UIN5DAG 20 AUGUSTUS 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
Het jeugdvraagstuk in
de Ver. Staten
N(ational) Y(outh)
A(dministation).
Wat Roosevelt wiL
De jeugd m nood!
Het is opmerkelijk hoeveel er in den
loop der laatste maanden en jaren is ge
schreven over de jeugd en hoe deze meer
en meer bewust wordt van den ernst der
sociale vraagstukken. En dit is dubbel waar
voor de Vereen igde Staten.
De economische inzinking, die als het
einde was van een schoon sprookje, en de
werkloosheid, die in de Vereenigde Staten
nijpender is dan ergens anders ter wereld,
hebben die ontwikkeling in de hand ge
werkt. Er is een andere geest in de jeugd
gevaren, niet enkel in de arbeidende jeugd,
maar ook onder de studenten. De tijd dat
de onbezorgde jeugd, die zich van de maat
schappelijke vraagstukken weinig of niets
aantrok, geheel in eigen kring en eigen
belangen opging, is onherroepelijk voorbij.
Sedert de laatste jaren is er in de Ame-
rikaansche studentenwereld een veel rui
mere belangstelling voor de sociale en eco
nomische vraagstukken ontstaan. De cur
sussen in deze vakken loopen telkens vol en
in kleinere groepen worden de lessen druk
besproken. En het bleef niet bij spreken
en debatteeren alleen. Men denke slechts
aan de vredes-stakingen, aan het boycott
van de Hearst-pers, aan de deelname der
studenten aan de werkloozen-betoogingen
en de belangstelling voor de opkomende
vakbeweging.
De berichten over de arbeidende of
werkzoekende jeugd daarentegen zijn af
wisselend verschillend. Wat heeft men al
niet aan de Amerikaansche jeugd toege
schreven! Het is echter verkeerd den toe
stand al te duister, al te pessimistisch te
zien. De jonge merechen in de Vereenigde
Staten zoeken naar een oplossing van hun
moeilijkheden. Zeker de criminaliteit on
der de jeugd in Amerika is sedert de crisis
en, laat het ons ronduit zeggen, door de
crisis toegenomen, doch, zoo merkt de
„Christian Science Monitor" op, men moet
eerder verbaasd staan dat de jeugd nog zoo
degelijk is gebleven. Hoewel moedeloos
heid zich wel eens van de jeugdige werk-
loozen meester maakt, blijven de meesten
toch zelden bij de pakken neerzitten.
De jeugd heeft in Roosevelt een vriend
gevonden, die om hare belangen zeer be
zorgd is. Zonder dat hij daarover van tevo
ren heeft uitgeweid, is hij plotseling met
een uitgewerkt plan ten behoeve van de
jeugd op de proppen gekomen. En hij houdt
hierbij in de eerste plaats rekening met
de wenschen van de jeugd, maar ook met
de rechtmatige eischen van talrijke socio
logen en jeugdleiders.
Het nieuwe regeeringsplan is niet de
eerste hulp die aan de jeugdige werkloo-
zen van staatwege wordt geboden. Het zeer
bekende, zoo niet beroemde „Civilian Con
servation Corps" dat reeds maanden be
staat, heeft weinig critiek uitgelokt.
Het is bestemd voor' jonge mannen van
18 tot 25 jaar en staat gelijk met hetgeen
wij in Europa arbeidskampen noemen. Het
heeft in enkele maanden tijds heel wat jon-
gemenschen, wier aantal nog tot 600.000
zal worden uitgebreid, aan een voor het
land nuttige bezigheid geholpen en hen te
gelijkertijd van de straat gehouden, waar
ze op den duur wellicht verkeerd zouden
zijn terecht gekomen.
Dit „corps" wordt ook wel eens „Roose-
velts Forest Army" genoemd, hoewel het
niet uitsluitend in de bosschen werk
zaam is.
Men behoeft niet ver te reizen langs de
groote verkeerswegen om een wgewijzer te
zien staan naar een der arbeidskampen,
waarvan er duizenden over het land ver
spreid zijn.
De jongens ontvangen er behalve een
nuttige bezigheid ook herhalings-onderwijs
en vakcursussenzij krijgen voeding en
huisvesting en bovendien nog een klein
bedrag in geld.
