EEN WEEK HISTORIE HULP IN NOOD ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1935 JE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 ABESSYNIë'S DONKERE VOORUITZICHTEN. HOE ZAL DE RAAD DE PUZZLE OPLOSSEN? DE BETEEKENIS VAN DE NIJL VOOR OOST-AFRIKA. DUITSCHLAND SMEEDT ZIJN EENHEID. Donkere vooruitzichten. In het duistere Afrika zit de zwarte heerscher van Abessynië donker te kijken. Wat 'n duisternis bij elkaar! Nog erger zou het worden, wanneer Mussolini er werkelijk toe over zou gaan, om den Negus op z'n oogen te timmeren; dan kon hij niet eens meer donker „kij ken". Hij heeft overigens wel reden om zuur te kijken, de Negus. Want het spel, dat de Duce met hem speelt, is niet om te lachen en de stuiptrekkingen van den Volkenbond om de kool en de geit te spa ren, zijn bepaald luguber. Terwijl wij dit schrijven, weten wij de afloop nog niet van de pogingen te Genève om een nieuwe compromis-formule te vinden, die zoowel Engeland en Frankrijk, als Italië bevre digt. Wat Abessynië ervan zegt, doet min der ter zake; de Negus zal toch hebben te accepteeren wat de heeren te Genève be disselen. Abessynië is eigenlijk reeds lang naar den achtergrond gedrongen; het eigenlijke conflict is een Europeesch con flict geworden, dat uitgevochten w.ordt tusschen de drie mogendheden Engeland, Frankrijk en Italië. Volkenbondspuzzle. Zooals bekend is deze week de Volkenbondsraad in buitengewone zitting bijeen gekomen. Om het Abessynische conflict te bespre ken, zult u denken. Ja, maar zoo algemeen moogt u dat niet zeggen. Want Mussolini wil juist niet heb ben, dat de kern van het conflict wordt besproken. Men zal zich nog wel herinneren, dat er maanden geleden een incident plaats had in Wal Wal in het grensgebied tusschen Abessynië en Italiaansch Somali-land. De Abessyniërs vergezelden daar een Abes- sijnsch-Engelsche studie-commissie en trof fen bij Wal Wal een Italiaansche bezet ting aan, die zij aanvielen omdat zij meen den, dat de Italianen zich wederrechtelijk op Abessijnsoh grondgebied bevonden. Dat werd het sein voor het conflict, zooals dit zich tot nu toe heeft ontwikkeld. De Abes syniërs beweren, dat Wal Wal op Abessy- nisch grondgebied ligt en de Italianen zeg gen, dat het Italiaansch bezit is en er reeds jaren een Italiaansche bezetting ge legen heeft. Nu is het te begrypen, dat dit heele incident niet de moeite waard is om zich zoo dik te maken, maar er zit wat anders achter. Italië zoekt een uitweg voor zijn bevolking, wil koloniale uitbreiding en ziet nu de gelegenheid gunstig om Abessynië te veroveren. Vandaar dat het er wel in toestemde om een arbitrage-com missie in het leven te roepen, maar uit drukkelijk verlangde, dat deze commissie zich slechts zou bezig houden met het inci dent van Wal Wal zonder zich te begeven in de kwestie of Wal Wal al of niet Abes- synlsch gebied is. Ook de Volkenbondsraad mag zich darover niet uitspreken. Maar dat is juist de kern van de heele kwestie! Hebben de troepen van den keizer van Abessynië werkelijk Italiaansche soldaten aangevallen op Italiaansch grondgebied en weigert de keizer genoegdoening, dan heeft Italië het recht om wapengeweld te gebruiken. Anders niet. Italië wil dat zelf uitmaken en in welken geest het beslist heeft, blijkt uit de troepenzendingen. En geland gevoelt er echter niets voor, om Italië z'n gang te laten gaan en oefent een sterken druk uit op Mussolini om den vrede te bewaren, bijgestaan door Frank rijk, dat weliswaar goede vrienden met Italië wenscht te blijven, maar toch ook de Volkenbond niet in de steek wil laten. Er wordt nu een uitweg gezocht in uitstel. Italië vindt goed, dat de arbitrage-commis sie die