EEN WEEK HISTORIE HULP IN NOOD Geijtenboek's Fotohandel [ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 DE DOOD VAN KONINCIN ASTRID. MUSSOLINI, DE MODERNE CAESAR. DE VERKLARIN G VAN BOLZANO EN DE REACTIE IN ENGELAND. DE POLITIE K VAN NON-INTERVENTIE. Koningin Astrid t De niemand en niets ontziende dood heeft weder een edele buit in zijn klauwen weggesleept. Aan drie jonge kindertjes ontroofde hij een liefdevolle moeder; aan een energieken en met vreugde de toekomst inzienden echtgenoot ontnam hij een dierbare levens gezellin; aan het land ontrukte hij een ge vierde koningin. Tragisch is het, als jong geluk wreed ■wordt verstoord, maar nog tragischer zijn de omstandigheden,- waaronder de ramp van koningin Astrid plaats had. Het was de koning zelf, die zich deze welhaast on herstelbare slag toebracht, daar hy achter het stuur was gezeten en dus de volle ver antwoording draagt. Welk een zelfverwijt zal deze jonge man geheel zijn leven moeten meedragen! Wel een droevig einde van een zoo vroolij'k begonnen vacantie-trip. Even als zijn vader dat was, zoo kan thans ook de zoon zich een slachtoffer der bergen noemen, want hij verloor zijn huwelijks geluk in het mooie bergland Zwitserland, langs het prachtige Vierwoudstedenmeer. Nu staat er in het koninklijk paleis te Brussel weer een doodsbaar, waarlangs de Belgen in onofzienbare rijen defi- leeren, om afscheid te nemen van hun jeug dige en charmante vorstin. Nog eenige dagen zal koningin Astrid verblijven in het paleis, waarin zij zulke gelukkige uren heeft doorgebracht en dan zal zij worden gedragen naar de St. Goedele, waar eens het huwelijk van de Zweedsche prinses met den Belgischen kroonprins plechtig werd ingezegend. Toen was alles licht en vroolijk en hoopvol, thans zal de kathedraal in somberen rouw zijn gestoken en zal slechts de hoop op de opstanding en het eeuwige leven het zwart van den rouw verhelderen. Het waren twee koningskinderen en zij hadden elkander zoo lief.... De dood spaart jeugd, noch stand. Moderne Caesar. De tragische dood van koningin Astrid heeft voor een oogenblik de aandacht afgeleid van het dreigende Abessynische conflict. Volgende week zal deze onheilspellende wolk echter weer opnieuw opduiken en z5n zwarte schaduw werpen over de interna tionale betrekkingen. Mussolini gevoelt zidh -steeds meer ge lijken op de oude Caesars van het groote Romeinsche rijk en zijn droom van het her stel van het Romeinsche Imperium begint in zijn brein concreter vormen aan te nemen. Deze week heeft de Duce temidden van de grootscheepsche manoeuvres in Noord- Iialië zijn ministers rondom zich verza meld te Bolzano (het vroegere Bozen) en hun daar gesproken over de toekomst van Italië en over zijn plannen in verband met het Abessynische conflict. Men verwachtte na afloop van dien kabinetsraad eenige 6en- sationeele mededeelingen, maar toen het officieele communiqué verscheen, bleek dat weinig nieuws te bevatten. Er werd in ge zegd, dat Italië onder alle omstandigheden zijn vitale belangen tot het uiterste zal verdedigen, dat het voor den Volkenbond het bewij6 zal leveren, dat Abessyndë in breuk heeft gepleegd op zijn internationale verplichtingen en dat in het bijzonder de slavernij in dit land in groot en omvang be staat. Engeland zal van het Italiaansche optre den in Abessynië niets te vreezen hebben, want de Italiaansche regeering is er van overtuigd, dat het bij het Abesijnsehe pro bleem gaat om een koloniale aangelegen heid, die geen reacties heeft op Europa. De overtuiging wordt verder uitgespro ken, dat de toepassing van sancties tot groote moeilijkheden zou kunnen leiden. De Italiaansche regeering heeft echter reeds van te voeren tegenmaatregelen onder oogen gezien. Voorts is tijdens den ministerraad beslo ten tot het nemen van een reeks hoogst be langrijke economische maatregelen, die op 1 