WOENSDAG 10 JULI 1935
DE LEIDSCHE COURANl
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht ia den
morgen van 10 Juli 1935, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. inst. te De Bilt.
Hoogste barometerst.: 765.6 te Toulouse.
Laagste barometerst.: 739.9 te Isafjord.
Verwachting tot den avond van 11 Juli:
Zwakke tot matige
-winden uit Zuidelijke
richtingen, toene
mende bewolking,
waarschijlijk regen
of onweersbuien, koe
ler.
De depressie bij IJ
Noordoostwaarts een secundaire over de
Iersche Zee brengt regen in Schotland en
Ierland. De hooge drukking over het vas
teland werd van weinig beteekenis, die in
het Zuid-Westen krijgt vermoedelijk ver
sterking van den Oceaan. De gisteren ge
noemde secundaire uit Frankrijk heeft zich
naar ons land verplaatst; in Noord-Seandi-
navië stijgt de barometer nog. In Engeland
is het nog warm, maar dreigt heden on
weer, Zuid-Frankrijk heeft reeds onweer
gehad en het is daar koeler geworden, in
Duitschland en Zuid-Scandinavië heerscht
zonnig weer met zeer hooge dagtempera
turen. De algemeene toestand doet inval
len van koelere- en vochtiger Westenwin
den, verwachten, zoodat de kans op onweer
en regen met vrij sterke afkoeling toe
neemt.
LUCHTTEMPERATUUR.
27.5 gr. C.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl" 21.5 gr. C.
Zweminrichting „Poelmeer" 22 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.
Van Woensdagnamiddag 9.51 uur
nam. 4.20 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Donderdag 11 Juli vjn,
9.51 uur en nam. 10.26 uur.
NED. BOND VAN HUIS- EN GROND
EIGENAREN EN BOUWONDERNEMERS.
Congres in Den Burcht.
Hedenmorgfen werd in „Den Burcht"
door den Ned. Bond van Huis- en Grond
eigenaren en Bouwondernemers zijn jaar
lijksch Congres gehouden.
De talrijke deelnemers werden boven op
„Den Burcht" ontvangen door de Leid-
sche afdeeling, welks voorzitter, de heer
Th. Zitman, allen hartelijk welkom heette
in de Sleutelstad en den wensch uitsprak,
dat het verblijf in Leiden niet alleen
vruchtbaar doch ook aangenaam moge
zijn.
De Burgemeester van Leiden, mr. A. van
de Sande Bakhuijzen, sprak vervolgens de
aanwezigen toe.
REDE BURGEMEESTER.
Spr. zag het uitspreken van een wel
komstwoord met gemengde gevoelens te
gemoet, want hem beving de vrees, dat het
hem niet gegeven kon zijn woorden tot de
congressisten te richten, die passen bij de
stemming, waarin de moeilijke omstandig
heden hen gebracht hebben, laat staan
woorden, die eenig licht zouden kunnen
doen vallen op een weg uit het moeras
waarin ook zij, ja zij vooral, zich bevinden.
Een volkshuishouding in nood is heel
wat erger dan een gezin in nood of een
plaatselijke, of landelijke ramp. Van alle
kanten toch kan dan hulp toestroomen en
de depressie opgevuld worden. Maar de
depressie, die niet alleen Nederland, maar
geheel de wereld met ons heeft overtrok
ken, is niet als die van ons weerkaart je
omgeven door gebieden van hoogen druk,
die wat af kunnen staan om te egalisee-
ren daar waar verdieping was ontstaan. Zij
is er en blijft er voorloopig!
Aanpassen is het panacee, dat ons door
de voortreffelijke stuurlieden van de wal
wordt toegeroepen en hun raad is ongetwij-.
feld wijs en goed, maar, dezen goeden raad
te volgen is juist het groote probleem,
waarmede alle weidenkenden zoo hevig
worstelen.
Spr. weet maar al te zeer hoe uiterst
moeilijk het voor de huiseigenaren en ver
huurders individueel is, om een pad te vin
den tusschen de ijzeren bepalingen van wet
en verordening eenerzijds en de zich zoo
snel wijzigende realiteit anderzijds, waar
mede het heilig contractenrecht geen vol
doende rekening schijnt te kunnen houden.
