Stiloiojari b&rfx/d&ri!
"VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1935
UK LEIUSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 1
LAND- EN TUINBOUW
BOEKEN- EN TUINDERS-ONDERLINGE
AFD. L. T. B.
Bovengenoemde Instelling voor uitvoe
ring der Land- en Tuinbouw-Ongevallen
Wet hield op Woensdag 21 Augustus j.l.
haar Jaarvergadering in het gebouw „St.
Bavo", te Haarlem.
In deze zelfde vergadering werd behan
deld de jaarrekening der Afd. L. T. B. van
de „Bedrijfsziekenkas voor Land- en Tuin
bouw" voor uitvoering der Ziektewet, en
het verslag der „Diocesane Ziekte Onder
linge", eveneens gevestigd te Leiden.
De voorzitter, de heer P. Han, te Ouder
kerk a. d. Amstel, opende om circa 2 uur
op gewone wijze de vergadering, verwel
komde den heer G. J. Peters, hoofd-direc-
teur der Bedrijfsvereeniging te Den Haag,
en deelde tevens mede, dat de directeur, de
heer N. van Ommen ook dit jaar wegens
ongesteldheid de vergadering niet kon bij
wonen.
Alhoewel het vorig jaar de hoop werd
uitgesproken, dat herstel spoedig zou plaats
vinden, is dit niet zoo mogen zijn, doch
wij hebben het volle vertrouwen, dat de
directeur de volgende maal wederom ter
vergadering zal zijn.
Vervolgens herinnerde de voorzitter er
aan, dat in het begin van het jaar het 25-
jarig bestaan op bescheiden voet was ge
vierd, en hij bracht in deze vergadering
dank aan allen, die in die dagen blijk van
belangstelling hadden gegeven.
Intusschen kwam namens den „L. T. B."
de heer Aussems ter vergadering.
Hierna werden de notulen gelezen en on
veranderd goedgekeurd.
De balansen der „Boeren en Tuinders On
derlinge" en „Bedrijfsziekenkas voor Land
en Tuinbouw" over het jaar 1934 kwamen
thans aan de orde, en na enkele posten te
hebben toegelicht, werden ook deze onver
anderd goedgekeurd.
De looncijfers zijn vrijwel gelijk geble
ven aan die van het vorige jaar, terwijl ook
met de voorgestelde afrekening-cijfers ac-
coord kon worden gegaan.
Plet eind-afrekeningcijfer der premie-
klasen werd vastgesteld als volgt: Land
bouw en Veeteelt 1.60; Tuinbouwbedrij
ven 1.Bloembollenbedrijven 0.60, al
les per 100.jaarloon.
Voor de „Bedrijfsziekenkas voor Land
en Tuinbouw" werd de afrekening gesteld
op 1.80 per 100, jaarloon, dus gelijk
luidend aan de voorschot-premie.»-
De resultaten van het afgeloopen jaar
zijn gunstig, voral in verband met de
groote moeilijkheden, welke de land- en
tuinbouwende bevolking doormaken.
De looncijfers zijn nog steeds dalende, al
is dit niet meer van zooveel beteekenis als
eenige jaren geleden, terwijl het aantal on
gevallen over het afgeloopen jaar weder
om is toegenomen.
Bij de bestuursverkiezing bleek het vol
ste vertrouwen in de zittende leden, en
werden dan ook de heeren P. Han, te
Ouderkerk a. d. Amstel en J. J. Goeyen-
bier, te Poeldijk, benevens hun plaatsver
vangers met algemeene stemmen herko
zen.
Voor afgevaardigden naar de jaarverga
dering der Bedrijfsvereeniging in Den Haag
werden benoemd de plaatsvervangende
leden van het vorig jaar, n.l. de heeren J.
W. v. d. Berg, te Breezand, W. J. van Veen
te Veur en K. Wittenburg te Zwaag, ter
wijl als hun plaatsvervangers werden
aangewezen de heeren C. de Wit Pzn., te
Bovenkarspel, S. J. v. Steekelenburg te
Wateringen en W. J. Blom, te Zevenho
ven.
Na deze verkiezing kwam aan de orde
de Balans ets. der „Diocesane Ziekte On
derlinge" en ook deze werd na enkele toe
lichting onveranderd goedgekeurd, terwijl
de vergadering zich er tevens mede kon
vereenigen dat het voordeelig saldo bij de
reserve werd gevoegd.
