DONDERDAG 1 AUGUSTUS 1935 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 BUITENLAND VOLKENBOND. De Raad in beraad HET ABESSYNISCH CONFLICT. De eerste zitting. Gisternamiddag is de Volkenbondsraad onder voorzitterschap van den Rus Litwinof in buitengewone zitting bijeen gekomen om het Italiaansch-Ajbessynische conflict te bespreken. Van de bekendste raadsleden waren met Litwinof, Laval (Frankrijk), Eden (Enge land) en Aloisi (Italië) aanwezig. Daarentegen hebben de meeste ministers van buit en landsc he zaken van de kleinere Europeesche staten er de voorkeur aan ge geven, ditmaal uit Genève afwezig te blij ven. Tot veler verwondering ontbreken Benesj (Tsjecho-Slowakijê), Beek (Polen), Munch (Denemarken) en Roesjdi Air as (Turkije) alle vier. De Abessynische regeering heeft haar zwarten gezant uit Parijs, Hawariate en diens rechtskundigen raadsman, den Franschman Jeze, afgevaardigd. Omtrent het venloop van de raadszitting worden de volgende bijzonderheden mede gedeeld. De Italiaansche vertegenwoordiger, baron Aloisi refereerde aan de Italiaansche uiteen zetting, die gegeven is in het telegram van 27 Juli en verklaarde, dat de Italiaansche regeering er nogmaals den nadruk op legt, dat het onderwerp van bespreking van de huidige raadszitting moet zijn het mogelijk maken van de hervatting der werkzaam heden van de arbitragecommissie. De vertegenwoordiger van Abessyhië, prof. Jèze, verklaarde, dat zijn regeering het bijeenkomen van den Volkenbondsraad had gevraagd, toen op 9 Juli het bewijs ge leverd was, dat de arbitrageprocedure geen kans op succes had. Reeds in Januari j.l. heeft Abessynië een beroep gedaan op den Volkenbond om een oorlog te verhinderen. Het zal ook in den vervolge alles doen, wat in zijn vermogen is om tot een vreedzame regeling te komen. Aloisi verklaarde daarop, dat hij ten op zichte van de voorstelling van zaken van den Abessijnschen gedelegeerden inzake het anislukken van de arbitrage-onderhandelin gen alle voorbehoud moest maken Eden wierp de vraag op, of de Raad en de partijen zich moesten beperken tot de resolutie van 25 Mei of dat de raad, wan neer hij dit zou wenschen, zijn agenda kon uitbreiden. In dit verband verklaarde Laval, dat de gedelegeerde van Italië niet bestreden had, dat de raad bevoegd was een onderzoek in te stellen naar den nieuwen toestand. Hij heeft echter voorgesteld dat de raad zijn onderzoek zou beperken tot de gebeurtenis sen van Oeal Oeal. De gedelegeerde van Abessynië heeft niet gesproken over een uitbreiding van de besprekingen. Laval stelde daarop voor een openbare zitting te houden op Donderdagmiddag. Prof. Jèze gaf uiting aan de opvatting van de Abessijnsche regeering, volgens wel ke de besprekingen niet mochten worden (beperkt tot de procedure. Naast het arbi trageprobleem moeten de begeleidende om standigheden onder oogen worden gezien, in het bijzonder de houding van de Italiaan sche regeering. Het is de vraag of men tijd wil winnen dan wel wil komen tot een za kelijke oplossing. Wil men zich verder in laten met besprekingen over de procedure, die tot dusverre geen resultaat hebben ge had, of wil de raad naar een vreedzame op lossing zoeken, waartoe Abessynië gaarne (bereid is? Overigens sloot de vertegenwoor diger van Abessynië zich aan bij het voor stel van Laval, onderhandelingen aan te vangen over de uitwerking van een for- imule. Aloisi bracht naar voren, dat de Italiaai> sche regeering groot belang hecht aan de arbitrage-procedure. Daarin moet worden vastgesteld, wie op 5 December in Oeal Oeal de aanvaller is geweest. De toenmalige aanval is het uitgangspunt van het tegen woordige geschil. De Italiaansche regeering kan geen besprekingen op breed ere basis aanvaarden, zoolang de werkzaamheden van de arbitragecommissie niet zijn be ëindigd. Ook volgens het volkenbondssta tuut kan de raad geen geschil onderzoeken, dat