De Kaag week 1935
VRIJDAG 19 JULI 193b
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 18 Juli 1935, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt
Hoogste barometerst.: 763.2 te La Coruna.
Laagste barometerst.: 747.4 te Sarna.
Verwachting tot den avond van 19 Juli:
Matige tot krachtige
Zuidelijke tot Weste
lijke wind, zwaarbe
wolkt tot betrokken,
tijdelijk regen, wei
nig verandering in
temperatuur.
De hooge druk in het Zuid-Westen ver
liest meer en meer terrein. Over Scandina
vië is de depressie dieper geworden, ter
wijl het lage druk gebied, dat gisteren reeds
in het verre Westen gesignaleerd werd,
thans met flinke barometerdalingen Ierland
nadert. Over het geheele waarnemingsge
bied is het weer slecht; met uitzondering
van Noord-Scandinavië zijn overal de tem
peraturen weer iets gedaald. De regen was
uitgebreid en plaatselijk matig. Het is te
verwachten dat de naderende depressie in
het Westen het weer ten onzent nog verder
zal verslechteren, toenemende wind is
waarschijnlijk, terwijl de regenkansen zeer
groot zijn.
LUCHTTEMPERATUUR.
19 gr. C.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl" 20.5 gr. C.
Zweminrichting „Poelmeer" 21 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.
Van Vrijdagnamiddag 9.43 uur tot
Zaterdagmorgen 4.31 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk op Zaterdag 20 Juli: voorm.
6.14 uur en nam. 6.38 uur.
welke voor beeldnissen te onbeduidend
zijn, duiden niet op een bepaalde bestem
ming voor de eeredienst.
Zou deze ruimte als kapel hebben dienst
gedaan, dan missen we toch de sacristy
met nevenruimten, welke een bestanddeel
is van een kapel van eenige importantie
onmisbaar.
Het feit n.L dat deze kapel, evenals vele
anderen, werd gebouwd na vooragaande
overeenkomst met de parochiekerk, uit
welke overeenkomst wel blijkt hoe zeer de
pastoor der St. Pieterskerk concurrentie
vreesde, geeft wel aanleiding te veronder
stellen dat deze kapel aanzienlijk was.
Dat de oriëntatie, zooals van Mieris deze
beschrijft, n.l. dat de kapel was gelegen
„tusschen de Vischmarkt en de Maarsmans-
steeg hebbende den Rijn in het Noord Oos
ten en de aangang naar de Markt of Ka
pelsteeg ten Zuid Westen", op deze situa
tie past is nog geen bewijs voor haar iden
titeit. aangezien er meerdere plaatsen
b.v. links en rechts er van hierop van toe
passing zijn.
Onmogelijk is het natuurlijk niet dat het
gevonden gewelf de onderbouw van deze
kapel heeft uitgemaakt en op dit gewelf de
vloer der kerk rustte, doch er zijn onvol
doende gegevens om dit als vaststaand
aan te nemen.
De Vischkapel, zoo verhaalt ons de ge
schiedschrijver Orlers in z'n kroniek over
Leiden werd in 1567 afgebroken, zoodat
behoudens in den grond achtergebleven
bouwresten weinig van deze kapel ooit zul
len terug vinden
Ir. HUGO VAN OERLE,
Architect.
15 Juli 1935.
Naar aanleiding van uw artikel moet ik
opmerken, dat hierin een te grootsch denk
beeld blijkt van een kapel, welke van 1383
tot 1567 enkel gebruikt werd voor één H.
Mis 's morgens, bijgewoond door eenige
vischverkoopers en vischvrouwen. De nog
bestaande kapel van het Sint Annahof,
Hooigracht No. 9, gewijd in 1509, kan
eenigszins dienen om deze kleinheid en
eenvoud aan té toonen. Ook zij had geen
sacristie. Bij de Vischkapel moet geenszins
gedacht worden aan een statig bouwwerk,
zooals u doet. Ook was zij geen onder-
a a r d s c h gewelf, maar stond in 1383 op
den beganen grond; in den loop der eeuwen
is hare omgeving in sterke mate opge
hoogd, waarvan de mogelijkheid niet met
recht door u betwist wordt. In 1595, in
welk jaar de Vischkapel niet meer in ge
bruik was, werd een nieuw stadhuis ge
bouwd, wat reeds een groote verandering
kan aangebracht hebben in de situatie van
onze kapel.
