DINSDAG 2 JULI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
BINNENLAND
DE EGMONDER BENEDICTIJNEN-
PRIORÏ
1 Schijnt, dat velen in de meening ver-
keeren, dat, nu de Priory der Benedictij
nen te Egmond-binnen is ingewijd, de ge
legenheid tot bezichtiging van het zeer be
zienswaardige gebouw is afgesloten.
Die meening is evenwel onjuist, De Prio
ry is in ieder geval nog gedurende Juli op
de Zaterdagmiddagen en de Zondagen
voor alle belangstellenden te bezichtigen.
Niet tot de bezienswaardigheden, maar
wel tot de belangrijkenheden behoort een
busje, waarin plaats is voor giften, be
scheiden en groote giften, voor den verde
ren bouw. De Priory is nog maar het begin
Er moet een grootsche en glorieuze Abdij
komen. En het verlangen van heel Katho
liek Nederland om de inwijding van die
Abdij nog te mogen beleven, zal alleen in
vervulling kunnen gaan als men bedenken
wil, dat de eerbiedwekkend groote mas
sa steenen, die voor den bouw noodig zul
len zijn, alleen door eensgezinden en alge-
meenen offerzin zal kunnen worden op
gestapeld.
INDEELING DIENSTPLICHTIGEN
LICHTING 1936
Wenschen betreffende inlijving
De ingeschrevenen voor den dienstplicht
voor de lichting 1936, die hun wenschen
met betrekking tot de inliijving niet reeds
bij de keuring hebben opgegeven, of die
iets anders zouden wenschen dan zij toen
hebben medegedeeld, hebben tot 15 Juli
1935 gelegenheid, hun voorkeur op te ge
ven aan den commandant van het indee-
lingsdistrict (Zij, die in de gemeente
'sGravenhage voor den dienstplicht zijn
ingeschreven, moeten hun voorkeur opge
ven aan den commandant van het Indee-
lingsdistrict ,,'s Gravenhage", Raamweg lb
te 'sGravenhage. Het verdient in het al
gemeen aanbeveling dit schriftelijk te
doen), of ter secretarie van de gemeente
waar zij voor den dienstplicht zijn inge
schreven (in de gemeente 's Gravenhage
aan de Afdeeling Militaire Zaken, Kerk
plein no. 3).
Deze voorkeur kan betreffen zoowel de
indeeling bij de zeemacht of bij een be
paald korps, als het garnizoen, den tijd
van opkomst en de opleiding tot officier of
onderofficier.
Voor sommige gevallen zijn bij de keu
ring bijzondere aanwijzingen verstrekt om
trent de wijze van aanmelding. Voor deze
gevallen moeten die bijzondere aanwijzin
gen stipt worden opgevolgd, ook al wijken
zij af van hetgeen hierboven is te kennen
gegeven. De hier bedoelde bijzondere aan
wijzingen hebben voornamelijk betrekking
op vervoegde inlijving, indeeling bij den
motordienst en opleiding tot reserve-offi
cier-vlieger of reserve-officier-waarnemer
bij de luchtvaartafdeeling.
Belanghebbenden behooren er rekening
mede te houden, dat niet aan ieders wen
schen kan worden voldaan.
HET NEDERLANDS CHE ROODE KRUIS.
Heden werd door H. K. H. Prinses Ju
liana in 't gebouw van het Hoofdbestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis aan
den afgetreden Kringcommissaris in Noord-
Holland Noord, mr. A. M. Ledeboer, de hem
bij Koninklijk Besluit van 3 Juni j.l. toe
gekende medaille van het Roode Kruis uit
gereikt. Deze uitreiking geschiedde ten
overstaan van het Dagelijksch Bestuur van
het Nederlandsche Roode Kruis, van den
nieuwen Kringcommissaris in Noord-Hol
land Noord, jhr. mr. F. H. van Kinschot,
burgemeester van Alkmaar en van mr. L.
V. Ledeboer, zoon van den afgetreden
functionaris.
De Prinses herdacht daarbij met waar-
deerende woorden de belangrijke diensten
door den heer Ledeboer gedurende een
reeks van jaren aan het Nederlandsche
Roode Kruis bewezen.