Wat de hoofdschotel van het congres,
een uiteenzetting van de „Saneeringsmoge-
lijkheden van den gebouwden eigendom"
betreft, zegt spr., dat een spoedige regeling
van al datgene wat noodig is om dit bedrijf
gezond te maken ook daarom zoo ge-
wenscht is, opidat de huiseigenaren de ver
zorging op zich hebben genomen van een
sociaal belang van de eerste orde. Naast de
volksvoeding is toch de huisvesting er een,
dat allen raakt en een waarin aanpassing
aan de omstandigheden heel wat moeilijker
is dan in het eerstgenoemde.
De mate van produktie door landbouw
of veeteeltbedrijf laat zich heel wat gemak
kelijker regelen naar de inkrimpende of
uitdijende behoeften van de woningvoor
raad. Credieten en hypotheken worden en
moeten worden afgesloten over lange ter
mijnen en deze contracten zijn en moeten
zijn gebaseerd op de veronderstelling, dat
de omstandigheden, waaronder zij gesloten
worden, zullen voortduren, althans niet
zoo ingrijpend zich zullen wijzigen als wij
thans zien gebeuren. Juist de zoo gewich
tige sociale functie van het huis- en grond
bedrijf, maakt het begrijpelijk, alhoewel
niet verklaar- of verdedigbaar dat deze
categorie bezitters bloot staat aan scherpe
aanvallen van de „aanpassens", wier oog
al spoedig met gretigheid valt op de hoog
te der huren. Men ziet daatrbij wel eens
voorbij, dat de huurprijs de resultante is
van heel wat meer factoren en heel wat
meer onveranderbare factoren dan de prij
zen van goederen en diensten.
Ieder die de zaak onbevooroordeeld be
ziet, moet tot de conclusie komen dat hoe
moeilijk het ook zij het voocr de Regee
ring geboden is ziah met de oplossing de
zer moeilijkheden bezig te houden. De
Overheid heeft zich op tal van manieren
en langs allerlei moeilijk vooruit te on
derkennen wegen met het bedrijf bemoeid,
daarin ingegrepen en daarvoor regelen ge
steld, die dikwijls de normale werking van
economische factoren verstoorden. Het goe
de recht hiertoe der Regeering, ja haar
plicht, zal ook door u grif worden erkend,
maar zij kan zich dan ook niet onttrekken
aan de moreele verplichting om middelen
te beramen en te treffen, om dit belangrij
ke bedrijf te behouden en te beschermen.
Spr. wil hopen, dat dit alsnog mag geschie
den.
Spr. eindigt ten slotte met den wensch,
dat allen binnen en buiten Leiden nuttige
en aangename verpoozing zullen vinden.
OPENINGSWOORD DOOR DEN VOOR
ZITTER
Hierna begaven allen zich naar de groote
Burchtzaal, waar de bondsvoorzitter, mr.
de Meyer, uit Den Haag, de openingsrede
hield, waaraan we het volgende ontleenen:
Het is niet aangenaam op elk congres
wederom in mineur te moeten spreken.
De toestand wordt nog steeds slechter, de
hyothecaire zoowel als de overheidslasten
maken dagelijke nieuwe slachtoffers onder
de leden, die buiten him schuld door de
economische toestanden, door huurdaling,
leeg staan van woningen en overproductie,
die nog steeds door de Overheid in de
hand wordt gewerkt, in de onmogelijkheid
zijn, hun verplichtingen na te komen, en
daardoor geheel overgeleverd zijn aan hun
crediteuren.
Dezer dagen, aldus spr., werden we ver
rast door het bericht, dat de Regeering
een wetsontwerp had ingediend tot verla
ging van vaste lasten, hypothecaire lasten
daarin begrepen. Uit de memorie van toe
lichting blijkt, dat de regeering in de eer
ste plaats uitgaat van het systeem: „voor
wat, hoort wat".
Ongetwijfeld mogen wij de regeering
voor haar initiatief dankbaar zijn.