een paar weken geleden te Sche- veningen is vastgeloopen, weer op gang wordt gebracht. Dat geeft al weer eenigen tijd om een uitweg te vinden, en Italië wil inmiddels wel beloven om geen vijande lijkheden te ondernemen, omdat er in de zomermaanden toch geen gelegenheid is tot het voeren van krijgsoperaties in Abes synië, wegens de vele regens. Maar wat gebeurt er daarna? Wachten wij af, hoe de Raad deze puzzle oplost. De laatste berichten (men zie onder de ru briek Buitenland) luiden vrij gunstig. D e N ij 1. Velen vragen zich ongetwij feld af, waarom Mussolini toch zoo graag beslag op Abessynië-wil leggen en waar om speciaal Engeland zich daartegen zoo sterk verzet. De sleutel van dit geheim is de Nijl. Om de beteekenis van de heerschappij over Abessynië te kunnen begrijpen moet men eerst weten, wat de Nijl voor Oost- Afrika met name voor Egypte en de Engel- sche Soedan beteekent. Egypte is een ge schenk van de Nijl. In dit land waar zelden regen valt, is de welvaart geheel afhanke lijk van het Nijlwater, dat de oorsprong van alle beschaving is. Zonder de Nijl was Egypte een Lybische of Arabische zand woestijn. Deze, schrille tegenstelling komt het best tot uiting bij de pyramide van Cheope. Hier nog malsche weiden en rijke korenvelden, een meter verder, waar het water niet meer komen kan, het dorre, gele woestijnzand. De Nijl beschikt over het lot van Egypte. Doch niet alleen over het lot van Egypte doch ook over het verre land, waar de rivier haar oorsprong vindt: Abes synië. Niet alleen het Victoriameer is de voedende bron van de Nijl, doch ook de veel kortere Nijl van het Abessynische hoogland. Groote regenmassa's vallen van Mei tot Augustus op de bergwanden en voeren dan klei-houdende watermassa's naar Nubië en Egypte. De Witte Nijl ver liest het meeste water in de gloeiende Sa vanna's van Soedan, terwijl de Blauwe Nijl hoofdzakelijk van Juni tot September groo te massa's aanvoert. De laatste voedster van de Nijl is de Arbara, die eveneens in het Abessynische bergland ontspringt. Na de zomermaanden ligt de bedding van de rivier langen tijd droog. De meegespoel- de vulkanische tuf uit het Abessynische hoogland levert aan den Egyptisohen bo dem de meest waardevolle voedingsstof. De geheele bodemkuituur van Egypte en de daarop steunende stoffelijke zoowel als geestelijke beschaving hangt af van de overstroomingen van de Nijl. Het waterpeil van den Nijl begint einde Mei of begin Juni bij Chartoem te stijgen. De hoogste waterstand wordt in September bereikt, de laagste in April en Mei. Zoodra het water van de Blauwe Nijl in October begint af te nemen, wordt het gestuwde wa ter van de Witte Nijl den vrijen loop gege ven. Vari November tot Mei van het vol gend^ jaar voorziet deze tak dan de groote rivier van waiter. In Assoean begint het Nijlwater in Juni te stijgen, in Egypte half Juli. De 19e Juli werd reeds in oeroude tijden vastgesteld als de dag waarop de Nijl in de omgeving van het huidige Cairo begon te stijgen. En deze datum die volgens astronomische berekeningen samenviel met de opgang van de ster Sirius, werd be schouwd als de aanvang van het nieuwe jaar. Het valt ook te begrijpen, dat de „dag van het doorsteken van den dam" sedert onheugelijke tijden met groote volksfees ten gevierd werd. Deze dam, die bij Cairo was gelegd, werd, wanneer een waterhoog te bereikt was van 16 el, doorgestoken en de uitgedroogde landerijen werden dan door het vruchtbare water overspoeld. Bij de tegenwoordige moderne wijze van be vloeiing heeft dit feit op zich geen betee kenis meer. In den tijd dat de hoogste wa terstand bereikt wordt, heeft het wafer vaak een donkere roode kleur in