DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
CREDIET-MAATSCHAPPIJ VOOR
DE NIJVERHEID
26ste Jaargang
MAANDAG 12 AUGUSTUS 1935
No. 8189
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post i 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 g,
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Overdeflatie.
Polemiseeren over het dringende vraag
stuk van den dag: kan ons land worden
opgeheven uit den toestand, waarin het
door de oeconomische wereld-crisis is
neergevallen, steeds dieper in de put; en,
zoo ja, hoe polemiseeren over dit
vraagstuk, is niet het nuttigste werk, dat nu
vgedaan kan worden.
Nuttiger is, dat wie door feiten-kennis en
studie een middel tot redding weet, over
tuigd is van de nuttigheid daarvan, dat
middel propageert en bepleit. Zóó worden
er, vanzelfsprekend, meerdere oplossingen
gegeven; en ook tegenstrijdige. Doch zij, die
zijn aangewezen en geroepen, om direct-
practische daden te stellen, kunnen mede
aan de hand van de gegeven adviezen him
meening vormen.
Polemiseeren kan noodzakelijk zijn, als
het noodzakelijk is, dat er meer klaar
heid, opheldering komt in een uitgespro
ken, neergeschreven en gepropageerde
meening.
Onze Maastrichtsche collega „De Lim
burger Koerier" schreef Zaterdag het vol
gende over deflatie, na geconstateerd te
hebben, dat men met deflatie bedoelt: ven-
laging van schulden door ingrijpen van de
Overheid:
Wat verdient er nu de voorkeur: de
valuatie of deflatie?
Is dat eigenlijk niet een overbodige
vraag?
Dat devaluatie het loslaten van
den gouden standaard mogelijk
is weet een ieder.
Maar hoe staat het met deflatie? Is
deflatie mogelijk? Wij moeten nog den
eersten Nederlander ontmoeten, die het
gelooft.
Verleden week rectificeerden wij het
„Handelsblad", welk blad 't voorstelde, als
of de R.K. Tweede Kamerfractie van 't Ka
binet-Colijn verlangde: óf consequente de
flatie óf devaluatie. Wij wezen er op, dat
de voorzitter der R.-K. Tweede Kamer
fractie niet dit dilemma had gesteld,
maar het verlangen zijner fractie had neer
gelegd in den eisch aan het Kabinet-Colijn:
consequente deflatie natuurlijk: in zoo
ver onder de huidige omstandigheden mo
gelijk is).
En nu nu komt de hoofdredactie van
de „Limburger Koerier", wier artikelen
vaak uitmunten door scherpzinnigheid,
verklaren, dat zij nog den eersten Neder
lander moet ontmoeten,, die aan mogelijk
heid van deflatie gelooft!
En.... de geheele R.-K. Tweede Kamer
fractie dan? Gelooft deze niet aan de mo
gelijkheid van deflatie? Of: behoor en de
leden van de fractie tot deze categorie Ne
derlanders, waarvan de schrijver van het
artikel nog den eerste moet ontmoeten?
Dat het Maastrichtsche orgaan, hetwelk
veel invloed heeft in Limburg, hier eenige
opheldering geeft, schijnt ons noodzake
lijk. W\j vragen niet een uiteenzetting,
waarom het blad zelf van meening is, dat
deflatie niet mogelijk is. Deze uiteen
zetting heeft het blad reeds gegeven. Wij
vragen alléén: beschouwt het blad de eisch,
door de Tweede Kamerfractie der R.-K.
Staatspartij gesteld aan het Kabinet-Colijn
(consequente deflatie), als een eisch,
welks verwezenlijking onmogelijk is; of
begrijpen wij (en waarschijnlijk dan ook
wel eenige anderen) het bedoelde artikel
van het Maastrichtsche orgaan niet, zooals
het bedoeld is?
V Minister Gelissen.
In Maastricht (zie verslag op deze pa
gina) heeft Minister Gelissen een rede ge
houden, waarin hij zijn bekend pro
gram wat nader heeft toegelicht en ge
concretiseerd.
Zonder dat hij er over heen wierp een
schaduw van moeilijkheden en bezwaren,
zooals dr. Colijn dat deed in zijn bekende
radio-rede!