Door den heer S. J. v. Steekelenburg
werd als lid der Fin. Commisie nog dank
gebracht voor de medewerking ten kan
tore ondervonden, terwijl er op werd ge
wezen op welke .overzichtelijke wijze de
administratie ten kantore is ingericht.
Als nieuw lid werd aan deze commissie
toegevoegd de heer A. J. van Ruyven, te
Rijswijk (Z.-H.). Bij de rondvraag werden
eenige vragen gesteld, welke naar genoe
gen werden beantwoord.
De voorzitter sloot hierna onder dank
zegging de vergadering.
huldiging door onze stamverwanten in Zuid-
Afrika en na een reis dwars door den Indi-
schen Oceaan de enthousiaste ontvangst in
Soerabaja is, met medewerking van com
mandant D. C. M. Hetterschij en prachtige
foto's van den oudsten officier M .S. Wyte-
ma, vastgelegd in dit album. Vice-admiraal
J. de Graaf schreef ear een voorwoord in.
Een treffende 'herinnering en hulde aan
de dapperen van de K XVIII!
Gros VOOR NIEUWKOOP EN
NOORDEN.
Verschenen is een geillustreerde gids
voor de dorpen Nieuwkoop en Noorden.
De burgemeester, de heer P. M. M. van der
Weijden, schrijft daarin een voorwoord,
waarin hij er op wijst, dat deze gids samen
gesteld is met het doel, Noorden en Nieuw
koop in den vreemde meer bekendheid te
geven en den vreemdeling uit te noodigen
tot kennismaking. Nieuwkoop er Noorden
zijn een kennismaking ook meer dan
waard om hun interessante geschiedenis,
voornamelijk en in het bijzonder echter om
hun onovertroffen natuurschoon en schit
terende gelegenheid voor watersport.
Met den burgemeester hopen wij, dat het
gestelde doel bereikt wordt en aldus weer
eenige aandacht meer aan de schoonheid
van eigen land besteed wordt.
De gids bevat een geschiedkundig over
zicht, een beschrijving van natuurschoon
en aantrekkelijkheden en voorts uitvoerige
bijzonderheden over de dorpen en gemeen
telijke instellingen.
VAN M'N BOEKENTAFEL
DE WERELDREIS VAN DE K. 18.
Nauwelijks heeft de kranige Nederland-
sche ónderzeeboot onder bevel van corn-
mandant Hetterschij zijn beroemde vijf we-
relddeelen-tocht volbracht, of reeds is er
een album verschenen, geheel gewijd aan
deze acht-maandsche reis.
Het keurig uitgevoerde alburn is ver
schenen bij de N.V. Handelsdrukkerij Hol-
dert en Co. te Amsterdam en beschrijft in
woord en beeld de bijzonderheden van deze
prachtreis.
Op 14 November 1934 is het kleine bootje,
met 35 koppen bemand, van Nieuwediep
vertrokken, stoomde langs de Europeesche
kust naar de Kaap Verdische eilanden en
wachtte daar allereerst op de „Snip" van
de K.L.M., die op 15 December van Schip
hol vertrokken was voor de Kerstvlucht
naar West-Indië. Midden op den Atlanti-
schen Oceaan hebben de beide vertegen
woordigers van Nederlandschen durf
's nachts voeling met elkaar gekregen....
maar elkaar niet gezien. Toen ging de groo
te vogel door naar Amerika en keerde de
kleine boot terug naar Afrika, om kort
daarop denzelfden Oceaan te doorklieven
naar Zuid-Amerika.
Het vlagvertoon in de havens van Bra
zilië, Uruguay en Argentinië, het treffende
bezoek aan Tristan del Cunha, het verlaten
eiland midden in. den Oceaan, de grootsche
INGEZONDEN STUKKEN
LANDBOUWGRIEVEN.
Zoeterwoude, 21 Aug. 1935.
Geachte Redactie.
Waar ik zie, dat u af en toe in uw blad
voor uw lezers wat plaatsruimte reserveert,
waarin zij hun hart eens kunnen luchten,
zoo zou ik gaarne van uw welwillendheid
gebruik maken.
Als buitenmensch bespreek ik eerst de
hypotheekkwestie, die de belangstelling
heeft wel van ai uw lezers; tevens koppel
ik daaraan vast de lasten door de overheid
opgelegd.
