NIEUWS
WOENSDAG 31 JULI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
IETS WARMER.
DE BILT SEINT:
Zwake tot matige wind uit Noordelijke
richtingen, gedeeltelijk bewolkt, weinig of
geen regen, iets warmer.
Hoogste barometerst.: 768.2 te Croydon.
Laagste barometerst.: 749.3 te Helsingfors.
De depressie in het Westen vult meer en
meer op, waardoor het luchtdrukverval
geleidelijk kleiner wordt en de storm be
daard. Noord Duitschland en ons land zijn
nog bedekt met een uitgebreid wolkendek,
waaruit hier en daar een weinig regen valt.
In Zwitserland en Frankrijk en in Enge
land en Schotland is de lucht bewolkt,
met zwakke winden en lage ocntendtempe-
raturen. Ook langs de Noorsche kust begint
het op te klaren. De hooge druk wordt aan
de Westzijde aangetast door secundairen
van het gebied van lagen luchtdruk, dat
steeds langs den Poolcirkel stationnair blijft
De vlakke depressie in de Golf van Genua
blijft eveneens stationnair. Het is te ver
wachten, dat het wolkendek over Centraal
Europa spoedig zal breken en dat het weer
zonniger zal worden met hooge temperatu
ren overdag.
LUCHTTEMPERATUUR.
15.4 gr. C.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl" 18 gr. C.
Zweminrichting Poelmeer 18 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS cjl
Van Woensdagnamiddag 9.25 uur tot
Donderdagmorgen 4.49 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijken: op Donderdag 1 Aug.: v.m.
4.45 uur en nam. 4.59 uur.
R-K. Staatspartij en anderen niet de aan
geboden portefeuille van Defensie heeft
willen aanvaardent mag oi. worden afge
leid, dat Colijn hem niet had voorgelegd
een program van het nieuwe Ministerie,
waarop de heer Geseling meende, de R.K.
Staatspartij in mindere of meerdere mate
te kunnen binden, wat door zijn toetreden
feitelijk zou zijn geschied.
Dit van den eenen kant.
Van den anderen kant mag zeker ook
nog niet met beslistheid worden beweerd,
dat het nieuwe Ministerie niet het door
prof. Aalberse in de Kamerzitting van ver
leden week Dinsdag ontworpen program
als nieuw richtsnoer voor zijn handelen wil
nemen, zij 't dan ook gedeeltelijk; waar ge-
wenscht, afwijkende van de tot nu toe ge
volgde oeconomische politiek.
Er zijn teekenen, die er op schijnen
te wijzen, dat Colijn in die richting
wil gaan.
En nu zien wij niet op de eerste plaats
een aanwijzing daarvoor in het feit, dat
de premier het aantal Katholieke Ministers
wil brengen van 3 (van de 10) op 4 (van
de 11) en, naar is gebleken, daarvoor zoekt
naar een politiek vooraanstaande en leiding
gevende persoonlijkheid. In dit feit, hoewel
zeker niet zonder belang, zien wij niet op
de eerste plaats een aanwijzing voor een
koerswending van Colijn naar de Katholie
ken, naar het program der Tweede-Kamer
fractie van de RIK. Staatspartij.
Een meer zeggende aanwijzing ligt
voor ons in het feit, dat er in het nieuwe
Kabinet twee Katholieke Ministers van
Economische Zaken zuilen zijn in plaats van
één! Landboujv en Visscherij zijn weggeno
men van den Katholieken Minister Galis
sen en gebracht op een nieuw departement
onder leiding van den (daarvoor door zijn
antecedenten aangewezen) Katholieken Mi
nister Deckers.
Alles te zamen genomen: De houding der
R.K. Staatspartij kan momenteel geen
andere zijn, dan een afwachtende.
Minister Deckers
Minister Deckers, die sinds 1929 de por
tefeuille van de fensie beheert, is op het ge
bied van den landbouw, welke portefeuille
opnieuw, geschapen wordt, een bekend fi
guur.
Zijn prcfefschrift aan de Leuvensche uni
versiteit luidde: De landbouwers van den
N. Rrab. Zandgrond. Bijdrage tot de ken
nis der maatsch. en oec. ontwikkeling van
den Ned. Boerenstand in de 19e en 20e
eeuw.
Hij is voorts hoofddirecteur geweest van
de Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eind
hoven en secretaris van den R. K. Ned.
