DE WERELDTENTOONSTELLING DER KATHOLIEKE PERS. ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 5 INTERVIEW MET MGR. GIUSEPPE MONTI, ALGEM. SECRTARIS VAN HET ALGEMEEN HOOFDBESTUUR. Waarom het Vaticaansche Comité zooveel belang sjtelt in de Nederlandsche Katholieke Pers. „Het is mijn oprechte overtuiging niet alleen van mij, maar van alle leden van het Comité dat uw pers een eminente plaats in de wereld inneemt". ▼eigens een op het eerste gezicht be vreemdende maar daarom niet minder juiste definitie is een interview eigenlijk niets anders dan de journalistieke onbe scheidenheid ten toppunt gedreven. Over het algemeen immers is het zóó, dat de persman tijdens een interview zijn slacht offer niet alleen pijnigt met allerlei indis crete vragen, maar dat hij bovendien nog" alle mogelijke listige middelen die zijn „booze geest" hem inblaast, benut om din gen te weten te komen, waarvan hij van tevoren weet, dat zijn victime ze niet zal zeggen. En toch hadden we een geheel ander „in terview", toen we dezer dagen het voor recht hadden mgr. Giuseppe Monti, alge meen secretaris van het comité, dat belast is met de organisatie van de Wereldtentoon stelling der Katholieke Pers te intervie wen. Door het feit toch, dat mgr. Monti belast is met de voorbereiding van een we reld-perstentoonstelling, staat hij zelf mid den in de journalistiek en wij hadden dus bij voorbaat reeds de geruststellende zeker heid, dat hij om zoo te zeggen de klappen van de zweep reeds kende. Bovendien is mgr. Monti, ondanks zijn hooge waardigheid, een uitermate eenvou dige persoonlijkheid. Hij accompagneert zijn Italiaansche woordenmelodie met ge moedelijke gebaren en met een gullen glimlach, die ons toestraalt door den don keren hoornen bril. Na de gebruikelijk kennismaking vielen we, zooals dat in rondborsttig Hollandsch heet, maar onmiddellijk met de deur in huis en brachten het gesprek terstond op de ex positie, die, zooals men weet, van 1 April tot 31 October 1936 in de Vaticaansche Stad zal worden gehouden. Uit het schrijven, dat de Heilige Va der indertijd aan graaf Dalla Torre, den voorzitter van uw comité, gericht heeft, is ons gebleken, Monseigneur, dat Zijne Hei ligheid een meer dan gewone belangstel ling voor de perstentoonstelling koestert. Mgr. Monti schonk ons den tijd niet de vraag, die we hier in petto hadden, te stel len; hij had onze gedachten reeds geraden en wilde onze nieuwsgierigheid in dezen zoo spoedig mogelijk bevredigen. Zegt u vooral, dat Zijne Heiligheid het voorbereidingswerk van zeer nabij volgt en dat Hij zich verwaardigd heeft ook ai- gemeene directieven voor het expositie program te geven. Nu u toch vermoedelijk, zoo ging mgr. Monti voort, tevens iets wenschte te vra gen over het preciese doel, dat het alge- meene comité met deze tentoonstelling na streeft, zal ik u maar terstond ook hierop antwoord geven. In de eerste plaats wil het comité deze expositie als een huldeblijk aanbieden aan den Heiligen Vader, den Leermeester van die beginselen waaraan het apostolaat der pers zich inspireert, en in de tweede plaats wenscht het comité, dat de Wereldexpositi'e der Katholieke Pers de eerste die gehou den zal worden zijn zal „una scuola, un insegnamento", een school niet alleen voor journalisten en schrijvers, maar ook voor de groote massa. De mannen van het vak zullen er leeren, hoever in andere landen de technische ont wikkeling der pers reeds -is voortgeschre den en de massa de niet-vakmenschen dus zal zich daar een idee kunnen vor men van de ontzaglijke offers, die juist van de Katholieke Pers worden gevraagd. Meer wellicht nog dan zijn enthousiaste uiteenzetting van deze gedachte: „De Vati caansche Expositie moet voor alles een le vend voorbeeld zijn", deed ons de expres sie van mgr. Monti's gelaat begrijpen, welk een groote beteekenis de Heilige Vader juist hieraan hecht. De stille glimlach was een oogenblik verdwenen en alle trekken van mgr. Monti's markanten kop schenen