EEN WEEK HISTORIE
HULP IN NOOD
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1935
JE LE1DSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
ABESSYNIë'S DONKERE VOORUITZICHTEN. HOE ZAL DE
RAAD DE PUZZLE OPLOSSEN? DE BETEEKENIS VAN DE NIJL
VOOR OOST-AFRIKA. DUITSCHLAND SMEEDT ZIJN EENHEID.
Donkere vooruitzichten. In
het duistere Afrika zit de zwarte heerscher
van Abessynië donker te kijken.
Wat 'n duisternis bij elkaar!
Nog erger zou het worden, wanneer
Mussolini er werkelijk toe over zou gaan,
om den Negus op z'n oogen te timmeren;
dan kon hij niet eens meer donker „kij
ken". Hij heeft overigens wel reden om
zuur te kijken, de Negus. Want het spel,
dat de Duce met hem speelt, is niet om te
lachen en de stuiptrekkingen van den
Volkenbond om de kool en de geit te spa
ren, zijn bepaald luguber. Terwijl wij dit
schrijven, weten wij de afloop nog niet
van de pogingen te Genève om een nieuwe
compromis-formule te vinden, die zoowel
Engeland en Frankrijk, als Italië bevre
digt. Wat Abessynië ervan zegt, doet min
der ter zake; de Negus zal toch hebben te
accepteeren wat de heeren te Genève be
disselen. Abessynië is eigenlijk reeds lang
naar den achtergrond gedrongen; het
eigenlijke conflict is een Europeesch con
flict geworden, dat uitgevochten w.ordt
tusschen de drie mogendheden Engeland,
Frankrijk en Italië.
Volkenbondspuzzle. Zooals
bekend is deze week de Volkenbondsraad
in buitengewone zitting bijeen gekomen.
Om het Abessynische conflict te bespre
ken, zult u denken.
Ja, maar zoo algemeen moogt u dat niet
zeggen. Want Mussolini wil juist niet heb
ben, dat de kern van het conflict wordt
besproken.
Men zal zich nog wel herinneren, dat er
maanden geleden een incident plaats had
in Wal Wal in het grensgebied tusschen
Abessynië en Italiaansch Somali-land. De
Abessyniërs vergezelden daar een Abes-
sijnsch-Engelsche studie-commissie en trof
fen bij Wal Wal een Italiaansche bezet
ting aan, die zij aanvielen omdat zij meen
den, dat de Italianen zich wederrechtelijk
op Abessijnsoh grondgebied bevonden. Dat
werd het sein voor het conflict, zooals dit
zich tot nu toe heeft ontwikkeld. De Abes
syniërs beweren, dat Wal Wal op Abessy-
nisch grondgebied ligt en de Italianen zeg
gen, dat het Italiaansch bezit is en er
reeds jaren een Italiaansche bezetting ge
legen heeft. Nu is het te begrypen, dat dit
heele incident niet de moeite waard is om
zich zoo dik te maken, maar er zit wat
anders achter. Italië zoekt een uitweg voor
zijn bevolking, wil koloniale uitbreiding
en ziet nu de gelegenheid gunstig om
Abessynië te veroveren. Vandaar dat het
er wel in toestemde om een arbitrage-com
missie in het leven te roepen, maar uit
drukkelijk verlangde, dat deze commissie
zich slechts zou bezig houden met het inci
dent van Wal Wal zonder zich te begeven
in de kwestie of Wal Wal al of niet Abes-
synlsch gebied is. Ook de Volkenbondsraad
mag zich darover niet uitspreken. Maar
dat is juist de kern van de heele kwestie!
