DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN FELLE AANVAL OP DE DUITSCHE KATHOLIEKEN NIEUWS DE VISCHKAPEL 26ste Jaargang VRIJDAG 19 JULI 1935 No. 8169 Ste £cicbefie6oti/tont DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 V Vier rampen. Het menschelijk vernuft heeft triumpnen behaald op het gebied van de luchtvaart. Groote triumphen. Maar wij hebben al reeds vroeger de vrees geuit, dat aan de snelheid een te groote beteekenis wordt toegekend bij de waarde-bepaling van het succes. Niet de snelheid maar de veiligheid moet vooropstaan. Het Nederlandsche volk heeft gejuicht en gejubeld over den korten tijd, waarin een K. L. M.-vliegtuig een reusachtigen afstand aflegde, zonder dat het zich daar bij voldoende dat is steeds onze besliste overtuiging geweest rekenschap gaf betreffende de vraag, of bij al die snel heid en al die haast de veiligheid niet in het gevaar kwam. De eerbied voor het menschelijk leven, de zorg voor de veiligheid van het men schelijk leven moet een onzer voorname cultuur-goederen blijven! Uiver, Leeuwerik, Kwikstaart, Maraboe. Vier rampen hebben binnen betrekkelijk korten tijd de K. L. M. getroffen en het Nederlandsche volk opgeschrikt. De (A. R.) „Rotterdammer" schreef gis teren o. m.: „Daags na de ramp. met de Kwikstaart spraken wij onze ongerustheid uit over de vraag, of bij de K. L. M. de veiligheid niet in het gedrang komt door de jacht naar snelheid. Het verheugt ons, dat het Kamerlid Braambeek de Regeering vragen heeft ge steld, welke tot nadere beschouwing ver* plichten, en we betuigen ook onze hartelij ke instemming met hetgeen de „Nieuwe Rott. Crt." gisterenavond schreef. Dit blad matigt zich natuurlijk evenmin als wij een oordeel over de ram pen aan; maar het bepleit zeer terecht een openbaar, onpartijdig en deskundig onder zoek; op ongeveer gelijke wijze als bij de Scheepvaart het geval is. Ook ons kon het niet bevredigen, dat van het rapport der Uiverramp zóóveel is ge publiceerd, „als men ons wel wilde laten weten." Met zulke methoden stelt men de pu blieke opinie niet gerust. Wij onderschrijven de conclusie van de „N. R. Crt." volkomen: „De regeering heeft reeds médege- deeld, dat een algeheele herziening van de Luchtvaartwet in voorbereiding is. Daarbij zal o.i. ernstig moeten worden overwogen de instelling van een Raad voor de Luchtvaart, met soortgelijke bevoegdheden en gelijke werkwijze als de Raad voor de Scheepvaart. In afwachting van deze wetswijzi ging zou de regeering thans reeds een zelfde procedure kunnen volgen. De Regeling Toezicht Luchtvaart geeft haar daartoe de bevoegdheden. Men zou dan het Engelsche voorbeeld vol gen van het onderzoek naar de oorza ken, van de ramp van het luchtschip R 101, dat geheel in het openbaar is gevoerd." De toekomst onzer Luchtvaart zal met de ruimste openbaarheid slechts gediend zijn." Wij sluiten ons bij deze meening geheel en al aan. Natuurlijk, men overdrijve niet. Evenmin als wij hebben toegegeven aan dronkenschap van vreugde bij een snel heids-succes van de K. L. M., evenmin zak ken wij nu neer in pessimistische neer slachtigheid bij de teleurstellingen van on zen luchtvaartdienst. Het aantal onge lukken bij de K. L. M. is betrekkelijk zeer gering; betrekkelijk, nl. in verhouding tot het aantal reizen. Men zij dus niet onrede lijk door overdrijving. Wij vragen alleen: ernstig onderzoek naar de oorzaken der ongelukken, volledige publicatie ervan en het nemen van alle mogelijke maatregelen ertegen. Dreigende eischen van generaal Goering IN BEZORGDE AFWACHTING De officieele Pruisische Persdienst deelt mede: De Pruisische minister-president en chef van de geheime Staatspolitie, Generaal Goering, heeft zich in een staatsstuk aan de Ober- en Regeeringspresidenten bezig ge houden met de afwerende houding van sommige deelen van den katholieken cle rus tegen het Nationaal-Socialisme en zijne