plotseling te convergeeren naar het breede voorhoofd, als zocht hij het pakkende slag woord, dat geheel deze wereldomvattende expositie zou kunnen karakteriseeren. De bedoeling van uw comité, inter rumpeerden wij, is dus allerminst van deze tentoonstelling een museum te maken? Het woord „museum" was er nog niet uit, of mgr. Monti had onze interruptie reeds beantwoord met een drievoudig „No". Geen museum, zei hij, ook geen kranten kiosk, de expositie zal voor alles geïnspi reerd worden door een dynamische concep tie. Er moet leven in zitten. Daarom juist ben ik zoo blij, dat er ook een persfilm komt. Want een film is louter dynamiek. We veronderstellen, Monseigneur, dat gezien het wereldomvattend karakter van de tentoonstelling, vooral de corresponden tie met verre landen, met name met die landen, welke aan de uithoeken der wereld zijn gelegen, allerlei karakteristieke moei lijkheden met zich meebrengt? We hadden deze zaak blijkbaar wat al te donker ingezien, want mgr. Monti's zon nige lach kwam weer door den hoornen bril heenstralen, om ons gerust te stellen. Inderdaad brengt dat moeilijkheden mee, zei hij, maar deze zijn toch niet zóó ernstig als u denkt. We beschikken over de noodzakelijke middelen om de expositie een waar succes te doen worden. Verder moet u niet vergeten, dat we de niet te onderschatten medewerking hebben van de Romeinsche Curie, die ons heel wat moeilijk werk uit de hand neemt, o.a. van de H. Congregatie tot - Voortplanting des Geloofs voor de pers der Missielanden, van de H. Congregatie voor de Oostersche Kerk, die zorgt voor de deelneming der geünieer de Katholieken, van de H. Congregatie van de Seminaries en Universiteiten enz. enz. Ook dus de organen van het centrale be stuur der Kerk verleenen hun volle mede werking voor het welslagen van ons werk. Dit neemt niet weg, dat er ook voor ons nog heel wat te doen overblijft. Ruim hon derd landen immers zullen aan de exposi tie deelnemen. Van deze verdienen om de bewonderenswaardige activiteit welke hun nationale comité's ontwikkelen, een zeer bizondere vermelding: de Angelsaksische landen (Vereenigde Staten van Amerika, Canada, Groot-Brittannië) verder België, Frankrijk, Oostenrijk, Duitschland, Spanje, Argentinië, Brazilië, Polen en Tsjecho-Slo- wakije. Een geheel bizondere beteekenis echter hecht het comité aan de deelneming uit Nederland. Stelt het Vaticaansche Comité werke lijk veel belang in de Nederlandsche Ka tholieke Pers? waagden wij te inter rumpeer en. Bij het stellen van deze vraag ontwaar den we plotseling een stralende sympathie in mgr. Monti's oogen. Met de gerimpelde hand maakte hij een specifiek Italiaansch gebaar, hij legde haar op de linker borst- helft en zeide: „Het is mijn oprechte over tuiging niet alleen van mij maar van alle ledenvan het Vaticaansche Comité, dat uw pers een eminente plaats in de we reld inneemt, om haar oprecht Katholieken geest, haar groote aanhankelijkheid aan Rome en ook wegens haar numerieke sterk te. Twee en dertig dagbladen voor onge veer drie millioen Katholieken bieden u de mogelijkheid, in het allernauwste contact te treden met het volk en dat alles is het juist wat het comité zoo bizonder in de Ne derlandsche Katholieke Pers waardeert. Ik ben dan ook naar Nederland geko men, omdat uw Katholieke Pers op de Va ticaansche tentoonstelling een speciale at tentie verdient. Het eerste paviljoen, dat de bezoekers bij het betreden van de zalen der nationale secties te aanschouwen zul len krijgen, zal daarom het paviljoen van Nederland zijn. „Dara una ottima impres- sione!", dat zal een uitstekenden indruk maken. Mgr. Monti onderstreepte deze laatste woorden met een warmen handdruk, dien wij namens al onze Katholieke collega's beantwoordden met het uitspreken van den wensch, dat de Eerste Wereldtentoon stelling der Katholieke Pers in alle opzich ten overeenkomstig den wensch van den Heiligen Vader moge slagen. KERKNIEUWS DE TOESTAND VAN Z. H. EXC. DEN