Hebben de troepen van den keizer van
Abessynië werkelijk Italiaansche soldaten
aangevallen op Italiaansch grondgebied en
weigert de keizer genoegdoening, dan
heeft Italië het recht om wapengeweld te
gebruiken. Anders niet. Italië wil dat zelf
uitmaken en in welken geest het beslist
heeft, blijkt uit de troepenzendingen. En
geland gevoelt er echter niets voor, om
Italië z'n gang te laten gaan en oefent een
sterken druk uit op Mussolini om den
vrede te bewaren, bijgestaan door Frank
rijk, dat weliswaar goede vrienden met
Italië wenscht te blijven, maar toch ook de
Volkenbond niet in de steek wil laten. Er
wordt nu een uitweg gezocht in uitstel.
Italië vindt goed, dat de arbitrage-commis
sie die een paar weken geleden te Sche-
veningen is vastgeloopen, weer op gang
wordt gebracht. Dat geeft al weer eenigen
tijd om een uitweg te vinden, en Italië wil
inmiddels wel beloven om geen vijande
lijkheden te ondernemen, omdat er in de
zomermaanden toch geen gelegenheid is tot
het voeren van krijgsoperaties in Abes
synië, wegens de vele regens.
Maar wat gebeurt er daarna? Wachten
wij af, hoe de Raad deze puzzle oplost. De
laatste berichten (men zie onder de ru
briek Buitenland) luiden vrij gunstig.
D e N ij 1. Velen vragen zich ongetwij
feld af, waarom Mussolini toch zoo graag
beslag op Abessynië-wil leggen en waar
om speciaal Engeland zich daartegen zoo
sterk verzet. De sleutel van dit geheim is
de Nijl.
Om de beteekenis van de heerschappij
over Abessynië te kunnen begrijpen moet
men eerst weten, wat de Nijl voor Oost-
Afrika met name voor Egypte en de Engel-
sche Soedan beteekent. Egypte is een ge
schenk van de Nijl. In dit land waar zelden
regen valt, is de welvaart geheel afhanke
lijk van het Nijlwater, dat de oorsprong
van alle beschaving is. Zonder de Nijl was
Egypte een Lybische of Arabische zand
woestijn. Deze, schrille tegenstelling komt
het best tot uiting bij de pyramide van
Cheope. Hier nog malsche weiden en rijke
korenvelden, een meter verder, waar het
water niet meer komen kan, het dorre, gele
woestijnzand. De Nijl beschikt over het lot
van Egypte. Doch niet alleen over het lot
van Egypte doch ook over het verre land,
waar de rivier haar oorsprong vindt: Abes
synië. Niet alleen het Victoriameer is de
voedende bron van de Nijl, doch ook de
veel kortere Nijl van het Abessynische
hoogland. Groote regenmassa's vallen van
Mei tot Augustus op de bergwanden en
voeren dan klei-houdende watermassa's
naar Nubië en Egypte. De Witte Nijl ver
liest het meeste water in de gloeiende Sa
vanna's van Soedan, terwijl de Blauwe Nijl
hoofdzakelijk van Juni tot September groo
te massa's aanvoert. De laatste voedster
van de Nijl is de Arbara, die eveneens in
het Abessynische bergland ontspringt. Na
de zomermaanden ligt de bedding van de
rivier langen tijd droog. De meegespoel-
de vulkanische tuf uit het Abessynische
hoogland levert aan den Egyptisohen bo
dem de meest waardevolle voedingsstof.
De geheele bodemkuituur van Egypte en
de daarop steunende stoffelijke zoowel als
geestelijke beschaving hangt af van de
overstroomingen van de Nijl.
Het waterpeil van den Nijl begint einde
Mei of begin Juni bij Chartoem te stijgen.
De hoogste waterstand wordt in September
bereikt, de laagste in April en Mei. Zoodra
het water van de Blauwe Nijl in October
begint af te nemen, wordt het gestuwde wa
ter van de Witte Nijl den vrijen loop gege
ven. Vari November tot Mei van het vol
gend^ jaar voorziet deze tak dan de groote
rivier van waiter. In Assoean begint het
Nijlwater in Juni te stijgen, in Egypte half
Juli. De 19e Juli werd reeds in oeroude
tijden vastgesteld als de dag waarop de
Nijl in de omgeving van het huidige Cairo
begon te stijgen. En deze datum die volgens
astronomische berekeningen samenviel met
de opgang van de ster Sirius, werd be
schouwd als de aanvang van het nieuwe
jaar.