September van kracht zullen worden Engelschereactie. Hoe de Brit- sche openbare meening daarop reageert, blijkt uit een artikel van de „Times", die over de bovenstaande verklaring van Bol zano om. schrijft: „De verklaring bevordert niet de zaak van den vrede. Dat heeft ook niemand ver wacht. Zij verduidelijkt eenigszins de situ atie, voor welke de Volkenbondsraad zich geplaatst zal zien. Mussolini wil een oorlog. Het zou nauwelijks unfair zijn te beweren, dat Mussolini teleurgesteld zou zijn indien hij zijn bedoelingen in Abessynië zonder oorlog zou kunnen' bereiken. Ténslotte heeft hij zich bereid verklaard zijn zaak te Genève ter sprake te brengen, opdat de ge- heele wereld deze „in haar rauwe werke lijkheid zou kunnen waardeeren". De Vol kenbond zal den plicht hebben te beslis sen over de aanspraken van Italië en Abes synië. Dit is het belangrijkste en de eerste phase voor de vreedzame oplossing van ieder internationaal geschil. De in de resolutie van Bolzano veroor deelde toepassing van sancties tegen den aanvaller is de volgende phase. Het Volken bondsstatuut keurt sancties goed tegen aan vallers en het is natuurlijk onmogelijk te verwachten, dat door de verklaring van Mussolini, welke zich richt tegen sancties, de kwestie van hun oplossing zooveel nader zou worden gebracht. Mussolini moet niet te veel vertrouwen in de steekhoudendheid van zijn be wijs- aanneemt, dat <üt op zichzelf onvoorwaar delijk wordt verworpen. Geen enkele an dere natie behoeft zich door het bericht dat Italië bij voorbaat stappen heeft gedaan om de nadeelen van santies van een oorlogs-karakter het hoofd te bieden" te laten weerhouden van de vervulling van haar eenvoudige plichten. Indien da kwestie van dergelijke sancties aan de orde zal komen en practisch zal worden beschouwd, zullen zij dioor den Volkenbond collectief worden toegepast en niet op grond van de beslissingen van een enkel land, ook al neemt een land naar buiten de leiding op zich door het voorstel in te dienen". Volgende week Woensdag begint de ver gadering van den Volkenbondsraad. Zij zal staan voor een zware beslissing. Vermoe delijk zal de raad zich laten leiden door de overweging, dat het belang van een onaf hankelijk Abessynië niet opweegt tegen de FEUILLETON. DE MAJESTEIT VAN HET RECHT Naar het Amerikaansch van MELROD DANNING. (Nadruk verboden). 37) XIV. Dageraad. Toen Virginia de acte van beschuldiging had hooren voorlezen, kostte het haar niet veel moeite te begrijpen, dat. haar ver loofde voor een ernstig misdrijf terecht stond. De vader berechtte den zoon we gens verduistering, het was een gruwelij ke tragedie, die zich daar voor haar oogen afspeelde! En de tragedie trof haar zoo! 't Was, alsof alles plaats greep in haar eigen hart, en hoe 't zou afloopen, zij moest er voor lijden. Na het heerlijke vooruitzicht van -den vorigen avond, leek het haast te zwaar om te dragen! En terwijl ze daar aan haar plaats geke tend zat, met oogen, die in haar vertrok ken bleek gezicht schenen te branden, werd de rechtsverhandeling voortgezet. Voor Jackson de rechtzaal betrad, was 'hij tot de conclusie gekomen, dat hij geen meineed hoefde te doen om schuld te be kennen. 'Er bestond altijd nog een kleine kans, ■dat Bob op 't laatste oogenblik medelijden tzou krijgen. De schok, toen hij ontdekte dat zijn peigen vader recht over hem moest spre ken, was hevig geweest, maar Jackson was doodmoe en het lijden, dat hij doorstaan had, had hem in een toestand van verdoo- ving gebracht, die hem gelukkig ongevoe lig deed zijn voor wat anders ondragelijk zou zijn geweest. Maar nu kreeg een gevoel van bitterheid de overhand. Moest zijn va der, met wien hij altijd had samengewoond en die hem beter kende dan iemand ter wereld, hem altijd veroordeelen, zonder de waarheid te weten? Na een poosje verdween ook dit ge voel. Rechter Kent was nu de