Ten slotte moet u niet vergeten, dat er
oudtijds vele kleine kapellen waren in Lei
den en dat elke kapel te kon kon doen
aan de inkomsten der Sint Pieterskerk,
waarom de pastoor dezer kerk wel ge
noodzaakt was, hiertegen voorschriften te
geven, waaruit alzoo niet volgt, dat zulk
een kapel aanzienlijk moet geweest zijn.
Overigens wilt u wel kennis nemen van
mijn opmerkingen bij het volgende, ano
nieme artikel
J. W. VERBURGT.
Een belangstellend lezer schrijft ons:
Het artikel „De Vischkapel ontdekt",
voorkomende in uw blad van Vrijdag 11.
geeft mij aanleiding eenige opmerkingen te
maken.
Allereerst dit: De schrijver zegt, doelen
de op het blootgelegde kapelletje onder per
ceel Vischmarkt 8, „onmiskenbaar was
dit de Vischkapel welke in 1383 met r^ed-
vinden enz.". Ik kan het daarmee niei ^ens
zijn. Dat het 'n kapelletje is geweest, daar
twijfel ik niet aan, doch dat het de Visch
kapel is geweest, staat m.i. niet vast. Kan
het geen huiskapel zijn geweest, immers
de gefortuneerden in dien tijd had
den bijna allen een huiskapelletje. De
afmetingen van het gevonden thans ge
sloopte kapelletje bedroegen lengte 12 M.
en breedte hoogstens 6 M. Het Vischkapel -
letje zou gestaan hebben op de Vischbrug
(waar thans de electrische klok staat) of
op den afloop van de brug aan de Visch
brug aan den Rijn, dus niet waar het ge
vonden is. Vergis ik mij niet dan zouden
20 jaar geleden sporen van overblijfselen
van het Vischkapelletje zijn gevonden op
de Vischbrug. Dit kan het Archief toch niet
ombekend zijn. Wat misschien wel pleit
voor het vermoeden, meer is het niet, van
den Archivaris, dat het gevonden kapel
letje de Vischkapel is geweest, is, dat het
zijstraatje in de Maarsmanssteeg den naam
droeg van Kapelsteeg en dat dit steegje
juist liep tot het pand waar de kapel is ge
vonden.
Ik herinner mij ook, dat toen voor 20
jaar op den hoek van de Vischpoort aan de
Aalmarkt (achteruitgang van den Turk)
in den grond gewerkt werd voor den bouw
van Vroom Dreesmann er ook potjes voor
den dag zijn gekomen en dat toen beweerd
werd, dat die afkomstig waren van de
Vischkapel die daar (dus bij Vischpoort)
had gestaan.
Ik vind de bewering van „Onmiskenbaar
was dit de Vischkapel" wel gedurfd, tenzij
de Archivaris, behalve hetgeen hij ver
meldt, meerdere gegevens daarvoor heeft.
Wat ik toch ook nog vermeldenswaard
vind is dit. De Archivaris schrijft: in de
kapel mocht niet begraven worden en geen
begrafemisplechigheden plaats hebben.
Eigenaardig is wel, dat buiten het kapelletje
dus slechts enkele meters er vandaan nog
grafzerken liggen. De slooperij is nog niet
zoover, dat die zerken gelicht zijn en even
min is men nog niet doorgedrongen in den
bodem van de kapel. Over eenige dagen zal
wel blijken wat er dan voor den dag komt.
Ook bij het sloopen van den afgebranden
toren, dus ongeveer 5 of 6 jaar geleden,
bleek, dat het hardsteen, dat van de toren
kwam, vooral van boven, afkomstig was
van grafsteen, daar op die stukken namen
en andere afgebrokkelde opschriften voor
kwamen. De vraag dringt zich op, zou bij
het bouwen van den toren gebruik ge
maakt zijn van grafsteen en die ter plaatse
aanwezig waren, misschien van een ver
vallen begraafplaatsje. Ik veronderstel dit
omdat zoo gezegd nog grafzerken lig
gen in den kelder van de voormalige dames
confectiezaak „de Faam", Vischmarkt 9, dus
naast de thans ontdekte kapel.