Als onze Minister-President dr. H. Colijn
in zijn radiorede van recenten datum aan
maant tot rust en kalmte, moet hij zich be
wust zijn, dat hij een verantwoordelijkheid
op zich laadt tegenover de bonafide hypo
theekgevers! Deze toch, gehoor gevende en
als goede Nederlanders zich gedragende
naar den wensoh der regeering, blijven rus
tig en drijven hun geldnemers niet uit hun
woonstee, zij staan renteverlaging toe, ge
ven uitstel van aflossing, derven dus in
komsten en handelen naar dë wensch der
regeering, zonder dat zij daartoe aanspo
ring noodig hebben.
Hoe behandelt daar tegenover de over
heid hen?
Ter zekerheid voor het door hen geleen
de geld hebben zij hypotheek op huizen of
land en deze zekerheid heeft praktisch al
leen dan waarde, wanneer er opbrengst is.
Belast nu de overheid dusdanig de eigen
dommen der hypotheeknemers, dat prac-
tisch alle opbrengst voor de overheid is,
zoo is vrijwel ook de zekerheid waarde
loos.
Doordat b.v. door de ramp der werkloos
heid de gemeenten gebukt gaan onder de
steunuitkeeringen, zoeken deze op allerlei
wijze, evenals het Rijk, naar een manier,
waarop de citroen nog verder kan worden
uitgeperst. Waar dit systeem reeds geleid
heeft tot beperking van de autonomie der
gemeenten, zoo zoeken deze steeds naar
nieuwe belastingen zooals b.v. voor vele
buitengemeenten weer de nieuwe straat
belasting. Wat doet nu de overheid?
Het veehoudersbedrijf, de tuinderij, de
kweekerij, kortom alles wat buiten op het
land leeft, is noodlijdend, kan toch al niet
aan zijn verplichtingen voldoen en de over
heid legt hier wederom nieuwe lasten bij,
die niet uit het inkomen doch uit het laat
ste restje vermogen moeten worden be
taald.
Tot rust en kalmte maant de hoogste
overheid aan; intusschen zuigen de poliep-
armen der lagere organen, zooals van ge
meente en provincie en waterschappen, en
wordt ons grondbézit waardeloos door de
lasten opgelegd door de overheid.
Wat moest men volgens schrijver dan
doen, hoor ik den lezer mompelen, er moet
toch geld zijn voor de uitkeerimg aan de
werkloozen, en voor de bestrijding der kos
ten der openbare diensten?
Mijn meening daaromtrent is volgende;
Men mag het nationaal vermogen, hier
mede bedoel ik, het vermogen der kleine
bezitter, dat in onzen nationalen bodem ge
stoken is of als hypotheek daarop is geves
tigd, niet opteren; de overheid begaat een
groote misdaad als zij dit systeem laat
voortgaan, het zal de energie onzer platte
landbewoners verlammen, het platteland-
crediet vermoorden en daardoor nog groo-
ter werkloosheid teweeg brengen.
Wat de hoogste overheid moet doen?
Men beperke de autonomie der gemeen
ten, de overheid schrijve voor hoe duur
de kosten eener gemeentehuishouding moge
zijn gerekend per inwoners en evenals een
huisvrouw heeft rond te komen met haar
huishoudgeld, zoo heeft ook de gemeente
te zorgen, dat zij rondkomt. Kan zij dit niet,
welnu dan voor zulk een gemeente een toe
ziende voogd die b.v. voor een jaar vol
macht heeft, verondersteld worde, dat de
wetgever zijn taak verstaat. Men voege
meerdere gemeenten tesamen, zoodat de sa
larissen der hoogste overheidpersonen min
der zwaar drukken, zoo ook der diensten.
Kortom men neme dus van bovenaf radi
caal zonder te ontzien maatregelen, doet
men dit niet, zoo gaan wij ten gronde on
danks aanmaningen tot rust en kalmte en
zien de hypotheekgevers dat de staat hun
onderpand onteigend terwijl ook de hypo-
tezknemer zijn kans op de toekomst verke
ken is. Komt de overheid te kort, welnu
dan verhale men het op het inkomen en
wel progressief.
Waarom is dit te prefereeren boven alle
mogelijke andere belastingen, zoo als ver
hoogde grondlasten en straatlasten?