AARTSBISSCHOP. De toestand van Z. H. Exc. den Aarts bisschop is minder gunstig. Z. H. Exc. heeft veel last van benauwd heden. PATER HONORATUS CAMINADA. Voorzien van de laatste H.H. Sacramenten. Naar wij vernemen, is in den toestand van den hoogeerw. pater Honoratus Ca- minada O.F.M., Provinciaal der Francisca nen, die sinds eenigen tijd in het St. Fran- ciscusgasthuis te Rotterdam wordt ver pleegd, gisterenmiddag een verergering ge komen, zoodat het noodig werd geoordeeld den patiënt van de laatste H. Sacramenten te voorzien. Des avonds trad eenige verbetering in, doch de toestand bleef zorgwekkend. „Msbd." Benoeming eere-kanunnik in het Aartsbisdom. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot Eere-Kanunnik van het Metropolitaan Kapittel van Utrecht, den Hoogeerw. Héér H. A. P. C. van der Waar den, Pastoor-Deken te Almelo, alsmede den Hoogeerw. Heer W. L. S. Knuif, pastoor te Denekamp. K. J. C. IN HET BISDOM HAARLEM. Het nieuwe bestuur. Dezer dagen kwam het nieuw samenge stelde bestuur van de Kath. Jongens-Cen trale in het bisdom Haarlem voor het eerst in vergadering bijeen om te werken op de basis van de onlangs vastgestelde statuten. Dit bestuur is thans samengesteld als volgt: voorzitter de directeur der K. J. C. rector H. van Spanje; leden: pater Went S.C.J. en de heeren H. van Os (beiden St. Franciscus Liefdewerk); van der Zoo de Jong en A. Sweers (beiden Juvenaat); dr. L. Berger en J. van Winkel (beiden Kath. DE BEDEVAART VAN PRIESTER STUDENTEN NAAR HEILOO. 't Is een jaarijks terugkeerende gebeur tenis vain groote beteekenis, dat honder den priesterstudenten zich één dag van hun vacantie verzamelen te Heiloo, bij O. L. Vrouw ter Nood, om daar in gezamen lijk gebed en offer te bidden voor de vol harding in hun hooge roeping tot 't pries terschap. Dit feit van ieder jaar dient wel grootere bekendheid te verwerven bib, het Katho lieke volk, de ouders der studenten, en op de eerste plaats bij de studenten zelf, waar onder er altijd velen nog onkundig zijn van doel en beteekenis dezer bedevaart. Vooraf in 't kort de geschiedenis. De bedevaart bestaat thans vijftien jaar, d.w.z. georganiseerd, als ze nu is. Zij groeide uit het initiatief van enkele studenten uit Lis- se en omstreken. In 't begin slechts een vijftal langzamerhand groeiend tot 'n vijf tig die afspraken op een bepaalden dag van Augustus naar Heiloo te pelgrimee ren. Toen werd door eenigen het plan opge worpen deze actie uit te strekken tot alle studenten uit het Noorden. Een circulaire werd gezonder aan alle seminaries, colle ges, gymnasia en missiehuizen, waar pries ter-opleiding werd genoten. Dit initiatief ging uit van drie studenten van het mis siehuis te Kaatsheuvel. Vandaar dat ook de leiding overging in de handen van den zeereerw. pater J. Groen, destijds overste van het missiehuis aldaar. Deze eminente leider met z'n vurig enthousiasme heeft ne gen jaar lang met telkens groeiend succes ae bedevaart geleid, totdat in 1929 de mis sie van Borneo hem aan dit werk onttrok. Hem komt groote hulde toe om z'n toege wijd ijveren voor dit schoone werk onder de priesterstudenten-op-vacantie. Opvolger van pater Groen werd onderge- teekende. Ieder jaar bracht rijker groei naar bui ten en naar binnen. Was 't aantal deelne mers in den beginnen 'n goede vijftig, de laatste jaren komen er zes a zevenhonderd studenten van alle studiehuizen, in Heiloo bijeen. Een uitgebreid programma wordt thans gedrukt, de beste predikanten van ons land werken mede om dezen dag suc cesrijk te maken. Het doel van deze bedevaart? Wij zouden zeggen: dit is het gewone doel van ,en bedevaart; maar het feit, I dat de pelgrims allen priesterstudenten zijn i geeft aan deze bedevaart een speciaal j cachet. En het feit nog, dat het priester studenten van allerlei bijzondere richtin gen zijn brengt nog een eigenaardig doel naar voren. Het algemeene doel is dus de „bidvaart": I de gang naar een genadeoord om te bidden i tot Maria, maar