instellingen. Hij zegt daarin, dat een aantal katholie ke geestelijken, onder bewuste miskenning van de buitengewone resultaten van den Nationaal- Socialistischen Staat en in te genstelling tot de bereidwillige offers, die het geheele volk brengt voor de succesrijke inspanning op ieder levensgebied, nog al tijd gelooft de hun toevertrouwde volks- genooten over het Nationaal-Socialisme te kunnen misleiden, alleen omdat zij hun politieken invloed zien verdwijnen. Met be slistheid verzet zich de Minister President tegen het ontketenen van een Kulturkampf tegen de Katholieke Kerk. Hij acht het echter beslist noodzakelijk, met alle ener gie op te komen tegen al die strevingen, welke het politieke katholicisme richt te gen den Nat.-Socialistischen staat. Daar om heeft hij, om een einde te maken aan het drijven van die tegen de Nationaal-So- cialisten gekante geestelijkheid, welke door opvatting en houding altijd nog wortelt in de gedachtenwereld van de voormalige Centrumpartij, den rijks-autoriteiten op dracht gegeven, met alle wettige middelen tegen de leden van den clerus op te tre den, die htm geestelijk ambt misbruiken voor politieke doeleinden. Het stuk van Goering bevat o.a. het vol gende: De lijn der tegenwoordige politiek van den Staat in de behandeling van het po litieke katholicisme, is klaar en duidelijk. De nat.-soc. Staat waarborgt het onge schonden voortbestaan der Christelijke, dus ook der Katholieke Kerk. Hij neemt haar en haar religieuze instellingen in bescher ming. De tijd, dat de Staat niet de macht en den wil had, de Kerk te beschermen tegen ondermijnende invloeden en de be weging der Godloozen, is voorbij. Daar door is voor de Kerk iedere aanleiding vervallen, om buiten het religieuze gebied om nog politieken invloed te behouden of naar nieuwen te streven. Zij mag dus God niet aanroepen tegen dezen Staat, iets ge drochtelijks, dat wij in het openbaar en in het geheim beleven, noch mag zij eigen politieke krachten organiseeren met de mo tiveering, dat zij gevaren moet kimmen af wenden, die haar van staatswege bedrei gen Wij dulden geen streven meer, waarvan de drager het vroegere Centrum was. Wij strijden daartegen, ook al treedt het in verschijning onder den dekmantel van re ligiositeit Des te feller strijden wij daarte gen naarmate.het zich vertoont in arglisti ge en leugenachtige vormen. Daartoe behoort het ook, wanneer zij, die geen vrede kunnen vinden met de totali teit van den nat-soc. staat, swmbolen van dien staat op hun eigen „gebied", gaan overdragen. Zij vervormen uitingen, die iederen volksgenoot in vleesch en bloed zijn overgegaan, H. J. (Hitler-jeugd) in „Herr Jesu-Jugend", B. D. M. (Bund Deut- scher Madchen) in „Bund der Mariamad- chen en passen den Duitschen Hitlergroet op Jezus Christus toe. Zij houden groote processies en demon straties bij massa's en wel met zulk een praal en propaganda, als nooit tevoren te zien is geweest. Ze nemen allerlei vormen van het nat. soc. over en verleiden de hun toevertrouwde geloovigen tot schijn heilige uitroepen als: „Unser Himmlische Führer Jesus Christus Treu! Heil!" Van den preekstoel af maken zij de staatsinrichtingen en maatregelen verachte lijk- Vooral saboteeren zij de wetten op het ras. Het is zoover gekomen, dat geloovige Katholieken als eenigen indruk uit de godsdienstoefeningen medenemen, dat de Katholieke Kerk instellingen van den nat.