Ik kom ook even op de plaats van de le
Vischkapel, met mijn veronderstelling.
De Archivaris zegt, dat die kapel gestaan
heeft aan de Hoogstraat en Oude Rijn waar
thans de Faam is gevestigd. Uit welke ge
gevens blijkt dat. Toen het vorige jaar bij
grondwerk voor den bouw van den „Nieu
wen Faam" een grafsteen voor den dag
kwam, heeft de Archivaris een onderzoek
ingesteld. Dat weet ik wel, dat ter plaatse
waar de steen is gevonden geen doodsbeen
deren zijn gevonden, hetgeen toch het ge
val zou zijn als er begraven was. Het is dus
zeer goed mogelijk, dat die steen later van
een andere plaats daar in den grond is ge
stopt. Over deze zaak schrijft de Archivaris
in het Leidsche Jaarboekje 1935 een artikel.
Hierin zegt hij dat „inderdaad" ter plaatse
een begraafplaats is geweest. Zooals gezegd,
er werd één steen gevonden en geen res
ten die daarop wijzen. Hier zou de le Visch
kapel moeten hebben gestaan, 't Zou een
particuliere kapel moeten zijn geweest van
den Burggraaf en was een deel van het
Burchtterrein. Deze kapel gaf de Bruggraaf
ten gebruike van de Vischverkoopers in
Juli 1376. Is hiermede nu aangetoond (om
dat er één grafsteen is gevonden zonder
resten) dat die kapel, dus de Vischkapel,
gestaan heeft Hoogstraat en Oude Rijn?
Volgens mij blijven het gissingen. Waar
precies de le Vischkapel gestaan moet heb
ben is m.i. nog niet gebleken, evenmin de
2e. Stellig daar in de omgeving, maar het
vinden van een grafsteen is niet het bewijs
dat ter aangeduide plaats de le Visch
kapel heeft gestaan.
Ik meen hiermede te hébben aangetoond,
dat het bewijs niet geleverd is, dat de ge
vonden kapel (Vischmarkt 8) de Visch
kapel is geweest.
Bovenstaand artikel getuigt van prijzens
waardige belangstelling in het onderwerp,
waarom ik gaarne eenige opmerkingen wil
maken. Er bestaat geen enkele grond, waar
op aan een huiskapel kan gedacht worden;
huiskapellen komen, wat particuliere ge
bouwen betreft, wel voor in kasteelen, maar
hier ter plaatse is er geen aanleiding voor
te vinden.
Wel werd in het stadhuis de mis gelezen
waartoe sedert den jare 1433 een draagbaar
altaar werd gebruikt, maar nergens wordt
van een raadskapel melding gemaakt.
De conclussie, welke ik verkreeg na een
uitgebreid onderzoek, stemt geheel over
een met hetgeen Frans van Mieris in 1762
vermeldt betreffende de kapel in zijn be
kend werk: Beschrijving der stad Leyden.
Het spreekt vanzelf, dat deze kapel niet
groot behoefde te zijn, bestemd als zij was
DE MAJESTEIT VAN HET
RECHT.
Hoe een zoon kracht vond te zwij
gen, hoe hij daardoor zijn familie en
vrienden verloor, hoe hij zwoegde
voor zijn onderhoud en hoe hij. door
het noodlot, beschuldigd van 'n zwa
re misdaad voor de rechtbank kwam,
waar zijn vader rechter was, dit alles
kan men lezen in ons nieuw feuile-
ton.
De Majesteit van het Recht
waarmede wij heden 'n aanvang maken
Dit spannende, menschelijke verhaal
zal ongetwijfeld al onze lezeressen,
en lezers tot het einde toe boeien.
voor een klein aantal bezoekers. Het vinden
van „potjes" aan de Aalmarkt, van graf
zerken „buiten het kapelletje" en van hard
steen bij de resten van den afgebranden
stadhuistoren zegt mets betreffende de
Vischkapel; een onderzoek in deze richting
zou dan ook geen nadere bijzonderheden
opleveren voor ons onderwerp. En wat de
eerste Vischkapel betreft, aan de Hoog
straatOuden Rijn, dit gevoelen werd ook
gedeeld door W. Pleyte in zijn bekend werk:
Leiden vóór 300 Jaren en Thans. Het feit,
dat deze eerste Vischkapel een kapel van
I den Burggraaf was alsmede de verdere his
torische gegeven zijn aan geen twijfel on
derworpen.