Dankbaar voor den inhoud van het ont
werp kunnen wij echter niét zijn, waar
dit een groote teleurstelling is geweest.
Doch in ieder geval kan en mag bij deze
stap alleen de regeering niet blijven stil
staan, daar toch ongetwijfeld thans ook
als gevolg van deze maatregelen het noo
dig zal zijn om ook maatregelen te tref
fen betreffende de opzegging en executie
van hypothecaire vorderingen.
Over de vraag nu echter, of de wijze,
waarop getracht wordt aan de bezwaren
van het huizenbezit tegemoet te komen, bij
dit wetsontwerp een zoodanige is, die als
juist en billijk kan worden aanvaard, zal
in het bestuur van onzen bond overleg
gepleegd moeten worden. Evenzeer als
over het bij de regeering gevolgde sys
teem.
De bond zal zoo spoedig mogelijk zijn
zienswijze kenbaar maken.
Na een dankwoord aan de Leidsche gast
heer en sloot spr. dit openingswoord.
VOORDRACHT DR. G. LUBBERS OVER:
DE SANEERING VAN DEN
GEBOUWDEN EIGENDOM.
De moeilijkheden van den gebouwden
eigendom nemen met den dag toe, zoodat
het vraagstuk van de saneering uiterst
actueel is. Zooveel te meer nu de regeering
juist met een wetsontwerp inzake verlaging
van de vaste lasten is gekomen. Alvorens
te saneer en moet men eerst den aard van
de ziekte vast stellen. De ergste kwaal,
waaraan de huizen exploitatie-bedrijf thans
lijdt, is zonder twijfel de deflatie. Al moet
worden erkend, dat ook reeds vóór er van
deflatie sprake was, de gebouwde eigen
dom door gevaren werd bedreigd. Deze ge
varen vonden hun oorzaak in de in wezen
socialistische vijandschap tegen den parti
culieren eigendom, speciaal van den grond.
Zoowel de collectivisatie-toouw, waarbij
wij vooral moeten denken aan de zoozeer
■bevoorrechte woningbouwvereeniging, als
de gemeentelijke grondpolitiek, die zich be
dient van het voor de huiseigenaren zoo fu
neste erfpachtstelsel, zijn een gevolg ge
weest van deze vijandschap. Beide hebben
ertoe geleid, dat het aanbod van woning
ruimte in de jaren 1920 zeer sterk toenam
en de huren kunstmatig werden gedrukt.
Tot schade van de oude huiseigenaren, die
hun bezit in waarde zagen verminderen,
terwijl zij nog wel als belastingbetalers zelf
het hunne moesten bijdragen in de finan
ciering van deze overheidsbemoeiing. Een
bemoeiing, die volstrekt niet ten goede is
gekomen aan de allerarmsten, maar o.a.
aan leden van vereenigingen, die gezien hun
financieele draagkracht allerminst voor
steun in aanmerking komen.
De bovengenoemde factoren hebben niet
alle huiseigenaren geschaad. Dat is wel het
geval met de deflatie, die een toenemende
•bedreiging vormt voor allen, die geïn
teresseerd zijn bij onroerend goed. Deflatie
wil zeggen, dat de waarde van het geld toe
neemt. De onjuiste geldpolitiek van de re
geering en van de Nederlandsche Bank zijn
oorzaak, dat de huidige deflatie steeds ver
der gaat. Deflatie is altijd verwerpelijk. In
de kapitalistische productie-huishouding
wordt de voortbrenging georganiseerd door
ondernemers, die daarbij afgaan op de prij
zen, zoowel van de productie-factoren, als
van de eindproducten. De prijsvorming is
aldus het kompas, waarop de ondernemer
zeilt. De deflatie maakt dit kompas stuk,
waarna ontwrichting van het economisch
leven, zooals vanzelf spreekt, niet uit kan
blijven. Deflatie is dus altijd in strijd met
het algemeen belang. Wat de huiseigenaar
echter betreft is het niet noodzakelijk, dat
hij speciaal in moeilijkheden komt. Immers
dalen in geval van deflatie de .prijzen zeer
sterk, zoodat de kosten van levensbenoo-
digdheden dalen en de arbeiders zonder
bezwaar een grooter deel van hun inkomen
voor huishuur kunnen besteden.