Het laatste nieuwtje is een tooneelgezel-
schap, dat uit werklooze tooneelspelers be
staat, die tooneelvoorstellingen geven. Om
dat het toezicht over de kampen door leger
officieren geschiedt en heel de organisatie,
vooral wat de voeding en de huisvesting
betreft, door het ministerie van Oorlog ge
leid wordt, is men in sommige kringen bang
dat de staat een militairiseering van de
jeugd op het oog heeft.
Naar aanleiding van deze kritiek merkte
Generaal Douglas Arthur op: „Alhoewel de
kampen door militairen worden beheerd,
blijft het „Civilian Conservation Corps"
absoluut een burgerlijke organisatie'.'.
Naast deze arbeidskampen tellen de Ver
eenigde Staten ook nog zoogenaamde
„Transients-camps" die vooral in het Wes
ten gelegen zijn. Deze eigenaardige fede
rale instellingen zijn ingericht ten behoeve
van de jeugdige trekkers, die, in groepjes
het land doortrekken. Deze kampen zijn te
onderscheiden van de „vreemdelingen bu
reaux" in de steden. De zwervers ontvan
gen slechts voedsel en huisvesting indien ze
daarvoor willen werken.
Het zijn niet alleen landloopers, die in
deze kampen worden ondergebracht, maar
meestal jongens die van huis zijn wegge-
loopen om aan hun zucht naar avonturen
te kunnen voldoen.
Het nieuwe programma van Roosevelt is
buitengewoon veel omvattend.
Op de eerste plaats tracht het al de re-
geeringsmaatregelen ten voordeele van de
jeugd te vereenigen ondr een departement:
De National Youth Administration of
N. Y. A.
In den raad van beheer hebben zitting
vertegenwoordigers van de arbeiders, mid
denstanders, landbouwers, paedagogen en
tenslotte ook jeugdleiders.
Het plan beoogt hulp en werk te ver-
BUITENLAND
Het Abessijnsche conflict.
NA HET FIASCO VAN PARUS
Beraad te Londen
De Britsche minister van buitenlandsche
zaken, sir Samuel Hoare, die te Norfolk,
waar hij eenige dagen vertoefde, in gere
gelde telefonische verbinding stond met
Baldwin en Mac Donald, is gisteravond te
Londen aangekomen, waar hij onmiddel
lijk een onderhoud had met Eden, die per
vliegtuig naar Engeland terugkeerde en
gisteravond omstreeks 9 uur op Croydon
arriveerde.
Hoare en Eden zullen hun collega's van
den stand van zaken op de hoogte bren
gen. Van den aard van dit rapport zal
het afhangen, tegen welken datum het
kabinet zal worden bijeen geroepen,
waaromtrent Baldwin een beslissing zal
hebben te nemen.
De drie voornaamste kwesties, waar
voor de beide ministers zich gesteld zien,
zyn: het embargo op den uitvoer van wa
pens naar Abessynië en Italië, de bescher
ming van de Britsche legatie te Addis
Abeba, en tenslotte de versterking der
troepen, welke in de Britsche koloniën, die
aan Abessynië grenzen, liggen.
Bovendien moeten twee vragen van nog
veel ernstiger strekking worden bestu
deerd, en wel ten eerste de EngelschIta-
liaansche betrekkingen, en ten tweede de
politiek, die te Genève in de zitting van
den volkenbondsraad moet worden ge
volgd.
Het Britsche wapen-embargo was slechts
een middel om een gunstiger sfeer voor
de onderhandelingen te scheppen.
De diplomatieke correspondent van Reu
ter acht het thans mogelijk dat de kwes
tie van den wapen-uitvoer opnieuw zal
worden bestudeerd.
Reeds zijn voorloopige maatregelen ge
nomen, om een speciale kabinetszitting
bijeen te roepen, vermoedelijk over 10
dagen.
De „Times" critiseert de weinig hoffe
lijke behandeling, welke Mussolini Frank
rijk en Engeland op de Parijsche confe
rentie ten deel heeft laten vallen en zegt,
„dat de ernst der Italiaansche beslissing
niet kan worden overdreven.
De eerzucht van Mussolini gaat ver uit
boven alles, wat Abessynië zou kunnen
aannemen of de volkenbond zou kunnen
toestaan. Van de voorgenomen diplomatie
ke besprekingen mag men niet veel ver
wachten. Een direct conflict tusschen Ita
lië en den volkenbond schijnt onvermijde
lijk".
Een dreigend gevaar
De mislukking der drie-mogendheden-
conferentie te Parijs wordt door regeerings-
kringen te Washington beschouwd als een
buitengewoon belangrijk gevaar en als een
dreigende gebeurtenis.