KON. NEDERLANDSCHE MIDDEN
STANDSBOND.
De Koninklijke Nederlandsche Midden
standsbond geniet thans gastvrijheid te
Apeldoorn voor het houden van zijn alge-
meene Bondsvergadering op heden en zijn
32e Nationaal Middenstandscongres, welk
congres morgen wordt gehouden en geheel
gewijd zal zijn aan het onderwerp: „Mo
derne bedrijfsvoering voor den midden
stand".
HYPOTHEEKRENTE GELIMITEERD.
Naar „De Standaard" verneemt, is een
wetsontwerp in voorbereiding en reeds
den Raad van State gepasseerd, waarbij
de rente van pandbrieven zal worden be
perkt tot 4 pet. en de rente van vorderin
gen onder hypothecair verband tot 4%
Bij informatie te officieeier plaatse deel
de men ons mede aldus het „Hbld."
dat een dergelijk ontwerp zich in verge
vorderden staat van voorbereiding be
vindt. Over de hoogte der eventueele ren
tepercentages wilde men zich niet uitla
ten.
VERSCH SPEK.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale
maakt bekend, dat gedurende de week van
1 tót en met 6 Juli, de inneming van versch
spek zal geschieden tegen dezelfde voor
waarden en prijzen als die, welke gegol
den hebben in de week van 24 tot en met
G9 .Ti mi i_L
HAAGSCHE „CHANTAGE"-ZAAK.
Met de uitspraak van de arbitrage-com
missie in de zaak van den Haagschen ex-
hoofdcommissaris v. 't S., is de kwestie
nog niet geheel ten einde gekomen. Civiel
rechtelijk is zij tusschen de familie Vreden-
burch en den heer S. bij overeenkomst be
slecht strafrechtelijk echter behoeft zij
daarmee nog niet afgeloopen te zijn.
Het is thans aan den minister van Jus
titie om te beslissen, of deze zaak nog
strafrechtelijk zal behandeld worden.
Volgens de „Telegraaf' heeft de heer Van
Sasse van Ysselt, die zonder genade de fei
ten heeft onderzocht, een rechterlijke in
structie grondig voorbereid. Daarbij kwani,
dat de procureur-generaal mr. Brandts en
de advocaat-generaal mr. De Visser in de
gelegenheid waren de verhooren bij te wo
nen. Hun dossiers zijn aan den minister
van Justitie ter hand gesteld, die thans
overweegt, wat hem te doen staat. Het is
te verwachten dat diens beslising nu in
den kortst mogelijken tijd zal worden ge
nomen.
De verdediging van den heer S. komt
volgens het blad hierop neer:
Waar het om gaat is de vraag of ooit een
vrouw met zulke beweringen bij den heer
v. 't S. is gekomen.
De verdediger van den heer v. 't S., jhr.
mr. De Brauw, meent dat uit de omstan
digheden voldoende blijkt, dat het verhaal
van den H. C. niet geheel verzonnen kon
zijn. In elk geval zou men, om aan te too-
nen dat het verhaal verzonnen was, met
deugdelijker argumenten moeten komen
dan het feit, dat thans geen vrouw, die
Elisabeth le Roi heet, meer te ontdekken
valt, dat zij niet te Berlijn is getrouwd en
dat zij niet per Hamburg-Amerikalijn is
vertrokken.
Verder beriep de verdediger er zich op,
dat men vijf jaar na het gebeurde zich niet
alles meer in bijzonderheden kan herinne
ren en dat daarom de voorstelling van den
heer Van 't S. op onbelangrijke punten
moest afwijken van die van anderen. Voor
den H. C. was met de uitbetaling de kwes
tie afgeloopen. Verder wees de verdediger
op de reputatie en bekendheid van den
heer van 't S.