de diepe kuilen en kanalen die tusschen de kiezel- en zandbanken worden gevormd. Ofschoon de overstroomingen regelmatig voorkomen, zijn er toch ook uitzonderingen waarbij de waterstand hooger of lager is. Men denke slechts aan het Bijbelsche ver haal van de „zeven vette en zeven magere jaren". Bleef het water slechts één meter beneden den gewonen stand dan ontstond vroeger in Boven-Egypte reeds droogte cn hongersnood. Was de waterstand te hoog dan liep men gevaar dat de dammen door braken en een alles-vernielende overstroo ming ontstond. Men 'ïad daarom reeds in oude tijden een specialen peildienst inge steld, die de hoogte van het water in het land bekend maakte. Twee van deze peilin- richtingen zijn thans nog in gebruik; na melijk op het Olifanten-eiland bij Assoean en op het eiland Roda bij Cairo. Het beken de marmerbeeld dat in de zestiende eeuw werd gevonden en dat „Vader Nijl" voor stelt met aan zijn voeten de zestien knaap jes, geeft de zestien ellen aan, die het wa ter bereiken moest voor een vruchtbaar jaar. Daar de stijging van de Nijl eerst in den zomer' begint kan men juist de oogst bin nenhalen en de velden laten onderloopen om onmiddellijk nadat het water weer is weggevloeid te zaaien. In de versche klei kan het zaad des winters opschieten, terwijl de zachte voorj aars-temperatuur het koren spoedig doet rijpen. Engeland heeft in den Soedan de water toevoer van de Nijl in de hand, maar als Italië in Abessynië zift, beheerscht de Duce de Nijl. En dat kan Engeland moeilijk ve len. Duitschd eenheid. Terwijl het eenheidsfront van Stresa, gevormd tegen Duitschland, toen het 't juk van Versailles afschudde, danig aan het afbrokkelen is, houdt Duitschland zich op internationaal politiek gebied opmerkelijk stil. Maar in het binnenland is er een stevige actie waar te nemen; de oppositie wordt aangepakt in elke uiting, waarin men een aanval tegen de staatssouvereiniteit en de reinheid van het ras ziet. Vandaar de aanvallen op de katholieke organisaties, op de Stahlhelm, op de Joden, op de studenten enz. Men vindt het wel eens voorgesteld als of deze actie zou worden aanwakkerd door de zucht om de radicale elementen zoet te houden, nu er op het gebied van de bui- tenlandsche politiek geen successen te be halen zijn. Dat lijkt ons niet juist. Tegen over de afbrokkeling van de tegenstanders wordt nu hard gewerkt aan het samensme den van de Duitsche eenheid en alles wat niet voor 100 pet. Duitsch is (in de opvat ting welke de Nat. Socialisten eraan hech ten!) wordt uitgestooten. Men zal goed doen, deze actie op z'n juiste waarde te schatten en zich niet te laten verblinden door den indruk, welke de afzonderlijke staaltjes van terreur op het buitenland ma ken. Er zit een groote lijn in deze beweging en men zou er bewondering voor kunnen hebben, wanneer de Duitsche leiders niet zoo'n ontstellend gemis toonden aan waar deering voor hoogere waarden en wat min der „rticksichtlos" waren in het aanwenden hunner middelen. Maar met dit al wijzen wij er toch op, dat Duitschland bezig is zich te vormen tot een krachtige mogendheid, die binnenkort de beslissende factor zal zijn in de Europeesche politiek. AUTOMAAT: ROLFILMS ZWEMMEN NATIONALE ZWEMWEDSTRIJDEN TE DOORWERTH Inschrijving van onze bekende zwemmers en zwemsters Aan de polo-wedstrijd Nederland Duitschland, welke Zondag 4 Augustus in het zwembad van het „Park Doorwerth" wordt gehouden, zullen zwemwedstrijden voorafgaan, die zeer belangrijk genoemd kunnen worden, omdat daar selectie-wed strijden aan verbonden zijn in verband met de Olympische Spelen te Berlijn. Op de 100 M. rugslag komt o.a. Rie Mas- tenbroek uit alsmede