rechter en niet de vader en wat zijn persoonlijke gevoelens ook waren, hij moest zijn plicht doen, en dat wist Jackson. Jackson stond daar dus, rechtop en kalm in de beklaagdenbank en wachtte op wat komen zou. Van de drie personen, die dien dag moesten voorkomen, leed hij misschien het minste. De advocaat van de bank begon te spre ken en riep meneer Evans als eerste ge tuige op. Deze kwam naar voren en legde met een effen stem uit, daft hem een val- sche post in de boeken van beklaagde was getoond, hij had den gevangene onder vraagd zonder een verklaring te krijgen. Maar de advocaat nam daarmee geen ge noegen. „Wilt u zoo vriendelijk zijn de heeren te vertellen hoe die valsche boeking ont dekt werd?" vroeg hij. De bankdirecteur fronste het voorhoofd. „Is dat noodig?" „Ja, dat is noodig." „Morgan kwam zonder aanbeveling en ik stelde hem aan, op recommandatie van mijn zoon." Er kwam wat beweging in de zaal. Ieder een kende Bob en het denkbeeld, dat deze jongeman een geschikte waarborg was voor een dergelijke betrekking, vonden zij BUITENLAND Het Abessijnsch conflict ITALIË ZENDT DUIKBOOTEN NAAR SICILIË. Een uitdaging jegens Engeland? De speciale correspondent van de „Ma- tin" bij de Italiaansche manoeuvres heeft vernomen, dat een zestigtal Italiaansche duikboooten order hebben ontvangen zich gereed te houden voor vlootmanoeuvres en naar de basis Augusta aan de zuidkust van Sicilië, nabij Malta, te vertrekken. Naar verluidt, worden ook aanzienlijke hoeveelheden vliegtuigen geconcenteerd aan de kusten van Sicilië. Men beschouwt dit als een antwoord op het zenden van Britsche oorlogsschepen naar de Roode Zee. Het bericht, dat een deel van de Italiaan sche onderzee-vloot naar Sicilië zou zijn gezonden als antwoord op de versterking van de Britsche vloot in de Roode Zee wordt te Rome noch bevestigd, noch ont kend. In verband hiermede wordt opgemerkt, dat elke publicatie van legerberichten, wlke niet officieel zijn medegedeeld, ver boden is. Indien dus de Italiaansche re geering als antwoord op de Britsche maat regelen een vloot-demonstratie wilde hou den, dan zou zij geen enkele reden hebben deze vlootbeweging geheim te houden. Het gerucht ging te Bolzano aan den vooravond van den ministerraad; men zei- de toen, dat een aantal Italiaansche sche pen naar den ingaflg van het Suez-kanaal was gezonden. Dit zou gepubliceerd wor den in het communiqué van den minister raad doch dit is niet geschied en het com muniqué, dat bedoeld was om een einde te maken aan de Britsche onrust, liet geen maatregel als genoemde voorzien. Juist is evenwel dat zoowel de vloot als de lucht vloot gereed staan voor iedere mogelijk heid; vele vliegtuigen zijn geconcentreerd op Sicilië, dat dient als basis voor de vlieg tuigen, welke naar Oost-Afrika zullen ver trekken. Niets wijst er op, dat dit op iets anders betrekking heeft dan op den veldtocht in Abessinië. ABESSYNIE VERGOOT ZIJN PARAATHEID. Concentratie van troepenmassa's. In alle rust blijkt Abessynië den laatsten tijd ook zijn militaire paraatheid sterk te hebben vergroot. Groote troepenmassa's worden in de Noordelijke grensgebieden geconcentreerd. Naar schatting bedraagt daar de sterkte nadeelen van een gewapend conflict in Europa en dat het toch altijd beter is een Volkenbond te hebben, wiens plechtige overeenkomsten door de leden naar belie ven worden geschonden (dat betert metter tijd wel, zal men denken!) dan een Volken bond, wiens leden één voor één zijn weg- geloopen. 