De Kaag week 1935 VRIJDAG 19 JULI 193b DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 BAROMETER. naar waarnemingen verricht in den morgen van 18 Juli 1935, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt Hoogste barometerst.: 763.2 te La Coruna. Laagste barometerst.: 747.4 te Sarna. Verwachting tot den avond van 19 Juli: Matige tot krachtige Zuidelijke tot Weste lijke wind, zwaarbe wolkt tot betrokken, tijdelijk regen, wei nig verandering in temperatuur. De hooge druk in het Zuid-Westen ver liest meer en meer terrein. Over Scandina vië is de depressie dieper geworden, ter wijl het lage druk gebied, dat gisteren reeds in het verre Westen gesignaleerd werd, thans met flinke barometerdalingen Ierland nadert. Over het geheele waarnemingsge bied is het weer slecht; met uitzondering van Noord-Scandinavië zijn overal de tem peraturen weer iets gedaald. De regen was uitgebreid en plaatselijk matig. Het is te verwachten dat de naderende depressie in het Westen het weer ten onzent nog verder zal verslechteren, toenemende wind is waarschijnlijk, terwijl de regenkansen zeer groot zijn. LUCHTTEMPERATUUR. 19 gr. C. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting „De Zijl" 20.5 gr. C. Zweminrichting „Poelmeer" 21 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a. Van Vrijdagnamiddag 9.43 uur tot Zaterdagmorgen 4.31 uur. HOOG WATER. Te Katwijk op Zaterdag 20 Juli: voorm. 6.14 uur en nam. 6.38 uur. welke voor beeldnissen te onbeduidend zijn, duiden niet op een bepaalde bestem ming voor de eeredienst. Zou deze ruimte als kapel hebben dienst gedaan, dan missen we toch de sacristy met nevenruimten, welke een bestanddeel is van een kapel van eenige importantie onmisbaar. Het feit n.L dat deze kapel, evenals vele anderen, werd gebouwd na vooragaande overeenkomst met de parochiekerk, uit welke overeenkomst wel blijkt hoe zeer de pastoor der St. Pieterskerk concurrentie vreesde, geeft wel aanleiding te veronder stellen dat deze kapel aanzienlijk was. Dat de oriëntatie, zooals van Mieris deze beschrijft, n.l. dat de kapel was gelegen „tusschen de Vischmarkt en de Maarsmans- steeg hebbende den Rijn in het Noord Oos ten en de aangang naar de Markt of Ka pelsteeg ten Zuid Westen", op deze situa tie past is nog geen bewijs voor haar iden titeit. aangezien er meerdere plaatsen b.v. links en rechts er van hierop van toe passing zijn. Onmogelijk is het natuurlijk niet dat het gevonden gewelf de onderbouw van deze kapel heeft uitgemaakt en op dit gewelf de vloer der kerk rustte, doch er zijn onvol doende gegevens om dit als vaststaand aan te nemen. De Vischkapel, zoo verhaalt ons de ge schiedschrijver Orlers in z'n kroniek over Leiden werd in 1567 afgebroken, zoodat behoudens in den grond achtergebleven bouwresten weinig van deze kapel ooit zul len terug vinden Ir. HUGO VAN OERLE, Architect. 15 Juli 1935. Naar aanleiding van uw artikel moet ik opmerken, dat hierin een te grootsch denk beeld blijkt van een kapel, welke van 1383 tot 1567 enkel gebruikt werd voor één H. Mis 's morgens, bijgewoond door eenige vischverkoopers en vischvrouwen. De nog bestaande kapel van het Sint Annahof, Hooigracht No. 9, gewijd in 1509, kan eenigszins dienen om deze kleinheid en eenvoud aan té toonen. Ook zij had geen sacristie. Bij de Vischkapel moet geenszins gedacht worden aan een statig bouwwerk, zooals u doet. Ook was zij geen onder- a a r d s c h gewelf, maar stond in 1383 op den beganen