zich nog in het stadium van arbitrage bevindt. De Italiaansche delegatie heeft de (mogelijkheid van een bespreking op bree- deren grondslag niet onder oogen gezien. Zij kan in de tegenwoordige zitting daaraan niet deelnemen. Zij is echter bereid met de raadsleden de mogelijkheid tot het weer op gang brengen van de arbitrage te bestu- deeren. Ook Aloisi sloot zich aan bij het voorstel van Laval. Litwinof stelde daarop als raadsvoorzitter vast, dat het voorstel van Laval de bevoegd heden van den raad, die het recht heeft werkzaam te zijn binnen de grenzen van het statuut, niet beperkt. De raad zal dus later iedere hem geschikt lijkende beslissing over den omvang van de volgende gedachtenwis- selingen kunnen nemen. Eden verklaarde, dat niets besloten was, dat de agenda van den raad voor de hui dige zitting beperkt. Laval daarentegen merkte op, dat de be slissing van 25 Mei tot nader order de grondslag van den raad vormt. Aloisi verklaarde, dat hij alle reserves handhaafde. GEHEIME BESPREKING. Overeenstemming over een compromis- formule. Na de zitting van den VolkenJbondsraad zijn gisteravond Laval, Eden en Litwinof en de secretaris-generaal van den Volken bond bijeengekomen voor het houden van een bespreking, waarbij zich later ook de vertegenwoordigers van Italië en Abessy nië voegden. Zeer laat is 's avonds tusschen Laval en Eden overeenstemming bereikt aangaande een compromis-formule in zake het Ita- liaansch-Abessynische conflict. De formule werd direct door Laval mede gedeeld en toegelicht aan den Italiaanschen gedelegeerde, baron Aloisi. Aloisi heeft haar naar Rome doorgegeven en zijn regeering instructies verzocht. Ook de vertegenwoordigers van Abessy nië hebben zich in verbinding gesteld met hun regeering. ENGELAND, FRANKRIJK EN HET GESCHIL. Naar Reuter uit Rome verneemt, ver wacht Italië nog steeds, dat Engeland en Frankrijk iets zullen ondernemen, teneinde een conferentie tot stand te brengen, welke het Italiaansch-Abessijnsche conflict zal be handelen op den grondslag van het drie- imogendhedenverdrag van 1906. Men gelooft, dat Italië op een dergelijke conferentie zijn standpunt zal uiteen zetten. Evenwel zou iedere poging om de kolo niale politiek van Italië te controleeren door dit land worden afgewezzen. Verder zou Italië ook weigeren de con ferentie bij te wonen, indien deze niet be perkt zou blijven tot de onderteekenaars van het verdrag van 1906. Een Volkenbonds-protectoraat over Abes synië levert Italië geen voordeel. Mussolini heeft reeds verklaard, dat hij een protecto raat, dat Italië met Engeland en Frankrijk zou moeten deel en als een onmogelijkheid 'beschouwt. Hij wenscht de controle te verkrijgen over de grondstoffen en dit zou zeer moeilijk gaan in geval van een Volkenbondsprotec toraat over Abessynië. Een démenti van Addis Abeba. Naar uit Addis Abeba gemeld wordt, spreekt het Abessijnsche ministerie van bui- tenlandsche zaken het bericht tegen, vol gens hetwelk de keizer van Abessynië een voorstel zou hebben ontvangen tot instel ling van een internationaal mandaat onder •bescherming van den Volkenbond. In officieele kringen is men overigens iniet van meening, dat Abessynië een der gelijk voorstel zou aanvaarden. VAN HET VATICAAN. Z. H. DE PAUS TE CASTEL GANDOLFO. Paus Pius XI heeft Woensdagavond in gezelschap van hoogwaardigheidsbeklee- ders het Vaticaan verlaten om zich naar zijn zomerverblijf Castel Gandolfó te be geven. Het gezelschap maakt de reis in auto's. Men neemt aan, dat de Paus onge veer twee maanden te Castel Gandolfo zal blijven. DUITSCHLAND. WEER EEN DEVIEZEN-PROCES TEGEN EEN DUITSCH KLOOSTER. De prior Karl Hiesig van het klooster der „H. Maria Magdalena" uit Lauben in Si- lezië moest zich gisteren voor de Berlijn- sche rechtbank verantwoorden, omdat hy in strijd met de deviezenbepalingen zou hebben gehandeld. Het klooster had in October 