WILEY POST, PIONIER DER LUCHTVAART Oceaan- en stratosfeervlieger. X Het kaartspel verschillende volken EEN STILLE DOCH ONVERMOEIDE WERKER Wie kent niet den eenoogigen Indiaan en vlieger Wiley Post? Sinds enkele jaren spreekt de geheele wereld van hem, ten minste de vliegerswereld en gedurende vele dagen van deze periode is de aan dacht der wereld op hem gericht geweest, toen hij zijn weergalooze vluchten over den Oceaan en rond de wereld maak te ei vooral ook den laatsten tijd, nu hij verschillende vluchten naar de stratospheer heeft gemaakt en getracht heeft, het we- ffeldhoogterecord te breken, waarin hij ech ter niet is geslaagd. Wiley Post (spreek tnt Waili Poost), is een onvermoeide pio nier der luchtvaart, die niet bedacht is op eer en roem, doch die zijn dikwijls ge vaarlijke vluchten uitvoert slechts om de ontwikkeling van de luchtvaart te dienen. En daarin is hij tot op heden schitterend geslaagd en vermoedelijk zullen we ook in de toekomst nog veel van hem hooren. Ge zeten in zijn trouwe vliegtuig, de „Winnie Mae", volbracht hij zijn meestelijke vluch ten rond de wereld en met ditzelfde vlieg- Juli van het jaar 1933 startte hij opnieuw met zijn „Winnie Mae" doch dit keer hee- lemaal alleen. Alleen ging hij over den oceaan, zocht den weg over Europa en vloog over de Russische en Canadeesche aangebracht, zoodat de vlieger immuun was geworden voor de koude. Voor de theorie interesseerde de onversaagde vlie ger zich weinig; was een toestel gereed, dan werd het grondig gecontroleerd en duizenden meters boven de aarde onder zocht Post dan wel, of het voldeed. Ook de buitenwereld interesseerde hem weinig, feitelijk alleen voor het geld, dat hij voor zijn vluchten noodig had en de construc teurs van zijn toestellen. Toen Macpherson Boberts on met zijn tJe „Winnie Mae na een landing zonder onderstel. Wiley Post na zijn landing te Berlijn in 1933. tuig steeg hij op naar den stratospheer, uit gerust met een soort duikerpak, dat hem moest beschermen tegen gebrek aan zuur stof en koude. Hoe groot de moed van den vlieger is blijkt wel uit het feit, dat hij verschillende keeren naar de stratospheer is gevlogen zonder landingsgestel. Het doel van deze vluchten is ni. om aan te toonen, dat het vliegen in de stratospheer bijna twee keer zoo snel kan geschieden als in de normale luchtlagen, omdat de weerstand der lucht daar veel geringer is. Dit beteekent niet zoozeer een bezuiniging op de benzine, maar veel meer wint men aan snelheid, hetgeen vooral op groote trajecten van groot belang is. Men gan immers een veel grooteren afstand afleggen, waardoor sprongen over den Oceaan meer tot de mo gelijkheden zullen gaan behooren, dan tot nu toe het geval is geweest. Om den weerstand der lucht tot het uiterste te beperken, heeft Wiley Post ver schillende keeren het landingsgestel laten vallen kort nadat hij was opgestegen, het geen een zeer gevaarlijk experiment ge noemd mag worden. Allicht hebben we wel eens gehoord van het vliegtuig, dat kort na het vertrek een der wielen verloor. Ge lukkig merkte de piloot het tijdig op, door dat men vanaf den grond allerlei bewegin gen maakte, welke den aandacht van den vlieger trokken. Reeds waren ziekenauto's onderweg, want men geloofde vast en ze ker, dat er bij de daling een ongeluk zou geschieden, doch de piloot durfde het aan om op één wiel te landen, meesterlijk zette hij zijn toestel schuin op den grond, en toen het vliegtuig recht kwam, was de vaart er al uit zoodat het na een hal ven slag stilstond. De zie kenauto's konden toen ge lukkig onverrichter zake naar de stad terug gaan. Wiley Post nu liet ver schillende keeren zijn lan dingsgesteld vallen en ver dween daarna achter de wol ken om na eenige uren weer terug te keeren, boven het vliegveld waar vooral de eerste keer zich een groote menigte had verzameld om te zien, hoe het af zou loo- pen. De stratospheervlie- ger kende echter zijn trou we „Winnie Mae" door en door en als hij geweten had, dat er te veel risico aan een dergelijke landing geweest zou zijn, had hij het experi- ment zeer niet ondernomen. Nadat hij zooveel mogelijk snelneid uit het toestel