grond; in den loop der eeuwen is hare omgeving in sterke mate opge hoogd, waarvan de mogelijkheid niet met recht door u betwist wordt. In 1595, in welk jaar de Vischkapel niet meer in ge bruik was, werd een nieuw stadhuis ge bouwd, wat reeds een groote verandering kan aangebracht hebben in de situatie van onze kapel. Ten slotte moet u niet vergeten, dat er oudtijds vele kleine kapellen waren in Lei den en dat elke kapel te kon kon doen aan de inkomsten der Sint Pieterskerk, waarom de pastoor dezer kerk wel ge noodzaakt was, hiertegen voorschriften te geven, waaruit alzoo niet volgt, dat zulk een kapel aanzienlijk moet geweest zijn. Overigens wilt u wel kennis nemen van mijn opmerkingen bij het volgende, ano nieme artikel J. W. VERBURGT. Een belangstellend lezer schrijft ons: Het artikel „De Vischkapel ontdekt", voorkomende in uw blad van Vrijdag 11. geeft mij aanleiding eenige opmerkingen te maken. Allereerst dit: De schrijver zegt, doelen de op het blootgelegde kapelletje onder per ceel Vischmarkt 8, „onmiskenbaar was dit de Vischkapel welke in 1383 met r^ed- vinden enz.". Ik kan het daarmee niei ^ens zijn. Dat het 'n kapelletje is geweest, daar twijfel ik niet aan, doch dat het de Visch kapel is geweest, staat m.i. niet vast. Kan het geen huiskapel zijn geweest, immers de gefortuneerden in dien tijd had den bijna allen een huiskapelletje. De afmetingen van het gevonden thans ge sloopte kapelletje bedroegen lengte 12 M. en breedte hoogstens 6 M. Het Vischkapel - letje zou gestaan hebben op de Vischbrug (waar thans de electrische klok staat) of op den afloop van de brug aan de Visch brug aan den Rijn, dus niet waar het ge vonden is. Vergis ik mij niet dan zouden 20 jaar geleden sporen van overblijfselen van het Vischkapelletje zijn gevonden op de Vischbrug. Dit kan het Archief toch niet ombekend zijn. Wat misschien wel pleit voor het vermoeden, meer is het niet, van den Archivaris, dat het gevonden kapel letje de Vischkapel is geweest, is, dat het zijstraatje in de Maarsmanssteeg den naam droeg van Kapelsteeg en dat dit steegje juist liep tot het pand waar de kapel is ge vonden. Ik herinner mij ook, dat toen voor 20 jaar op den hoek van de Vischpoort aan de Aalmarkt (achteruitgang van den Turk) in den grond gewerkt werd voor den bouw van Vroom Dreesmann er ook potjes voor den dag zijn gekomen en dat toen beweerd werd, dat die afkomstig waren van de Vischkapel die daar (dus bij Vischpoort) had gestaan. Ik vind de bewering van „Onmiskenbaar was dit de Vischkapel" wel gedurfd, tenzij de Archivaris, behalve hetgeen hij ver meldt, meerdere gegevens daarvoor heeft. Wat ik toch ook nog vermeldenswaard vind is dit. De Archivaris schrijft: in de kapel mocht niet begraven worden en geen begrafemisplechigheden plaats hebben. Eigenaardig is wel, dat buiten het kapelletje dus slechts enkele meters er vandaan nog grafzerken liggen. De slooperij is nog niet zoover, dat die zerken gelicht zijn en even min is men nog niet doorgedrongen in den bodem van de kapel. Over eenige dagen zal wel blijken wat er dan voor den dag komt. Ook bij het sloopen van den afgebranden toren, dus ongeveer 5 of 6 jaar geleden, bleek, dat het hardsteen, dat van de toren kwam, vooral van boven, afkomstig was van grafsteen, daar op die stukken namen en andere afgebrokkelde opschriften voor kwamen. De vraag dringt zich op, zou bij het bouwen van den toren gebruik ge maakt zijn van grafsteen en die ter plaatse