ZATERDAG 20 JULI 1935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Op stap met het Nederlandsch Wegencongres 26ste Jaargang No. 8170 Sk £eid^efie0oti^<mt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 93S, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11' DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN WAARONDER GE ÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD. Voor een moeilijke beslissing. De Tweede Kamerfractie der R. K. Staatspartij staat voor een moeilijke be slissing. De Regeering heeft bij monde van den Premier doen blijken, niet bereid te zijn, volkomen bevrediging te schenken aan den voorzitter der Katholieke Kamerfractie, die, zooals men weet, o.m. verlangde: öf consequente deflatie of devaluatie. Devaluatie zal de Regeering zoo lang mo gelijk tegenhouden en wat de deflatie be treft wil zij de hoofdsommen niet aantas ten; tenzij óók mocht slaan op de hoofdsommen de verklaring van mi nister Colijn, dat de regeering tot kunst matige vermindering van vaste lasten zal overgaan, wanneer haar dit „redelijk en juridisch geoorloofd voorkomt". (Wij heb ben de letterlijke tekst van de rede van den heer Colijn nog niet in ons bezit). Doch, hoe 't ook zij, om 't niet te sterk uit te drukken: een vo 1 k o m e in bevredi ging heeft de rede van minister Colijn aan de Katholieke Tweede Kamerfractie ze ker niet gegeven! Van bijzondere beteekenis is verder de verklaring van den heer Colijn, dat, zelfs indien het ontwerp zou worden aangeno men zonder den steun der Katholieken, het Kabinet zich zou moeten afvragen, of het zijn taak kan voortzetten. Want dan zou het op voet van oorlog gekomen zijn met de grootste fractie, op welker mede werking het tot nog toe heeft gesteund aldus de premier. De Katholieke Tweede Kamerfractie staat voor een wel zeer ernstige verant woordelijkheid, voor een moeilijke bes lis- Ver wijzend naar het Kamerverslag bren gen wij hier nog onder de aandacht de vol gende verklaring van den staatsman dr. Colijn. Gelooft, aldus mn. Aalberse op Woens dagavond, het ministerie zelf nog in de mo gelijkheid, zijn taak te volbrengen? Aan zichzelf twijfelt het Kabinet niet, ant woordde de premier. Het ziet zijn weg voor zich. Het is rotsvast overtuigd, dat de moeilijkheden niet op te lossen zijn door binnen landsche maatregelen alleen, die meer endeels slechts tijdelijke leniging kun nen brengen; het is zich bewust, dat slechts vergrooting van onzen uitvoer met geleide lijke prijsstijging duurzame verbetering in het leven kan roepen. Maar het weet ook, dat Gade zij dank de verdwazing der we reld nooit van alle tijden is geweest en dat ook aan de verwording van het wereldver keer eenmaal een einde zal komen. Ernstige vleeschvergif- tiging Twee jonge mannen gestorven In het gezin van den landbouwer Van Tilburg, wonende aan den Huybergschen- weg te Roosendaal, heeft zich een ernstig geval van vergiftiging voorgedaan. Donderdagmiddag hebben drie zoons van den landbouwer gegeten van inge maakt vleesch, dat, naar achteraf is ge bleken, in bedorven toestand verkeerde. Na de maaltijd traden ernstige ziekte-ver schijnselen op bij twee zoons, die veel van het vleesch hadden gegeten. Bij de derde zoon, die slechts weinig vleesch had gebruikt, deden zich geen ziekte-verschijnselen voor. De toestand van de jongemannen, die beiden ongeveer 20 jaar oud zijn, verer gerde dusdanig, dat hun overbrenging naar het ziekenhuis „Charitas" noodzake lijk werd geoordeeld. Vrijdagmiddag zijn beiden aldaar over leden. De politie heeft de resten van vleesch in beslag genomen. DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA BRACHTEN GISTEREN TE NOORD WIJK EEN BEZOEK AAN DE BELGISCHE KONINGSKINDEREN. Van rechts naar links, voor het paviljoentje op het strand: H. M. en de Prinses, met tusschen haar in zittend Prinses Charlotte, staande achter haar Sabine v. d. Mortel. Vervolgens Jan Hein, mevrouw en burgemeester v. d. Mortel en geheel links Kroonprins Boude wijn. Men schrijft ons: De Vereeniging „Het Nederlandsche Wegen-Congres" heeft gis teren met haar leden en genoodigden een mede dank zij het fraaie zomerweer uiMekend geslaagde excursie gehouden naar gedeelten van den nieuwen Rijksweg 's GravenhageSassenheimAmsterdam en naar gedeelten van wegen in den Haarlem mermeerpolder. Dat er belangstelling voor deze excursie bestond, die geleid werd door de heeren H. W. O. de Bruyn en ir. R. Tijken, ingenieur bij den A.N.W.B. blijkt wel uit het feit, dat meer dan tweehonderd wegenbouwers, ingenieurs en