J. W. VERBURGT.
DE SANEERING IN HET SCHILDERS
BEDRIJF.
Vergadering der Leidsche schilders.
In de foyer van „Den Burcht" is gister
avond gehouden een vergadering uitgaan
de van de drie plaatselijke organisaties
van schilderspatroons, in welke vergade
ring gesproken is over de in aantocht zijn
de saneering van het schildersbedrijf.
De bijeenkomst, die zeer druk was be
zocht, stond onder leiding van den heer
J. J. v. Weerlee. Behalve de spreker van
dezen avond, de heer Joh. Schut, hoofdbe
stuurslid van den Bond van Nederland-
sche Schilderspatroons waren aanwezig een
hoofdbestuurslid van den Christelijke en
van den Roomsch Katholieken bond.
De heer van Weerlee sprak een wel
komstwoord en wees op het doel van den
avond, waarna hij dadelijk het woord gaf
aan den heer Schut. Deze begon met er op
te wijzen, dat de crisis oorzaak is gewor
den van veel ellende ook in het schilders
bedrijf. De concurrentie is buitengewoon
verscherpt, hoofdzakelijk ook door dege
nen die werkloos werden en voor eigen
rekening en risico aan 't werk gingen. Er
is echter nog méér dan de folterende in
vloed van de crisis. Als er alleen de crisis
was dan was er geen perspectief meer.
Maar er is nog iets anders.
Het bedrijf is ziek. Dat was het al jaren.
Ook reeds in den tijd van hoogconjunctuur,
maar in dien tijd kwam de ziekte niet zoo
erg uit. Die ziekte is de bandeloosheid. De
patroonsorganisaties hebben getracht in
de chaos orde te scheppen. Die pogingen
hebben echter grootendeels gefaald en dat
is te wijten aan degenen die afzijdig zijn
blijven staan.
Toen in 1918 de 8-urige arbeidsdag werd
ingevoerd raakte het bedrijf zijn stabili
teit kwijt. Daardoor ontstond de ongebrei
delde concurrentie. De organisaties hebben
toen het collectief contract in het leven ge
roepen. Dat heeft wel iets geholpen, maar
er stonden er nog veel te veel buiten. Het
heeft echter de rust gehandhaafd. Dat is
zijn groote beteekenis. Het is echter nood
zakelijk dat zulk een contract de steun
heeft van een machtige patroons-organi
satie. Heeft het dat niet dan is alles ver
loren. De feiten zijn er om dat te bewij-
nen. Door de organisaties worden tal van
geschillen aan de groene tafel opgelost, die
anders in het openbare leven hadden moe
ten worden uitgevochten. De organisaties
hebben veel tot stand gebracht. En toch:
de bandeloosheid is blijven bestaan.
Daarom is thans het saneeringsplan ont
worpen Saneering, dat beteekent gezond
making.
Tegenover de bandeloosheid hebben we
noodig een tijdperk van saamhoorigheid
en vertrouwen. Laten we niet beginnen
met vertrouwen te vragen, maar met ver
trouwen te schenken. Dan mag men ook
verwachten vertrouwen te ontvangen. Al
les moet er in den geest van saamhoorig
heid op gespitst worden om in de folteren
de crisis nog een bestaan te vinden. Die
mogelijkheid bestaat ongetwijfeld.
De saneering is een moeilijk en verant
woordelijk werk. De organisaties hebben
het initiatief tot de saneering genomen. De
leveranciers hebben zich bij dat initiatief
aangesloten. Ook hun belang is er mee ge
moeid. De leveranciers zitten met tal van
wissels, die niet worden betaald. Door de
patroonsorganisaties en de leveranciers is
het saneeringscontract vastgesteld. De le
den van de organisaties verplichten zich
hun materialen te betrekken bij die leve
ranciers, die zich tot een kring van be
langhebbenden bij het schildersbedrijf
hebben gevormd. De schilders bevorderen
daarmee een machtig blok van leveran
ciers, die het in de hand hebben opne-
mers op de z.g. „stoplijst" te plaatsen. De
leveranciers stellen echter als voorwaarde
een hechte organisatie van schilderspa
troons. Het gaat er niet om schilders van
de vlakte te krijgen. Integendeel het is de
bedoeling iedere bona fide schilder te be
veiligen. Maar de organisaties eischen dan
ook dat elkeen achter hen staat.