aanwezig waren, misschien van een ver vallen begraafplaatsje. Ik veronderstel dit omdat zoo gezegd nog grafzerken lig gen in den kelder van de voormalige dames confectiezaak „de Faam", Vischmarkt 9, dus naast de thans ontdekte kapel. Ik kom ook even op de plaats van de le Vischkapel, met mijn veronderstelling. De Archivaris zegt, dat die kapel gestaan heeft aan de Hoogstraat en Oude Rijn waar thans de Faam is gevestigd. Uit welke ge gevens blijkt dat. Toen het vorige jaar bij grondwerk voor den bouw van den „Nieu wen Faam" een grafsteen voor den dag kwam, heeft de Archivaris een onderzoek ingesteld. Dat weet ik wel, dat ter plaatse waar de steen is gevonden geen doodsbeen deren zijn gevonden, hetgeen toch het ge val zou zijn als er begraven was. Het is dus zeer goed mogelijk, dat die steen later van een andere plaats daar in den grond is ge stopt. Over deze zaak schrijft de Archivaris in het Leidsche Jaarboekje 1935 een artikel. Hierin zegt hij dat „inderdaad" ter plaatse een begraafplaats is geweest. Zooals gezegd, er werd één steen gevonden en geen res ten die daarop wijzen. Hier zou de le Visch kapel moeten hebben gestaan, 't Zou een particuliere kapel moeten zijn geweest van den Burggraaf en was een deel van het Burchtterrein. Deze kapel gaf de Bruggraaf ten gebruike van de Vischverkoopers in Juli 1376. Is hiermede nu aangetoond (om dat er één grafsteen is gevonden zonder resten) dat die kapel, dus de Vischkapel, gestaan heeft Hoogstraat en Oude Rijn? Volgens mij blijven het gissingen. Waar precies de le Vischkapel gestaan moet heb ben is m.i. nog niet gebleken, evenmin de 2e. Stellig daar in de omgeving, maar het vinden van een grafsteen is niet het bewijs dat ter aangeduide plaats de le Visch kapel heeft gestaan. Ik meen hiermede te hébben aangetoond, dat het bewijs niet geleverd is, dat de ge vonden kapel (Vischmarkt 8) de Visch kapel is geweest. Bovenstaand artikel getuigt van prijzens waardige belangstelling in het onderwerp, waarom ik gaarne eenige opmerkingen wil maken. Er bestaat geen enkele grond, waar op aan een huiskapel kan gedacht worden; huiskapellen komen, wat particuliere ge bouwen betreft, wel voor in kasteelen, maar hier ter plaatse is er geen aanleiding voor te vinden. Wel werd in het stadhuis de mis gelezen waartoe sedert den jare 1433 een draagbaar altaar werd gebruikt, maar nergens wordt van een raadskapel melding gemaakt. De conclussie, welke ik verkreeg na een uitgebreid onderzoek, stemt geheel over een met hetgeen Frans van Mieris in 1762 vermeldt betreffende de kapel in zijn be kend werk: Beschrijving der stad Leyden. Het spreekt vanzelf, dat deze kapel niet groot behoefde te zijn, bestemd als zij was DE MAJESTEIT VAN HET RECHT. Hoe een zoon kracht vond te zwij gen, hoe hij daardoor zijn familie en vrienden verloor, hoe hij zwoegde voor zijn onderhoud en hoe hij. door het noodlot, beschuldigd van 'n zwa re misdaad voor de rechtbank kwam, waar zijn vader rechter was, dit alles kan men lezen in ons nieuw feuile- ton. De Majesteit van het Recht waarmede wij heden 'n aanvang maken Dit spannende, menschelijke verhaal zal ongetwijfeld al onze lezeressen, en lezers tot het einde toe boeien. voor een klein aantal bezoekers. Het vinden van „potjes" aan de Aalmarkt, van graf zerken „buiten het kapelletje" en van hard steen bij de resten van den afgebranden stadhuistoren zegt mets betreffende de Vischkapel; een onderzoek in deze richting zou dan ook