Het valt ook te begrijpen, dat de „dag
van het doorsteken van den dam" sedert
onheugelijke tijden met groote volksfees
ten gevierd werd. Deze dam, die bij Cairo
was gelegd, werd, wanneer een waterhoog
te bereikt was van 16 el, doorgestoken en
de uitgedroogde landerijen werden dan
door het vruchtbare water overspoeld. Bij
de tegenwoordige moderne wijze van be
vloeiing heeft dit feit op zich geen betee
kenis meer. In den tijd dat de hoogste wa
terstand bereikt wordt, heeft het wafer
vaak een donkere roode kleur in de diepe
kuilen en kanalen die tusschen de kiezel-
en zandbanken worden gevormd.
Ofschoon de overstroomingen regelmatig
voorkomen, zijn er toch ook uitzonderingen
waarbij de waterstand hooger of lager is.
Men denke slechts aan het Bijbelsche ver
haal van de „zeven vette en zeven magere
jaren". Bleef het water slechts één meter
beneden den gewonen stand dan ontstond
vroeger in Boven-Egypte reeds droogte cn
hongersnood. Was de waterstand te hoog
dan liep men gevaar dat de dammen door
braken en een alles-vernielende overstroo
ming ontstond. Men 'ïad daarom reeds in
oude tijden een specialen peildienst inge
steld, die de hoogte van het water in het
land bekend maakte. Twee van deze peilin-
richtingen zijn thans nog in gebruik; na
melijk op het Olifanten-eiland bij Assoean
en op het eiland Roda bij Cairo. Het beken
de marmerbeeld dat in de zestiende eeuw
werd gevonden en dat „Vader Nijl" voor
stelt met aan zijn voeten de zestien knaap
jes, geeft de zestien ellen aan, die het wa
ter bereiken moest voor een vruchtbaar
jaar.
Daar de stijging van de Nijl eerst in den
zomer' begint kan men juist de oogst bin
nenhalen en de velden laten onderloopen
om onmiddellijk nadat het water weer is
weggevloeid te zaaien. In de versche klei
kan het zaad des winters opschieten, terwijl
de zachte voorj aars-temperatuur het koren
spoedig doet rijpen.
Engeland heeft in den Soedan de water
toevoer van de Nijl in de hand, maar als
Italië in Abessynië zift, beheerscht de Duce
de Nijl. En dat kan Engeland moeilijk ve
len.
Duitschd eenheid. Terwijl het
eenheidsfront van Stresa, gevormd tegen
Duitschland, toen het 't juk van Versailles
afschudde, danig aan het afbrokkelen is,
houdt Duitschland zich op internationaal
politiek gebied opmerkelijk stil. Maar in
het binnenland is er een stevige actie waar
te nemen; de oppositie wordt aangepakt in
elke uiting, waarin men een aanval tegen
de staatssouvereiniteit en de reinheid van
het ras ziet. Vandaar de aanvallen op de
katholieke organisaties, op de Stahlhelm,
op de Joden, op de studenten enz.
Men vindt het wel eens voorgesteld als
of deze actie zou worden aanwakkerd door
de zucht om de radicale elementen zoet te
houden, nu er op het gebied van de bui-
tenlandsche politiek geen successen te be
halen zijn. Dat lijkt ons niet juist. Tegen
over de afbrokkeling van de tegenstanders
wordt nu hard gewerkt aan het samensme
den van de Duitsche eenheid en alles wat
niet voor 100 pet. Duitsch is (in de opvat
ting welke de Nat. Socialisten eraan hech
ten!) wordt uitgestooten. Men zal goed
doen, deze actie op z'n juiste waarde te
schatten en zich niet te laten verblinden
door den indruk, welke de afzonderlijke
staaltjes van terreur op het buitenland ma
ken. Er zit een groote lijn in deze beweging
en men zou er bewondering voor kunnen
hebben, wanneer de Duitsche leiders niet
zoo'n ontstellend gemis toonden aan waar
deering voor hoogere waarden en wat min
der „rticksichtlos" waren in het aanwenden
hunner middelen. Maar met dit al wijzen
wij er toch op, dat Duitschland bezig is zich
te vormen tot een krachtige mogendheid,
die binnenkort de beslissende factor zal zijn
in de Europeesche politiek.