Boeren- en Tuindersbond. Hij was lector
in de sociale wetgeving aan de R. K. Han-
delshoogeschool te Tilburg, lid van de cen
trale commissie voor de statistiek, lid van
den Hoogen Raad van Arbeid en voorzitter
van de centrale commissie voor ruilverka
veling.
Van 1928 tot 1929 (ruim een jaar) was
de nieuwe Landbouw-minister voorzitter
van den Dioc. Land- en- Tuinbouw-
bond in het Bisdom Haarlem.
Bij zijn benoeming tot Minister van De
fensie werd Z.Exc. benoemd tot eere-lid
van den Bond, in welke hoedanigheid hij
verschillende malen de algemeene verga
deringen bijwoonde en de leden toesprak.
De benoeming van dr. Deckers tot Mi
nister van Landbouw zal door boeren en
tuinders met algemeene sympathie en met
groot vertrouwen worden begroet. De
wed er-instelling van een departement voor
den Landbouw is de vervulling van een
langgekoesterde en veel-geuite wensch.
Dat als eerste Minister van het herstelde
departement dr. Deckers optreedt, zal in
de kringen van land- en tuinbouw de ge
ruststellende zekerheid geven, dat bij de
behartiging van hun belangen een man aan
't roer staat, die volkomen op de hoogte
is van hetgeen er bij boeren en tuinders aan
verwachtingen en.teleurstellingen leeft.
Een man ook, die getoond heeft, doortas
tend te kunnen optreden. De positie van
een Minister van Landbouw is in dezen tijd
een bijzonder moeilijke en bijzonder on
dankbare. Eén „zachte heelmeester" kan en
zal Minister Deckers niet zijn. Bij alle nog
te nemen maatregelen, hoe pijnlijk deze de
betrokken bedrijven ook zouden blijken,
moge de persoon van dr. Deckers tot on
derpand zijn, dat het belang van boeren en
tuinders dergelijke ingrijpende maatregelen
gebiedend eischt en dat deze crisis-regelin
gen met vakkundig inzicht en begrip zul
len worden ten uitvoer gebracht. Aan het
hoofd van het nieuwe departement van
Landbouw is de rechte jnan" geplaatst, een
man van ongerepte eerlijkheid, groote be
kwaamheid en warme belangstelling in de
nooden en verlangens van den land- en
tuinbouw.
Minister Slingenberg
Mr. M. Slingenberg, die zal optreden als
minister van sociale zaken, werd 21 Octo
ber 1881 te Beerta geboren. Hij bezocht het
gymnasium te Winschoten en studeerde aan
de universiteit te Groningen in de rechten;
hij promoveerde daar op stellingen, toen hij
23 jaar oud was. Daarna wendde hij zich
tot de studie van het notariaat en legde bin
nen twee jaar daarvoor de examens af; hij
verkreeg toen de bevoegdheid van candi-
daat-notaris.
Toen vestigde de heer Slingenberg zich te
Haarlem, op het kantoor van mr. P. Tjeenk-
Willink. Hij nam in Haarlem al spoedig
deel aan het openbare leven. In Augustus
1910 werd hij gekozen tot lid der Provin
ciale Staten van Noord-Holland.
Hij was secretaris van het scheidsgerecht
van de Algemeene Vereeniging voor bloem
bollencultuur.
Toen hij evenwél op 13 April 1916 be
noemd werd tot lid van Ged. Staten van
Noord-Holland, was hij verplicht af te tre
den als raadslid van Haarlem en te bedan
ken voor verscheidene functies.
In 1919 werd de heer Slingenberg niet als
lid van Ged. Staten van Noord-Holland her
kozen. In dat jaar brachten de Haarlemsche
kiezers hem weder in den raad. Nog in het
zelfde jaar werd mr. Slingenberg als wet
houder gekozen. Hij heeft eerst de porte
feuille van openbare werken gehad en daar
na, na het vertrek van mr. Bomans, heeft
hij „financiën" beheerd.
In 1920 werd hij tot lid van de Eerste
Kamer gekozen voor Zuid-Holland. In 1931
werd hij door de groep Noord-Holland van
den Vrij z.-demoeratischen Bond candidaat
gesteld voor de Prov. Staten van Noord-
Holland en tot lid gekozen. In 1934 werd
mr. Slingenberg voor de tweede maal geko
zen in het college van Ged. Staten van
Noord-HoHand; ditmaal in de vacature-
Kooiman.