geen nadere bijzonderheden opleveren voor ons onderwerp. En wat de eerste Vischkapel betreft, aan de Hoog straatOuden Rijn, dit gevoelen werd ook gedeeld door W. Pleyte in zijn bekend werk: Leiden vóór 300 Jaren en Thans. Het feit, dat deze eerste Vischkapel een kapel van I den Burggraaf was alsmede de verdere his torische gegeven zijn aan geen twijfel on derworpen. J. W. VERBURGT. DE SANEERING IN HET SCHILDERS BEDRIJF. Vergadering der Leidsche schilders. In de foyer van „Den Burcht" is gister avond gehouden een vergadering uitgaan de van de drie plaatselijke organisaties van schilderspatroons, in welke vergade ring gesproken is over de in aantocht zijn de saneering van het schildersbedrijf. De bijeenkomst, die zeer druk was be zocht, stond onder leiding van den heer J. J. v. Weerlee. Behalve de spreker van dezen avond, de heer Joh. Schut, hoofdbe stuurslid van den Bond van Nederland- sche Schilderspatroons waren aanwezig een hoofdbestuurslid van den Christelijke en van den Roomsch Katholieken bond. De heer van Weerlee sprak een wel komstwoord en wees op het doel van den avond, waarna hij dadelijk het woord gaf aan den heer Schut. Deze begon met er op te wijzen, dat de crisis oorzaak is gewor den van veel ellende ook in het schilders bedrijf. De concurrentie is buitengewoon verscherpt, hoofdzakelijk ook door dege nen die werkloos werden en voor eigen rekening en risico aan 't werk gingen. Er is echter nog méér dan de folterende in vloed van de crisis. Als er alleen de crisis was dan was er geen perspectief meer. Maar er is nog iets anders. Het bedrijf is ziek. Dat was het al jaren. Ook reeds in den tijd van hoogconjunctuur, maar in dien tijd kwam de ziekte niet zoo erg uit. Die ziekte is de bandeloosheid. De patroonsorganisaties hebben getracht in de chaos orde te scheppen. Die pogingen hebben echter grootendeels gefaald en dat is te wijten aan degenen die afzijdig zijn blijven staan. Toen in 1918 de 8-urige arbeidsdag werd ingevoerd raakte het bedrijf zijn stabili teit kwijt. Daardoor ontstond de ongebrei delde concurrentie. De organisaties hebben toen het collectief contract in het leven ge roepen. Dat heeft wel iets geholpen, maar er stonden er nog veel te veel buiten. Het heeft echter de rust gehandhaafd. Dat is zijn groote beteekenis. Het is echter nood zakelijk dat zulk een contract de steun heeft van een machtige patroons-organi satie. Heeft het dat niet dan is alles ver loren. De feiten zijn er om dat te bewij- nen. Door de organisaties worden tal van geschillen aan de groene tafel opgelost, die anders in het openbare leven hadden moe ten worden uitgevochten. De organisaties hebben veel tot stand gebracht. En toch: de bandeloosheid is blijven bestaan. Daarom is thans het saneeringsplan ont worpen Saneering, dat beteekent gezond making. Tegenover de bandeloosheid hebben we noodig een tijdperk van saamhoorigheid en vertrouwen. Laten we niet beginnen met vertrouwen te vragen, maar met ver trouwen te schenken. Dan mag men ook verwachten vertrouwen te ontvangen. Al les moet er in den geest van saamhoorig heid op gespitst worden om in de folteren de crisis nog een bestaan te vinden. Die mogelijkheid bestaat ongetwijfeld. De saneering is een moeilijk en verant woordelijk werk. De organisaties hebben het initiatief tot de saneering genomen. De leveranciers hebben zich bij dat initiatief aangesloten. Ook hun belang is er mee ge moeid. De leveranciers zitten met tal van