AUTOMAAT:
ROLFILMS
ZWEMMEN
NATIONALE ZWEMWEDSTRIJDEN
TE DOORWERTH
Inschrijving van onze bekende zwemmers
en zwemsters
Aan de polo-wedstrijd Nederland
Duitschland, welke Zondag 4 Augustus in
het zwembad van het „Park Doorwerth"
wordt gehouden, zullen zwemwedstrijden
voorafgaan, die zeer belangrijk genoemd
kunnen worden, omdat daar selectie-wed
strijden aan verbonden zijn in verband met
de Olympische Spelen te Berlijn.
Op de 100 M. rugslag komt o.a. Rie Mas-
tenbroek uit alsmede mej. Sennef, terwijl
op de 100 M. vrije slag Willy den Ouden
zal starten. Aan de wedstrijden wordt ook
nog door verschillende andere bekende
zwemmers en zwemsters deelgenomen.
JENNY KASTEIN WINT TE
KOPENHAGEN
Gisteren vonden te Kopenhagen interna
tionale zwemwedstrijden plaats, waaraan
ook werd deelgenomen door onze landge-
noote Jenny Kastein. Zij kwam uit in het
nummer 200 meter schoolslag. Na een
fraaie race werd mej. Kastein eerste in
den tijd van 3 min. 14 sec. voor de beide
Deensche zwemsters, Christensen en Niel
sen, die beiden een tijd van 3 min. 15 sec.
noteerden. Op de vierde plaats kwam Ker
sten Histberg (Zweden) met een tijd van
3 min. 19 4/5 sec.
Op de 100 meter vrijes lag dames werd
mej. Arndt (Denemarken) eerste in den
tijd van 1 min. 13 3/6 sec. voor Inge Carl-
sen (Denemarken) met een tijd van 1 m.
13 4/5 sec. De Engelsche zwemster Eleo-
nore Milton werd vierde in 1 min. 16 sec.
De 200 meter vrije slag heeren werd ge
wonnen door Joergensen (Denemarken) in
den tijd van 2 min. 23,8 sec. Fred Milton
(Engeland) werd vierde in 2 min. 29.5 sec.
WATERPOLO
DE ZIJL I—D.W.R. I
Maandagavond 8 uur speelt de Zijl I
haar vierden nederlaagwedstrijd alhier
tegen D.W.R. uit-Haarlem.
Vooraf wordt gespeeld de vriendschap
pelijke wedstrijd De Zijl II—D.W.R. II,
Breestraat 79 hoek Diefsteeg
Ontwikkelen en afdruKken
voor Amateurs
LAWNTENNIS
JEUGDTOURNOOI TE NOORDWIJK
Gedurende drie achtereenvolgende dagen
is te Noordwijk het jaarlijksche jeugd-
tournooi gehouden.
De voornaamste uitslagen waren:
Heeren-enkelspel A, halve eindstrijd:
Tymensen sl. De Vries 61, 63; Van
Oyen sl. Syersted 61, 60. Eindstrijd:
Van Oven sl. Tymensen 64, 64.
Dames-enkelspel A, halve eindstrijd:
mej. Klein sl. mej. oHek 60, 61; mej.
van Rijssel su. mej. Jolles 62, 62.
Eindstrijd: mej. Klein su. mej. van Rijssel
6—3, 8—6.