Mr. GOSELING WIJST EEN
PORTEFEUILLE AF.
Het is bekend, dat de formateur gister
ochtend een lang onderhoud had met mr.
C. Goseling, ondervoorzitter der Katho
lieke fractie van de Tweede Kamer. Naar
wij vernamen, heeft dr. Colijn in dat on
derhoud aan mr. Goseling de portefeuille
van Defensie aangeboden.
Er schijnt ook sprake te zijn geweest van
de portefeuille van Justitie.
Mr. Goseling, die reserve-kapitein van
de artillerie is, heeft tijdens dit onderhoud
de portefeuille van Defensie niet aan
vaard.
De portefeuille van Justitie is geen prac-
tische aangelegenheid geweest, daar mr.
Van Schaik niet bereid was, zooals geop
perd schijnt te zijn, de portefeuille van So
ciale Zaken over te nemen van prof. Slo-
temaker de Bruine.
In den namiddag heeft mr. Goseling we
derom met dr. Colijn alsmede met de mi
nisters Gelissen en Deckers geconfereerd.
De formateur heeft aan mr. Goseling toen
wederom de portefeuille van Defensie aan
geboden.
Mr. Goseling heeft daarop het bestuur
der Katholieke Partij en eenige andere
heeren bijeen geroepen. Unaniem was men
van oordeel, dat het aanbod van een mi
nister-portefeuille niet aanvaard kon wor
den. Men achtte in de gegeven omstan
digheden zulk een aanvaarding door den
voorzitter van de Katholieke Partij niet
mogelijk en was na lang beraad van oor
deel, dat daarvoor geen voldoende grond
slag van vertrouwen tusschen de Katholie
ke fractie en het Kabinet bestond.
Van een en ander is mededeeling ge
daan aan den formateur.
„Msbd."
HOE IS NU HET VERDERE VERLOOP?
Men vraagt zich af, hoe nu het verder
verloop der zaken zijn, schrijft de „Msbd."
en het blad antwoordt hierop:
„Normaal is. dat een nieuw Kabinet zich
voorstelt aan de Kamer, dat het dan een
verklaring aflegt, dat de Kamer daarover
met het Kabinet van gedachten wisselt en,
zoo zij ddt noodig acht, per motie haar oor
deel uitspreekt.
Wij vernemen echter, dat het de bedoe
ling van het nieuwe Kabinet zou zijn, zulk
een ontmoeting voorloopig te vermijden.
Weliswaar zal het dan ook de behandeling
van het Bezuinigings-ontwerp tot Septem
ber uitstellen, maar men schijnt te hopen
dat intusschen de sfeer is opgeklaard.
Of men hierbij ook aan het Vaste Lasten-
ontwerp heeft gedacht, is ons niet bekend.
Een nieuw departement kan de Kroon
instellen en het schijnt dat het Kabinet
meent, dit te kunnen opbouwen binnen het
reeds door de Kamer toegestane budget.
Het Kabinet schijnt er ook op te reke
nen, dat, zoo de Kamer toch tusschentijds
wordt bijeen geroepen hetgeen op ver
zoek van tien leden kan geschieden een
dan eventueel ingediende motie van wan
trouwen öf door de meerderheid zal wor
den afgestemd óf dat de stemming daar
over zal worden verdaagd.
De Kabinetsformateur schijnt er op te
rekenen, dat zijn nieuwe ministerie, nog
versterkt door een katholiek (Defensie is
nog onbezet) alsmede door zijn practische
daden, inmiddels het vertrouwen van de
meerderheid der Kamer kan herwinnen.
Dr. Colijn meent, dat hij door het vra
gen van een leidend katholiek politicus
reeds bij voorbaat getoond heeft, zoo ver
mogelijk toenadering tot de Katholieke
fractie te willen.
Intusschen schijnt, zooals gezegd, de lei
ding der R.K. Staatspartij van meening, dat
het geschokte vertrouwen nog niet her
steld is".
HOE STAAT DE R. K. STAATSPARTIJ
TEGENOVER HET NIEUWE MINISTERIE?
De Maasbode schrijft:
„Het bericht, dat dr. Colijn de opdracht,
welke H. M. de Koningin hem heeft ge
geven tot de vorming van een extra parle
mentair kabinet van breede samenstelling
heeft aanvaard, zal door velen in den lande
met een gevoel van opluchting zijn ontvan
gen.