De wijze waarop in Nederland de defla-
tie-politiek is gevoerd is echter oorzaak,
dat hij wel in het gedrang is gekomen.
Ten eerste ging de regeering sommige be
drijfsgroepen steunen op kosten van den
verbruiker. Daardoor stegen de eerste
levensbenoodigdheden in prijs en hielden de
verbruikers van hun toch al verminderd in
komen minder over voor huurbetaling. En
ten tweede schroomde de regeering niet een
warme 'campagne tot huurverlaging te ont
ketenen waarbij zij wel maatregelen nam
om het aanbod van woningen te doen toe
nemen, maar niets deed om de op het on
roerend goed drukkende lasten te veria
gen. Integendeel stond zij toe, dat de ge
meenten de lasten verhoogden. Daar de
kapitaalwaarde van het onroerend goed
vermindert met de gekapitaliseerde waar
de van de extra-lasten, is deze lastenver-
- hooging in dezen tijd erger dan onrecht
vaardig. Ook de erfpacht is niet verlaagd,
hoewel de gemeenten door conversie van
haar leeningen zelf een lagere rente gingen
betalen op dé leeningen, die tot aankoop
van grond hadden gediend.
Wij staan voor het feit, dat de huiseige
naar wordt verpletterd tusschen de dalende
huren en de stijgende lasten en dat de re
geering hierbij onverschillig toeziet. Waren
de regels van het kapitalistische spel eer
lijk in acht genomen, dan zou de tegenwoor
dige huiseigenaar moeten erkennen dat het
spel verloren is en zonder morren moeten
plaats maken voor zijn opvolgers. Maar
het spel is niet eerlijk gespeeld. De over
heid heeft in samenwerking met de Neder
landsche Bank den gulden „vervalschit"
door dezen aan het in waarde stijgende
goud te koppelen en vervolgens het econo
misch leven door de zoogenaamde crisis
maatregelen verder ontwricht.' Dit geeft
den huiseigenaar het recht in verzet te
komen en onverwijlde uitvoering van maat
regelen te eischen,.die hem uit zijn benarde
positie kunnen redden.
Er zijn hier verschillende mogelijkheden.
Voorgesteld is de saneering van het wo
ningbedrijf onder toezicht en controle van
de overheid door middel van plaatselijke
commissies, samengesteld uit vertegen
woordigers van de belanghebbenden. Men
komt daarmee midden in de ordening, een
van de vele wrange vruchten van de de
flatie. Deze ordening biedt bovendien
voor den huiseigenaar geen uitkomst. De
'huurdaling is al zóó ver gegaan en gaat
in zulk een tempo verder, dat ook de wel
willende hypothecaire schuldeischer, ge
zien zijn eigen verplichtingen, niet voldoen
de concessie zou kunnen doen om den
huiseigenaar te redden.
