volk
het geloof wortelt aan God, den Heer der
schepping, des te stelliger zullen zij hun
plichten tegenover den staat en het staats
gezag vervullen.
De bisschop zeide tenslotte zijn plicht te
zullen vervullen tot welzijn en in het be
lang van het Duitsche staatsbestel.
Minister Kerrl zeide in zijn antwoord
op deze toespraak o.a. het volgende:
Als vertegenwoordiger van den Pruisi-
schen premier heb ik met genoegen acte
genomen van uw bereidwilligheid tot het
afleggen van den eed van trouw, alvorens
gij u belast met uw functie van bisschop
van het katholieke diocees Berlijn. Waar
u tot uiting brengt, dat de plichten welke
gij door uwen eed bekrachtigt, diep in uw.
geloof wortelen, sta ik op hetzelfde stand
punt als gij, dat de vervulling der hoogste
taak slechts dan met volle toewijding en
van ganscher harte kan geschieden, wan
neer zij uitgaat van de overtuiging, dat
ons aardsche leven gewijd is aan moreele
doeleinden, die eeuwig en niet van tijdelij-
ken aard zijn. De eed van trouw, waarin
het concordaat voorziet, beoogt, op plech
tige wijze in het licht te stellen, dat het
hier gaat om de aanvaarding van zulk een
hoogste taak.
Ook al is uw taak als bisschop der ka
tholieke Kerk op het terrein der zielzorg
gelegen, toch zijn de aan uw geestelijke
leiding toevertrouwde menschen tevens
Duitsche volksgenooten en burgers van
den nationaal-socialistischen staat. De ver
houdingen, welke hieruit voortspruiten,
behoeven noch mogen op tegenstellingen
neer te komen.
Wij willen zonder schroom erkennen, dat
desondanks op het oogenblik de verhou
ding tusschen eKrk en Staat in zekere op
zichten vertroebeld is. Ik zou er den na
druk op willen leggen, aldus Kerrl, dat ik
het juist als de taak der verantwoordelijke
mannen in Kerk en Staat beschouw, aan
deze vertroebeling een einde te maken door
respect voor eikaars overtuiging en door
vermijding van elke noodelooze scherpte.
Wanneer gij met volledig begrip voor
de eischen van dezen tijd bij uw clerus en
uw diocesanen opkomt voor trouw aan den
Führer en de door hem ingestelde autori
teiten, 'dan kunt gij er van verzekerd zijn,
dat de rijks- en de Pruisische regeering el-
ken waarborg geven voor onbelemmerde
beoefening van den godsdienst en dat zij
zullen bewijzen, volledig begrip te hebben
voor de behoeften der Kerk.
Rechter Kent schoof nu zijn stoel heen
en weer, en hield de hand tegen zijn voor
hoofd, doch gaf geen ander teeken.
„U hebt dus die post geboekt, om het te
kort te dekken m.a.w. U hebt het geld ge
nomen en den diefstal pogen te verbergen,
door die valsche post."
Jackson aarzelde een oogenblik. „Dat
heb ik niet gezegd", antwoordde hij.
De advocaat lachte ironisch. „De gevolg
trekking ligt nog al voor de hand", merkte
hij op.
Jackson zag hem kalm aan. „Ik ben het
niet me u eens", hernam hij, „als u een
stuk goed in een gat van een pijp stopt,
bewijst dat nog niet, dat u het gat in die
pijp gemaakt hebt."
Een oogenblik was er stilte in de zaal,
even later gevolgd door een zacht gelach,
toen de juistheid van de vergelijking tot de
menigte doordrong. De advocaat beet op
zijn lip.
„Dat is schrander opgemerkt", gaf hij
toe. „Het is ook niet mijn bedoeling te be
wijzen, dat u niet schrander bent."
Rechter Kent leunde vooroiver. „Wilt u
uw opmerkingen tot de zaak zelve beper
ken", klonk het rustig.
De advocaat werd rood en behield blijk
baar met moeite zijn kalmte.
„Heel goed", viel hij scherp uit. „Ik zal
u een heel eenvoudige vraag stellen."
Eerst keek hij naar de jury en toen weer
naar Jackson. „Hebt u die vijfhonderd dol
lar genomen en in uw bezit gehouden?"
„Die vraag kan ik niet beantwoorden."
„Waarom niet?" De advocaat vuurde die
vraag af, of 't een kogel was.
Die vraag kan ik evenmin beantwoor
den."
(Word* vervolgd).