Wij kunnen ons vergissen; maar wij krij
gen den zeer stelligen indruk, dait Minister
VESTIGINGSWET VOOR DE
INDUSTRIE.
De ministers H. J. C. H. Gelissen en L.
N. Deckers, brachten Zaterdagmorgen een
bezoek aan Maastricht en bezochten daar
het Economisch Technologisch Instituut. Bij
deze gelegenheid deelde minister Gelissen
mee, dat de directeur van het Instituut, mr.
R. A. H. M. Gielen, benoemd is tot ridder
in de orde van Oranje Nassau.
Minister Gelissen heeft bij deze gelegen
heid een belangrijke rede gehouden.
Sprekende over de verbetering van den
economischen toestand gaf hij aan, dat hier
twee mogelijkheden zijn: werkverruiming
door middel van openbare werken en uit
breiding der industrialisatie.
Het eerste middel, aldus spr., leidt niet
tot blijvende werkverruiming; zulks in te
genstelling met industrialisatie, die, doel
matig uitgevoerd, wel tot blijvende werk
verruiming kan leiden. Deze gedachte heeft
vooropgezeten bij de oprichting van het
Economisch Technologisch Instituut in
Limburg.
Het voorbeeld, dat men in Limburg ge
geven heeft, zal in ons geheele land moe
ten worden nagevolgd.
Spr. lichtte dit toe aan de hand van
onze passieve handelsbalans en de inkrim
ping van onze scheepvaart.
Hoewel spr. overtuigd is, dat niet alles,
wat wij invoeren, in ons eigen land kan ge
produceerd worden, zouden wij zeer zeker
een deel van deze producten zelf kunnen
vervaardigen.
Kosten en lasten van het geheele leven
zullen naar sprekers meening op een lager
niveau moeten worden gebracht; in de in
dustrie voltrekt zich dat proces vrijwel van
zelf.
De industrialisatie neemt hier te lande
toe; in vergelijking met 1934 is de uitvoer
van fabrikaten in de eerste helft van 1935
met 20 millioen gestegen.
De economisch-technische exploratie-
dienst van het Departement van Economi
sche Zaken zal trachten goede objecten voor
de industrie te zoeken. Op deze wijze zal
hij den ondernemers hulp verschaffen.
Voor reorganisatie, voor uitbreiding en
directe financiering zijn, aldus minister
Gelissen, credieten hoog noodig.
Aan helt Departement van Economische
Zaken zal opgericht worden een maatschap
pij voor credietverleening aan de nijver
heid, die credieten zal verschaffen aan de
industrie, die de banken niet willen ver
schaffen.
Wanneer deze credietverleening vanuit
een centraal punt geschiedt, zijn de provin
ciale industriebanken niet meer noodig. In
dit verband geeft spr. in overweging de
provinciale industriebank in Limburg op te
heffen en deze tot een adviseerend lichaam
van de Nationale Credietverleening om te
vormen.
Gegeven dezen toestand is het noodig,
dat in het land orde op de zaken gesteld
wordt.
Er zal een wet moeten worden ingediend,
volgens welke toestemming noodig is om
nieuwe industrieën te vestigen of bestaan
de industrieën uit te breiden.
Allerminst, aldus spr., moet men dit be
schouwen als een aantasting van het par
ticulier initiatief. Deze vestigingswet is
echter noodzakelijk, om te komen tot een
beteren gang van zaken in ons land.
Een program voor het
„nieuwe" Kabinet
Colijn.
,3- K. WERKGEVER" STELT EEN
LANGE REEKS VRAGEN.
In de „RK. Werkgever" stelt in ver
band met het optreden van het „nieuwe"
kabinet-Colijn en de anderhalve maand
vacantie voordat aan de onzekere situatie
een einde kan worden gemaakt, (mr.) H.
F(ranses) de volgende vragen, een breede
reeks:
Zullen dan de maatregelen worden ge
nomen en getroffen, waarom de katholieke
fractie in het voorloopig verslag op het be-
zuinigings-wetsontwerp, gesteund door de
vier katholieke organisaties van arbeiders,
middenstanders, boeren en werkgevers
heeft gevraagd?
Zal dan de overheid haar beleid niet lan
ger beperken tot pogingen om dreigende
gevaren af te wenden, maar een positieve
welvaartspolitiek gaan voeren?