Cordell Huil, de Amerikaansche minis
ter van buitenlandsche zaken, heeft de be
richten tegengesproken volgens welke de
Britsche regeering door bemiddeling van
Eden den Amerikaanschen zaakgelastigde
te Parijs uitgenoodigd zou hebben deel te
nemen aan de beraadslagingen te Genève
over de mogelijkheid tot het vermijden
van overleg tusschen Italië en Abessinië.
Japanse he belangstelling
In Japansche kringen te Addis Abeba
verklaart men, dat Japan de onderhande
lingen te Parijs zeer aandachtig heeft ge
volgd.
In gevol van een oorlog zou Japan zich
waarschijnlijk niet tot een protest in Rome
beperken.
Men is, volgens deze verklaring, ook be
reid Abbessynië een leening te verstrekken
wanneer dit land er om zou vragen, het
geen tot nu toe niet is geschied.
De keizer houdt dag en nacht beraad
slagingen, waaraan door de ministers zoo
wel als door de buitenlandsche raadslieden
en militairen wordt deelgenomen.
MUSSOLINI MOEDIGT ZIJN
TROEPEN AAN
„Wij rusten niet voor wij een fascistisch
imperium hebben voltooid
Mussolini inspecteerde, zooals reeds in 't
kort gemeld, de divisie „28 October", wel
ke genoemd is naar den datum van den
opmarsch naar Rome. In zijn toespraak tot
de zwarthemden zeide hij o.a.: „Wij moe-
schaffen aan al de jeugdige personen, zoo
wel mannelijke als vrouwelijke, van 16 tot
25 jaar. Het plan dat tot in kleine bijzon
derheden is uitgewerkt, omvat: vakoplei
ding voor ongeveer 150.000 personen, pro
ductieve arbeid eveneens voor 150.000 man,
studiebeurzen aan 100.000 leerlingen van
middelbare scholen en finantieele hulp voor
120.000 universiteitsstudenten.
De arbeid wordt met 15 dollar per maand
betaald en de studiebeurzen voor de stu
denten bedragen ongeveer evenveel als aan
de leerlingen van de middelbare scholen
wordt uitgekeerd n.l. 6 dollar per maand.
Om al deze plannen ten uitvoer te bren
gen heeft Roosevelt om te beginnen uit
het werkfonds van ongeveer 5 milliard dol
lar, 50 millioen dollar beschikbaar gesteld.
Dit plan wordt in de Vereenigde Staten
niet onverdeeld gunstig ontvangen. We
moeten toegeven, dat het werkloozen-vraag
stuk voor de jeugd er slechts ten deele zal
mede gebaat zijn. We kennen echter het
uithoudingsvermogen van Roosevelt en we
weten, dat hij vroeg of laat, de ontbrekende
gedeelten zal bijwerken. De doortastend
heid waarmede hij het vraagstuk heeft aan
gepakt stemt hoopvol en vele landen <niilrn
hem om dit plan benijden!
O^SB&LM^N
r =3
ten ophouden met spreken op dit plechtige
en voor de natie beslissende uur.
In uw naam ligt uw roeping: Gij zult
marcheeren en gij zult alle hinderpalen tot
het uiteinde uit den weg ruimen. Wilt ge
dat?"
Van alle lippen klonk hem toen een luid:
„Si!" tegen, waarop de Duce voortging:
„Het geheele Italiaansche volk neemt van
harte deel aan dezen machtigen bevesti-
gingsuitroep van jullie".
In een rede, die hij tevoren te Isernia
had gericht tot 12.000 zwarthemden, die
Zondag en Maandag naar Oost-Afrika uit
varen, had Mussolini gezegd:
„Wij rusten niet, voor wij een fascistisch
imperium hebben voltooid. Ik weet, d&t
gij uw plicht zult doen met ijzeren disci
pline en niet zult terugschrikken voor of
fers zoolang wij ons doel niet hebben be
reikt".
De troepen waren in marschorde opge
steld, uitgerust met tropenhelmen, lichte
koloniale uniformen en hooge laarzen.
Mussolini werd hartelijk toegejuicht door
de soldaten.
DUITSGHLAND.
NAZI-LEIDERS TE NEURENBERG.
Waarom bleef Rudolf Hess afwezig?