Heeren-dubbelspel A, halve eindstrijd:
van Oven en Esser sl. Tymensen en Jonk-
hart 64, 79, 62; Spiele en Veltenaar
sl. Kroner en De Vries 6/1, 9/7. Eindstrijd:
Van Oven en Esser sl. Spiele en Veltenaar
6—6, 9—7.
Gemengd dubbelspel A, halve eindstrijd:
mej. van Rijssel en Visser sl. mej. Felix
en De Vries 64, 86, mej. Klein en van
Oven slaan mej. van Leeuwen en Syersted
64, 6—0. Eindstrijd mej. van Rijssel en
Visser sl. mej. Klein en van Oven 61,
3—6, 6—2.
Heeren-enkelspel B, halve eindstrijd: .W.
Akkersdijk sl. Stenfert Kroese 60, 57,
86; L. P. Akkersdijk sl. Kroner 63, 3
6, 63. Eindstrijd: W. Akkersdijk sl. L.
P. Akkersdijk 64, 60.
Dames-enkelspel B, halve eindstrijd: mej
B. Thonus Sl. mej. C. v. d. Ploeg 6—3, 6
0; mej. N. Felix sl. mej. F. Rens 86, 62.
Eindstrijd: mej. Thonus sl. mej. Felix 7
—5, 6—2.
Heeren-dubbelspel B. halve eindstrijd:
J. Breukink en J. Lips sl. Stenfert Kroese
en A. Kuipers 61, 86; W. Akkersdijk
en L. P. Akkersdijk, w.o. Eindstrijd: W.
Akkersdijk en L. P. Akkersdijk sl. J. Breu
kink en J. Lips 63, 60.
Gemengd dubbelspel B, halve eindstrijd:
mej. B. Thonus en W. Akkersdijk sl. mej.
F. Rens en J. Kolff 61, 64; mej. C. v.
d. Ploeg en L. P. Akkersdijk sl. mej. E.
Bierens en J. Lips 886, 75. Eindstrijd:
mej. C. V. d. Ploeg en L. P. Akkersdijk sl.
mej. Thonus en W. Akkersdijk 36, 75,
6—2.
ATHLETIEK
DE NEDERLANDSCHE
KAMPIOENSCHAPPEN
Petit kan niet deelnemen
Naar wij vernemen zal de bekende
midden- en lange afstandlooper S. Petit
van „Oranje Nassau" uit Heerlen, die zeer
zeker een goeden kans maakte op het
kampioenschap 1500 en 5000 M. wegens een
voetblessure, niet uit kunnen komen.
WIELRENNEN
Nieuw Swift
Morgen organiseert bovengenoemde ver-
eeniging een wedstrijd over resj. 60, 50,
en 40 K.M. Deze Wedstrijd is de eerste van
de extra prijzen competitie over de maand
Augustus. Vertrek vanaf het clublokaal,
Steenstraat 27, om half negen, terwijl de
start om negen uur precies plaats vindt.
FEUILLETON.
DE MAJESTEIT VAN
HET RECHT
Naar het Amerikaansch van
MELROD DANNING.
(Nadruk verboden).
14)
De woorden uit Virginia's briefje kwa
men hem in den geest en hij stond haastig
op en slenterde de hall door, maar hij zag
Lloyd nergens zitten. Jackson liep naar de
trap en keek naar boven, naar het bordes.
Daar was een afgezonderd hoekje, ver
scholen achter palmen en varens, maar na
een zorgvuldig onderzoek zag Jackson, dat
er niemand zat. Een snelle blik door de
balzaal verzekerde hem dat Lloyd ook daar
niet was.
Wat zou die jongen in vredesnaam uit
voeren?
Er was nog een plaats, waar hij zijn
kon, tenzij hij naar huis gegaan was, en
Jackson duwde de deur van de eetkamer
open, links van de hall, die nu als restau
ratiezaal was ingericht. Hier was een lan
ge tafel, beladen met cakes, sandwiches en
verschillende lekkernijen, voor het sou
per bestemd, en aan den anderen kant
stond een buffet, rijkelijk voorzien van al
le mogelijke dranken, waar een jonge ne
ger in een gesteven wit pak gekleed, den
scepter zwaaide.