Voorts is er de mogelijkheid van onmid
dellijke drastische verlaging van alle op
het onroerend goed rustende lasten en
verplichtingen. Die verlaging moet gelden
zoowel voor de overheidslasten en retribu
ties als voor de rentelasten. Wat de rente
lasten betreft, is de regeering thans geko
men met een voorstel, dat, in korte woor
den, een maximum-rente van 4 3/4% voor
hypothecaire leeningen behelst. Dit voor
stel is volstrekt onvoldoende. Zeer vele in
moeilijkheden verkeerende huiseigenaars
werken met leeningen met een rente van
4 3/4% of zelfs lager. Doch zelfs als zou
de regeering de maximum-rente op 3 1/2%
stellen, dan nog zou een dergelijke rege
ling afkeurenswaardig zijn. Immers de uit
staande leeningen zijn van een verschillend
rente-type en hebben een verschillenden
looptijd, zoodat den eenen hypothecairen de
biteur meer zou worden tegemoetgekomen
dan den ander. Het hoofdbezwaar is echter,
dat een rente-verlaging de hoofdsommen
onaangetast laat en deze hoofdsommen, ge
zien de sterk gedaalde waarde van het on
roerend goed een bedreiging blijven vor
men voor den huiseigenaar. De hoofdsom
men moeten'naar beneden, hetgeen alleen
kan, als hetzelfde gebeurt met de hoofd
sommen van alle verplichtingen. Alle con
tractueel vastgelegde en in geld uitgedrukte
verplichtingen moeten met eenzelfde per
centage worden verlaagd waarbij als maat
staf van de reductie zal moeten worden ge
nomen de stijging van de waarde van den
gulden, die sedert het ontstaan van de ver
plichtingen is ingetreden. Zoodat een re-
ductie-coefficient moet worden toegepast,
die lager wordt, naarmate het tijdstip van
ihet totstandkomen van de verplichtingen
dichter bij het heden ligt. Deze oplossing
heeft het voordeel dat zij allen, die thans
zware verplichtingen hébben en dus ook
de huiseigenaars, direct helpt. Maar zij
sanctionneert de onjuiste deflatie-politiek
en geeft voor de toekomst geen waarborg,
dat men niet opnieuw in dezelfde fout zal
vervallen.
Daarom geeft spr. persoonlijk de voor
keur aan den derden weg, n.l. de devalu
atie. Deze is op tal van manieren te berei
ken, maar komt altijd hierop neer, dat men
de waarde van het geld vermindert. De
groote beteekenis van de devaluatie is, dat
zij leidt tot een grootere koopkracht van het
publiek door omzetvermeerdering. De op
gepotte middelen komen weer in het ver
keer, de prijsstijging geeft weer lucht aan
ondernemers en prikkelt de ondernemings
geest, zoodat de werkloosheid vermindert,
bovendien komt de weg open voor toepas
sing van actieve welvaartspolitiek op groote
schaal. Er komt dan weer koopkrachtige
vraag naar woningen en bedrijfsruimte
zoodat de huiseigenaar op de meest gezon
de wijze zijn bedrijf ziet ingeschakeld in
het economisch leven De huiseigenaar heeft
er dus belang bij, dat de devaluatie ver ge
noeg gaat en geen halve maatregel wordt.
Zij moet zóó ver gaan, dat er een prijsstij
ging komt op de binnenlandsche markt, die
de prijsverhoudingen weer herstelt, welke
golden in de jaren, toen de meeste der thans
te zwaar op het onroerende goed drukkende
verplichtingen werden aangegaan. De tegen
devaluatie aangevoerde argumenten zijn
altijd niet-steekhoudend en onwetenschap
pelijk geweest. Door de treurige rol, die de
•pers hierbij heeft gespeeld, heeft het groote
publiek de leugen van den „eerlijken" gul
den niet doorzien.
De huiseigenaar mag en moet thans
eischen, dat de regeering een keus doet tus
schen de twee mogelijkheden: öf drasti
sche schuldenverlaging of lastenverlaging,
óf devaluatie. Bovendien zal in den over
gangstijd een executie-verbod noodzakelijk
zijn. Wanneer een en ander niet gebeurt,
is de ondergang van den huiseigenaar be
zegeld. Wordt echter doeltreffend ingegre
pen en keeren zoowel de regeering als de
Nederlandsche Bank terug van de dwalin
gen van haar weg, dan mogen zoowel de
huiseigenaar als de bouwondernemer de
toekomst hoopvol tegemoet zien. De deflatie
en de daardoor veroorzaakte ellende maken
het onmogelijk de verhoudingen thans juist
te zien. Maar er is alle reden tot optimis
me. De productie-techniek heeft een der
gelijke vlucht genomen en de overvloed
van goederen op alle gebieden van voort
brenging is zóó groot, dat bij toepassing
van moderne geldpolitiek gericht op hand
having van een stabiele koopkracht van het
geld, waardoor men waarlijk waardevast
geld verkrijgt, een buitengewone ontwikke
ling van het economisch leven in al zijn ge
ledingen niet kan uitblijven.
Motie.
Na deze voordracht werd de volgende
motie door het Congres aangenomen.