1929 een obligatieleening van 150.000 gulden in Am sterdam opgenomen. Deze obligaties konden later gekocht worden voor 45 procent, waarvoor 11.035 mark door personeel van de Hofiusbank en door kloosterlingen naar Nederland werd gebracht, terwijl de rijksbank toestemming gaf voor den aan koop van nog 14.000 gulden aan obligaties, waarvoor 10.765 mark beschikbaar werd gesteld. Verdachte ontkent het ten laste gelegde. Tijdens de voorloopige hechtenis heeft hij weliswaar bekend, doch hij heeft toen on der bijzondere omstandigheden in strijd met de waarheid gesproken. ONGEWENSCHTE HULP. Verklaring Aartsbisschoppelijk Secretariaat te München. Naar aanleiding van de vondst van een aantal communistische vlugschriften, waar in een bondgenootschap met de Katholie ken werd gepropageerd, publiceert het aartsbisschoppelijk secretariaat te Mün chen de volgende verklaring: -De dagbladen melden, dat de communis ten te Munchen vlugschriften hebben ver deeld onder de Katholieken. Van kerkelijke zijde wijzen wij deze communistische intriges nadrukkelijk van de hand. De Katholieke Kerk voert sedert jaren een zeer scherpen strijd tegen het communisme en wordt juist daarom in Rus land zoo bloedig vervolgd. Wij waren en zijn dai. ook steeds bereid, met de staatsoverheid samen te werken in den strijd tegen het bolsjewisme en wij zen, evenals vroeger, alle pogingen van Moskou tot toenadering van welke zijde die ook komen, vastberaden van de hand. Wij dulden ook in onze katholieke jeugd organisaties geen staatsvijandige elemen ten en zullen ieder, die op de communisti sche verlokkingen mocht ingang, onver- biddellijk verwijderen. Derhalve is de nieuwe communistische actie die reeds twee maanden geleden in de parochie St. Maxi milian te Munchen een soortgelijk voor spel had en juist door het directe ingrij pen der geestelijkheid onmogelijk werd ge maakt, een plompe poging om de katholie ken verdacht te maken als geheime bond- genooten der K.P.D. De politie zal er zeer zeker in slagen, den drukker en de drukkerij op te sporen en de opstellers en verzenders van de pam fletten ter verantwoording te roepen. (w.g.) Dr. WEISSTHANNER, aartsbischoppelijk secretaris. DE TREK DER JODEN NAAR BERLIJN. Een waarschuwing daartegen. In verband met den opvallenden trek der Joden naar Berlijn heeft het bestuur der stad een waarschuwing bekend gemaakt, waarin deze trek ongewenscht genoemd wordt en waarin iedere ondersteuning van naar Berlijn gekomen behoeftige niet- Ariërs geweigerd wordt. Zij zullen prin cipieel verwezen worden naar het stedelijk asyl voor dakloozen om dan langs den vlugsten weg weer te worden afgeschoven. VERBOD VAN STALEN HELM IN DISTRICT WIESBADEN. Op grond van paragraaf 1 der Verorde ning van den Rijkspresident ter bescher ming van volk en staat d.d. 28 Februari 1933 wordt de Nationale Socialistische Duit- sche Frontstrijders Bond (Stalen Helm) voor het district Wiesbaden met zijn gouw leiding en alle onderafdeelingen, districts- en groepsleidingen met ingang van heden ontbonden verklaard. Tegelijkertijd met dit verbod wordt ieder optreden in het openbaar, zoomede het dragen van uniformen en insignes van den N.S.D.F.B. (Stalen Helm) voor het ge- heele regeeringsdistrict Wiesbaden verbo den. WED. 00ST-IND1E DUBBELE MOORD IN CERAM. Adspirant-controleur en zijn oppasser doodgeschoten. Aneta seint uit Amboina: De adspirant-controleur bij het Binnen- landsch Bestuur, de heer L. van Dorsten uit Amahai is tijdens een tournée rond de Taloeti-baai in Zuid-Ceram, gisteravond in de pasanggrahan te Tehoroe terwijl hij sliep door een Javaanschen agent van de veldpolitie doodgeschoten. Ook zijn oppas ser werd gedood. De dader is gearresteerd. Het is nog niet bekend waarom hij deze dubbele moord heeft gepleegd. De resident is met de „Reiger" naar Zuid-Ceram vertrokken. BUITENLANDSCHE BERICHTEN 200 EILAND-BEWONERS