Lloyd leunde tegen met buffet met zijn
glas in de hand en keek naar de souper ta
fel. Verder was het vertrek leeg. Jackson
duwde de deur wijd open en trad binnen.
„Hallo, Lloyd, Wat voer je hier uit,
waarom dans je niet?"
Lloyd draaide zich verschikt om en
staarde hem aan. Jackson kreeg een schok
van onrust, toen hij het verhittte gezicht
en de onzekere hand opmerkte.
„Hallo", antwoordde Lloyd, „welke dans
is het?"
„De vijfde, geloof lk, we waren een beet
je laat. Dans je vanavond niet?"
„Natuurlijk wel", hernam Lloyd grijns
lachend, „waarvoor denk je, dat ik anders
hier gekomen ben?"
„In orde, ouwe jongen, wind je niet zoo
op, maar ik had je niet meer gezien sinds
onze komst, en lk wou weten, waar je uit
hing. Je bent zeker aldoor hier geweest?"
Maar Lloyd, die zich bewust was welken
Indruk hij moest maken, zette zich schrap.
„Nu en wat dan nog, als dat zoo was?
Daar heb jij toch niets mee te maken? Jij
bent niet mijn voogd, zooals je brave va
der."
Jackson zweeg een oogenblik. Hij had
temperament, hoewel hij zich beter be
dwingen kon als Lloyd en hij hield zich
met moeite in.
„Wat bezielt jou?" vroeg hij kalm. „Na
tuurlijk gaat het me niet aan,, maar dat is
nog geen reden, om op zoo'n manier te
spreken."
Lloyd mompelde iets in zichzelf en keer
de Jackson zijn rug toe. Deze aarzelde een
oogenblik, maar hij voelde dat het zijn
plicht tegenover Virginia was, om te doen,
wat Virginia -hem had gevraagd, hoe on
aangenaam dat ook mocht zijn.
„Luister, Lloyd", begon hij, „ik wou je
een oogenblik spreken, als je 't goed vindt,
kom even hier, wil je?"
Lloyd keerde zich om. „Wat beteekent,
kom hier?" barstte hij uit, „ik zit hier
best."
Jackson beet op zijn lip. Hij wist, dat hij
zich niet lang meer zou kunnen inhouden,
dus haastte hij zich met wat hij zeggen
wilde.
„Ook goed", sprak hij, „als jij 't best
vindt, vind ik het ook best, maar 't eenige,
wat ik zeggen wou, was, dat Sylvia me
vroeg, waar je was; ze zei, dat ze je nog
niet gezien had. Ik dacht, dat je misschien
vergeten had, haar te begroeten."
„Ik ben je heel dankbaar", antwoordde
Lloyd, „maar ik kan heel goed op mijn
eigen zaken passen, dank je
Jackson aarzelde weer. Hij wist, dat hij
het verkeerd had aangepakt, maar hij
moest op de een of andere manier zien,
Lloyd van het buffet weg te krijgen.
„Verdraaid!" lachte hij eindelijk, „wat
ben jij vanavond gauw op je teentjes ge
trapt. Ik dacht alleen maar, dat je 't we
ten wou. Doe jé den volgenden dans mee?"
„Ja zeker. Waarom?" vroeg Lloyd.
„O, zoo maar."
Lloyd zette zijn glas hard neeh en keek
hem aan. „Ik weet waarom", riep hij. „Het
is omdat je je geroepen voélt je met mijn
zaken te bemoeien, en je overal in te drin
gen, maar dat is niet noodig, begrijp je? Ik'
doe wat ik wil, en ik zal drinken waar ik
trek in heb. Je denkt, dat je verduiveld
handig bent, met je geklets over dansen,
maar iederen idioot begrijpt, dat je me hier
weg wilt lokken. En dat zal je niet lukken.