Zal dan haar politiek gericht worden op
de verhooging van de totale koopkracht
van het volk en op de vermindering van de
werkloosheid?
Zullen dan niet alleen de bestaande bron
nen van volksbestaan in stand worden ge
houden, maar ook nieuwe worden aange
boord?
Zal dan onze diplomatieke en consulaire
dienst op moderne leest worden geschoeid
en op onbekrompen wijze worden uitge
breid?
Zal dan de propaganda voor het gebruik
van Nederlandsche producten ook in de
vreemde worden bevorderd?
Gelissen weet wat hij wil, niet wil wat on
mogelijk is, en zal doorzetten.
Wat niet wil zeggen: dat wij ons gou
den bergen voorstellen van Minister Gelis-
sen's beleid. Wij zijn het eens met de
„Volkskrant", die Zaterdag schreef:
Gouden bergen spiegelen we ons van
Minister Gelissen's pogingen niet voor,
maar wat hij kan bereiken om den
gees el der werkloosheid, onze grootste
plaag, te breidelen, zal met oprechte
dankbaarheid worden begroet.
Gouden bergen zouden wij ons van geen
enkel minister en van geen enkel ministerie
voorstellen.
't Is onze overtuiging, dat er zoolang
de toestanden en onderlinge verhoudingen
niet internationaal beter zijn ge
worden niet meer bereikt worden
kan, door welke Nederlandsche regeer in g
dan ook, dan het „breidelen" van de werk
loosheid.
Zal dan de positie van Nederlandsche
bedrijven, voorzoo ver deze met internatio
nale trusts en kartels in aanraking komen,
krachtdadig door de regeering worden ge
steund, opdat bij de verdeeling van de af
zetgebieden voor hen een behoorlijk aan
deel verzekerd worde?
Zal dan de regeling der exporter edietga-
ranties dusdanig gewijzigd worden, dat de
Nederlandsche producten op de wereld
markten niet bij vreemde producten achter
komen te staan?
Zullen dan exporttoeslagen worden ver
leend, zoolang de productiekosten hier te
lande ten gevolge van de monetaire en so
ciale politiek van andere landen het con
currentievermogen van onze exportbedrij
ven verlammen, in het bijzonder als daar
door nieuwe afzetgebieden kunnen worden
verkregen?
Zal dan de contingenteerings- en tarief
politiek van Nederland en Indië met het
oog op de handelsbeweging tusschen deze
verschillende gebiedsdeelen als dat van an
dere West-Europeesche landen aan de hun
ne, met vervanging op zoo ruim mogelijke
schaal van waarderechten door specifieke
rechten, waardoor vele der als tijdelijk be
doelde contingenteeringen welke een ver
starrende invloed uitoefenen op den han
del zullen kunnen vervallen?
Zal dan bevorderd worden het opsporen
van industrieele projecten door de oprich
ting van economisch-technologische insti
tuten (Zie hierboven de toezegging van
minister Gelissen. Red. L. Crt.) en gestimu
leerd worden de samenwerking van weten
schap en bedrijfsleiders?
Zal dan aandrang worden uitgeoefend op
de particuliere lasten tot verlaging van de
hooge kosten van het crediet en tot het in
ruimer mate verleen en van financierings
faciliteiten?
Zal dan het gebruik van het Neder-
landsch product door de organen van de
overheid en door instellingen welke van
de overheid afhankelijk zijn, verplicht ge
steld worden?
Zal dan het vreemdelingenverkeer vol
gens nieuwe methoden worden bevorderd?
Zullen dan de organen der overheid, die
zich met de economische problemen bezig
houden, zich geheel losmaken van bureau
cratische opvattingen en bezield worden
van de gedachte, dat de welvaart moet ver
dedigd worden, maar meer nog construc
tief bevorderd?
Zal dan steun geboden worden, niet eerst
en alleen wanneer het water aan de lippen
staat en een bedrijf met verlies werkt,
doch ook aan nog rendabele bedrijven?
Zal dan de samenwerking van bedrijfs-
genooten krachtig worden bevorderd en
onwilligen tot rede worden gebracht?
Zal dan de leiding der volkshuishouding
geconcentreerd worden met een zoo groot
mogelijke decentralisatie van uitvoering?