Indien jhr. van Vredenburch het verhaal
van den heer v. 't S. in twijfel had willen
trekken, dan had hij dat voor de uitbetaling
moeten doen. Toen waren alle bewijzen
aanwezig. De heer v. 't S. was noch in
dienst van jhr. Van Vredenburch noch was
hij door hem met eenig beheer belast. Hij
handelde belangeloos en wilde uitsluitend
de familie Van Vredenburch van dienst
zijn. Hij heeft alle bescheiden vernietigd,
omdat hij van meening was, dat men hem
vertrouwde. Daarom heeft hij ook geen
kwitanties overgelegd. Rekening en ver
antwoording kon van hem niet worden ge
vorderd. Nadat aan de vrouw in kwestie
alle bedragen waren uitbetaald, vergoedde
jhr. van Vredenburch den H. C. zijn ge
maakte kosten. Uit deze handelwijze blijkt,
dat de familie Van Vredenburch met de
gevolgde gedragslijn accoord ging en zij
kan daarom in billijkheid niet na 5 jaar een
verantwoording verlangen.
Men meldt ons uit 's-Gravenhage:
In aansluiting op het reeds gepubliceerde
bericht betreffende de uitspraak van de ar
bitrage-commissie in het geschil tusschen
de familie van Vredenburch en den gewe
zen hoofdcommissaris van politie, den heer
F. van 't Sant, kunnen wij nog het volgen
de mededeelen:
De familie van Vredenburch had hare
primaire vordering ingesteld op den grond
slag, dat de heer van 't Sant door een sa
menweefsel van verdichtsels Jhr. J. van
Vredenburch heeft bewogen om hem, van
't Sant, onverschuldigd te verstrekken be
dragen van tezamen ƒ47.585.daarnaast
was subsidiair gevorderd veroordeel ing tot
rekening en verantwoording van voormel
de bedragen, in dier voege, dat hij ten ge
noegen van scheidslieden zal hebben aan
te toonen, dat die bedragen zijn uitgekeerd
aan de vrouw met wie jhr. C. van Vreden
burch een verhouding heeft gehad en dat
uit die verhouding een kind is geboren; ge
heel subsidiair veroordeeling tot schade
vergoeding wegens het niet behoorlijk vol
voeren en hét plegen van verzuimen bij den
opgedragen en aangenomen last.
Ten aanzien van de primaire vordering
hebben scheidslieden o.m. overwogen, dat
noch uit de verklaringen der ten dezen ge
hoorde getuigen, noch uit de ten processe
geproduceerde bewijsstukken is gebleken,
dat de beweringen van partij van 't Sant,
waardoor genoemde jhr. J. van Vreden
burch bewogen werd, zooals tusschen par
tijen in confesse is, om voormelde bedra
gen in het bezit van partij van 't Sant te
stellen, door dezen opzettelijk in strijd met
de waarheid waren gedaan; dat toch hier
van uit die bewijsmiddelen niets is geble
ken ten ware men met de twee schrift
kundigen van Ledden Hulsebosch en
Schrijver zou moeten aannemen, dat de be
doelde handteekening (dat is de handtee-
kening E. le Roi voorkomen onder een
door partij van 't Sant opgemaakt proces
verbaal, waarin de daarin genoemde vrouw
verklaart over haar verhouding tot jhr.
C. van Vredenburch en over de ontvangst
door haar van partij van 't Sant van een
geldsom onder afstand van alle verdere
aanspraken) „is een nagemaakte en wel
eens gezet door partij van 't Sant; dat
echter tegenover dat deskundig rapport
staat in de eerste plaats het door den
schriftkundige dr. Duif er uitgebracht des
kundig rapport en verder dat, hetwelk door
den schriftkundige van Wageningh daar
over is uitgebracht, vermits deze beide des
kundigen tot eene geheel tegenoverge
stelde conclusie zijn gekomen en wel tot
deze, dat meer gezegde handteekening niet
is een nagemaakte en dat zij ook niet is
gezet door pairtij van 't Sant; dat scheidslie
den vermeenen, dat in een geval als het on-
derwerpelijke het wetenschappelijk oordeel
van een der categorieën van deskundigen"
(en wel dat van de eerstgenoemde) „zal
hebben te wijken voor de van elders ge
bleken feiten, dat immens door drie getui
genverklaringen (te weten de te voren ver
melde verklaringen van drie onder eede
gehoorde getuigen) „in haar onderling ver
band en samenhang beschouwd het is aan
nemelijk gemaakt, dat kort voor en kort na
den dood van den gezant een blonde dame
heeft bestaan tot welke die gezant in eeni-
ge verhouding stond en met wie partij van
't Sant financieele relatie had, zooals door
dezen wordt beweerd, dat wij daarom met
de deskundigen Dulfer en van Wageningh
van oordeel zijn, dat het zoogenaamd
ambtseedig proces-verbaal van partij van
't Sant is mede onderteekend door een per
soon, die zich uitgaf voor E. le Roi en die
beweerde een brief te hebben van wijlen
den gezant van Vredenburch, waaruit zoude
blijken, dat deze de vader was van haar
kind H,; dat door die beslissing wegvalt
het eenig bewijsmiddel waardoor de ge
grondheid van de primaire vordering van
den eischer zoude kunnen zijn bewezen en
daarom hem diens primaire vordering als
ongegrond behoort te worden ontzegd".