VERDRONKEN Door de overstrooming van de Jaloe. Tweehonderd bewoners van het eilandje Nakanosjim in de Jaloe, tusschen Antoeng en Sjingisjoe (Korea) zijn ten gevolge van de overstrooming der rivier verdronken. OVERSTROOMING IN MANDSJOEKWO EISCHT TALRIJKE LEVENS. Naar uit Antoeng wordt gemeld, zou den de overstroomingen aldaar volgens niet-officieele cijfers meer dan duizend slachtoffers hebben gemaakt, terwijl de schade aan den houtbouw op 20 millioen yen wordt geschat. VREESELIJKE MIJNRAMP IN TRANSVAAL. Vermoedelijk 79 dooden. Ten gevolge van een ontzettende ont ploffing in een kolenmijn bij Estantia zijn vier Europeanen en 75 inlanders van de buitenwereld afgesloten. Men vreest, dat zij om het leven zijn gekomen. De ramp, aldus wordt uit Johannesburg aan de „Daily Telegraph" gemeld, werd aangekondigd dóór een groote rookzuil, die uit de mijnschacht opsteeg, ten gevolge waarvan een inlander die bij den ingang van de mijnschacht stond tegen den grond gesmakt en gedood werd. Ook werden uit de mijn stukken wrakhout naar buiten ge worpen. De ploeg, die in de mijn aan het werk was, bevond zich reeds verscheiden uren onder den grond. Spoedig na het be kend worden van de ramp kwam een red dingsbrigade ter plaatse, doch de leden hiervan waren niet in staat in de mijn af te dalen, daar de lichtinstallatie onklaar was geraakt. Daarom liet men eerst kana rievogels in de mijnschacht af. Toen men de kooitjes korten tijd later ophaalde ble ken de vogeltjes alle gestorven, hetgeen op de aanwezigheid van mijngas duidde. Met het oog hierop heeft men om gas maskers getelegrafeerd, welke inmiddels uit een plaatsje op 80 K.M. afstand gele gen, zijn afgezonden. RUSSISCHE DUIKBOOT VERGAAN. Vijf en vijftig man aan boord. De Sovjet-Russische duikboot „B. 3" is, naar eerst thans van officieele zijde ge meld wordt, op 25 Juli tijdens een oefening in de Finsche Golf gezonken. De geheele, uit 55 koppen bestaande bemanning is daarbij om het leven gekomen. De duik boot, welke tot de Oostzeevloot behoort, werd door een ander oorlogsschip geramd, terwijl zij onder water manoeuvreerde, en is onmiddellijk gezonken. Behalve acht of ficieren bevonden zich 47 man aan boord, hoofdzakelijk bestaande uit cadetten. De onderzeeër die in 1917 in gebruik werd ge nomen, zal worden gelicht. HUIS TE WARSCHAU INGESTORT. Reeds vijftien dooden. Een huis van vier verdiepingen, waar Madame Curie werd geboren en dat gele gen is in het oude stadsdeel van War schau, is door onbekende oorzaak inge stort. Tot dusver werden vijftien lijken en twintig gewonden uit de puinhoopen ge borgen. Twaalf personen worden nog ver mist. De brandweer, die onmiddellijk de op ruimingswerkzaamheden ter hand nam, werd door een nieuwe instorting verrast, die het aantal slachtoffers nog vermeer derde. Vermolmde balken schijnen de oorzaak te zijn van de ineenstorting. NIEUWE VERKEERSWEG DOOR DE ALPENWERELD. Een overweldigend uitzicht op 40 bergreuzen en 20 gletschers. De op één na hoogste Alpenpas in Euro pa, de Grossglockner, zal Zaterdag a.s. of ficieel voor het verkeer worden openge steld. In 1930 is men met de werkzaam heden begonnen, doch reeds acht jaar eer der waren de plannen gemaakt, die her haaldelijk uitgesteld moesten worden we gens de reusachtige moeilijkheden, die aan den aanleg verbonden waren. De pas vormt een schakel in den weg van Beieren naar Italië en heeft een lengte van ruim 33 K.M. Hij loopt door een der schoonste Alpengebieden in Europa en op vele plaat sen heeft men een schitterend uitzicht op de gletschers van de Grossglockner. Onophoudelijk had men met moeilijkhe den en tegenslagen te kampen. Steeds weer werden groote stukken van den weg door lawines bedolven of door bergstroomen en aardstortingen ondermijnd. Tientallen bergstroomen moesten worden omgelegd, ravijnen overbrugd en watervallen be dwongen om een veilig verkeer te