Zal op al deze vragen na anderhalve
maand een bevredigend antwoord gegeven
worden en, meer nog, naar aanleiding van
deze vragen juiste daden worden gesteld?
DEVALUATIE
In het hierboven besproken artikel van
de „Limburgsche Koerier" wordt deflatie
en devaluatie naast elkaar geplaatst.
Van devaluatie is het Limburgsch or
gaan een voorstander, als deze geschiedt:
„beheerscht", op het goede oogenblik.
Het blad schrijft dan verder over deva
luatie:
„Men vmdt voorstanders van devaluatie
bij alle partijen, bij de vrijzinnig-democra
ten misschien het minst, iets meer mis
schien bij de christelijk-historischeü en anr
ti-revolutionnairen, nog meer bij de so
ciaal-democraten en bij den Vrijheidsbond
men beweert dat vier van de zes libera
len in de Tweede Kamer voor devaluatie
wel iets voelen! en bij de katholieke
Tweede Kamer-leden zouden de tegenstan
ders van devaluatie al lang sterk in de
minderheid zijn.
Wat zün de gevolgen van devaluatie?
De tegenstanders vreezen na korten tijd
een aanzienlijke prijsstijging, welke de aan
vankelijke voordeelden geheel zou te niet
doen.
Deze vrees is zeker ten deele onge
grond. Met de crisiswetten op het gebied
van den land- en tuinbouw in de hand kan
ook een parlementair kabinet de stijging
der kleinhandelsprijzen van bodem-produc
ten in ons land bijna geheel voorkomen.
Ook voor prijzen van andere producten kan
men regelend optreden. Voor dit doel kan
elke regeering de noodige volmachten van
de Staten-Generaal wel krijgen.
Bovendien kan devaluatie de opbrengst
van den uitvoer, in guldens berekend, ver-
hoogen, en den uitvoer naar de zoogenaam
de vrije markten, welke er nog zijn, doen
toenemen.
Hiertegenover staat een prijsstijging van
de grondstoffen, welke wij uit het buiten
land moeten betrekken; alsmede een moge
lijke verhooging van invoerrechten en ver
scherping van contin gen teering in het bui
tenland tegen producten uit ons land al
is het nu reeds practisch zóó, dat de mees
te landen uit ons land niet meer betrek
ken, dan zij om allerlei redenen wel van ons
moeten afnemen.
Van devaluatie moet men echter geen
overdreven verwachtingen koesteren. Ook
daarna zal bezuiniging op de openbare uit
gaven niet mogen verwaarloosd worden.
Verlaging van vaste lasten door directe
maatregelen zal wellicht hier en daar toch
nog noodig zijn. De moeilijkheden zijn met
devaluatie nog niet uit den weg geruimd,
maar de economische opbouw op een an
dere basis wordt waarschijnlijk iets minder
moeilijk".
Wij wijzen op de verklaring van een
voorstander van devaluatie:
De moeilijkheden zijn met devaluatie
niet uit den weg geruimd, maar de econo
mische opbouw op een andere basis wordt
waarschijnlijk (wij spat.) iets (wij
spat.) minder moeilijk.
KERKNIEUWS
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIEB
BLADEN.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Begrafenis der slachtoffers van de on
lusten te Brest en Toulon. (4de blad).
Lavals decreten voorzien o.a. in de op
heffing van diverse contingenten. (4de blad)
Italië dirigeert thans ook in landsche troe
pen naar Abessynië. (4de blad).
BENOEMINGEN IN HET BISDOM
HAARLEM
Z.H.Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot:
Leer aar aan het Seminarie „Hageveld"
te Heemstede den weleerw. zeergel. heer
W. M. C. Verschure, thans kapelaan te
Vlissingen;
tot kapelaan te:
Vlisgsingen den weleerw. heer B. J. A.
Haanen; Ouddorp: den weleerw. heer A.
M. van Nobelen; Beverwijk (O. L. Vr. v.
Goeden Raad): den weleerw. heer G. A.
W. Corsten; Hillegersberg (H. Lid.): den
weleerw. heer H. C. A. Roelvink; Bloemen-
daal: den weleerw. heer B. G. Heraiing;
Langeraar: den weleerw. heer A. Groen.
(Neomist).
tot kapelaan te Haarlem (Kathedraal H.