- soc. Staat verwerpt, wijl de predikaties steeds maar zich bezig houden met poli tieke kwesties en gebeurtenissen van den dag. Op vele plaatsen wordt bijna iederen dag de kansel misbruikt voor een of andere verklaring over zuiver politieke dingen. De kerkelijke autoriteiten zijn naar den gezworen bisschopseed aan de regeering achting verschuldigd en verplicht ook den clerus daartoe te brengen. Volgens hun verklaringen veroordeelen zij ook het hier GOERING. geschilderde optreden. Naar het schijnt zijn zij echter tegenover een deel van den cle rus machteloos. Wijl alle waarschuwingen slechts tot niets hebben geleid tot nu toe, verwacht Goering van alle gerechtelijke autoriteiten, dat zij de. bestaande bepalingen met alle hardheid zullen toepassen. Het stuk somt dan de gevallen op, waar uit het staats vijandelijke optreden van den clerus zou blijken en geeft aan, hoe daarte gen moet worden opgetreden. Principieel wordt vastgesteld, dat van de geestelijken, voorzobver zij vooral in het godsdienst-onerricht in staatsdienst zijn, verlangd moet worden, dat zij zich niet al leen tijdens het onderricht te onthouden hebben van elke negatieve houding tegen over den nat.-soc. staat, maar, evenals an dere staatsdienaren, positief vóór den Staat hebben op te treden en zich met heel hum persoonlijkheid achter den staat te stel len. Pas dan kan de Staat aan de geestelijken de mede-opvoeding der jeugd toevertrou wen. Goering constateert dan, dat de zoo genaamde Katholieke confessioneele jeugd organisaties zich hoe lamger hoe meer van hun uitsluitend religieus terrein verwij deren. Als dit niet absoluut verandert, moeten deze organisaties als politieke worden be schouwd en worden verboden. Het dragen van uniformen en alle sport-actie is uit sluitend voorbehouden aan de staatsjeugd en aan andere organisaties der partij. Goe ring verplicht alle autoriteiten, de aange voerde wantoestanden op te heffen. Maar maakt hen daarbij opmerkzaam op de zeer zware verantwoordelijkheid bij de te ne men maatregelen. De macht van den nat-.soc staat ver oorlooft al deze middelen met bezonnen heid aan te wenden. Dat de staat met de Katholieke Kerk principieel in vreedzame en geordende omstandigheden wil leven, heeft deze duidelijk bewezen door het sluiten van een concordaat met Rome. De maatregelen moeten worden ver vuld met de overeenstemming en het ge voel van de volksgemeenschap. Dan zullen ook zij, tegen wie deze maatregelen in 't belang van den staat gericht zijn, in de oogen des volks nooit als „martelaars" kun nen worden beschouwd. Het Godsgeloof en de religie der Katholieke volksgenooten worden niet aangetast Wij laten aan de Katholieke precies zoo als aan de Evan gelische Kerk volledige vrijheid van leven en leer. Op politiek gebied is er slechts in Duitschland een staatsopvatting: de natio- naal-socialistische idee Wij willen geen cultuurkamp, want wij kennen alléén den politieken strijd. In den laatsten strijd echter waren wij en blijven wij de over winnaars. Het politieke Katholicisme moet ten slotte worden overwonnen door de po sitieve nat.-soc. opbouw-politiek. En daar bij speelt de Hitlerjeugd een zeer gewich tige rol. Daarom moeten alle autoriteiten het als hun eersten plicht beschouwen, de Hitler jeugd vooruit te helpen. Om dit alles uit te voeren moet er ten slotte innige samen werking zijn tusschen het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en de Justitie en te vens met alle organisaties der partij. DE STRIJD GAAT ONTBRANDEN. De beoordeeling van Goering's decreet door een onverdacht getuige vinden wij in de Berlijnsche correspondentie van „De Te legraaf': Van Roomsch-Katholieke zijde zal zon der twijfel deze aanval met afweermaat- regelen over het geheele front worden be antwoord, zoodat men gereedelijk kan zeg gen, dat de strijd tusschen nationaal-socia- lisme en katholieke kerk thans zijn hoogte punt tegemoet gaat. Van katholieke zijde wordt deze strijd niet gevoerd tegen het politieke nationaal- socialisme, doch tegen de nationaal-socia- listische wereldbeschouwing, zooals zich deze in de practijk, vooral op het gebied van de opvoeding der jeugd, hoe langer hoe meer openbaart. Van nat ionaal-socia listische zijde daarentegen verzuimt men een verschil te maken tusschen de politie ke aspiranten van het vroegere Centrum en de uitsluitend cultureele en religieuze- paedagogische