waar borgen. Meer dan 40 besneeuwde toppen en 20 gletschers kan men op dezen weg door de Alpenwereld bewonderen. Een van de vele parkeerterreinen, die men heeft aangelegd, n.l. dat op den Edelweiss-top, ligt te mid den van de eeuwige sneeuw. DE ONTVOERDE JOURNALISTEN. Volgens een bericht uit Peking heeft de door de bandieten vrijgelaten correspon dent van het Duitsche Nieuwsbureau, dr. Mueller, na zijn aankomst in Kalgan me degedeeld, dat hij door de bandieten was vrijgelaten op eerewoord en slechts voor den tijd van 10 dagen. Hij schijnt, dat hij onderhandelingen moet voeren over het bijeenbrengen van het losgeld. JHENSCHELIJKE KANONSKOGEL" OMLAAG GESTORT. Een dezer dagen is te New York de ar tist James Müller, „de menschelijke ka nonskogel" genaamd, het slachtoffer van zijn beroep geworden. Müller liet zich door, een kanon in de lucht schieten en kwam daarop terecht in een met water gevuld bassin. Avond aan avond volbracht hij zijn waaghalzerijen onder adembeklemmende spanning van het publiek. Tijdens een voor stelling in Los Angeles mislukte het „schot" door nog onbekende oorzaak. Müller maak te verscheidene buitelingen in de lucht en stortte daarop neer. De ongelukkige was op slag dood. RECHTZAKEN DE MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIëN". Vier maanden geëischt. Na voorlezing van de uitvoerige acte van beschuldiging neemt de fiscaal het woord voor zijn requisitoir. De fiscaal hield een uitvoerig requisitoir en zeide tenslotte: „Wij moeten ons hoeden, een zware straf te eischen, maar de han den op de borst slaan en erkennen dat wij zelf ook in dien toestand kunnen komen te verkeeren". Spr. vroeg op grond van de artikelen 23, 114, 117, 119, 120 en 123 van het Militair Wetb. v. Strafr. en op grond van artt. 27 en 56 van het Wetb. v. Strafrecht een gevan genisstraf van 4 maanden met aftrek van den in voorloopige hechtenis doorgebrach- ten tijd (11 Febr15 Maart) en ontslag uit den militairen dienst zonder ontzegging van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen. Hierna was het woord aan den verdediger mr. dr. J. de Vrieze voor zijn pleidooi. Plei ter gaf den Zeekrijgsraad in overweging zich rijp te beraden en hy vroeg ten slotte vrijspraak en geen ontslag uit den zee dienst. Hierna werd tot 2 uur in den middag ge pauzeerd, waarna re- en dupliek volgden. (Het bovenstaande is reeds geplaatst in een gedeelte onzer vorige oplage). In zijn repliek brengt de fiscaal aller eerst een woord van hulde aan den verde diger voor de sfeer, die hij door zijn plei dooi geschapen heeft, waardoor de Krijgs raad een goed beeld kan krijgen van den toestand. Op verschillende punten evenwel, meent spr. juridisch dat pleidooi te moeten bestrijden. Onder andere waar de verdedi ger opmerkt, dat de beklaagde, door achter de muiters aan te hollen, teneinde aldus de sleutel terug te krijgen, zich tot de rise van de bemanning had gemaakt. Ja, maar is hij dat dan ook niet, vraagt de verdedi ger. Na één uur des nachts, leefden de of ficieren bij de gratie van de burgers. Naar spr.'s meening had niet met de muiters mogen worden onderhandeld, maar had men direct handelend moeten optreden. Door den commandant der Marine in In- dië was een dienstorder opgesteld, waarin uitdrukkelijk de aanwending van geweld werd verworpen. Van een meerdere werd vereischt, dat on derhandeld zou worden, in geval van dienstweigering, maar dat gold slechts bij passieve dienstweigering, meende de fis caal. Hier betrof het actieve muiterij en be- LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD. r—n klaagde had den zedelijken moed moeten hebben, om in dit speciale geval af te wy- ken van de dienstanalyse. Nog op andere punten van pleiter's plei dooi gaat spr. nader in. Zoo ging het er ook niet om of de door hem genomen maatrege len in het algemeen belang waren. Beklaag de behoorde alleen zooals