De Ned. Bond van huis- en grondeige
naren in congresvergadering te Leiden
bijeen; kennis genomen hebbende van het
ontwerp van Wet tot verlaging van vaste
lasten 1935; betreurde, dat de regeering
voor indiening van het ontwerp het bonds-
bestuur niet gehoord heeft dat de tijd te
kort is geweest voor vruchtbare bespreking
op dit congres; geeft echter als zijn voor
loopig oordeel te kermen, dat het aange
boden wetsontwerp de huiseigenaren voor
grootere moeilijkheden zal plaatsen als
waarmede zij tot dusverre hadden te kam
pen, en moet leiden tot huurcessies, op
zegging van hypotheken en executies op
groote schaal;
draagt het Bestuur op zich onverwijld
tot de regeering en de volksvertegenwoor
diging te wenden, teneinde datgene te ver
krijgen, wat aan het onteigeningsproces
van eigenaren een einde kan maken.
Het Congres werd hierna' officieel ge
sloten, waarna de deelnemers zich naar
de Oude Vest begaven, vanwaar per s.s.
„Tosca" een rondtocht werd gemaakt over
de Brasemer en Kagermeren. Te pl.m. half
vijf zou men aan de Kaagsociëteit arrivee-
ren, alwaar gezamenlijk gedineerd wordt.
GEM H.B.S. VOOR MEISJES
Overgangsexamens
Bevorderd tot de 2e klasse:
P. A. van Aggelen, W. F. Boele, E. Brandt,
L. Briejer, D. Engels (voorwaardelijk), P.
Fabriek, M. A. A. de Gooyer, A. G. E. ten
Hagen, E. Heeroma, W. D. Hoos, G. J.
Janssen, E L. Kattenbusch, C. P. A. Krom
hout, D. C. Kuenen, E. van der Mey, M. C.
van de Sande Bakhuyzen, J. W. E. Schepp,
M. E. Soeters, M. G. Stammes, M. J. U.
van Straaten, M. J. Verboog, H. Verko
ren, A. J Verschoor, A J Wassenaar, A.
Bakhuizen van den Brink, N. C. Ballego,
M. E. Boon, J. S. Brands, C. Brouwer, J.
E. Brummel, T. Dubbeldeman, E. Dijkstra,
M. Eldering, E. Fazekas, A. C. Feikema, J.
C. C. Herfst, J. A. J Hooymans, R. F.
Keuls, G van der Kloot, J B. de Koning,
J J. van Leeuwen, C. W. J. Louwerse, A.
M. van der Meulen, H. A. A. J. Morsch,
J. A Oudendal, M C Reysenbach de Haan,
A. P. Schotema, H. v. Venetië, B. L. Vliet-
stra, W. Zwart, B. van Heel, E. Kohier
(voorwaardelijk)
Afgewezen 8.
Bevorderd tot de 3e klasse:
P. J. Bosselaar, W. A. Bouman, T. W.
Buising, E. H. H. M. Cuppen, J. C. Dek
ker, M. C. Denninghof Stelling, M. C. E.
Fortgens (voorwaardelijk), W. Gaykema,
J. R. de Josselin de Jong, M. A. Kabel, M.
T. Keuls, C. A. J. Paardekooper, G. F. Sie
mens, C. J. van der Veen, P. van Weizen,
M. E. Wensinck, E. IJdo, A. E. van der
Tak, C. T. M. Brouwers, B. M Elout, H.
van Gelder, E. W. C. van Haarlem, C. M.
Huyts, H. C. Hyner, J. A. Hyner, C. H.
Krantz (voorwaardelijk), J. J. W. van
Leeuwen, W. C. J Manders, B. Y. Meyer,
M. C. Mulder, R. van de Sandt, L. C. Sid-
dré, N. K. Smit, W, J. Somerwil, M. A. T.
Veltman, I. H. Volbers, G A. Wilmink, D.
A. Bueno.
Afgewezen 11.