mej. Sennef, terwijl op de 100 M. vrije slag Willy den Ouden zal starten. Aan de wedstrijden wordt ook nog door verschillende andere bekende zwemmers en zwemsters deelgenomen. JENNY KASTEIN WINT TE KOPENHAGEN Gisteren vonden te Kopenhagen interna tionale zwemwedstrijden plaats, waaraan ook werd deelgenomen door onze landge- noote Jenny Kastein. Zij kwam uit in het nummer 200 meter schoolslag. Na een fraaie race werd mej. Kastein eerste in den tijd van 3 min. 14 sec. voor de beide Deensche zwemsters, Christensen en Niel sen, die beiden een tijd van 3 min. 15 sec. noteerden. Op de vierde plaats kwam Ker sten Histberg (Zweden) met een tijd van 3 min. 19 4/5 sec. Op de 100 meter vrijes lag dames werd mej. Arndt (Denemarken) eerste in den tijd van 1 min. 13 3/6 sec. voor Inge Carl- sen (Denemarken) met een tijd van 1 m. 13 4/5 sec. De Engelsche zwemster Eleo- nore Milton werd vierde in 1 min. 16 sec. De 200 meter vrije slag heeren werd ge wonnen door Joergensen (Denemarken) in den tijd van 2 min. 23,8 sec. Fred Milton (Engeland) werd vierde in 2 min. 29.5 sec. WATERPOLO DE ZIJL I—D.W.R. I Maandagavond 8 uur speelt de Zijl I haar vierden nederlaagwedstrijd alhier tegen D.W.R. uit-Haarlem. Vooraf wordt gespeeld de vriendschap pelijke wedstrijd De Zijl II—D.W.R. II, Breestraat 79 hoek Diefsteeg Ontwikkelen en afdruKken voor Amateurs LAWNTENNIS JEUGDTOURNOOI TE NOORDWIJK Gedurende drie achtereenvolgende dagen is te Noordwijk het jaarlijksche jeugd- tournooi gehouden. De voornaamste uitslagen waren: Heeren-enkelspel A, halve eindstrijd: Tymensen sl. De Vries 61, 63; Van Oyen sl. Syersted 61, 60. Eindstrijd: Van Oven sl. Tymensen 64, 64. Dames-enkelspel A, halve eindstrijd: mej. Klein sl. mej. oHek 60, 61; mej. van Rijssel su. mej. Jolles 62, 62. Eindstrijd: mej. Klein su. mej. van Rijssel 6—3, 8—6. Heeren-dubbelspel A, halve eindstrijd: van Oven en Esser sl. Tymensen en Jonk- hart 64, 79, 62; Spiele en Veltenaar sl. Kroner en De Vries 6/1, 9/7. Eindstrijd: Van Oven en Esser sl. Spiele en Veltenaar 6—6, 9—7. Gemengd dubbelspel A, halve eindstrijd: mej. van Rijssel en Visser sl. mej. Felix en De Vries 64, 86, mej. Klein en van Oven slaan mej. van Leeuwen en Syersted 64, 6—0. Eindstrijd mej. van Rijssel en Visser sl. mej. Klein en van Oven 61, 3—6, 6—2. Heeren-enkelspel B, halve eindstrijd: .W. Akkersdijk sl. Stenfert Kroese 60, 57, 86; L. P. Akkersdijk sl. Kroner 63, 3 6, 63. Eindstrijd: W. Akkersdijk sl. L. P. Akkersdijk 64, 60. Dames-enkelspel B, halve eindstrijd: mej B. Thonus Sl. mej. C. v. d. Ploeg 6—3, 6 0; mej. N. Felix sl. mej. F. Rens 86, 62. Eindstrijd: mej. Thonus sl. mej. Felix 7 —5, 6—2. Heeren-dubbelspel B. halve eindstrijd: J. Breukink en J. Lips sl. Stenfert Kroese en A. Kuipers 61, 86; W. Akkersdijk en L. P. Akkersdijk, w.o. Eindstrijd: W. Akkersdijk en L. P. Akkersdijk sl. J. Breu kink en J. Lips 63, 60. Gemengd dubbelspel B, halve eindstrijd: mej. B. Thonus en W. Akkersdijk sl. mej. F. Rens en J. Kolff 61, 64; mej. C. v. d. Ploeg en L. P. Akkersdijk sl. mej. E. Bierens en J. Lips 886, 75. Eindstrijd: mej. C. V. d. Ploeg en L. P. Akkersdijk sl. mej. Thonus en W. Akkersdijk 36, 75, 6—2. ATHLETIEK DE NEDERLANDSCHE KAMPIOENSCHAPPEN Petit kan niet deelnemen Naar wij vernemen zal de bekende midden- en lange afstandlooper S. Petit van „Oranje Nassau" uit Heerlen, die zeer zeker een goeden kans maakte op het kampioenschap 1500 en 5000 M. wegens een voetblessure, niet uit kunnen komen. WIELRENNEN Nieuw Swift Morgen organiseert bovengenoemde ver- eeniging een wedstrijd over resj. 60, 50, en 40 K.M. Deze Wedstrijd is de eerste van de extra prijzen competitie over de maand Augustus. Vertrek vanaf het clublokaal, Steenstraat 27, om half negen, terwijl de start om negen uur precies plaats vindt. FEUILLETON. DE MAJESTEIT VAN HET RECHT Naar het Amerikaansch van MELROD DANNING. (Nadruk verboden). 