Dit is daarom boven laatstgenoemden te
prefereeren, doordat bij een zwaardere in
komstenbelasting, de belasting tenminste
betaald wordt uit de verdienste, terwij] bij
laatstgenoemden betaald wordt uit bezit
wat zooals ten platte lande feitelijk al geen
bezit meer is, doordat het bezit geen op
brengst vermogen meer heeft.
Men bereikt hierdoor ook, dat tenminste
meebetaalt de internationalist, ik bedoel
hiermede, die Nederlanders, die him geld
niet beschikbaar stellen als hypotheek op
onzen vaderlandschen bodem of voor v/ier
geld onze vaderlandsche bodem niet zeker
of productief genoeg is.
He Rijk zij de eenige belastin gheffer, zij
keere de Gemeenten uit. De gemeente moet
niet bevoegd zijn zelf ook maar iets te hef
fen.
Wat zou men hiermede bereiken?
Volgens mijn meening het volgende:
1. Rust en kalmte der hypotheekgevers,
immers niet zoozeer de vrees voor een lage
re rente of een uitstel van aflossing maakt
hen bang; wel echter de vrees voor hun
kapitaal.
2. de kleine belegger, dus de nijvere
mensch, die geploeterd heeft en die in te
genstelling met de groote internationalist,
zijn geld heeft durven beleggen in onze va
derlandsche bodem waardoor veehouder,
tuinder en arbeider zijn brood konden ver
dienen, beschermt men.
3. de belasting wordt betaald uit inko
men, dus drukt juister en rechtvaardiger
naarmate zij sterker progressief geheven
wordt. Aan de behoeften der mensch zijn
immers grenzen. Daarom sterker progres
sief boven een bepaalde grens; er moet nu
eenmaal geld zijn.
4. het geschokte vertrouwen, geschokt
door dé maatregelen der overheid, keere
terug en de gespannen verhoudingen tus-
schen geldnemer en geldgever zullen wor
den rustiger, immers beiden hebben be
lang tot beter tijden vol te houden, beiden
zullen zich offers getroosten.
Wat het gezag ondermijnt en onze volks
geest verpest:
Mijnheer de Redacteur, toch aan het
schrijven zijnde, verzoek ik ook opname van
het volgende:
Wat volgens mijn meening onze platte
landsbevolking moreel ten gronde doet
gaan en de laatste physieke kracht weg
zuigt zijn de Crisisinstellingen.
Alhoewel ingesteld voor den boer en dus
ook ten doel door den boer ook den plat-
t elands oh arbeider te helpen, zijn zij gewor
den instellingen die parasiteeren ten koste
van belanghebbenden en ongewild de volks
geest verpesten. Hoe goed ook door een Re
geering bedoeld, de uitwerking der maat
regelen heeft geen direct effect. Belangheb
benden worden door allerlei bureaucrati
sche crisiskoninkjes geterroriseerd, hooren
van allerlei fraudes en bevoordeeling van
adviseurs en vriendjes, voelen dagelijks de
terreur van ondeskundige controleurs en
ambtenaartjes, die zich doen voelen tegen
over belanghebbenden en dikwijls een
standpunt innemen of belanghebbenden
voor hen en niet zij in dienst zijn voor be
langhebbenden. De menschen worden
schuw, bang en zijn verplicht te fraiudee-
ren, willen zij blijven bestaan. De uitwer
king der maatregelen dezer Crisisinstellin
gen is funest en vermoordt onzen gezonden
volksgeest.
Wat moet de Regeering doen? Er moet
toch steun zijn voor den boer en tuinder?
De overheid neme, volgens mij, alleen
die maatregelen, welke niet direct ingrij
pen en waarover zij met haar oude bestaan
de beproefde ambtenaren-apparaat contro
le heeft. B.v.: Wil men naar meer land
bouw en minder veeteelt, welnu: men heffe
zooveel op granen die binnenkomen, dat
de landbouw loanend worde. Uit dit geld
geve men aan die veehouder die grasland
scheuren wil een dusdanige premie, dat hij
zijn bedrijf kan omzetten. Men controleere
dit zuiver administratief of per hectare en
grijpe niet direct in het bedrijf. Men geve
ook steun niet op het product doch per
hectare, is eenvoudiger en eischt minder
controle. Zoo ook met zuivel en varkens.