aspiraties der Roomsch-Ka tholieke geestelijkheid in het Derde Rijk Wanneer dan ook minister Goering in zijn decreet van de veronderstelling uit gaat, dat het de Roomsch-Katholieke gees telijkheid om niets anders is te doen dan het behoud van haar politieken invloed, dan negeert hij volkomen de motieven der kerkelijke leiders. Wat het nationaal-socia- lisme bestempelt als „politiek katholicis me" is niets anders dan de uitwerking van de scherpe principieele tegenstellingen tus schen beide wereldbeschouwnigen. Alle conflicten welke in de laatse zes maanden tusschen de katholieke geestelijken en de nationaal-socialistische instanties ontston den zijn in werkelijkheid alle terug te voe ren op de verantwoordelijkheid, welke de Roömsch Katholieke Kerk meent te dra gen tegenover haar leden en vooral tegen over de jeugd." DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Goering heeft een dreigend decreet ge richt tot de katholieke geestelijkheid en organisaties in Duitschland (1ste blad). De Negus van Abessynie wekt zijn volk op tot den strijd (2de blad). BINNENLAND. De Tweede Kamer zet de discussie over de regeeringspolitie voort. (2de blad). Inkrimping van de K. L. M.-dienst (2de en 1ste blad). OMGEVING. Koninklijk Bezoek aar Noordwijk. (1ste blad). STADS Met belangstelling las ik in het Vrijdag- avondblad van vorige week de beschrijving van den archivaris van Leiden over de Leidsche Vischkapel. Het opdelven van oude bouwresten geeft vaak een ongezochte gelegenheid ons de geschiedenis dier tijden wat tastbaarder voor den geest te stellen. De conclusie echter van dit artikel n.L dat het op het terrein van het nieuwe stad huis vrijgemaakte gewelf identiek zou zijn met de beschreven Vischkapel is m.i. niet gewettigd en bij dieper beschouwing moei lijk te handhaven. Het is naar mijn meening een niet voor de hand liggende veronderstelling om niet te spreken van onmogelijkheid, dat in den tijd, waarin deze kapel werd ge bouwd, n.l. 1383, toen het kerkelijk leven op z'n hoogtepunt stond en alom als om strijd groote, rijzige kerken en kapellen verrezen met groote Gothische vensters en rijke ornamenteering, men deze kapel der vischkoopers ging bouwen als een onder - aardsch gewelf. De veronderstelling, dat de grondslag in dien tijd lager was en daardoor deze ka pel door de voortdurende ophooging onder den grond zou zijn gekomen is m.i. onhoud baar. Wel is waar is de grondslag in den loop der tijden verhoogd, doch dat is wei nig geweest. De grondslag immers lag al tijd boven het waterpeil, zoodat onze grach ten toch al weinig lager geweest kunnen zijm. Nog onlangs was ik in de gelegenheid voor het Rapenburg aan het gevelfrag ment van het academiepoortje deze ver hooging sinds 1613 te meten, welke maxi maal 30 M. was. Waren onze straten wer kelijk zoo aanzienlijk verhoogd dan zou den we nu met treden af de Pieterskerk moeten binnen gaan. Hierbij komt nog dat de overkluisde ruimte dan zou gebouwd moeten zijn met zware contraforten om de zijdelingsche druk van 't gewelf te neutraliseeren, een druk welke nu door de aangevulde grond wordt opgenomen. Deze kelder zonder ra men, lucht en licht van eenige beteekenis kan geen kapel geweest zijn of het zou een uniek en sterk afwijkend geval zijn in de geschiedenis van dien tijd, voor welke veronderstelling deugdelijke bewijzen noodig zijn. Er zijn wel eens tijden geweest in de eerste eeuwen van het Christendom dat bij uitzondering in onderaardsche ruimten werd gekerkt, doch alleen als noodtoestand, 't Is ten eenemale onmogelijk, hierin met een menigte geloovigen gedurende een ge heele H. Mis te vertoeven. Ook de nissen wijzen geenszins naar een inrichting van de Katholieke eeredienst. De groote nis is voor een altaar onge schikt omdat het altaar van beide zijden bereikbaar moet zijn. De kleine nisjes, --

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1