de wet voor schrijft, maatregelen van geweld te nemen, ten einde de muiterij te doen eindigen. En die maatregelen zyn achterwege gebleven. In zijn dupliek wees mr. dr. Vrieze op een paar z.i. zwakke punten in het betoog van den fiskaal. Uitdrukkelijk heeft de re geering te kennen gegeven, diensweigering te beschouwen als een ernstig misdrijf. Nochtans hefbben de autoriteiten afgeweken van art. 143, waarin gesproken wordt over gebruik van geweld. In plaats daarvan moet door redeneering getracht worden den toestand te doen ein digen en men kan van Luitenant ter Zee .van Boven, die als nr. 6 eerst in aanmerking kwam voor dë functie van waarnemen den wacht, niet eischen, dat hij dit alles zoo prcies wist en welke fout door de andere officieren gemaakt, nu op het hoofd van van Boven is terecht gekomen. Niemand hunner trad op; het was dus logisch, dat van B., toen hij eenmaal voor de functie stond van verantwoordelijk ge zagvoerder, gedacht heeft, dat geen onge wapend optreden werd verlangd. Als hij had gedaan, alles wat in de dag vaarding van hem werd vereischt, zou hij daarmee juist in de kaart van het commu nisme hebben gespeeld. Nadat fiscaal en pleiter wederzij doch hun standpunt hebben gehandhaafd was het woord alsnog aan den beklaagde, die in een uitvoerig betoog zijn handelwijze toelichtte. VAN M'N BOEKENTAFEL Waar stond de Regale Abdij van Egmond? Door mevr. M. van der Schrieck. R. K. Boekcentrale, Amsterdam. Op de Egmond-tentoonstelling van het vorig jaar te 's Gravenhage bevond zich o.m. de foto van een oude kaart van de Heerlijkheid Egmond uit de Archives Na tionale te Parijs, geteekend door Symon Meeussen van Edam omstreeks 1538. Op deze toto staat „die Abdije" en „die Buurkercke" aangeduid op een plaats, die ruim een halven kilometer méér naar het Oosten ligt, dan de plek, die tot nu toe al gemeen werd aangenomen, als de histori sche plaats, waarop zich het verdwenen monument bevonden heeft. In dit geval zouden zich tot op heden de historische gronden nog heelemaal in andere handen bevinden dan in die der Eerw. Paters Bene dictijnen van Oosterhout. Mevr. M. van der Schrieck heeft daarin aanleiding gevonden ter plaatse een onder zoek in te stellen, waarbij tevens werd na gegaan in hoeverre de gegevens juist zyn, nagelaten door C. J. Heilingwerff: twee kaarten en een toelichting in de Universi teitsbibliotheek te Leiden. Mevr. van der Schrieck heeft de resulta ten van haar arbeid neergelegd in een met duidelijke photo's verluchte brochure onder der titel: „Waar stond de Regale Abdij van Egmond?" (R.K. Boekoentrale, Keizers gracht 6264, Amsterdam). De schrijfster komt tot de volgende con clusies: „Ten eerste: de kaart uit de Ardh. Nat. van Parijs pl.m. 1538, schematisch en topo grafisch afwijkend van meerdere andere kaarten is niet als betrouwbaar gegeven te beschouwen bij de plaatsbepaling der Re gale Abdij van Egmond, tenzij indirect. Ten tweede: de ons door C. J. Heiling werff nagelaten gegevens zyn onder meer dere opzichten aanvechtbaar en de plaats bepaling der Abdij aan de hand dezer ge geven is wetenschappelijk onverantwoord. Ten derde: het resultaat mijner onderzoe kingen wijst heen naar de volgende plaats bepaling der Abdij. De Noor der Abdytoren heeft gedeeltelijk gestaan op de plaats der tegenwoordige Ned. Herv. kerk. Het Paradijs met Sint Pie tersingang daarbij aansluitend ten Zuiden dezer kerk. De Zuidertoren stond gedeeltelijk op het terrein der Ned. Herv. Gemeente, voor het overige Zuidelijke deel op het lage afge graven terrein, hetwelk toebehoort aan de Eerw. Paters Benedictijnen van Ooster hout". Inlichtingen bij U, is 't niet waar? Vertel me dan eens: wat is dat daar voor een meiske? Is ze ge trouwd, verloofd, verliefd of zoo iets. Is ze toeschietelijk? Wacht ze hier op iemand of op niemand? i (Judge).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6