Spreker stipte daarna de voornaamste
punten uit het saneeringsplan aan. Er is
een top-commisie van tien leden, 5 uit de
schildersorganisaties en 5 uit den handel.
Daaronder bestaan de districts-commissies
en daarnaast drie centrale commissies «lie
als beroepsinstanties dienst doen van de
beslissingen der districts-commissie inzake
het plaatsen op de stoplijst enz. Niemand
hoeft zich ten slotte nog te organiseeren.
Ongeorganiseerden kunnen zich voorzien
van een erkenningsbewijs. Daarmee onder
werpt men zich aan alle verplichtingen die
de saneering oplegt. Maarmen heeft
geen invloed op de gang van zaken.
Wat moet er nu nog meer gebeuren? De
maatregel van het alleen koopen bij den
kring van belanghebbenden is niet genoeg.
Het gaat er ten slotte ook om de prijzen
beter te maken, zóó dat ze economisch-
mogelijk zijn. Met het oog hierop zijn de
interne saneeringsmaatregelen getroffen.
Ieder georganiseerde of bezitter van een
erkenningsbewijs wordt verplicht zich te
melden op de zgn. voorbestedingen. Daar
wordt door een billijke rekening een ge
middeld cijfer als begrootingscijfer vast
gesteld. Degene die daar het dichtst bij is
moet het werk uitvoeren. Personen die bui
ten deze regeling om inschrijven voor een
lager bedrag komen in aanmerking om ge
plaatst te worden op de stoplijst, nadat
eerst getracht is hem te rede te brengen.
Is dat nu niet in strijd met de hoogge
roemde Nederlandsche vrijheid? Neen. Er
moeten regelen worden gesteld om het aan
tal slachtoffers dat valt in het schilders
bedrijf minder te maken. Ieder die niet
mee wil werken om het bedrijf gezond te
malden moet dat ten slotte aan den lijve
gevoelen.
Met een ernstig woord van opwekking
tot de aanwezige niet-georganiseerden om
zich bij de organisatie aan te sluiten, be
sloot spreker.
Na een korte pauze werden verschil
lende vragen gesteld en door den heer
Schut beantwoord
RECHTS HOUDEN IN DE VOOR
NAAMSTE STRATEN.
De voetgangers worden er aan herinnerd
dat zij volgens de nieuwe verkeersverorde-
ning verplicht zijn het rechtertrottoir te
houden op de Steenstraat, Breestraat,
Haarlemmerstraat, Hoogewoerd, en in het
Noordeinde, de Maarsmansteeg en Donker-
steeg.
Borden, waardoor het verbod wordt ken
baar gemaakt, zijn aangebracht. Het niet-
rechtshouden aldaar is strafbaar.
De Commissaris van Politie maakt voorts
bekend, dat in verband met het inwerking
treden van de nieuwe verkeersverordening
op 1 Maart 11. geacht kan worden, dat de
weggebruikers thans voldoende gelegen
heid hebben gehad om van de nieuwe voor
schriften en nieuw-model borden kennis
te nemen, waarom met ingang van Maandag
22 Juli a-s. ten aanzien van de nieuwe voor
schriften strenger zal worden opgetreden.
Als de agenten de verordening opvat
ten, zooals tot nu toe herhaaldelijk ge
schiedt, keuren wij het in 't vooruitzicht ge
streng optreden ten sterkste af.
Wij herinneren aan de POSITIEVE TOE
ZEGGING van den burgemeester waar
op de Raad de verordening heeft aangeno
men n.l. dat alleen van een VERORDE-
NINGSDWANG zou worden gebruik ge
maakt bij bijzondere gelegenheden, bij bij
zondere drukte. Na die toezegging heeft de
Raad de verordening aangenomen.
INGENIEUR VAN RIJNLAND.