priesterstudenten gaan ter j bedevaart met het groote verlangen van j hun hart. Zij, die door Christus tot de hoogste eeretaak werden geroepen, en nog door jarenlangen strijd tot dien top moeten klimmen, zij gaan om bij de Virgo-Sacer- dos te smeeken om volharding in him ideaal streven. Hun gebed is op de eerste plaats een bidden om het priesterschap, om een heilig priesterschap. Vandaar het speciale doel van deze bede vaart: gezamenlijk te bidden voor volhar ding in de priesterroeping, om volharding gedurende den toch wel gevaarvollen va- cantietijd. Vervolgens demonstreert deze samen komst van priesterstudenten van veertig of vijftig verschillende richtingen de ideale eenheid in 'tzelfde hoogheilig ideaal: een eenheid, die aldus een keer gezien en mee gemaakt wordt. En waar in dezen tijd een heid in Christelijke en katholieke overtui ging zoo sterk geëischt wordt, is toch ze ker te verwachten, dat de opgroeiende priesterschaar zich één weet en zich als één betoont. Aldus gezien begrijpt iedere student, dat deze bedevaart naar de priestermoeder bij uitnemendheid een gebeurtenis is in de va cantie waar hij niet mag ontbreken; be grijpt iedere ouder, die 'n priester jongen onder zijn kinderen heeft, dat hun kind daar bij moet zijn; zullen ook de Eerwaar de Heeren Pastoors begrijpen, dat de stu denten uit hun parochie aan deze voor hen zoo geëigende actie moeten deelnemen. Ook de oversten der seminaries en klooster scholen zullen deze beweging met hun aansporingen bevorderen; want aan deze bedevaart ligt geen enkele persoonlijke of collectieve ijdelheid ten grondslag, maar alleen het groote verlangen den studenten in de vacantie een gelegenheid te geven weer in de hun eigen sfeer te komen. Wij verwachten dan ook voor de volgen de jaren nóg actiever medewerking van deze verschillende zijden. De bedevaart heeft dit jaar plaats op Maandag 19 Augustus. Wij laten het programma hier volgen. 's Morgens half elf: Plechtige Hoogmis door een Neomist, waaronder preek door den zeereerw. heer Sijstermans S.M. on derwerp: „Maria en de priesterstudent". Na de Hoogmis begroeting bij het beeld van St. Willibrordus door den leider der bede vaart. 's Middags twee uur: Plechtig Lof met Sacramentsprocessie in den tuin, waaron der preek door den weleerw. heer H. Drost, kapelaan te Rotterdam, onderwerp: „Stu dent en Eucharistie". BUITENLAND Drie mogendheden- conferentie VOORUITZICHTEN NIET SLECHT? Wellicht duren de besprekingen tot September. Over de besprekingen, welke Vrijdag te Parijs gevoerd zijn tusschen Engeland, Frankrijk en Italië, valt tot nu toe nog weinig mee te deelen. Na afloop van de drievoudige bespre kingen van gistermorgen verklaarde Laval slechts: „Wij hebben geen mededeelingen te doen. Wij zullen vanmiddag verder ar beiden". De aanwezige journalisten moes ten zich overigens tevreden stellen met de opmerking uit de kringen der conferentie, „dat het er geenszins zoo slecht voor stond". De „Paris Soir" neemt aan, dat de bespre kingen tot begin September zullen voort duren. De arbitrage-commissie, die vandaag we der bijeen had moeten komen, heeft tot nu toe nog niet vergaderd. EEN AANBOD VAN ABESSYNIë. Van de zijde van Abessynië is medege deeld, dat de regeering van Addis Abeba tot de volgende concessies bereid is: lo. Waarborgen voor de veiligheid der Italiaansche koloniën in Somaliland en Eritrea, alsmede voor de in Abessynië ge vestigde Italianen. 