't Is een wat opportunistische redenee ring en fraai is ze niet; maar zij houdt ten minste rekening met de werkelijkheid en die is ook niet bepaald fraai. Non-interventie. De Volkenbond zal zich dus bepalen tot non-interventie, op de een of andere min of meer handige wijze gecamoufleerd. Wat non-interventie eigenlijk is, leert ons een versje van 100 jaar geleden, dat het „Hbld." afdrukt en dat als volgt luidt: „Staat uw buurmans huis in brand „En vraagt hij assistentie, „Zeg dan: buurman ik ga naar bed, „Zie dat gij u zelf maar redt, „Dat is: noninterventie." op zijn minst genomen, ongewoon. „En u vond dat voldoende?" vroeg de advocaat beleefd. „Neen", snauwde meneer Evans, waar op een onderdrukt gelach in de rechtzaal ontstond. „Stilte", donderde rechter Kent. „Na een proeftijd bleek Morgan intelli gent en betrouwbaar", vervolgde meneer, Evans, „en aangezien mijn kassier toen juist wegging, gaf ik Morgan die betrek king. Omdat hij echter geen schriftelijke aanbevelingen had, liet ik een oogje in 't zeil houden. De valsche boeking was den vijftienden 's avonds gemaakt, zooals hij mijzelf toegaf en het werd den zestienden 's morgens ontdekt." Na nog een paar onbelangrijke vragen was Meneer Evans' getuigenis geëindigd. Vóór hij echter weer ging zitten, gaf hij nog toe, dat Morgan tot volkomen tevre denheid gewerkt had, hetgeen een gemom pel van verbazing in de rechtzaal veroor zaakte, nogmaals gevolgd door een donde rend: „Stilte" van rechter Kent. De officier van justitie vroeg toen om het grootboek, waarin de valsche boeking gedaan was. Dit werd aan de jury en aan rechter Kent getoond. De advócaat van de bank gaf te kennen, dat hij een schriftkundige wilde aanwijzen om het handschrift van den verdachte vast te stellen, maar Jack son, die zich zelf verdedigde, vroeg met aandrang, een en ander over dit punt te mogen zeggen, hetgeen hem toegestaan werd. „'t Is niet noodig, om de behandeling van deze zaak te vertragen, door een ex pert aan te wijzen", zei hij rustig. „Ik geef toe, dat 't mijn eigen handschrift is, en dat ik de bewuste post heb uitgeschre ven." AUTOMAAT: ROLFILMS Breestraat 79 hoek Dief steeg Ontwikkelen en afdrukken voor Amateurs der Abessynische strijdkrachten thans 300.000 a 400.000 man en nog altijd duren de troepentransporten voort. Met koorts achtige haast worden door de troepen loop graven aangelegd. Tevens worden overal steenen muurtjes opgetrokken, ten einde daarop een eventueelen aanval van tanks te doen stranden. Ofschoon niet in denzelfden omvang als in het Noorden worden toch ook in het Zuiden alle voorbereidingen getroffen om een mogelijken opmarsch der Italianen uit Somaliland te kunnen keeren. Onder meer zijn in de provincie Ogaden achttien kleine forten gebouwd, waar de in het bergland gelegerde troepen met groote snelheid ge concenteerd kunnen worden. Eenzelfde voorzorgsmaatregel is in de provincie Ger- logoebi genomen. De garnizoenen van Djid- liga, Grlogoebi en Dagaboer zijn versterkt. Het moreel van den troep is uitstekend. Alle bevelen worden stipt uitgevoerd en de verplaatsing der afdeelingen voltrekt zich met groote snelheid. Munitie-schaarschte. Het eenige, waarover men zich ongerust maakt, is de schaarschte aan munitie. Be rekend naar het munitieverbruik in mo derne veldslagen, zooals die in den we reldoorlog werden geleverd, zouden de mu- nitie-voorrdane, waarover Abessynië be schikt, slechts voor drie dagen toereikend zijn. Men vraagt zich trouwens af, hoe men den aankoop van een milliard patro nen, die voor een oorlog van eenigen duur noodig zijn, zou kunnen betalen. In de om geving van den negus is men er evenwel van overtuigd, dat Abessynië zich gemak kelijker munitie zal kunnen verschaffen, wanneer de vijandelijkheden maar een maal geopend zijn. In geval van een oorlog zal de generale staf van het Abessynische leger vermoede lijk te Addis Abeba blijven. In gezaghebbende Abessynische kringen slinkt de hoop steeds meer, dat het con flict met Italië langs vredelievenden weg beslecht zal kunnen worden. Hoewel de bevolking haar kalmte bewaart, heeft het onlangs door de autoriteiten uitgevaar digde bevel, voorzorgsmaatregelen te tref fen tegen eventueele aanvallen uit de lucht, toch eenige