Bavo) den weleerw. heer A. Th. L. Hen
driks; Amsterdam (O. L. Vr. Kon. des Vre-
des): den weleerw. heer C. M. Dóeswijk;
Heemstede (O. L. Vr. Hemelvaart): den
weleerw. heer C. A. M. Snelders (Neomist).
PRIESTER-JUBILEA.
Deze week zullen de volgende eerw. hee-
ren in one Bisdom een jubileum vieren:
Vijftig jaar priester, 16 Augustus W. C. C.
Aibers, pastoor te Schoonhoven, J. Brüge-
mann, pastoor te Middelburg. H. Moes, eme
ritus pastoor van Zwaagdijk, verblijvend
Huize St. Augustinius, Alkmaar, F. J. A. M.
Wierdels, pastoor te Naaldwijk.
Vijf en twintig jaar priester, 15 Augus
tus: H. J. M. M. Alink, pastoor te Amster
dam (O. L. Vr. v. A. B.); J. P. A. J. v. d.
Bergh, pastoor te Zierikzee, G. H. J. Goes,
pastoor te de Rijp, G. Keijzer, pastoor te
Oude Tonge, L. C. d. Nouweland, pastoor
BINNENLAND.
Bij zijn bezoek aan het E.TJL. te Maas
tricht heeft minister Gelissen mededeeling
gedaan over de voorgenomen oprichting van
een nationale mij. van credietverleening
aan de nijverheid (1ste blad).
Nota der regeering naar aanleiding van
het verslag der rekenkamer over die crisis
organisatie (1ste blad).
Benoemingen in het Bisdom Haarlem
(Kerkn., 1ste blad).
Geheimzinnige verdwijning van een
vrouw aan boord van het sa „Calypso",
(lste blad).
Verscheidene doodelijke verkeersonge
lukken. (Gom. Beriohten, 3de blad en Laat
ste Ber.).
Slachtoffers van zwemmen en kanovaren.
(Gem. Ber., 3de blad en Laatste Ber.).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
ZWEEFVLIEGEN: De Leidenaar de Lan
ge vestigt een nieuw Ned. record zweef
vliegen. (2de blad).
ATHLETIEK: Uitstekende internationale
wedstrijden te Amsterdam. (2de blad).
WIELRENNEN: De wereldkampioenschap
pen te Brussel. (2de blad).
ZWEMMEN: Geslaagde 2 km. wedstrijd
te Alphen (2de blad).
CRICKET: De wedstrijd Ned. elftal—
Harrow Wanderers in een draw geëindigd.
(2de blad).
te Zuidermeer, J. N. Omtzigt, pastoor te
Aarlanderveen, W. J. Pompe, pas
toor te Rotterdam (H. Teresia), J. J. van
Santé, pastoor te Onderdijk, J. Schoenma
ker, pastoor te Velsen-Noord, J. v. d. Sman,
pastoor te Rihoon, J .H. Visser, pastoor te
Wateringen, J. Th. Westgeest, rector, ge
sticht de Goede Herder, Leaderdorp, S.
A. J. Willemsen, pastoor te Ovezande.
HET ITALIAANSCH—ABESSINISCH
CONFLICT
Belangrijke verklaring van den Negus
ADDIS ABEBA, 12 Aug. (A.N.P.) De
keizer van Abessynië heeft tegenover een
vertegenwoordiger van Havas verklaard:
„Wij wenschen, dat noch de onafhankelijk
heid van ons. land wordt geraakt, noch het
Italiaansch prestige wordt beleedigd. Te
genover voordeelen van financieelen en
economischen aard, zooals een leening en
afstand van een haven, kunnen wij den af
stand van een gedeelte van ons gebied in
beginsel overwegen. Een vergelijk cp den
grondslag zou talrijke details, waarvan het
onnoodig is de belangrijkheid te onderstree-
pen, insluiten. Wanneer wij deze twee ver
langens verwezenlijken, zien wij geen be
zwaar om een gedeelte van O gaden (het
gebied waarin Oeal-Oeal ligt) af te staan".
De keizer heeft op 18 Augustus een bid
dag uitgeschreven, denzelfden dag dat het
Abbessijnsch Comité van Amerika gebeds
oefeningen voor den vrede houdt.