andere deskundigen bijeen waren op het Toprnooiveld te 's Graven hage, waar een tiental touringcars wachtte. Het bestuur heeft de practische gedachte gehad een auto te doen meerijden, uitge rust met een versterkerinstallatie en een luidspreker. Bij de verschillende belang wekkende weggedeelten, waar we uitstij gen, wordt door een deskundige via deze installatie inlichtingen verstekt. Na ons vertrek uit Den Haag geldt het eerste bezoek het wegvak van den Rijks weg no. 4 ('s GravenhageSassenheim Amsterdam), dat ten Westen van Oegst- geest zijn voltooiing nadert. Het deel dat wij bezichtigen zal vermoedelijk vóór het einde van het jaar gereed zijn. Inderdaad zal dit voor het snelverkeer een verbete ring zijn; de nauwe traverse door de ge meente Oegstgeest met de daarbij aanslui tende smalle brug over het Oegstgeester- kanaal in de route Den HaagAmster dam zal dan vervallen. En inderdaad, we hebben het op deze excursie weer kunnen constateeren, hoe ingrijpend deze verbete ring voor het groot-verkeer zal zijn. We vervolgen onzen weg langs de Heem- steedsche Dreef. Deze is in het programma van de excursie opgenomen als voorbeeld van hetgeen door een gemeente op het ge bied van wegenbouw kan worden gepres teerd. De aanleg heeft in verschillende tempo's plaats gehad. Zoo werd in 1918 begonnen met het noordelijk gedeelte ter lengte van bijna 300 meter. In 1922 werd het meest zuidelijk gedeelte ter lengte van 150 meter aangelegd, terwijl in 1926 een derde gedeelte ter lengte van 400 meter tot stand kwam. In verband met de steeds toenemende verkeerseischen werd in den loop der jaren de behoefte gevoeld, het reeds in 1918 vastgestelde wegprofiel te wijzigen. Na verschillende besprekingen met den Provincialen Waterstaat werd ten slotte aangenomen het door de gemeente gewenschte wegprofiel met twee banen voor éénrichtingverkeer, gescheiden door een plantsoen. De breedte van de rijbanen bedraagt 8.25 meter, die van het plantsoen 8 meter, verhoogde voetpaden ter breedte van 3.75 meter zijn aan weerszijden aan gebracht. In Hoofddorp wacht ons een ontvangst door het Polderbestuur ten Poldoerhuize. Hier is het de Dijkgraaf van den Haar lemmermeerpolder de heer J. C. Reinders Folmer, die zijn gasten met een kort woord welkom heet en een uiteenzeting geeft van het Wegenplan in den Haarlem mermeer en de verslechteringen, welke in de laatste jaren zijn aangebracht .Na eenige ververschingen te hebben gebruikt, bezich tigen we een kleine zeer overzichtelijk ge houden tentoonstelling van ontwerpen en teekeningen, betrekking hebbend op het wegennet in den polder. Buiten via de luidsprekers zijn het ir. C. Krijn, hoofdingenieur van den Pro vincialen Waterstaat van Noord-Holland en ir. J. G. Bijl, ingenieur bij den Haarlem mermeerpolder, die een beschouwing hou den over de wegverbeteringen in den Haar lemmermeer. De excursie wordt voortgezet in de richting Amsterdam; we rijden naar de in aanbouw zijnde brug in den Provin cialen weg HaarlemDiemen, over de Ringvaart bij het vliegveld Schiphol. Dit grootsche werk, dat ook voor onze lucht haven van zoo overwegend belang is, trok zeer de aandacht. Het gezelschap gebruikte het noenmaal, aangeboden door de vereeniging, op het dak-restaurant van Schiphol, waarna de tocht weer wordt voortgezet om een bezoek te brengen aan het ten Noorden van Schip hol in aanleg zijnde wegvak van Rijksweg no. 4. Na bezichtiging van de brug over de Ringvaart wandelde het gezelschap langs de aardbaan van den Rijksweg naar het viaduct aan den Spaarnwouderweg. Tot besluit van deze bij uitstek interes sante excursie, die een zeer goed beeld geeft van den grooten vooruitgang op wegen- gebied, bezichtigen we de brug in den Pro vincialen weg bij Aalsmeer. CULTUUR. 1DRIE VERTELLERS. Bij de beschouwing van het geslacht jonge menschen, dat op het oogenblik nog aan 't groeien is, héb ik mij wel eens met bezorgdheid afgevraagd, of wij over vijftig jaar nog wel echte grootmoeders zullen hebben. Ik bedoel grootmoeders van het oude siag, die op hun kleinkinderen die wonderlijke aantrekkingskracht zullen uit oefenen, welke zich altijd weer manifes teert in de eeuwenoude kindervraag: „Grootmoeder, vertelt u nog eens wat". Vroeger zette grootmoeder dan altijd haar muts recht (eeuwenlang hébben grootmoe ders mutsen gedragen), dan viel het bijna onhoorbare geklikklak van de breinaalden heelemael stil en grootmoeder begon: „Er was eensen de kleine luisteraars om haar knieën volgden met open mond en een hoogroode kleur de avonturen van blauwbaard