2o. Economische faciliteiten voor de ex ploitatie van mijnen en den aanleg van we gen en spoorwegen, welke ook tot den landbouw uitgebreid kunnen worden. De negus heeft echter niet doen weten, tot welke maxima hij bij zijn concessies wil gaan, daar hij eerst wil weten, welke de Italiaansche eischen zijn. Deze mogen ech ter, zooals bekend, de onafhankelijkheid en souvereiniteit van zijn land niet aantasten. De deelnemers aan de driemogendheden- conferentie achten het dan ook onwaar schijnlijk, dat de negus een militaire be zetting van zijn land zou kunnen aanvaar den, zooals in sommige bladen werd te berde gebracht. „Onze troepenzendingen zijn geen mise-en-scènc". Een hooggeplaatste Italiaansche persoon lijkheid heeft aan de „Information" de vol gende verklaring afgelegd: „Wat wij in Afrika doen is voor ons van cardinale beteekenis. Wij hebben de con sequenties van onze actie goed overwogen en zij schrikken ons niet af. Bovenal moe ten wij het bestaan van ons volk door een gewettigde expansie verzekeren. Men moet zich niet verbeelden, dat wij 200.00 man naar' de Afrikaansche kust heb ben gezonden en ontzaglijke uitgaven heb ben gedaan voor een kinderlijke „mise-en- scène". Het oogenblik is voor Italië geko men om als groote mogendheid op te tre den. Onze jeugd heeft zin voor avontuur. 'Wij achten ons gelukkig, dat wij de vriend schap van Frankrijk hebben gevonden en er zou geen gunstiger oogenblik kunnen zijn, om de ware Latijnsche broederschap inniger te gevoelen. In Januari j.l. hebben wij een huwelijkscontract te Rome onder teekend. Vandaag is het de huwelijksdag en ik vertrouw, dat Italië niet teleurgesteld zal worden". DUITSCHLAND. VERRADEN DOOR ZIJN SCHRIJFMACHINE. Wij hebben dezer dagen gemeld, dat een Berlijnsche journalist ter dood is veroor deeld, omdat hij een geheime instructie aan de Duitsche pers aan een buitenland- schen collega had laten zien. De wijze waarop dit „verraad" en de pleger ervan zijn ontdekt doet denken aan een overigens niet al te goeden, detective roman. Vorige Duitsche regeeringen hadden reeds het stelsel der pers-conferenties, waar officieele commentaar werd gegeven op belangrijke gebeurtenissen, of, zooals in den oorlog, inlichtingen en communi- qué's werden verstrekt. Dr. Göbbels heeft dit stelsel van pers-conferenties hervormd in nationaal-socialistischen geest: de bin- nenlandsche pers krijgt nu instructies over de wijze waarop het nieuws moet worden behandeld. Na zulk een conferentie, waar omstreeks 200 journalisten bijeen waren, zou dr. Schwerdtfeger, zoo vertelt het „Journal des Débats", aan een vertegen woordiger van een vreemde mogendheid bepaalde vertrouwelijke instructies van de Duitsche regeering hebben overhandigd. Het zou naief zijn te meenen, dat zulke In de kapel: een machtig Te Deum en slotwoord. Alle gezangen worden gezamenlijk ge zongen; een pracht manifestatie van ge meenschappelijk offeren en bidden volgens de heilige Liturgie der Kerk. Mogen dit jaar allen weer over voldaan en gesterkt, Maria's genadeoord verlaten. En moge geen enkele student\ aan dit groot appèl ontbreken. Op 19 Augustus is zijn plaats in de rijen en rangen der honderden priesterstudenten te Heiloo. De leider der bedevaart, L. A. v. d. IJSSEL, M.S.F. Kaatsheuvel. Zij, die de reis per autobus willen ma ken, kunnen zich hedenavond nog opgeven by W. v. Velzen, Oegstgeest, tel. 1627. instructies, die nu eens mondeling, dan weer schriftelijk via het officieele nieuws bureau worden gegeven, geheim kunnen blijven; elk buitenlandsch journalist acht het aan zijn beroeps-nieuwsgierigheid ver plicht mf en dan te weten te komen, hoe die geheime instructies luiden, al maakt hij er dan ook niet altijd gebruik van. Volgens het genoemde „Journal des Débats" is dr. Schwerdtfeger echter niet aangebracht door een zijner collega's maar door een buitenlandsch functionaris, die, al oefent hij geen diplomatieke functie uit, toch op de ambassade van een land, waarmede Duitschland hartelijke betrekkingen onder houdt, delicate werkzaamheden heeft te verrichten. De betrokkene meende zich te beklagen te hebben over de houding, welke een deel der Berlijnsche pers had ingenomen by een recent conflict tusschen beide landen; bij het bespreken van zijn klacht deed hy tegenover een medewerker van dr. Göb bels uitkomen, dat aan zijn vriendschappe lijke gevoelens niet getwijfeld behoefde te worden, al had de Berlijnsche pers zijn land dan niet vriendelijk behandeld; im mers hij bezat documenten, die