ongerustheid verwekt. In kringen der regeering verwacht men evenwel geen onverhoedschen luchtaan val. Onderaardsche schuilplaatsen. Het eenige doelwit voor vijandelijke toe stellen acht men het paleis van den kei zer, waar men dan ook begonnen is met het inrichten van onderkomens. Ook de Duitsche legatie heeft een onder aardsche schuilplaats laten aanleggen, waar de vijftig leden der Duitsche kolo nie zich bij een luchtaanval in veiligheid kunnen stellen. Voor het eerst in de ge schiedenis zal vandaag te Addis Abeba een luchtafweeroefening worden gehouden, waaraan de geheele bevolking zal deelne men. Naar uit Port Said wordt gemeld, zijn heden aldaar de Italiaansche duikbooten „Ruggero Settimo" en „Luigi Settimo" aan gekomen; de beide oorlogsbodems bevin den zich op weg naar de Roode Zee. Mussoli had gistermiddag te Bolzano een onderhoud met zijn onderstaatssecretaris sen en met de chefs van den generalen staf der marineluchtmacht. Ook maarschalk Ballbo is intusschen te Bolzano gearriveerd. Rechter Kent had hem een gezicht zon der eenige uitdrukking toegekeerd, maar Jackson had levendige hoop in zijn oogen gezien. Thans leunde de rechter weer achterover in zijn stoel, en de lijnen om zijn mond werden streng en hard. Hij wendde zich tot den advocaat. „Gaat u voort", verzocht hij. Nadat de technische punten van de zaak behandeld waren, werden de beëedigde verklaringen van de procuratiehouder en den boekhouder afgelegd. Een vertegen woordiger van 't Evansville-botel legde de verkleuring af, dat er dien dag geen chèque van dit bedrag getrokken en geen geld door hem ontvangen was. De rechter wendde zich, nadat de advo caat had uitgesproken, langzaam tot zijn zoon. „Wilt u een van de getuigen een kruis verhoor doen ondergaan?" vroeg hij. Jackson schudde het hoofd. Hij kon eerst niet spreken, antwoordde toen: „Neen meneer." De advocaat van de bank sprong op. „Edelachtbare, ik zou den verdachte graag aan een kruisverhoor onderwer pen", zei hij. Rechter Kent boog toestemmend en Jack son werd naar de getuigenbank gevoerd. „U bekent", begon hij, „dat u een val sche post geboekt hebt?" „Ja" „U geeft ongetwijfeld ook toe, dat er vijfhonderd dollar te kort in kas was, af gescheiden van die boeking." „Zeker", antwoordde Jackson rustig. „Met andere woorden, u geeft toe, dat die boeking gemaakt is, om het tekort van de vijfhonderd dollar in kwestie, te dek ken?" „Ja." DUITSCHLAND. DE NIEUWE BISSCHOP VAN BERLIJN Door minister Kerrl beëedigd De nieuwe bisschop van Berlijn, dr. Konrad graaf von Preysing is gisteren door den rijksminister voor Kerkelijke Zaken, Kerrl. beëedigd. Bij de plechtigheid hield de nieuwe bis schop de volgende uitspraak: Ik heb mij hierheen begeven, ten einde alvorens mijn bisschoppelijke functie van het diocees Berlijn te aanvaarden, den eed af te leggen, die voorgeschreven is door het concordaat, hetwelk tusschen de rijksregeering en den Heiligen Stoel is ge sloten. De eed vereischt van mij de gelofte van trouw jegens het Duitsch rijk en het land Pruisen, vereischt van mij, dat de grond wettig gevormde regeering door mij en den aan mij ondergeschikten clerus wordt gerespecteerd en dat ik bij de uitoefening van mijn ambt zal trachten, elke schade te verhoeden, die het Duitsche staatsbestel zou kunnen bedreigen. Deze verplichtin gen, die ik onvoorwaardelijk moet bekrach tigen, spruiten voor mij voort uit de mo- reele wetten van mijn geloof. Ik bevestig ze uitdrukkelijk door mijn eed. Volgens de katholieke leer is de staat gegrondvest in het wezen van den men- schelijken aard, zoodat hij als zijnde door God gewild, door eiken katholiek behoort te worden erkend en gesteund. De autori teiten fungeeren krachtens volmacht en lasthebbing van God. Er is geen macht bui ten God, en die, welke bestaat, is Gods wege. „Door Mij regeeren de koningen en verordenen de