had gehaald, zette hh he op den f' grond waarbij alleen de nog altijd draaiende propeller werd beschadigd, hetgeen ook bij de „Pcstjager" en- kele keeren is geschied toen dit vliegtuig door een der pooten van hef landingsge stel zakte, hetgeen bijv. in de London-Melbourn-race voor dit vlieg tuig noodlottig is geworden. Moeilijke tijd. De levensgeschiedenis van Wiley Post is die van zoovele andere pioniers op welk gebied dan ook, en ook hij heeft met vele moeilijkheden te kampen gehad doch het pleit voor het doorzettings vermogen en den moed van den vlie ger, dat hij niet heeft versaagd, doch rustig zijn plannen heeft weten te ver werkelijken. In 1829 kwam hij in dienst van den millionair Huil uit Oklaho ma, waar ook Post vandaan komt, die een verwoede belangstelling voor de vliegsport aan den dag legde, zoo zelfs dat hij bij de eerste pogingen om geld in de luchtvaart te steken, volkomen werd geruineerd. Gelukkig voor hem en ook voor Post begon plotseling een nieuwe petroleumbron te spuiten, waardoor Huil opnieuw in het bezit van ettelijke millioenen kwam, en Wiley Post, die inmiddels was ontsla gen, weer in dienst werd genomen. In 1930 won Post voor zijn „baas" de „luchtderby" Los Angel es-Chicago en door dit feit was zijn naam gemaakt. Tezamen met zijn colleja Gatty werk te hij plannen uit vcor een wereld vlucht, waarvoor men omstreeks 1930 groote belangstelling aan den dag legde, denke men slechts aan de vlucht van het Amerikaansche eskader om de wereld. Gatty was ook geen onbekende op vliegge- bied en zelfs Lindbergh wist zijn kennis en ervaring op hoogen prijs te stellen, toen hij Gatty aanzocht om zijn vrouw op de hoogte te brengen van de eerste beginselen der luchtvaart. In September van 1930 trachtte Gatty met Harold Bromley van Japan naar Tacoma (Washington) te vlie gen, doch boven den Oceaan zagen zij zich genoodzaakt, terug te keeren. De plannen voor een wereldvlucht wer den voor Post nog aantrekkelijker, toen zijn „baas" een premie van 50.000 dollar uit loofde voor degenen, die de reis om den we reld binnen de tien dagen zouden volbren gen. Wereldvluchten. In Juni 1931 steeg de „Winnie Mae" te New York op en na 207 uur en 16 minuten landde hij weer te New York, waar hem een enthousiaste ontvangst werd bereid. Wiley Post had tijdens den vlucht echter wel bemerkt, dat er nog veel meer uit een dergelijken vlucht te halen zou zijn en in verlaten vlakten. De tocht ging over Ber lijn, Moskou, Omsk, Habarofsk, Nome, Van couver en Winnepeg en ofschoon Post on derweg, vooral boven Rusland geweldig te kampen heeft gehad met slecht weer, slaag de hij er toch in het vorige record te bre ken en wel met 20 uur en 26 minuten, zoo dat dit werd gebracht op zeven dagen, 13 uur en 49 minuten, waarvan Jules Verne wel nimmer gedroomd zal hebben. In weerwil van de ontzettende hitte, welke Amerika toentertijd teisterde, waren Zondagsavonds op het Floyd Bennett-vlieg- terrein te New York, ruim 20.000 menschen bij elkaar gekomen, om Post een hartelijke ontvangst te bereiden. Voor den vlieger kwam deze huldiging op de tweede plaats, hoofdzaak was voor hem, dat hij de moge lijkheid van verre vluchten had aangetoond in de hoop, dat anderen zijn voorbeeld zou den volgen en vervolmaken. Naar de stratospheer. Nadien is hij zich hoofdzakelijk gaan toeleggen op de statospheervluchten. Men zal zich de roemrijke tochten van Prof. Picard en van de Amerikanen en Russen nog wel herinneren, die met ballons enor me hoogten bereikten. Welnu, Wiley Post hoopte hetzelfde te verrichten, maar dan met zy'n vliegtuig, dat wel is waar verou derd begon te geraken, maar toch nog wel voor dergelijke vluchten zou kunnen die nen. Het eerste doel was de mogelijkheid van deze vluchten aan te toonen, niet over korte trajecten maar .over flinke afstanden als van de West- naar de Oostkust van Amerika. De „Winnie Mae" werd met spe ciale toestellen uitgerust, hetgeen een heel werk is geweest en veel tijd heeft gekost aan voorbereidingen en proefnemingen. Door middel van compressors moest de lucht in de stratospheer worden verdicht doch een probleem was ook, hoe den vlie ger uit