De „Daily Telegraph" meldt uit München,
dat rijkskanselier Hitler in gezelschap van
den rijksminister voor propaganda en
volksvoorlichting, dr. Goebbels, te Neuren
berg een onderzoek heeft ingesteld naar de
vorderingen der voorbereiding voor het
congres, dat de. nationaal-socialistische par
tij op 10 September te Neurenberg zal be
ginnen.
Verschillende andere vooraanstaande le
den der partij en ministers, o.m. Walter
Darre, dr. Frank en Kerrl, zoomede Rosen
berg zijn per extra vliegtuig uit Berlijn
overgekomen om aan een bespreking, wel
ke na afloop van de inspectie werd gehou
den, deel te nemen.
De afwezigheid van Rudolf Hess, den
plaatsvervanger van den leider, heeft aan
leiding gegeven tot eenige geruchten. Ver
leden jaar heeft hij op het partijcongres een
belangrijke rol gespeeld.
Men weet, dat hij een der gematigde lei
ders is en zijn afwezigheid wordt thans be
schouwd als een teeken, dat hij niet sym
pathiseert met de extremistische politiek
van de nazi's.
„VULGAIRE GRAPPEN" IN DUITSCHE
SPOTBLADEN.
Scherp protest van de „Osservatore".
De „Osservatore Romano" bevat eeri
scherp afkeurend artikel naar aanleiding
van de publicatie van eenige „vulgaire
grappen", in het Berlijnsche spotblad „Al
lerlei" en in een uitgave: „Sie wer'n
Lachen", waarin op ergerlijke wijze de spot
wordt gedreven met kerk en geestelijkheid.
Het Vaticaansohe blad schrijft, dat het
kenschetsend is, dat de strenge censuur, die
in het Derde Rijk op de pers wordt ge
oefend, dergelijke onsmakelijkheden laat
passeeren en duldt, terwijl door de Duit-
sche autoriteiten de strengste maatregelen
worden getroffen tegen de katholieke pers,
alleen wegens het feit, dat deze haar mee
ning verdedigt, zonder daarbij iemand
kwetsen, of te beleedigen.
ROEMENIE.
BLOEDIGE RELIGIEUSE ONLUSTEN IN
BESSARABIë.
Zes dooden en twaalf gewonden.
In het dorp Aldinesti in Bessarabië kwam
het tot bloedige botsingen tusschen gen
darmerie en een secte, die strijdt voor het
behoud van den ouden orthodoxen kalen
der. De gendarmes moesten den leider van
de secte en zijn aanhangers arresteeren,
doch de fanatici deden een aanval op de
gendarmes en doodden er twee met revol
verschoten. De gendarmes beantwoordden
het vuur en doodden vier aanvallers, ter
wijl twaalf gewond werden. Nadat de gen
darmerie versterking had gekregen, kon de
orde ia Ju A*? hersteld wonfr-
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
Brand op radio-tentoon
stelling.
KORTSLUITING TE BERLIJN.
Drie hallen m één uur totaal verwoest.
Gisteravond tegen half negen is tenge
volge van kortsluiting brand uitgebroken
in de tentoonstellingsgebouwen aan den
Kaiserdamm, waar op het oogenblik de
12e groote Duitsche raddo-expositie wordt
gehouden.
De brandweer begaf zich terstond met
alle beschikbare wagens naar het gebouw.
Binnen enkele minuten sloegen de vlam
men naar de geheele tentoonstelling over.
De hallen No. 3, 4 en 5 werden binnen een
uur nagenoeg totaal verwoest.
De brand is vermoedelijk ontstaan iin hal
No. 4.
De vlammen sloegen een 50 meter hoog
en bereikten het restaurant op den radio-
toren.
Terwijl blijkbaar alle bezoekers der ten
toonstelling in veiligheid konden worden
gebracht, bevonden zich bij het uitbreken
van den brand, voor zoover men thans kan
nagaan, in het restaurant en op het plat
form van den radiotoren bezoekers en
kellners. Zij konden niet naar beneden,
daar de vlammen reeds de lift hadden aan
getast en eenige stangen van de liftkooi
door de hitte verbogen werden.
Alle Berlijnsche brandweren werden op
geroepen, uit ontelbare slangen werd wa
ter gegeven om te voorkomen, dat de brand
naar de andere hallen zou overslaan.
Op verzoek van le leiding der brandweer
werden terstond speciale afdeelingen van
de Schutzpolizei, den Arbeidsdienst, de S.