14) De woorden uit Virginia's briefje kwa men hem in den geest en hij stond haastig op en slenterde de hall door, maar hij zag Lloyd nergens zitten. Jackson liep naar de trap en keek naar boven, naar het bordes. Daar was een afgezonderd hoekje, ver scholen achter palmen en varens, maar na een zorgvuldig onderzoek zag Jackson, dat er niemand zat. Een snelle blik door de balzaal verzekerde hem dat Lloyd ook daar niet was. Wat zou die jongen in vredesnaam uit voeren? Er was nog een plaats, waar hij zijn kon, tenzij hij naar huis gegaan was, en Jackson duwde de deur van de eetkamer open, links van de hall, die nu als restau ratiezaal was ingericht. Hier was een lan ge tafel, beladen met cakes, sandwiches en verschillende lekkernijen, voor het sou per bestemd, en aan den anderen kant stond een buffet, rijkelijk voorzien van al le mogelijke dranken, waar een jonge ne ger in een gesteven wit pak gekleed, den scepter zwaaide. Lloyd leunde tegen met buffet met zijn glas in de hand en keek naar de souper ta fel. Verder was het vertrek leeg. Jackson duwde de deur wijd open en trad binnen. „Hallo, Lloyd, Wat voer je hier uit, waarom dans je niet?" Lloyd draaide zich verschikt om en staarde hem aan. Jackson kreeg een schok van onrust, toen hij het verhittte gezicht en de onzekere hand opmerkte. „Hallo", antwoordde Lloyd, „welke dans is het?" „De vijfde, geloof lk, we waren een beet je laat. Dans je vanavond niet?" „Natuurlijk wel", hernam Lloyd grijns lachend, „waarvoor denk je, dat ik anders hier gekomen ben?" „In orde, ouwe jongen, wind je niet zoo op, maar ik had je niet meer gezien sinds onze komst, en lk wou weten, waar je uit hing. Je bent zeker aldoor hier geweest?" Maar Lloyd, die zich bewust was welken Indruk hij moest maken, zette zich schrap. „Nu en wat dan nog, als dat zoo was? Daar heb jij toch niets mee te maken? Jij bent niet mijn voogd, zooals je brave va der." Jackson zweeg een oogenblik. Hij had temperament, hoewel hij zich beter be dwingen kon als Lloyd en hij hield zich met moeite in. „Wat bezielt jou?" vroeg hij kalm. „Na tuurlijk gaat het me niet aan,, maar dat is nog geen reden, om op zoo'n manier te spreken." Lloyd mompelde iets in zichzelf en keer de Jackson zijn rug toe. Deze aarzelde een oogenblik, maar hij voelde dat het zijn plicht tegenover Virginia was, om te doen, wat Virginia -hem had gevraagd, hoe on aangenaam dat ook mocht zijn. „Luister, Lloyd", begon hij, „ik wou je een oogenblik spreken, als je 't goed vindt, kom even hier, wil je?" Lloyd keerde zich om. „Wat beteekent, kom hier?" barstte hij uit, „ik zit hier best." Jackson beet op zijn lip. Hij wist, dat hij zich niet lang meer zou kunnen inhouden, dus haastte hij zich met wat hij zeggen wilde. „Ook goed", sprak hij, „als jij 't best vindt, vind ik het ook best, maar 't eenige, wat ik zeggen wou, was, dat Sylvia me vroeg, waar je was; ze zei, dat ze je nog niet gezien had. Ik dacht, dat je misschien vergeten had, haar te begroeten." „Ik ben je heel dankbaar", antwoordde Lloyd, „maar ik kan heel goed op mijn eigen zaken passen, dank je Jackson aarzelde weer. Hij wist, dat hij het verkeerd had aangepakt, maar hij moest op de een of andere manier zien, Lloyd van het buffet weg te krijgen. „Verdraaid!" lachte hij eindelijk, „wat ben jij vanavond gauw op je teentjes ge trapt. Ik dacht alleen maar, dat je 't we ten wou. Doe jé den volgenden dans mee?" „Ja zeker. Waarom?" vroeg Lloyd. „O, zoo maar." Lloyd