te rusten, opdat hij geen last zou hebben van koude en dunne lucht. Hij liet een gummie pak construeeren, waarop hij een soort duikerhelm liet aan brengen, zooals men uit nevenstaande foto's ziet en in deze duikerhelm eindigden de slangen van een zuurstof-apparaat, dat in het toestel werd gebouwd. Bij de eerste vlucht bleek het pak maar matig te vol doen, weshalve Wiley Post besloot, het rub ber door asbest te laten vervangen, hetgeen een groote verbetering was. Bovendien werd in het pak electrische verwarming LonoenMelbourne-race voor den dag kwam nam Wiley Post dadelijk het besluit ook aan deze race mede te doen en wel door de stratospheer, waardoor hij een snelheid van 550 km. per uur hoopte te be reiken, hetgeen beduidend sneller was, dan de snelheid der andere machines, welke aan de race zouden deelnemen. De pech heeft Post echter vervolgd. Bij de proef vlucht kreeg hij een defect aan zijn machi ne en daardoor kon hij niet aan de race meedoen, hetgeen zeer jammer was, omdat men dan een mooie vergelijking had kun nen trekken tusschen laag- en hoogvlie gers. „Winnie Mae" het pechvliegtuig. De trouwe „Winnie Mae" is steeds een echt pechvliegtuig geweest, Ongetwijfeld zal dit niet aan slechte vliegeigenschap- pen van het toestel moeten worden gewe ten, maar meer aan de verbetenheid, waar mede de eigenaar zijn vluchten doorzette, of de „Winnie Mae" dat verwerken kon ja dan neen. Tijdens de rondvluchten over den wereld waren noodlandingen schering en inslag, verschillende keeren las men in de couranten, dat de piloot alles ten spijt toch door zou zetten, hoewel zijn vliegtuig soms zwaar beschadigd werd, zooals in 1933 het geval was, toen Post zelf echter licht werd gewond. Steeds slaagde men erin het toestel weer op te knappen; thans is het reeds vijf jaar in gebruik. Natuurlijk moest in den loop dezer jaren wel het een en ander aan gewijzigd worden en voor de stratospheervluchten heeft Post er een stratospheermotor in moeten laten zetten, maar in uiterlijk is het niét gewijzigd. Men begrijpt, dat het vliegtuig danig verouderd is, vooral in dezen tijd, nu alle vliegtuigen, die berekend zijn op hooge snelheid, intrek bare landingstoestellen hebben, terwijl Post daarentegen na te zijn opgestegen zijn lan dingstoestel laat vallen Een nieuw toestel. Een geluk voor den onversaagden vlie genier is het, dat hij vermoedelijk binnen korten tijd een nieuw toestel in zijn bezit krijgt, dat beter aan het doel der stratos pheervluchten beantwoordt. Wiley Post zal dit geheel volgens zijn eigen inzichten en ervaringen inrichten en als het gereed is hoopt hij er spoedig zijn eersten vlucht naar de hoogste luchtlagen mee te maken. Dan gaat de trouwe „Winnie Mae", waarmede storm, regen en mist werd getrotseerd op stal na een prachtigen staat van dienst Men mag slechts hopen, dat de plaatsver vanger nog betere prestaties zal opleveren. Tot op heden is Post er niet in geslaagd, het wereldrecord voor vliegtuigen wat be treft hoogtevluchten te verbeteren. Een keer moest hij van 5000 meter hoogte weer naar de aarde terug vanwege een breuk in de olieleiding en een volgenden keer dacht Post het record met enkele honderden me ters gebroken te hebben, doch toen de uit komsten der controle-toestellen nauwkeu rig ging berekenen, bleek het, dat Post al weer pech had gehad, want hij was niet hoog genoeg geklommen. Met het nieuwe vliegtuig zullen de kan sen voor hem beter zijn dan ooit; zijn ge heele ervaring kan hij er bij den bouw in uitbuiten. En toch zal Post niet lang meer moeten wachten, want ook in andere lan den maakt men zich gereed voor stratos pheervluchten. bij de „Het gebedenboek van den duivel". Het kaartspel, of zooals een soldaten term luidt „het gebedenboek van den dui vel", is in de 14e eeuw vanuit de Oriënt via Italië naar Europa overgebracht. De oudste vorm van het kaartspel is het naibisspel, of zooals de Spanjaarden het noemen, „naïpes". „Naïbi,, stamt af van het Arabische woord „waarzeggerij". Het is dus duidelijk, dat het kaartspel in vroe ger eeuwen als hulpmiddel bij waarzeg gers en hielderzienden werd gebruikt. In Duitschland kwam het