of ganzetrientje of de gelaars de kat, vertelsels, die ze honderd keeren ge hoord hadden, maar die toch telkens weer in ademlooze spanning en roerlooze aan dacht werden meegeleefd. Vertellen was een kunst, die van moeder op dochter werd overgeleverd. Er beston den geen regels voor, geen geschreven wet ten. Het was een levend volksbezit, een onmisbare factor in de opvoeding van ieder geslacht weer opnieuw. Het voedde de ver beelding en inspireerde tot daden; het schiep een wereld van droomen en tevens een wereld van idealen; het maakte waar- VOORNAAMSTE NEUWS BUITENLAND. De „StahlheLm" is in vele Duitse he ste den ontbonden; de leiders werden naar ene concentratiekamp gezonden. BINNENLAND. Minister Colijn en Minister Oud over de Regeeringspolitiek. (2de blad). Overleden is de zeereerw. heer pastoor P. J, Bonnet te Wervershoef. (Kerkm, 1ste blad). Steun voor Fruit en warmoezerij. (2de blad). Twee personen door vleeschvergiftiging omgekomen. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De jubfluem-wedstrijden van De Kaag. De heer v. Hoogwerff tot Officier Oranje- Nassau benoemd. (3de blad). den begrijpelijk, die door systematisch on derricht in een kinderbrein maar moeilijk tot helderheid worden gebracht. Er waren ook mannen, die vertellen konden: een oud soldaat of een rustend zeeman. Ze waren vaak het middelpunt en de glorie van hun dorp. Eeuwen lang vormde de vertelkunst een ongeschreven litteratuur. Men moet dat goed verstaan. Niet litteratuur in den ver fijnden zin, zoo als we die nu kennen, maar eenvoudiger en meestal gezonder. Eerst later ontstond ook de geschreven vertel kunst. Er ligt hier een document van geschreven vertelkunst voor me, waaraan drie vertel lers hebben meegewerkt. 1) De eerste was Wernher de tuinder, een Vlaamsche hove nier, die het eeuwen geleden geschreven heeft. Het is een boerenroman, die hij ons leverde, uit tijdien van strijd tusschen ver armde, van roof levende ridderschap en een tot welstand gekomen, maar voortdu rend geplunderde boerenstand. Een boe renzoon is verblind door het ideaal van de kostelijk uitgedoste ridderschap. Zijn moeder maakt hem een pracht van een kaproen en een kleeddj, die er bij past. Van zijn vader krijgt hij tenslotte een edel rij paard; dan trekt hij als roofridder de we reld in op avontuur. Spoedig voelt hij zich ver boven z'n eenvoudige boerenfamilie verheven maar de straf voor z'n misdaden blijft niet uit en tragisch is z'n einde. Wernher beschikt niet over de verfijnde stijlmiddelen van een modern prozaïst, maar z'n verhaal is levendig verteld, kleu rig en spannend. Het is zoo iets als smake lijk en voedzaam boerenbrood vergeleken bij de roomtaarten en mayonnaise-sausen van de moderne litteratuur. Stijn Streuvels heeft het nageschreven: dat was hem vol komen toevertrouwd. Sinds „Reinaert de vos" weten wij, dat hij een oud litteratuur document vernieuwen kan, zonder het eigen wezen ervan te bederven. Maar er is hier nog een derde verteller aan t werk geweest, niet met de schrijf- maar met de teekenstift. Charles Eyck heeft dit boek met penteekeningen verlucht. We mogen hier werkelijk van een geluk kig samentreffen spreken. Al vroeger héb ben we Eyck als een echte verteller leeren kennen, een toovenaar, die een oud ver haal bezielen kan met fonkelnieuw, spran kelend leven. Deze middeleeuwsche boeren- vertelling lag hem bijzonder goed. Eyck, de Limburger, voelt zich in de Middel eeuwen van nature thuis. De mannen van de renaissance meenden, dat ze 'het „leven" ontdekten: de romantici en de levensphi- losophen meenden het opnieuw. Maar prac- tisch hébben de middeleeuwers het leven voller gekend, dan eenige generatie, die na hen kwam. Er is in de middeleeuwsche le vensopenbaringen een element van kracht, dat onuitputtelijk schijnt. Het leven wordt er uitgebeeld met sterke zin voor waarach tigheid; dat beteekent allerminst, dat al'es er vergiftigd is door levensmoeheid, wan hoop of verbittering. De grondtoon van de middeleeuwsche kunst is levensbevesti ging: het leven is goed, het blijft, spijts tegenspoed en schrijnend verdriet, een rijke kostelijke gave. Die middeleeuwsche levensverhouding, in de kern Katholiek, kon een Limburger het best verstaan; meer dan in eenig ander gewest bleef het katho licisme dn Limburg het heele leven beheer- schen. We vinden deze houding terug in dit werk van Eyck, niet als iets, dat met op zet werd aangekweekt; daar heeft Eyck nog niet aan gedacht. Maar het kwam van-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1