zette zijn glas hard neeh en keek hem aan. „Ik weet waarom", riep hij. „Het is omdat je je geroepen voélt je met mijn zaken te bemoeien, en je overal in te drin gen, maar dat is niet noodig, begrijp je? Ik' doe wat ik wil, en ik zal drinken waar ik trek in heb. Je denkt, dat je verduiveld handig bent, met je geklets over dansen, maar iederen idioot begrijpt, dat je me hier weg wilt lokken. En dat zal je niet lukken. Ik zal doen en drinken wat ik wil. En als je dat nietbevalt, ook al goed, dan kan je., nu, ik heb je als eens verteld, wat jij en Gini voor mijn part kunnen doen" En toen liep Lloyd de kamer uit. Jackson ging hem een paar passen ach terna en bleef toe staan. Langzamerhand bekoelde zijn woede en maaktë plaats voor een spijtig gevoel van gefaald te hebben en van berouw. Hij begaf zich naar het buffet, waar de donkere bediende hem met angstige oogen aanstaarde. „Hallo Tom", zei hij. „Je moet me eens wat vertellen." „Ja, meneer Jackson." „Hoeveel heeft hij gedronken?" „Hij, meneer Jackson?" laat eens zien, één, twee, drie glazen, meneer." „Wat?" „Zoo, geeft hem niet meer, als jij er iets aan kunt doen, Tom." „Neen, meneer. Ik zal hem slappe geven, meneer." „Dat is best, Tom." Jackson keek op zijn programma. Vir ginia's dans. Hij liep de kamer uit en slenterde in de hall heen en weer. Toen keek hij de trap op en zag dat het hoekje leeg was. Hij guurde om zich heen, om zeker te zijn, dat niemand hem zag, sloop toen de trappen op en zette zich behaaglijk in een grooten stoel om deze dans met Virginia uit te zit ten. Hij lachte zachtjes, toen hij daar zoo zat, maar langzamerhand veranderde de uitdrukking van zijn gezicht, toen hij aan hun laatsten middag samen dacht. Wat een wondermooie dag was 't geweest! Toen hij daar zoo zat, schoot hem een andere ge dachte te binnen. Als hij Virginia niet spreken kon, schrijven kon hij haar wel! Daarop haalde hij haar briefje te voor schijn en vouwde het om, zoodat hij een leeg kantje voor zich had; toen begon hij zijn gedachten op papier te schrijven. Maar 't schrijven vlotte niet erg. Al zijn gedach ten verzamelden zich in één zin en hij schreef drie keer: „ik heb je lief." Met den brief in de hand, bleef hij een poos zitten en verbaasde zich er over, welk gelukkig gesternte hem haar liefde had ge bracht. Het wonder maakte zijn hart vol en weer nam hij zijn potlood en schreef, zijn oogen donker en ernstig. „Ik heb je lief", schreef hij weer, „en voor jou zou ik alles opofferen, als 't noodig was, mijn geluk, mijn leven, zelfs mijn eer, terwille van Jou". Toen hij het laatste woord neerschreef, ving zijn oor een geluid beneden aan de trap op en hij drong in een hoek om niet gezien te worden. Hij was niet in een stem ming om met anderen te converseeren. Toen zag hij door het groen van de plan ten, dat het Lloyd was, die beneden aan de trap stond. De jongen bleef een oogenblik staan, naar rechts en links kijkend, haast te zich toen de trappen op, liep langs Jack son heen en begaf zich naar de eerste ver dieping. Toen Lloy-d de restauratiezaal ver laten had, was hij op zoek gegaan naar zijn partner en ontdekte, dat hij aan zijn komst gewanhoopt had en met iemand an ders danste. Hij bleef een poos bij de deur naar het dansen kijken. Naast hem ston den een paar oudere dames en hoewel hij geen acht op hen sloeg, hoorde hij dat een van hen opmerkte: „Mevrouw Monroe draagt haar parels valavond niet. Waar om zou ze het niet doen? Ik begrijp het niet, ze zijn zoo mooi." Lloyd keerde zich af en ging naar de eetkamer terug, met de woorden die hij juist gehoord had, nagalmend in zijn hoofd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9