wetgevers, wat recht is". Hoe dieper in den priester en het volk het geloof wortelt aan God, den Heer der schepping, des te stelliger zullen zij hun plichten tegenover den staat en het staats gezag vervullen. De bisschop zeide tenslotte zijn plicht te zullen vervullen tot welzijn en in het be lang van het Duitsche staatsbestel. Minister Kerrl zeide in zijn antwoord op deze toespraak o.a. het volgende: Als vertegenwoordiger van den Pruisi- schen premier heb ik met genoegen acte genomen van uw bereidwilligheid tot het afleggen van den eed van trouw, alvorens gij u belast met uw functie van bisschop van het katholieke diocees Berlijn. Waar u tot uiting brengt, dat de plichten welke gij door uwen eed bekrachtigt, diep in uw. geloof wortelen, sta ik op hetzelfde stand punt als gij, dat de vervulling der hoogste taak slechts dan met volle toewijding en van ganscher harte kan geschieden, wan neer zij uitgaat van de overtuiging, dat ons aardsche leven gewijd is aan moreele doeleinden, die eeuwig en niet van tijdelij- ken aard zijn. De eed van trouw, waarin het concordaat voorziet, beoogt, op plech tige wijze in het licht te stellen, dat het hier gaat om de aanvaarding van zulk een hoogste taak. Ook al is uw taak als bisschop der ka tholieke Kerk op het terrein der zielzorg gelegen, toch zijn de aan uw geestelijke leiding toevertrouwde menschen tevens Duitsche volksgenooten en burgers van den nationaal-socialistischen staat. De ver houdingen, welke hieruit voortspruiten, behoeven noch mogen op tegenstellingen neer te komen. Wij willen zonder schroom erkennen, dat desondanks op het oogenblik de verhou ding tusschen eKrk en Staat in zekere op zichten vertroebeld is. Ik zou er den na druk op willen leggen, aldus Kerrl, dat ik het juist als de taak der verantwoordelijke mannen in Kerk en Staat beschouw, aan deze vertroebeling een einde te maken door respect voor eikaars overtuiging en door vermijding van elke noodelooze scherpte. Wanneer gij met volledig begrip voor de eischen van dezen tijd bij uw clerus en uw diocesanen opkomt voor trouw aan den Führer en de door hem ingestelde autori teiten, 'dan kunt gij er van verzekerd zijn, dat de rijks- en de Pruisische regeering el- ken waarborg geven voor onbelemmerde beoefening van den godsdienst en dat zij zullen bewijzen, volledig begrip te hebben voor de behoeften der Kerk. Rechter Kent schoof nu zijn stoel heen en weer, en hield de hand tegen zijn voor hoofd, doch gaf geen ander teeken. „U hebt dus die post geboekt, om het te kort te dekken m.a.w. U hebt het geld ge nomen en den diefstal pogen te verbergen, door die valsche post." Jackson aarzelde een oogenblik. „Dat heb ik niet gezegd", antwoordde hij. De advocaat lachte ironisch. „De gevolg trekking ligt nog al voor de hand", merkte hij op. Jackson zag hem kalm aan. „Ik ben het niet me u eens", hernam hij, „als u een stuk goed in een gat van een pijp stopt, bewijst dat nog niet, dat u het gat in die pijp gemaakt hebt." Een oogenblik was er stilte in de zaal, even later gevolgd door een zacht gelach, toen de juistheid van de vergelijking tot de menigte doordrong. De advocaat beet op zijn lip. „Dat is schrander opgemerkt", gaf hij toe. „Het is ook niet mijn bedoeling te be wijzen, dat u niet schrander bent." Rechter Kent leunde vooroiver. „Wilt u uw opmerkingen tot de zaak zelve beper ken", klonk het rustig. De advocaat werd rood en behield blijk baar met moeite zijn kalmte. „Heel goed", viel hij scherp uit. „Ik zal u een heel eenvoudige vraag stellen." Eerst keek hij naar de jury en toen weer naar Jackson. „Hebt u die vijfhonderd dol lar genomen en in uw bezit gehouden?" „Die vraag kan ik niet beantwoorden." „Waarom niet?" De advocaat vuurde die vraag af, of 't een kogel was. Die vraag kan ik evenmin beantwoor den." (Word* vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 10