En dat is begrijpelijk. Want een kabinets
crisis in tijden als deze, moet maar liefst
zoo spoedig mogelijk zijn opgelost.
Daarom ook heeft H. M. de Koningin
zoowel bij prof. Aalberse als bij dr. Colijn
aangedrongen op den grootst mogelijken
spoed. Er staan te veel en te groote be
langen op het spel bij een lang traineeren
van een kabinetscrisis in de huidige om
standigheden.
Dit hebben ook de beide uitgenoodigde
formateurs blijkens den spoed, dien zij ach
ter het werk hebben gezet, volkomen be
grepen. Bracht Prof. Aalberse binnen twee
dagen nadat hem de opdracht was ver
leend, rapport uit aan H.M., dr. Colijn heeft
niet voor hem willen onderdoen en als men
het aantal uren, dat zij beiden noodig heb
ben gehad, gaat tellen, dan ontloopen zij
elkaar niet veel.
Zoojuist vernemen wij de samenstelling
van het nieuwe kabinet. Hieruit blijkt, dat
er in vergelijking met het vorige, althans
wat de personen betreft, weinig verande
ring is gekomen.
Alleen de heer Slingenberg is er voor
loopig als nieuw lid in opgenomen.
Formeel is met dit nieuwe Kabinet de
crisis opgelost, maar er bestaat toch ook
altijd nog zooiets aLs een verklaring van
prof. Aalberse namens de geheele Katho
lieke fractie in de Tweede Kamer afgelegd,
omtrent het algemeen regeeringsbeleid van
de heeren, die nu weer met de grootst mo
gelijke meerderheid het nieuwe Kabinet
zullen vormen.
Zal dit gereconstrueerde kabinet nu met
een program komen, dat de katholieken
kan bevredigen? Zal dat program er zoo
veel anders uitzien dan dat van op een na
dezelfde ministers der vorige regeering?
Het is bekend, dat dr. Colijn besprekin
gen heeft gevoerd met den voorzitter der
Kath. Kamerfractie. Na deze conferentie
hebben wij al zitten uitzien naar het oogen-
•blik, dat prof. Aalberse zijn fractiegenooten
zou bijeenroepen om met hen de voorstel
len van den formateur te bespreken. Maar
dat oogenblik is niet gekomen.
Vond prof. Aalberse dan misschien in de
gevoerde besprekingen met dr. Colijn geen
voldoende grond om nader met zijn fractie
te overleggen? Als dit inderdaad zoo is, dan
vreezen wij, dat er van de zijde van dr. Co
lijn weinig tegemoetkoming is betoond aan
de bezwaren der Kath. Kamerfractie en dat
het program der nieuwe regeering niet veel
van het thans demissionnaire Kabinet zal
verschillen.
Hoe dat in de Kamer zal moeten gaan?
Wij weten het niet. Intusschen wij geven
het toe zijn dit alles slechts gissingen en
veronderstellingen, gebaseerd op vage en
wellicht ook nog onvolledige gegevens,
Laten wij hopen, dat het program van
het Kabinet er zoo zal uitzien, dat de Kath.
fractie aan de uitvoering ervan haar mede
werking zal kunnen verleenen".
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Hedenmiddag komt de Volkenbondsraad
bijeen ter bespreking van het Abessynische
conflict. (2e blad).
Nieuwe bepaling tegen de confessioneele
Jeugdorganisaties in het Saargebied. (2de
•blad).
Amerika wenscht buiten eiken oorlog te
blijven. (2de blad).
BINNENLAND.
De Kabinetscrisis opgelost. Een gere
construeerd Kabinet-Colijn (1ste blad).
STADS
UIT DEN LEIDSCHEN RAAD.
Het schijnt met den Leidschen Raad
evenzoo gesteld te zijn als met den Vol
kenbondsraad: wanneer zij bijeenkomen
staan vaak de belangrijkste punten, waar
over gesproken wordt, niet op de agenda.
Dit was bij de jongste zitting van Maan
dag jl. ook het geval; het belangrijkste
punt werd besproken in een geheime zit
ting. Wij zagen dat de heer van Ginkel, ge
meentelijk commissaris van de L. Duinwa
ter Mij, de geheime zitting gedeeltelijk bij
woonde. Het moet wel een zeer gewichtige
aangelegenheid gegolden hebben, daar de
deuren gesloten bleven van 's middags half
4 tot kwart voor 6 en 's avonds werd door
gegaan van 8 uur tot over half 10.