A. de S.S. en de Rijksweer opgeroepen,
speciaal met het doel de merischenmenigte,
die ten getale van tienduizenden rondom
het terrein samentrok, op een afstand te
houden.
Tengevolge van de voorbeeldige houding
van tentoonstellingsbezoekers en hulpper
soneel kon kostbaar materiaal werden ge
red. Men slaagde er o.a. in de toestellen
der zg. Fernsehstrasse in veiligheid te
brengen.
Reeds na een uur was de brandweer het
vuur grootend eels meester. De twee auto-
hallen en de hallen No. 1 en 2 waren toen
buiten gevaar.
Op den brandenden radiotoren bevonden
zich toen nog aoht burgers, die in gevaar
verkeerden en nog niet konden worden ge
red.
Minister Göbbels kwam kort na het uit
breken van den brand op het tentoonstel
lingsterrein aam.
Alle mensehen gered.
Nader meldt het D. N. B., dat men er in
geslaagd is de personen, die zich op den
radiotoren bevonden, in veiligheid te bren
gen.
Door het moedige optreden van twee
brandweerlieden gelukte het een slang van
den grond af tot aan het zich op ca. 50 me
ter hoogte bevindende restaurant in den
radiotoren te brengen, waarheen een tien
tal personen waren gevlucht. De brand
weerlieden klommen langs de ijzeren mas
ten van den toren omhoog en brachten al
dus de slangen tot vlak bij de brandende
deelen van het restaurant.
Op die wijze slaagde men er in de
bezoekers, die na het uitbreken van den
brand meermalen in spreekkoor hadden
geroepen „redt ons!" buiten gevaar en in
veiligheid te brengen.
Met vrij groote zekerheid is geconsta
teerd, dat de brand in hal 4 waarschijn
lijk bij de firma Siemens is uitgebroken.
NOODLOTTIGE AANVARING IN DE
IERSCHE ZEE
Negen matrozen gedood
In de Iersche zee is Zondagochtend de
vrachtboot „Napier Star" in aanvaring ge
komen met de „Laurentic".
Drie matrozen van de „Napier Star" en
zes van de „Laurentic" zijn daarbij om het
leven gekomen en ettelijken gewond. Bei
de booten zijn te Liverpool door sleepboo-
ten binnengebracht met zware averij.
De „Laurentic" had 620 passagiers aan
boord voor Stockholm, Gotenburg en Ko
penhagen.
De botsing had plaats in de Iersche Zee
nabij Skerries op 60 mijl uit de kust.
KIND DOOR ZES DUITSCHE DOGGEN
GEDOOD
Een kindje van drie jaar is door zes
Duitsche doggen te Stoke-on-Trent aange
vallen en gedood. Het was met zijn zusje
van twee jaar op straat gaan spelen, doch
werd korten tijd later door de ouders ge
mist. Men verkeerde evenwel in de mee
ning, dat het meisje naar het huis van een
tante zou zjjn gegaan. In werkelijkheid
was er iets ergers gebeurd.
Een vijftienjarige jongen hoorde, toen
hij in de Union Street liep, het angstge-
schrei van een kind. Hij liep naar den
tuin, vanwaar hij het geschreeuw had hoo-
ren komen, en zag hoe zes Duitsche dog
gen een kind, dat op den grond lag, van
alle kanten aanvielen. De dieren schenen
dol geworden te zijn en door ze met stee-
nen te bekogelen wist hij ze weg te jagen.
Deerlijk verminkt werd het kind naar het
ziekenhuis gebracht, waar het bij aan
komst reeds bleek te zijn overleden.
DE KERKROOF TE PAMPELUNA
Inzake den brutalen kerkroof in Pampe-
luna in Spanje, heeft men thans een be
langrijk spoor gevonden. Ten huize van
den horlogemaker Jose Arias zijn n.l. een
aantal der gestolen ju weel en gevonden.
De horlogemaker was n.l. in het bankge
bouw te Pampeluna verschenen, waar hij
eenige goudstukken kwam inwisselen. De
kassier verwonderde zich echter over het
feit, dat deze goudstukken er ongewoon
uitzagen en eigenlijk al verouderd waren.