Men behoude alleen die markten waar
heen men loonend kan exporteeren. doch
experimenteere niet zooals b.v. met onze
boter en bacon is gedaan. Men voere geen
ersatz-vetten in, als ipen zelf het zuivere
product heeft, men belaste eenvoudig de
grondstof voor de margarine bij binnen
komen dusdanig, dat de consument in het
binnenland natuurboter eet. Daarbij kan
men totaal vrijlaten datgene, wat hier ver
werkt wordt en weer wordt geëxporteerd.
Men voere een scherpe actieve handels
politiek, waarbij belanghebbenden bij de
onderhandelingen alleen adviseeren, en
koope daar waar van ons gekocht wordt.
Juist dit wege men precies af en late geen
politieke overwegingen gelden boven de
zuiver economische.
Mijnheer de Redacteur, meer wil ik niet
van uw plaatsruimte vergen, doch dit wil
ik nog zeggen, dat, alhoewel ik mij niet
vlei met de hoop, dat dit schrijven door den
nieuwen Minister van Landbouw, dr.
Deckers, gelezen zal worden, ik toch hoop,
dat deze speciaal wat betreft die Crisisin
stellingen, een gezonder politiek zal volgen
als tot dusverre gedaan is en in de toe
komst alleen maatregelen zullen worden
genomen, nadat eerst goed is overwogen of
zij in overeenstemming te brengen zijn met
het gezonde rechtsgevoel van ons Neder
landers en hij een einde make aan die Cri-
sisbureaux, welke nu koopman spelen en
zaken doen en als groote opgezwollen polie
pen parasiteeren op de groepen ingescha
kelde belanghebbenden. Zijn die Crisis-
bureaux noodig, welnu onnoodig is, dat zij
koopman spelen, terwijl de gemeenschap
de consequentie heeft te dragen.
A b o n n
Moderne Nomaden.
(Slot).
Hoe dichter we bij huis kwamen, hoe
meer we er naar verlangden, met gevolg,
dat we hoe langer hoe meer kilometers
per dag af gingen leggen. Hetgeen ook met
het oog op onze financiën beter was! In
Mainz bereikten we den Rijn, hier werden
de laatste hooge „heuveltjes" (want voor
ons beteekende dat feitelijk niet veel
meer) genomen. We moesten nog éénmaal
tot 204 meter stijgen en daarna zouden we
steeds dalen. Van de Rijn was veel ver
teld; en we hadden er ons dan ook veel van
voorgesteld. Maarmisschien kwam het,
omdat we teveel moois gezien hadden, de
Rijn viel ons gruwelijk tegen. Aan beide
oevers van den Rijn liepen een paar spoor
banen, diie 't aanblik zoo verknoeiden,dat
er van het mooie landschap niet veel over
bleef.
Bij Koblenz zochten we een kampeer
plaats op. Het was tamelijk laat voordat
we ons in de tent rolden. Den volgenden
dag stapten we weer frisch op de fiets en
zakten verder de Rijn af. Het was een vrij
saai stuk, en de eenige bijzonderheid was
dat we nu ook wel honderden kameraad-
trekkers zagen. De dom van Keulen heb
ben we natuurlijk ook met een bezoek
vereerd. Op het Post Restante verwacht
ten we geld, maar het was Zondag, dus
was het postkantoor gesloten, en om zoo
vlak bij Nederland een dag daarvoor te
verliezen, daarin hadden we geen zin. We
kochten toen maar eenige postkaarten om
naar huis te schrijven wanneer we thuis
zouden komen en gingen die op het post
kantoor schrijven. Het geluk zat ons zeker
mee! want een postbeambte die waarschijn
lijk onze moeilijkheden zag, kwam op ons
toe en hielp ons 't geld te ktrijgen. Zoo
waren we dus weer ,,'t ventje" en kon
den we met goed fatsoen weer een kon-
ditorei binnen stappen, waar we ons de
„Pfluamentarten" goed lieten smaken. Die
zelfden dag, na nog van een van die prach
tige „Autostrassen" te hebben genoten,
kampeerden we in een bosch voor Düssel-
dorf. Toen kwamen we door die Duitsche
fabrieksstreken, waar we zwart uit kwa
men, en het brood, bang voor kolengruis
niet durfden te eten. We waren wat blij
die dag de Hollandsche grens te berei
ken. In Holland hadden we het geluk bij
onbekende bekenden van ons een uitste
kend onderdak te vinden. Daar kregen we
voor het eerst na ons verlaten uit Holland
een stevige maaltijd. En dat we het ons
goed lieten smaken! Dat behoeven we niet
te vertellen. De menschen waren uiterst
vriendelijk. Toen we vroegen of we onze
tent in den tuin op mochten slaan, boden
ze ons direct vier bedden aan, waarop we
dien nacht heerlijk sliepen. Den volgen
den ochtend hadden we een ontbijt van
versche cadetjes met Hollandsche beleg
ging. Een ontvangst ir. Holland om nooit
te vergeten! Goed uitgerust reden we over
de bekende Hollandsche wegen. Bij Scher-
penzeel maakte een van ons nog een flin
ke smak, en dreigde in 't gezicht van de
haven te stranden. Gelukkig konden we
met de tenthamer de fiets nog zoodanig in
z'n fatsoen brengen, dat hij Leiden nog
kon bereiken. Wat hebben we geraced het
laatste' stuk, waaraan, zooals altijd geen
einde scheen te komen. We hadden onzen
tocht volbracht en kaarten na over al wat
we hebben meegemaakt. Telkens schieten
ons weer wederwaardigheden in gedachten,
die we vergeten hebben te vermelden,
hoewel ze toch wel de moeite waard waren.