Zoodoende bleef er voor de openbare
zitting niet zoo heel veel tijd meer over.
Vóór het begin van onze gedwongen
journalistieke pauze gingen de meeste
agenda-punten onbesproken onder de ha
mer door. Bij het voorstel tot verlaging
van de salarissen van het onderwijzend
personeel bij de openbare bewaarscholen
kwam evenwel een dergelijke oppositie aan
alle kanten uit den raad los, dat wethou
der Tepe het raadzaam oordeelde om zijn
voorstel terug te nemen. Wanneer men
hoort, dat re verlagingen van niet minder
dan 26% bij waren, is het ook niet te ver
wonderen, dat er oppositie kwam. Van
sociaal-democratische zijnde kantte men
zich vooral tegen het incidenteele van deze
nieuwe verlaging, men zag de salarisrege
ling van dit onderwijzend personeel liever
behandeld in grooter verband tegelijk met
de ambtenaren-salarissen. Hoe het zij, het
voorstel werd teruggetrokken.
Gelukkiger waren B. en W. met de ver
dediging van hun afwijzend praeadvies op
een verzoek van de Leidsche afd. van den
R.K. Volksbond om verlaging van den
abonnementsprijs van de radio-distributie.
Voor het argument dat het bedrijf een ver
laging niet kan dragen zonder mét verlies
te gaan werken, terwijl een betrekkelijk
royale reserveering juist noodig is om de
vrij snelle ontwikkeling van de radio
techniek bij te houden voor dit argu
ment moest alles wijken. En men kan des
te gereeder met het afwijzend praead
vies meegaan, nu blijkt, dat consideratie
wordt gebruikt met werkloozen, die moei
lijkheden hebben met de betaling. Boven
dien werd een verlaging der aansluitkosten
in uitzicht gesteld. Dit vleugje van succes
voor B. en W. was overigens het laatste,
want op het punt van de voorgestelde ver
laging der electriciteitstarieven leed het
college weer de nederlaag.
Zooals men zich herinneren zal, had de
Raad in April j.l. reeds een voorstelde
Reede aangenomen om over te gaan tot een
tariefsverlaging tot een bedrag van onge
veer 100.000, te vinden uit een vermin
derde storting in het vernieuwingsfonds.
De wijze van verlaging was in het midden
gelaten; slechts was er een voorstelScho
neveld, v. Rosmalen en Lombert, om deze
verlaging toe te passen in den vorm van
een terugbrenging van het enkeltarief van
20 ct. tot 18 ct. per K. W. U. De commis
sarissen van de Lichtfabrieken waren op
dit punt verdeeld. Een minderheid was het
met dit voorstelSchoneveld es. eens de
meerderheid echter gaf de voorkeur aan
een verlaging van het z.g. vastrecht
tarief. Dezelfde scheidingslijn trof men
men in den Raad ook aan, maar met dit
groote verschil, dat de meerderheid van
den Raad vóór verlaging van het enkelta
rief was, en een minderheid voor vast
rechtverlaging. Vooral de heer Eikerbout,
die in den nieuwen raad niet meer zal te-
rugkeeren en die dus z'n zwanenzang hield
(tenzij hij dit alsnog gelieft te doen in de
laatste zitting in Augustus), gaf zich veel
moeite om een verlaging van het vast
recht er door te krijgen. Hij had vele cij
fers naarstig verzameld en propageerde
met veel gloed van overtuiging de voor-
deelen van het woonhuistarief. De C.H.
heer Wilbrink noemde hem echter een
„slecht rekenaar" en hij had in zooverre
gelijk, dat de heer Eikerbout slechts even
de neuzen had behoeven te tellen van de
genen, die zich voorstanders van het voor
stelSchoneveld hadden verklaard, om na
te rekenen, dat zijn moeite vruchteloos
was.
Het voorstelSchoneveld kwam er met
vlag en wimpel, ondanks alle vertoogen
van wethouder Goslinga, dat men de be
langen der Lichtfabrieken ook niet uit het
oog mocht verliezen. Bij verlaging van het
vastrecht-tarief speculeerde men er n.l. op,
dat daardoor het verbruik gestimuleerd
zou worden. De meerderheid van den Raad
evenwel meende de oorspronkelijke bedoe
ling van het raadsbesluit van April j.l. niet
AGENDA
LEIDEN.
Donderdag. R. K. Reclasseeringsveree na
ging. Zitting in het gebouw der St.