Hij waarschuwde derhalve de politie, die
den horlogemaker onmiddellijk in arrest
stelde. De kerk-autoriteiten herkenden in
de ter inwisseling aangeboden goudstuk
ken, munten, die deel hadden uitgemaakt
van de schat, die in de kathedraal be
waard was. Er werd een huiszoeking inge
steld bij Jose Arias, waar men o.m. terug
vond het gestolen Lignum Crucis, een gul
den vlies en andere juweelen, terwijl men
vele brokstukken vond van reeds stukge
slagen sieraden en eenige klompen goud,
afkomstig van omgesmolten kleinodiën.
Tot dusverre heeft men echter nog niet
het beroemde Arabische kistje gevonden,
waarvan de waarde geschat wordt op vier
millioen peses.
KERKNIEUWS
BENOEMINGEN
PATERS MINDERBROEDERS.
Op voordracht van den Hoogeerw. Pater
Provinciaal der Minderbroeders heeft Z.
H. Exc. de Bisschop van Haarlem benoemd,
tot assistent te Le i d e n H. Leonardus Pa
ter G. J. A. van Eijsden, tot assistent te
Gouda H. Sacrament Pater A. J. Dolle, tot
kapelaan te 's Gravenhage H.H. Antonius
en Lodewijk Pater G. J. van der Schoot,
tot kapelaan te Rotterdam H. Rosalia Pater
A. J. Vergeer, en tot kapelaan te Delft H.
Joseph Pater C. J. M. Buschman, die kape
laan was te Nijmegen H. Franciscus.
Door Z. H. Exc. den Bisschop van 's-Her-
togenbosch werd benoemd tot kapelaan te
Nijmegen H. Franciscus Pater J. A. Linders,
uit het klooster te Nieuwe-Niedorp.
MISSIONARISSEN VAN HET H. HART.
Door den Hoogeerw. Pater Provinciaal
der Missionarissen van het H. Hart zijn be
noemd:
Voor het Vicariaat van NederL Nieuw-
Guinea de Paters M. de Brouwer uit Til
burg, J. Jacobs uit Venlo, J. Akkermans
uit Oosterhout en A. van Lith uit Erp;
voor de Java-missie de Paters Th. Tan-
gelder uit Arnhem, Th. Kouw uit Mij
drecht en M. Neyens uit Breda;
voor de Missie van Surigao en Agusan
in de Philippijnen de twee Philippijnsche
Paters V. Celeste en V. Viola, die in Ne
derland hun hoogere studies hebben vol
tooid; verder de Paters C. van de Loo uit
Oostelbeers, H. Witte uit Harlingen, C. van
Roessel uit Tilburg en L. Boeren uit Den
Bosch;
voor de Missie van Brazilië de Paters J.
van Hest uit Eindhoven, J. Rijnja uit Am
sterdam en A. Nieuwenhuis uit Amster
dam en Broeder W. van Maast uit Qister-
wijk.
In October zullen de nieuw-bertoemde
Missionarissen naar hun respectievelijke
Missiegebieden vertrekken.
MISSIONARISSEN NAAR TIMOR.
De op de Kleine Soenda-eilanden werk
zame missionarissen verkregen de bijzon
dere toelating, bedoeld bij art. 177 van de
Wet op de Staatsinrichting van Ned.-In-
dië, voor Timor en Onder ho or i gheden
Art. 177 luidt: De Christen-leeraars,
priesters en zendelingen moeten voorzien
zijn van eene door of namens den Gouver
neur-Generaal te verleenen bijzondere toe
lating, om hun dienstwerk in eenig be
paald gedeelte van Nederlandsch-Indië te
mogen verrichten.
MGR. HOPMANS 70 JAAR.
Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans, Bisschop
van Breda, hoopt op Donderdag 22 dezer
zijn zeventigsten verjaardag te vieren.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken:
J. Belt, winkelier, A1 p h e n a. d. R ij n.
Hortensiastraat 21. Cur.: mr. M. B. Vos te
Leiden.
Mej. H. Hogervorst, huisvrouw L. Klink
hamer, Leiden, Hooge Rijndijk 41. Cur.:
mr. C. Kruysse, Leiden.
Opgeheven:
W. Boogaard, Ter Aar.
A. G. van Santen, Leiden.
i =a
WILT U IETS WETEN?
V r a a g B. P. te R. inzake arbeid in ban
ketbakkerij.
Antwoord: U gelieve uw vraag nader
te preciseeren. Welken arbeid verricht u
en wat bedoelt u met werkzaamheden „bui
ten alles om".
Vraag inzake het repareeren van inge-
hagelde ruiten.
Antwoord: Reparatie is voor reke
ning van den huurder.