comprom- miteerend waren voor Duitschland, maar onthield zich er van die door de buiten- landsche pers te laten publiceeren. Natuurlijk werd hem toen terstond ge vraagd: welke documenten hebt u dan? Daarop overhandigde hij den op de schrijf machine getikten tekst van de jongste in structies van minister Göbbels. De geheime staatspolitie toog nu aan den arbeid, ten einde den verraderlijken typist op te sporen. Zij liet alle schrijf machines in beslag nemen van de journa listen, die de betrokken conferentie had den bijgewoond. Deskundigen onderzoch ten zorgvuldig de letters, gingen na welke het meest geleken op die van het geheime document en ontdekten, dat het op dr. Schwerdtfegers' schrijfmachine was getikt. Hij werd zonder verwijl gearresteerd en over het lot, dat hem wacht, of dat hy heeft ondergaan, verkeert men volkomen in het onzekere. OOSTENRIJK. STARHEMBERG VERBIEDT SPORT- RELATIES MET DUITSCHLAND. Wegens houding van de „Völk. Beobachter". In zijn kwaliteit van oppersten sportlei der heeft vice-kanseüer prins Starhemberg alle sportwedstrijden, welke gisteravond tusschen Oostenrijkers en Duitschers zou den worden gehouden, evenals alle rela ties op sportgebied met Berlijn, verboden. Als reden wordt opgegeven, dat de „Völ- kische Beobachter" de laatste dagen de Oosten rij ksche regeering in haar kolom men heeft aangevallen. (TeL) ITALIË. DE RAMP VAN OVADA. Het dorp wordt weer opgebouwd. Nog steeds is het niet mogelijk, betrouw bare gegevens te verkrijgen omtrent bet aantal slachtoffers van de ramp nabij Ovada. Volgens de laatste berichten zou den ongeveer 170 huizen zijn ingestort en 275 gezinnen dakloos zijn geworden. Niet alleen kleine, doch ook groote hui zen zijn door het water verwoest. Te Boggo zijn b.v. 7 woonhuizen, welke door totaal 58 gezinnen werden bewoond, ingestort. Men schijnt niet voornemens te zijn de in gestorte huizen weer op dezelfde plaats op te bouwen, doch in eenigszins hooger gele gen gemeenten nieuwe woongelegenheid te scheppen. Soldaten en zwarthemden gaan nog steecte met het reddingswerk voort. Overal wor den vrijwillige reddingsbrigades gevormd. Tegelijkertijd met het opruimingswerk wordt weer met den opbouw een aanvang gemaakt. Op vier plaatsen, waar de brug gen zijn weggeslagen, heeft men voorioopig de verbinding met noodbruggen hersteld. Daar het zooals gemeld buitengewoon moeilijk is, het aantal dooden en vermisten vast te stellen, hebben de plaatselijke pre fecten een beroep op de bevolking gedaan om aan het onderzoek zooveel mogelijk mede te werken. Zoo moeten de overleven den precies mededeelen met wie zij te za- men gevlucht zijn, en wie, voor zoover zij kunnen nagaan, zijn omgekomen. Het blijkt thans, met hoeveel opoffering en gevaar voor eigen leven velen, die zelf bij de ramp waren betrokken, aan de red ding hunner medemenschen hebben deel genomen. Een monteur b.v. heeft niet min der dan twintig personen van een wissen dood gered door hen één voor één in veilig heid te brengen, daar zij zich niet meer in het wassende water staande konden hou den. De Duce schenkt 50.000 lires tot leniging van den nood. De secretaris van de fascistische partij van Ovada, Starace, bezocht Donderdag in het hospitaal de slachtoffers van de over stroom ingsramp. Daarna bracht hy een bezoek aan de ge troffen families en'overhandigde tenslotte de provinciale fascistische federatie een be drag van 50.000 lire, uit naam van den Duce en een van twintigduizend lire uit naam van de directie der partij. Ook bracht hij eerbetoon aan de lijken der 42 reeds ge- identificeerde slachtoffers. De burgemeester van Ovada schatte in zijn rapport het aantal verwoeste huizen op 96 en het aantal door den dood getrof fen families op 132. Naar bevestigd wordt zou het aantal slachtoffers te Novi de honderd niet te boven gaan. De minister van arbeid benoemde een commissie teneinde een onderzoek naar de oorzaak van de ramp in te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5