Zoo zouden we eens een nieuw recept pro-
beeren. We aten dikwijls rijst met suiker.
Een van ons kreeg de gedachte aan rijst
met kerry. Nu dit konden we ook wel eens
maken. We hadden maggieblokjes bij ons,
draaiden we die er door heen, dan zou het
er wel op lijken. Onze kok echter in zijn
verstrooidheid, gooide er suiker in, terwijl
de anderen er ijverig even later bouillon
blokjes door deden. Hoe de rijst smaakte
laat zich licht, begrijpen. We aten ervan
omdat 't voedzaam was, maar rijst met
kerry hebben we maar niet meer gemaakt!
Een andere keer boften .we ontzettend.
In een hotel maakten we het mee, dat
onze gastheer niet goed kon rekenen. Hij
verstond het om van 28 lire plus 23 lire
46 lire te maken. Hij zal wel niet veel aan
ons verdiend hebben, want konden we
niet al het brood bij de soep verwerken,
dan staken we het restje in noze zak. In
dat opzicht waren we echte Nomaden!
In Treviso, toen we verklaarden, dat we
alle studenten waren, daar we niet wisten
wat verschillende termen in het Ita-
liaansch waren, en babbelden van „den-
tiste, medicina, geographice en advocato".
Maar de menschen dachten dieper na als
wij, en toen ze medecina hoorden, kwamen
ze met een ziek kindje aandragen, wat
buikpijn had. Nu, daar wisten we wel een
middeltje op: Melk met suiker helpt altijd
en schaadt nooit. Een stukje chocolade
doet ieder klein kind zwijgen. Toen dit
verholpen was kwam er een echter met
een steenpuist en met een open been aan.
Enfin: Jodium is goed voor alles. Of het
geholpen heeft???
Als Hollanders werden we overal met
graagte ontvangen. Het vlaggetje, met
Holland erop, deed in deze wonderen. Zoo
gauw ze dat zagen, konden we alles ge
daan krijgen: kregen boter, melk, eieren,
etc. en mochten soms nog in een hooi
schuur slapen ook. Maar eens, o schande,
toen ons gevraagd werd in de Dolomieten
„Wo kommen sie denn her?, zeiden wij
„Holland" En hierop was het antwoord een
open mond. Ten leste schoot het deze on
wetende te binnen, dat „er boven" in de
buurt van Denemarkten nog zoo iets moest
liggen! Daar gingen wij Hollanders met
ons lef nou!
Zoo maakten we van alles mee. Blij wa
ren we toen we na 29 dagen die driedui
zend kilometer afgetrapt hadden, maar
het zal een groote moeilijkheid zijn, het
volgend jaar een reis te vinden, diie mooier
en pleizieriger zal zijn!
JOOP v. ELZEN.
AD v. DONGEN.
WIM v. OMMEN.
RUDY VREEBURG.
BEHOUDENS GERINGE KANS OP
LICHTE STORING BLIJFT HET
WEER MOOI.