wissels, die niet worden betaald. Door de patroonsorganisaties en de leveranciers is het saneeringscontract vastgesteld. De le den van de organisaties verplichten zich hun materialen te betrekken bij die leve ranciers, die zich tot een kring van be langhebbenden bij het schildersbedrijf hebben gevormd. De schilders bevorderen daarmee een machtig blok van leveran ciers, die het in de hand hebben opne- mers op de z.g. „stoplijst" te plaatsen. De leveranciers stellen echter als voorwaarde een hechte organisatie van schilderspa troons. Het gaat er niet om schilders van de vlakte te krijgen. Integendeel het is de bedoeling iedere bona fide schilder te be veiligen. Maar de organisaties eischen dan ook dat elkeen achter hen staat. Spreker stipte daarna de voornaamste punten uit het saneeringsplan aan. Er is een top-commisie van tien leden, 5 uit de schildersorganisaties en 5 uit den handel. Daaronder bestaan de districts-commissies en daarnaast drie centrale commissies «lie als beroepsinstanties dienst doen van de beslissingen der districts-commissie inzake het plaatsen op de stoplijst enz. Niemand hoeft zich ten slotte nog te organiseeren. Ongeorganiseerden kunnen zich voorzien van een erkenningsbewijs. Daarmee onder werpt men zich aan alle verplichtingen die de saneering oplegt. Maarmen heeft geen invloed op de gang van zaken. Wat moet er nu nog meer gebeuren? De maatregel van het alleen koopen bij den kring van belanghebbenden is niet genoeg. Het gaat er ten slotte ook om de prijzen beter te maken, zóó dat ze economisch- mogelijk zijn. Met het oog hierop zijn de interne saneeringsmaatregelen getroffen. Ieder georganiseerde of bezitter van een erkenningsbewijs wordt verplicht zich te melden op de zgn. voorbestedingen. Daar wordt door een billijke rekening een ge middeld cijfer als begrootingscijfer vast gesteld. Degene die daar het dichtst bij is moet het werk uitvoeren. Personen die bui ten deze regeling om inschrijven voor een lager bedrag komen in aanmerking om ge plaatst te worden op de stoplijst, nadat eerst getracht is hem te rede te brengen. Is dat nu niet in strijd met de hoogge roemde Nederlandsche vrijheid? Neen. Er moeten regelen worden gesteld om het aan tal slachtoffers dat valt in het schilders bedrijf minder te maken. Ieder die niet mee wil werken om het bedrijf gezond te malden moet dat ten slotte aan den lijve gevoelen. Met een ernstig woord van opwekking tot de aanwezige niet-georganiseerden om zich bij de organisatie aan te sluiten, be sloot spreker. Na een korte pauze werden verschil lende vragen gesteld en door den heer Schut beantwoord RECHTS HOUDEN IN DE VOOR NAAMSTE STRATEN. De voetgangers worden er aan herinnerd dat zij volgens de nieuwe verkeersverorde- ning verplicht zijn het rechtertrottoir te houden op de Steenstraat, Breestraat, Haarlemmerstraat, Hoogewoerd, en in het Noordeinde, de Maarsmansteeg en Donker- steeg. Borden, waardoor het verbod wordt ken baar gemaakt, zijn aangebracht. Het niet- rechtshouden aldaar is strafbaar. De Commissaris van Politie maakt voorts bekend, dat in verband met het inwerking treden van de nieuwe verkeersverordening op 1 Maart 11. geacht kan worden, dat de weggebruikers thans voldoende gelegen heid hebben gehad om van de nieuwe voor schriften en nieuw-model borden kennis te nemen, waarom met ingang van Maandag 22 Juli a-s. ten aanzien van de nieuwe voor schriften strenger zal worden opgetreden. Als de agenten de