Bevorderd tot klasse 4A:
G. A. van Alphen, B. Bessem, A. W.
Blanksen, W. A. H. E. de Blécourt, A. Bon
te (voorwaardelijk), C. de Bruyn, A. Doo
remans, H. J. van Eysinga, H. G. Filippo,
T. A. Gunning, C. M. Haspers, B. B. van
Iperen, A. M. de Jong, T. Kerkheide, W.
N. M. Kooiman, C. D. van de Kreke, E. C.
Lahr, W. Niekerk, E. H. C. Reitsma, J.
Tendeloo, M. M. des Tombe, W. Wiggers,
N. v. Wermeskerken, D. C. H. C. de Stop
pelaar.
Afgewezen 5.
AGENDA
LEIDEN.
Donderdag, R.K. Vereeniging van Gezins
hoofden. Jaarvergadering, in den
Burcht, 8.15 uur.
Donderdag. Spoed-Comité-ver ga dering
„Herwonnen Levenskracht" Bonds-
geboirw 8 uur.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 8 tot en
met Zondag 14 Juli a.s. waargenomen
door de apotheken: G. H. Blanken, Hooge-
woerd 171, telef. 502, D. J. van Driesem,
Mare 110, telef. 406, en C. van Zijp, Wilhel-
minapark 8, Oegstgeest tel. 274.
Bevorderd tot klasse 4B:
A. Bronger, H. I. Brouwer, J. Dekker,
A. J. van Eek, B. D. de Jong, H. W. Kris
pijn, F. H. M. M. Pierrot, J. A. Schipper,
G. M. Thoënes, G. Vlaardingerbroek, M.
Vos, A. J. Baart de la Faille, A. H. van
Beest, E. H. de Bruyn, D. Huurman, M.
E. de Jong, E. G. M. Keesom, M. M Kluyt-
mans, L. Knoop Pothuis, E. Knottenbelt, J.
A. C. Koert, C. H. H. Nagel, D. T. F. M.
Savelkoul, W. Verhaar,
Afgewezen 11.
Bevorderd tot klasse 5 A:
A. W. K. Begeer, N. H. Blink, W. E. M.
Brand, H. J. van Buuren, J. A. Couwen-
berg, L. M. A Goddijn, H. Groenhoff, C. M.
Iwes, G. M. Knook, G. Kristensen, P. Lie-
vense, S. T. Nieman, W. Reyden, S. Rie-
mens, I. G. Taconis, M. A. Timmers, W.
A. M. A. van den Worm.
Afgewezen 4
Bevorderd tot klasse 5 B:
H. A. Boutmy, E. Escher, N. Fransen, S.
E. van Hoik, C. C. de Jong, J. C. Key,
E. J. Landaal, M. J H van der Meer (voor
waardelijk), D. P.,Munk, C. Nijholt, A. T.
M. Olland, M. Seret.
Afgewezen 1
Aan: J. A. Abbinga, M. L. Dettmar, L.
C. A. Jorissen, P. E. S. C. Krom, L. W.
G. Menger, J A. M. van Mens, C. J. A.
Muller, M dal Prado, en E. H. Sirks werd
het diploma der school uitgereikt
Afgewezen 1.
Bevorderd tot klasse 6B:
G. W. J. Bertel (voorwaardelijk), E.
Dros, M. A. M. van Helvert, E. S. Jonker,
M. A. van Kampen, H. M. Kluytmans, M.
J .A. de Koster, F. Kuenen, E. C. Lut, C.
E. Tjalsma, J. J.'Tjalsma
Afgewezen 4.
GEM. H. B. S. 5-JARIGE CURSUS
Overgangsexamens
Bevorderd van de le naar de 2e klas:
C. H. V. Christiaanse, J. J. Coutinho,
Corrie Dirkse, Hilda v. d. SI. v. Feltz, R.
Fransen, L. Willy de Gunst, D. ten
Hagen, S. F. B. Heydemann, M. C.
H. Hugenholtz, J. J. Jager, H. W.
Joustra, R. Jüngeling, A. van Katwijk, P.
J. Kloots, A. M. M. Straatman, A. P. de
Winter, P. H. Barentsen, A. C. Dieben, K.