Ik zal doen en drinken wat ik wil. En als
je dat nietbevalt, ook al goed, dan kan je.,
nu, ik heb je als eens verteld, wat jij en
Gini voor mijn part kunnen doen" En
toen liep Lloyd de kamer uit.
Jackson ging hem een paar passen ach
terna en bleef toe staan.
Langzamerhand bekoelde zijn woede en
maaktë plaats voor een spijtig gevoel van
gefaald te hebben en van berouw.
Hij begaf zich naar het buffet, waar de
donkere bediende hem met angstige oogen
aanstaarde.
„Hallo Tom", zei hij. „Je moet me eens
wat vertellen."
„Ja, meneer Jackson."
„Hoeveel heeft hij gedronken?"
„Hij, meneer Jackson?" laat eens zien,
één, twee, drie glazen, meneer."
„Wat?"
„Zoo, geeft hem niet meer, als jij er iets
aan kunt doen, Tom."
„Neen, meneer. Ik zal hem slappe geven,
meneer."
„Dat is best, Tom."
Jackson keek op zijn programma. Vir
ginia's dans.
Hij liep de kamer uit en slenterde in de
hall heen en weer. Toen keek hij de trap
op en zag dat het hoekje leeg was. Hij
guurde om zich heen, om zeker te zijn, dat
niemand hem zag, sloop toen de trappen
op en zette zich behaaglijk in een grooten
stoel om deze dans met Virginia uit te zit
ten.
Hij lachte zachtjes, toen hij daar zoo
zat, maar langzamerhand veranderde de
uitdrukking van zijn gezicht, toen hij aan
hun laatsten middag samen dacht. Wat een
wondermooie dag was 't geweest! Toen hij
daar zoo zat, schoot hem een andere ge
dachte te binnen. Als hij Virginia niet
spreken kon, schrijven kon hij haar wel!
Daarop haalde hij haar briefje te voor
schijn en vouwde het om, zoodat hij een
leeg kantje voor zich had; toen begon hij
zijn gedachten op papier te schrijven. Maar
't schrijven vlotte niet erg. Al zijn gedach
ten verzamelden zich in één zin en hij
schreef drie keer: „ik heb je lief."
Met den brief in de hand, bleef hij een
poos zitten en verbaasde zich er over, welk
gelukkig gesternte hem haar liefde had ge
bracht. Het wonder maakte zijn hart vol
en weer nam hij zijn potlood en schreef,
zijn oogen donker en ernstig. „Ik heb je
lief", schreef hij weer, „en voor jou zou
ik alles opofferen, als 't noodig was, mijn
geluk, mijn leven, zelfs mijn eer, terwille
van Jou".
Toen hij het laatste woord neerschreef,
ving zijn oor een geluid beneden aan de
trap op en hij drong in een hoek om niet
gezien te worden. Hij was niet in een stem
ming om met anderen te converseeren.
Toen zag hij door het groen van de plan
ten, dat het Lloyd was, die beneden aan de
trap stond. De jongen bleef een oogenblik
staan, naar rechts en links kijkend, haast
te zich toen de trappen op, liep langs Jack
son heen en begaf zich naar de eerste ver
dieping. Toen Lloy-d de restauratiezaal ver
laten had, was hij op zoek gegaan naar
zijn partner en ontdekte, dat hij aan zijn
komst gewanhoopt had en met iemand an
ders danste. Hij bleef een poos bij de deur
naar het dansen kijken. Naast hem ston
den een paar oudere dames en hoewel hij
geen acht op hen sloeg, hoorde hij dat een
van hen opmerkte: „Mevrouw Monroe
draagt haar parels valavond niet. Waar
om zou ze het niet doen? Ik begrijp het
niet, ze zijn zoo mooi."
Lloyd keerde zich af en ging naar de
eetkamer terug, met de woorden die hij
juist gehoord had, nagalmend in zijn hoofd.
(Wordt vervolgd).