verordening opvat ten, zooals tot nu toe herhaaldelijk ge schiedt, keuren wij het in 't vooruitzicht ge streng optreden ten sterkste af. Wij herinneren aan de POSITIEVE TOE ZEGGING van den burgemeester waar op de Raad de verordening heeft aangeno men n.l. dat alleen van een VERORDE- NINGSDWANG zou worden gebruik ge maakt bij bijzondere gelegenheden, bij bij zondere drukte. Na die toezegging heeft de Raad de verordening aangenomen. INGENIEUR VAN RIJNLAND. Ter voorziening in de vacature van Inge nieur van Rijnland heeft het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland de navolgende niet-alfabetische voordracht opgemaakt: le. Ir. D. A. van Aalderen, Ingenieur van het Waterschap De Regge, te Almelo; 2e. Ir. P. de Gruyter, Ingenieur bij het Departement van Verkeer en Waterstaat in Nederlandsch Indië, thans met verlof, wonende te Haarlem. Aanbesteding. Op het bouwbureau van het Stadhuis is hedenmorgen aanbesteed door architect Blaauw het bouwen van een complex werk loodsen en keeten met aansluitende schut tingen en verdere werken op het Pieters kerkhof alhier. Ingeschreven was als volgt: fa. Marcelis Leiden f 6835.J. M. van der Wal, Zand- voort f 6577.fa. Heemskerk, Leiden f 5964.fa. Rijngoud, Leiden f 5650. Hueber en Beugelsdijk, Leiden f 5504. Ir. Bureau van Bouwnijverheid, Oegstgeest f 5460.fa. Breuring, Leiden f 5386. Langeveld, Leiden f 5335.L. van Noort en K. J. v. Seventer, Den Haag f 5200. Vringer, Baarn f 5184.Gijsman en v. d. Oever, Leiden f 4950.Oostveen, Leiden, f 4880.Houps, Leiden f 4795.Timmers Leiden f 4782.Gesman en Zoetemeijer, Alphen aan den Rijn f 4490.Bouter en Harteveld, Leiden f4447; v. d. Velde en de Jong, Oegstgeest f 4321.—; fa. Gebrs. Schro der, Leiden f 4395.Boers, Hazerswoude f 4200.Bik en Breedeveld, Leiden f 4140; Bink en Valk, Leiden f 4095. Dr. J. v. Niekerk. Dr. J. van Niekerk, conservator aan de Leidsche Universiteit (pharmaco-therapeu- tisch Laboratorium) is gekozen tot corres- pondeerend lid van de Association for the Study of Allergy, het genootschap, dat zich ten doel stelt de overgevoeligheidsziekten te bestudeeren, in de Vereenigde Staten. Leidsche Arbeidsbeurs. Bij de gemeentelijke Arbeidsbeurs ston den gisteren 3587 werkloozen ingeschreven tegen 3096 in het vorig jaar. AGENDA LEIDCN. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 15 tot en met Zondag 21 Juli a.s. waargeno men door de apotheken: C. B. Duijster, Nieuwe Rijn 18, tel. 523 en C. van Zijp' Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tel. 274. Handelsregister K. v. K. Wijzigingen: 4695 Café „Het Wapen van Leimuiden", Leimuiden no. 298. Overl. E.: J. Sneeboer, dd. 20 November 1934. N.E.: Wed. A. SneeboerDisseldorp, Leimuiden. 2071. W. N. Vreeswijk, Alphen aan den Rijn, Aarkade 2. Rijwielen en onderdeelen. Overl. E:. W. N. Vreeswijk, dd. 9 Juli 1934. Wijz. handelsn. in: Wed. W. N. Vreeswijk- van Schip. N.E.: Wed. G. Th. Vreeswijk- van Schip, Alphen aan den Rijn; Volmacht verleend aan: C. H. W. Vreeswijk, Alphen aan den Rijn. Examen Nijverheidsonderwijs. Aan de R.