Ter voorziening in de vacature van Inge
nieur van Rijnland heeft het College van
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland
de navolgende niet-alfabetische voordracht
opgemaakt:
le. Ir. D. A. van Aalderen, Ingenieur van
het Waterschap De Regge, te Almelo;
2e. Ir. P. de Gruyter, Ingenieur bij het
Departement van Verkeer en Waterstaat
in Nederlandsch Indië, thans met verlof,
wonende te Haarlem.
Aanbesteding.
Op het bouwbureau van het Stadhuis is
hedenmorgen aanbesteed door architect
Blaauw het bouwen van een complex werk
loodsen en keeten met aansluitende schut
tingen en verdere werken op het Pieters
kerkhof alhier.
Ingeschreven was als volgt: fa. Marcelis
Leiden f 6835.J. M. van der Wal, Zand-
voort f 6577.fa. Heemskerk, Leiden
f 5964.fa. Rijngoud, Leiden f 5650.
Hueber en Beugelsdijk, Leiden f 5504.
Ir. Bureau van Bouwnijverheid, Oegstgeest
f 5460.fa. Breuring, Leiden f 5386.
Langeveld, Leiden f 5335.L. van Noort
en K. J. v. Seventer, Den Haag f 5200.
Vringer, Baarn f 5184.Gijsman en v. d.
Oever, Leiden f 4950.Oostveen, Leiden,
f 4880.Houps, Leiden f 4795.Timmers
Leiden f 4782.Gesman en Zoetemeijer,
Alphen aan den Rijn f 4490.Bouter en
Harteveld, Leiden f4447; v. d. Velde en de
Jong, Oegstgeest f 4321.—; fa. Gebrs. Schro
der, Leiden f 4395.Boers, Hazerswoude
f 4200.Bik en Breedeveld, Leiden f 4140;
Bink en Valk, Leiden f 4095.
Dr. J. v. Niekerk.
Dr. J. van Niekerk, conservator aan de
Leidsche Universiteit (pharmaco-therapeu-
tisch Laboratorium) is gekozen tot corres-
pondeerend lid van de Association for the
Study of Allergy, het genootschap, dat zich
ten doel stelt de overgevoeligheidsziekten
te bestudeeren, in de Vereenigde Staten.
Leidsche Arbeidsbeurs.
Bij de gemeentelijke Arbeidsbeurs ston
den gisteren 3587 werkloozen ingeschreven
tegen 3096 in het vorig jaar.
AGENDA
LEIDCN.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 15 tot
en met Zondag 21 Juli a.s. waargeno
men door de apotheken: C. B. Duijster,
Nieuwe Rijn 18, tel. 523 en C. van Zijp'
Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tel. 274.
Handelsregister K. v. K.
Wijzigingen: 4695 Café „Het Wapen
van Leimuiden", Leimuiden no. 298. Overl.
E.: J. Sneeboer, dd. 20 November 1934. N.E.:
Wed. A. SneeboerDisseldorp, Leimuiden.
2071. W. N. Vreeswijk, Alphen aan den
Rijn, Aarkade 2. Rijwielen en onderdeelen.
Overl. E:. W. N. Vreeswijk, dd. 9 Juli 1934.
Wijz. handelsn. in: Wed. W. N. Vreeswijk-
van Schip. N.E.: Wed. G. Th. Vreeswijk-
van Schip, Alphen aan den Rijn; Volmacht
verleend aan: C. H. W. Vreeswijk, Alphen
aan den Rijn.
Examen Nijverheidsonderwijs.
Aan de R.-K. Vakschool zijn ten ovm*
staan van de Rijkscomm. voor Akte N VU
geëxamineerd 7 candidaten: de dames: H.
E. Dijk, Amsterdam, A. W. H. Oostinga,
Amsterdam, A. Stuivenberg, Amsterdam,
W. Sluis, Amsterdam, M. A. E. Hanssen,
Roermond, J. M. J. Franssen, Roermond.
Voor Akte N VIII: geëxamineerd: 8 can
didaten. Geslaagd de dames: M. H. iBroek-
huysen, A. E. Gautier, F. Ch. Zeydel, L. H.
de Wilde, C. E. Jockin, allen Den Haag, E.