Het zeer merkwaardige geval heeft zich
voorgedaan, dat 1.1. Zondag over een deel
van Zuid-Holland en voornamelijk boven
en nabij Den Haag een zwaar onweer met
een wolkbreuk is losgebarsten en zooveel
regen viel, dat het hemelwater niet snel ge
noeg kon worden afgevoerd, zoodat zich
een watervloed vormde. Dit verschijnsel is
des te merkwaardiger omdat voor en na
het weer buitengewoon droog is geweest en
op het onweer geen verstoring van het
mooie zomerweer is gevolgd. Het onweer
was geheel plaatselijk en stond als me
teorologisch verschijnsel geheel geïsoleerd
in een tijdperk van zeer stabiel, droog weer.
Sedert dien dag is de algemeene weers-
toestand nog beter geworden. Doordat het
gebied van hoogen druk, dat aanvankelijk
zyn zwaartepunt in het Zuidwesten van
Europa had, in de tweede helft der week
zich over Noordoost-Europa uitbreidde en
zich ook over het Oosten ontwikkelde, trad
een droge Zuidoostelijke luchtstrooming in
de plaats van de vochtige Noordwestelijke,
waardoor het weer niet alleen veel droger,
inaar tegelijk veel warmer werd. Donder
dag was de algemeene weerstoestand over
Europa, behalve over het uiterste Westen,
zeer stabiel en bijzonder gunstig, zoodat, als
de toen heerschende luchtdrukverdeeling
behouden blijft, het weer nog eenige dagen
mooi en warm kan blijven.
Het is intusschen minder zeker gewor
den, dat deze luchtdrukverdeeling niet
eenige wijziging ten nadeele van West-
Europa zal komen. Een vrij diepe en actieve
depressie, die in het Westen over den
Oceaan was verschenen, komt in elk ge
val dichter bij. Zij deed reeds Donderdag
den barometer bij ons dalen. Ook in het
Zuiden is de weerstoestand niet geheel be
trouwbaar terwijl de sterk gestegen tem
peratuur een derde factor is, die eenige kan
sen op verstoring van het mooie weer in
zich bergt. Geheel zonder invloed op het
weer zal de voorbijtrekkende depressie niet
'blijven maar in aanmerking genomen de
groote stabiliteit van het pas gevormde
gebied van hoogen druk en de sterke ten
dens tot herstel van den vasten weerstoe
stand na elke storing zal het mooie weer
zich na een toenemende bewolking aan het
einde der week, wellicht na eenigen regen,
weer spoedig herstellen. Afgescheiden hier
van kunnen, vooral in het Zuiden des lands,
locale warmte-onweders tot ontwikkeling
komen. Over het geheeel week-end be
schouwd zal het weer in hoofdzaak nog
mooi en warm blijven.
(Nadruk verboden).
KERKNIEUWS
PATER HONORATUS CAMINADA.
De toestand van den hoogeerwaarden pa
ter Provinciaal der Minderbroeders Fran
ciscanen blyft zorgwekkend.
Toch blijven de geneesheeren goede hoop
koesteren omtrent den afloop.
De laatste dagen trad een geringe ver
betering in. „Msb."
MGR. A. VAN VELSEN.
Dubbel jubileum.
Naar men ons van de zijde van het K.I.B.
te Den Haag herinnerde, hoopt Z. H. Exc.
Mgr. A. P. F. van Velsen S.J., oud-aposto
lisch vicaris van Batavia, thans verblijven
de in het St. Ignatius College aan de Hob-
•bemakade te Amsterdam, den 7den en
26sten September resp. zijn veertig-jarig
priesterfeest en vijftig-jarig kloosterjubi
leum te herdenken.
Het zal den beminden bisschop op deze
dagen van de zijde der in Nederland ver
toevende, uit het vicariaat van Batavia af
komstige, katholieken zeker niet aan be
langstelling ontbreken.
RECHTZAKEN
INBRAAK IN EEN KAPEL.
De vacantiekamer van de Roermondsche
recht rechtbank heeft gisteren de arbeiders
P. J. S., 26 jaar, wonende te Thorn en J. J.
H., 36 jaar, uit Beek, gedetineerd, wegens
de in den nacht van 3 op 4 April j.l. in de
Mariakapel te Thorn gepleegde inbraken,
elk tot een jaar gevangenisstraf veroor
deeld; de eisch was 2 jaar.
De gedetineerde H. V. uit Maastricht werd
wegens medeplichtigheid en heling veroor
deeld tot zes maanden gevangenisstraf. De
eisch was 2 jaar.