-K. Vakschool zijn ten ovm* staan van de Rijkscomm. voor Akte N VU geëxamineerd 7 candidaten: de dames: H. E. Dijk, Amsterdam, A. W. H. Oostinga, Amsterdam, A. Stuivenberg, Amsterdam, W. Sluis, Amsterdam, M. A. E. Hanssen, Roermond, J. M. J. Franssen, Roermond. Voor Akte N VIII: geëxamineerd: 8 can didaten. Geslaagd de dames: M. H. iBroek- huysen, A. E. Gautier, F. Ch. Zeydel, L. H. de Wilde, C. E. Jockin, allen Den Haag, E. M. van Gilse, Rotterdam. Onze stadgenoot de heer A. J. C. Monta- nusslaagde te Beverwijk voor het examen handenarbeid. SPORT Mooie inzet van het jaarlijksch feest. Onder de beste voorteekenen is vandaag het jaarlijksche Kaagfeest van de nu jubi- leerende Kaag begonnen en bedriegen de voorteeken en-niet, dan belooft ook het zil veren feest wel te zullen slagen. Het was uit den aard der zaak even als zulks andere jaren het geval is op den eersten morgen nog wat kalmpjes op de Kagerplassen, doch naar gelang de och tend vorderde kwamen er meer en meer watersportliefhebbers de Kaag bevolken. Het aantal schepen leek ons nog wel niet zoo groot als in vroeger jaren wel het geval was, doch wij kregen tevens den indruk, dat men het zich van lieverlede wat gemak kelijker gaat maken, zoodat we 'n vrij groot aantal woonschepen op de Kagerplassen konden waarnemen. De belangstelling op het feestterrein zelf viel ons na 'n heel stil begin, heel aardig mee. Wijl verschillende wedstrijden, o.a. verscheidene motorbootwedstrijden zich voor het Kaagterrein afspeelden, hadden talrijken een plaatsje voor de Kaag-socië teit uitgezocht. In de sociëteit zelf was het zilveren feest goed merkbaar. Versieringen met groen en bloemen langs de wanden en mooie tapij ten op den vloer wezen er op, dat de Kaag in jubileum-stemming was. Tijdens de re ceptie in den middag zou zulks trouwens overduidelijk blijken. Het programma der onderlinge zeilwed strijden en nationale motorbootwedstrijden ving te kwart voor tien aan met den regel matigheidswedstrijd voor motorbooten en daarna kwamen de zeilnummers. In den onderlingen Regenboogwedstrijd, waarbij de jachten slechts met één zeiler bemand mochten zijn, startten zeven deel nemers. De start was niet bepaald fraai te noemen, want de deelnemers gingen veel te laat weg. Toch bleek al spoedig, dat de strijd vrij ongelijk zou zijn en dat Cor van Staveren, de eenige geroutineerde zeiler in dezen wedstrijd, het niet al te moeilijk zou heb ben. Op het Norremeer had hij reeds 'n aardigen voorsprong, maar deze werd nog vergroot bij de Kruisrakken op den terug weg, zoodat hij met flink verschil den wed strijd won. In de Friesche 16 M2.-klasse wist Kort- mann uit Oegstgeest de leiding te nemen. Van Schelve, aanvankelijk op de derde plaats liggend, liep op het Kruisrak Die- perpoelNorremeer naar de tweede plaats op. 'n Aardige strijd liet ook de Pampus- klasse reeds zien. In den beginne had Wil lem de Vries Lentsch de leiding en ging hij met goeden voorsprong van het Norre meer naar den Dieperpoel. Als tweéde volgde v. d. Steur, daarna Monde, maar na het eerste Kruisrak op den terugweg had laatstgenoemde de eerste plaats veroverd en lag Willem de Vries Lentsch drie. Verder was er nog 'n wedstrijd voor de handicapklasse D en verschillende onder linge motor boot wedstrijden, welke nog niet alle beëindigd waren bij hét afzenden van dit bericht. De eerste uitslagen luiden: ..Regelmati gheidswedstrijd voor motorbooten: 1. Zenith, st. H. W. Vij- man, 2. Djemna, st. dr. J. Blomberg. Balspel voor motorbooten: 1 st. A. A. v. Tienhoven, 2. Nymph, st. J. de Vries, 3. Rose May, st. L. v. Essen. 12 Voetsjollenwedstrijd voor jongelieden niet ouder dan 16 jaar: 1. Dr. Knock, st. Rinie Kagchelland, 2. Dobber tje, st. Jan Bies, 3. Isis, stuurvr. mej. M. M. v. d. Bey, 4. Lucky Rascal, st. Dédé v. Eek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2