M. van Gilse, Rotterdam.
Onze stadgenoot de heer A. J. C. Monta-
nusslaagde te Beverwijk voor het examen
handenarbeid.
SPORT
Mooie inzet van het
jaarlijksch feest.
Onder de beste voorteekenen is vandaag
het jaarlijksche Kaagfeest van de nu jubi-
leerende Kaag begonnen en bedriegen de
voorteeken en-niet, dan belooft ook het zil
veren feest wel te zullen slagen.
Het was uit den aard der zaak even
als zulks andere jaren het geval is op
den eersten morgen nog wat kalmpjes op
de Kagerplassen, doch naar gelang de och
tend vorderde kwamen er meer en meer
watersportliefhebbers de Kaag bevolken.
Het aantal schepen leek ons nog wel niet
zoo groot als in vroeger jaren wel het geval
was, doch wij kregen tevens den indruk,
dat men het zich van lieverlede wat gemak
kelijker gaat maken, zoodat we 'n vrij groot
aantal woonschepen op de Kagerplassen
konden waarnemen.
De belangstelling op het feestterrein zelf
viel ons na 'n heel stil begin, heel aardig
mee. Wijl verschillende wedstrijden, o.a.
verscheidene motorbootwedstrijden zich
voor het Kaagterrein afspeelden, hadden
talrijken een plaatsje voor de Kaag-socië
teit uitgezocht.
In de sociëteit zelf was het zilveren feest
goed merkbaar. Versieringen met groen en
bloemen langs de wanden en mooie tapij
ten op den vloer wezen er op, dat de Kaag
in jubileum-stemming was. Tijdens de re
ceptie in den middag zou zulks trouwens
overduidelijk blijken.
Het programma der onderlinge zeilwed
strijden en nationale motorbootwedstrijden
ving te kwart voor tien aan met den regel
matigheidswedstrijd voor motorbooten en
daarna kwamen de zeilnummers.
In den onderlingen Regenboogwedstrijd,
waarbij de jachten slechts met één zeiler
bemand mochten zijn, startten zeven deel
nemers. De start was niet bepaald fraai
te noemen, want de deelnemers gingen veel
te laat weg.
Toch bleek al spoedig, dat de strijd vrij
ongelijk zou zijn en dat Cor van Staveren,
de eenige geroutineerde zeiler in dezen
wedstrijd, het niet al te moeilijk zou heb
ben. Op het Norremeer had hij reeds 'n
aardigen voorsprong, maar deze werd nog
vergroot bij de Kruisrakken op den terug
weg, zoodat hij met flink verschil den wed
strijd won.
In de Friesche 16 M2.-klasse wist Kort-
mann uit Oegstgeest de leiding te nemen.
Van Schelve, aanvankelijk op de derde
plaats liggend, liep op het Kruisrak Die-
perpoelNorremeer naar de tweede
plaats op.
'n Aardige strijd liet ook de Pampus-
klasse reeds zien. In den beginne had Wil
lem de Vries Lentsch de leiding en ging
hij met goeden voorsprong van het Norre
meer naar den Dieperpoel. Als tweéde
volgde v. d. Steur, daarna Monde, maar na
het eerste Kruisrak op den terugweg had
laatstgenoemde de eerste plaats veroverd
en lag Willem de Vries Lentsch drie.
Verder was er nog 'n wedstrijd voor de
handicapklasse D en verschillende onder
linge motor boot wedstrijden, welke nog niet
alle beëindigd waren bij hét afzenden van
dit bericht.
De eerste uitslagen luiden:
..Regelmati gheidswedstrijd
voor motorbooten: 1. Zenith, st. H. W. Vij-
man, 2. Djemna, st. dr. J. Blomberg.
Balspel voor motorbooten: 1 st.
A. A. v. Tienhoven, 2. Nymph, st. J. de
Vries, 3. Rose May, st. L. v. Essen.
12 Voetsjollenwedstrijd voor
jongelieden niet ouder dan 16 jaar: 1. Dr.
Knock, st. Rinie Kagchelland, 2. Dobber
tje, st. Jan Bies, 3. Isis, stuurvr. mej. M.
M. v. d. Bey, 4. Lucky Rascal, st. Dédé
v. Eek.