F. H. van Hiele, J. Laan, E. H. van Leeu
wen, H. A. Meester, Ca Metelerkamp, J.
Nell, E. Nolles, P. A. v. d. Noordaa, P. L.
Noteboom, A. C. Pellenkoft, Ali Rep, B.
Elly A. Visman, J. H. Uiterwijk, A. N.
Wijnnobel. T. Dissevelt, W. D. van Eek, F.
de Munter, P. M. Remmelenkamp, Annie
L. E. W. Waasdorp, E. van der Wal, H. A.
van Woudenberg, Beb Brandon.
Afgewezen 29; herexamen 8.
Bevorderd van de 2e naar de 3e klas:
H. P. Abbinga, H. Arnoldus, Adri H. Bave-
laar, J. H. M. den Bremer, Mien M. A.
Bremmer, C. W. A. v. d. Dool, A. C. R. v.
d. SI. v Feltz, F. A. A. Fontein, W. Lam-
mers, J. J. Meerburg, E. L. Noach, H. J.
van Os, N. H. de Roo, L. A. de Ruyter v.
Stev., Ma Fa Schijfsma, P. Singelenberg,
E. W. Spoor, A. F. G. Smits, G. J. Barent
sen, Annie E. Brilman, F. P. van Dijk, E.
Fijlstra, J. M. Güthschmidt, Corrie C. de
Haas, K. P. Janse, W. van Katwijk, J.
Krom, P. L. Krouwel, J. H. Romijn, W. de
Roos, Sjoerdje A. v. Schaaf, J. P. Stam
mes, C. A. Verstraaten, Annie C. C. Da
niels, N. v. Duyn, H. W. Giezen, G. Groen,
A. J. Hartland, W. G. Janssen, A. L. Joh.
Kolff v. Oost, H. Kruit, W. A. van
Schayck, Janke Schoppen, A. W. Schou
ten, J. T. Steen, K. Tendeloo, K. H. Thiel,
J. Valkenburg, J. S. Venenbos, R. v. d.
Vlerk, P. L. Waosdorp, H. J. Wolvers, P.
van 't Zelfde.
Afgewezen 20; herexamen 7.
Bevorderd van de 3e naar de 4e klas:
J. Becker, J. Berge Henegouwen, P. Bok,
J. Bonsel, J. Bremer, E. Cancrinus, Rita
van Deventer, C. J. H. Drewes, C. Egking,
Sonna Frens, C. J. de Graaff, B. J. Kluit,
L. D. v. d. Vijver, N. A. Hartog, Thea
Brandon, W. Dikkers, G. Henkes, Rie Hoek,
G. R. J. Holtz, L. J. J. v. d. Kloes, Ale R.
Kolff v. Oost, H. J. Koornstra, J. P. van
Leeuwen, F A. Mastenbroek, A. Prins,
Riek Schoppen, H. M. Tjebbes, W. Ver-
gragt, P. Versluis, J. M. Vos, S. H. Wijn-
nobel, Nelly Zanen, T. J. v. d. Zee, Elsa H.
de Zeeuw, Dora Zierfuss.
Afgewezen 11; herexamen 14.
Bevorderd van de 4e naar de 5e klas:
A. Baars, H. W. C. Boom, Rita M. Boon,
G. Delfos, L. van Duuren, J. J. L. Duij-
vendak, J. S. Favier, B. A. Harteveld, C.
H. Hins, A. J. v. d. Mey, A. le Poole, C. J.
Boasson, J. Flippo, H. A. L. de Haas, P.
Huysman, E. E. Kuintjes, J. Leder, Jansje
Nout, F. J. Simons, Tini W. Straatman,
Ali Tummers, F. J. Frencken, W. F. Harm-
sen, Jet Kukler, D. Lambinon, Willy Lan
ge, S. H. Tan, A. Trippenzee, Dolly M.
Versleijen, A. Verstraaten.
Afgewezen 10; herexamen 6.
Onze stadgenoot de heer A. J. C. Mon-
tanus slaagde gisteren aan de Bisschoppe
lijke Kweekschool te Beverwijk voor de
akte L.O.
trekt verder