kaartspelen het eerst in en om hgt speelgoedstadje, Nürnberg in de mode, n.l. in 1384, terwijl Frankrijk zijn kaartspelen in 1392 invoerde. Spoedig daar na kwam het kaartspel ook in Engeland, doch in het midden der 15e eeuw verbood de Engelsthe regeering kaartspelen uit het buitenland te betrekken en tevens werd 'er een verbod uitgevaardigd, volgens het welk het den papierfabrikanten niet was toegestaan kaartspelen te fabriceeren. De oudste Europeesche kaarten zijn de uit Italië stammende trapolierkaarten. La ter werd dit spel door Duitschland en Zwit serland gewijzigd doch de vorm en de voor stellingen op de kaarten bleven vrijwel dezelfde. De Franschen gaven in de 15e eeuw een geheel eigen vorm aan htm kaar ten. De personen op de kaarten stelden vaak bekende figuren voor. De bewering, als zou de vorm van het kaartspel van de Romeinen afkomstig zijn, wordt nog al eens tegengesproken. Sommigen zeggen, dat het vier Romeinsche soldaten waren die aan het kaartspel den vorm gaf, zooals het thans nog vrijwel heeft behouden. De heer, vrouw, en boer zouden moeten voor stellen den koning, zijn gemalin en den knecht. Het aas, zoo zegt men, zou het vaan del hebben voor te stellen. Geen spel heeft zich in den loop der jaren zóó ontwikkeld als het kaartspel. Er zijn een m^ssa vormen van kaarten en ook een massa wijzen van kaartspelen. De Chi- neezen b.v. hebben al een zeer eigenaardig kaartspel. De kaarten der Chineezen zijn langwerpig en dragen meestal afbeeldingen van beroemde personen. De randen der kostbare kaarten zijn vaak versierd met ornamenten en zijn daardoor fijne kunst werkjes op zich. De Indianen gebruiken ronde speelkaar ten, waarop afbeeldingen van verschillen de goden voorkomen. Alle afbeeldingen op de kaarten, zooals wij die kennen, hebben in vroeger eeuwen een beteekenis gekend, hetgeen men kan nagaan in oude kronieken. In den tijd der Lodewijken kende Frankrijk bijna geen an dere kaarten dan die, waarop elke voor name politieke of geschiedkundige gebeur tenis stond afgebeeld. Vele dezer kaarten worden thans nog in de musea bewaard. In het Turkseh Museum te Istanboel wordt nog een volledig spel kaarten be waard, dateerend uit 1660. Op sommige de zer kaarten staan momenten uit den Turk- sche oorlog afgebeeld. Engeland heeft vele sportkaarten en kaarten, welke werden uitgegeven ter ge legenheid van een of andere geschiedkun dige gebeurtenis. De meesten dezer speel kaarten bevinden zich in de diverse musea, doch zij zijn ook wel in particulier bezit. Op de veilingen betaalt men fantastisch hooge prijzen voor dergelijke kaartspelen. Koningin Elisabeth's sieraden onder den hamer. Onlangs vond in een Londenschen kunst handel een bijzondere veiling plaats, waarop naast een miniatuur verzameling van den Amerikaanschen millionair Pier- pond Morgan, een halsketting onder den hamer kwam, welk sieraad bij de Engel- schen bekend is als de „Armada-ketting". Deze ketting schonk Koningin Elisabeth eenmaal aan een harer gunstelingen, Sir Thomas Heneage. Spoedig na Elisabeth's troonbestijging benoemde zij Sir Thomas tot Grootzegelbewaarder. Kort daarop werd hij tot ridder geslagen, ontving van de vorstin een uitgestrekt landgoed in het graafschap en enkele jaren later verhief Koning Elisabeth hem tot „kanselier van den oorlog". In deze functie maakte Sir Thomas zich gedurende den strijd der Britten tegen de Spaansche onoverwinnelijke vloot zeer ver dienstelijk en de vorstin beloonde hem hier voor met de „Armada-ketting", welk sie raad sedert dien van geslacht op geslacht in de familie Heneage is gebleven. Overste Godfrey WalkerHenage ver kocht het sieraad in 1902 voor den prijs van 5000 pd.st. aan Pierpont Morgan. De ketting bestaat uit emaille-miniaturen, die in goud en juweelen zijn gevat. De ketting was het eerste stuk, dat onder den hamer kwam; eigenaar werd het „Na tionaal Kunstverzamelingsfonds", hetwelk het sieraad voor 3000 pd.st. kocht. In En geland is men opgetogen over het feit, dat de ketting, een herinnering van Koningin Elisabeth, niet in buitenlandsche handen is overgegaan. H. P. B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8