Vincen/tius-Vereeniging, Hoogland-
sche Kerkgracht 32, 89 uur.
Vrijdag. Ledenvergadering „St. Raphaël",
Bondsgebouw, 8 uur.
De avond, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 29 Juli
tot en met Zondag 4 Aug. waargeno
men door apotheek M. Boekwijt, Visch-
markt 4, Tel. 552.
Voor Oegstgeest neemt waar: C. van Zijp,
Wilhelminapark 8, TeL 274.
uit het oog te moeten verliezen en dat was
ongetwijfeld, om de lasten van de minst-
draagkrachtigen te helpen verlichten. En
bij deze doelstelling is er geen plaats voor
een speculatie op verbruikstoeneming; hier
denkt men er slechts aan, hoe tegemoet te
komen aan hen, die tot eiken prijs bezui
nigen moeten. Bovendien bereikt men het
enkel-tarief verlaging tweemaal zooveel
aangeslotenen als met vastrecht-verlaging;
waaronder de laagste verbruikers.
De aanneming van het voorstelSchone
veld lijkt ons danook consequent na het
raadsbesluit van April,' al moet worden toe
gegeven, dat het voorstel van B. en W. meer
in het belang der Lichtfabrieken was en
ook vele verbruikers ten goede zou zijn ge
komen, omdat het een sterke stimulans zou
zijn geweest om zich aan te sluiten bij het
woonhuis-tarief.
Mr. H. G.
P. A. VAN AGGELEN.
Zilveren jubileum als gemeente-ambtenaar
Morgen viert een zeer verdienstelijk
ambtenaar onzer gemeente, de heer v.
Aggelen, directeur van de Gemeentelijke
Hulpbank, zijn zilveren jubileum als ge
meente- amib tenaar.
De heer Van Aggelen kwam in 1910 als
klerk aan de Bank van Leen ing, werd op 1
Augustus 1920 benoemd als boekhouder en
op 21 Februari 1927 als Directeur der Ge
meentelijke Hulpbank (Gemeentelijke Bank
van Leening en Geldsohietbank).
Hoofdzakelijk onder zijn leiding werd
het werk der Bank geheel gereorganiseerd.
De pandenbeleening verminderde sterk,
terwijl daarentegen de af deeling Geldlee-
ningen en voorschotten op pensioenen sterk
toenam. Een meer moderne en betere wijze
van credietvoorziening in het volkscrediet-
wezen trad gedeeltelijk voor de pandenbe
leening in de plaats. In de „Leidsche Cou
rant" van 1 Maart j.L hebben wij dat reeds
uitvoerig uiteengezet
De heer Van Aggelen had of heeft ver
der zitting in tal van plaatselijke of lande
lijke vereenigingen op sociaal terrein,
waarvan wij de voornaamste hier laten
volgen:
Lid van de Commissie van Advies en Bij
stand (Par. 5 der Geldschieterswet), Op-
richter-secretaris van de Stichting Leddsch
Borgstellingsfonds, welk fonds in vele
plaatsen navolging vindt. Mede-oprichter
van het dezer dagen tot stand gekomen
Rijnlandsch Borgstellingsfonds voor den
kleinen middenstand. 2e Secretaris van de
afdeeling Leiden van het Nationaal Crisis
comité. Bestuurslid van den Leidschen Ar
menraad en van verschillende vereenigin
gen op kerkelijk gebied. Mede-oprichter
secretaris van de Nederlandsche Vereeni
ging voor Volkscredietwezen en Woekerbe
strijding. Medewerker van het tijdschrift
voor Armwezen. Maatschappelijk Hulp en
Kinderbescherming. Schrijver van tal van
artikelen op het gebied van de woekerbe
strijding en diaconale armenzorg, terwijl
van zijn hand verschenen het in 1929 door
den Armenraad uitgegeven rapport „De
woeker in het volkscredietwezen" en de
door de Ned. Ver voor volkscredietwezen
en woekerbestrijding uitgegeven brochure
„Positieve Woekerbestrijding in Neder
land".
De heer Van Aggelen hield verder in ons
land tal van lezingen betreffende het volks
credietwezen en de woekerbestrijding (ook
voor de radio), terwijl het door hem in het
leven geroepen Leidsch Borgstellingsfonds
en Rijnlandsch Borgstellingsfonds, allerwe-
ge den aandacht trekken en worden nage
volgd.