Ten aanzien van de subsidiaire vordering
hebben scheidslieden om. overwogen, „dat
die reken plicht van partij van t Sant zich
echter niet zoover uitstrekt, dat hij, zoo
als de eischer ook nog beweert, te zijner
ontlasting niet alleen zoude hebben aan
te toonen, dat hij de voormelde bedragen
heeft afgedragen aan een vrouw, die zich
E. le Roi noemde en zeide in een intieme
relatie tot genoemden gezant te hebben ge
staan met het gevolg, dat daaruit een kind
was geboren, maar bovendien, dat die re
latie werkelijk had bestaan en daaruit
werkelijk dat kind was geboren; dat toch
van dezen be wijsplicht des verweerders
ten processe niets is gebleken, zijnde toch
enkel en alleen gebleken, dat partij van
't Sant financieel had te bevredigen te
Brussel een vrouw, die zich E. le Roi noem
de en beweerde de maitresse van genoemde
gezant te zijn geweest en vaoi dezen een
kind H. te hebben; dat al was uit het con
tract van lastgeving voor partij van 't Sant
de verplichting ontstaan aan partij van
Vredenburch rekening en verantwoording
te doen, daaruit dan nog niet zou gevolgd
zijn de verplichting om die rekening en
verantwoording, als hij ze reeds buiten,
rechte naar behooren zou hebben gedaan,
nog eens te onzen overstaan te doen; dat
wij dan van oordeel zijn, dat partij van 't
Sant reeds naar behooren aan dien reken-
plicht heeft voldaan voor dat deze zaak
voor ons werd aanhangig gemaakt, dat in
het onderwerpel ij ke geval te meer met de
onderhandsche rekening en verantwoording
van partij van 't Sant genoegen dient te
worden genomen, omdat jhr. J. vain Vre
denburch door hem die ,585 gulden per slot
van rekening uit te betalen dezen in den
waan heeft gebracht, dat daardoor deze
zaak was uit de wereld en daardoor deze
toen er toe is gekomen alle daarop betrek
king hebben de bescheiden, die hij «bezat,
te vernietigen, zooals ons ook nog een ge
tuige onder eede heeft verklaard, zoodat
hij thans niet meer in staat is deze reke-
nig en verantwoording met bewijsstukken
te staven".
De geheel subsidiaire vordering berustte
op beweerde tekortkomingen van partij
van 't Sant, hierop neerkomende, dat hij
in gebreke is gebleven, aan te toonen, waar
de z,g. E. le Roi, verblijf hield en dat dien
tengevolge haar identiteit niet is komen
vast te staan en dat van andere omtrent
haar en haar zoontje medegedeelde feiten
niets is kunnen blijken. Te dien aanzien
overwogen scheidslieden, dat hoewel de
juistheid van deze beweringen van partij
van 't Sant door de daarnaar door partij
van Vredenburch gedane nasporingen niet
is kunnen worden bevestigd en partij van
't Sant zijnerzijds die ook niet heeft kun
nen aantoonen, waardoor het wantrouwen
van partij van Vredenburch jegens hem
begrijpelijkerwijs is opgewekt geworden
en deze daarin aanleiding heeft gevonden
tot dit proces, daar nog niet uit volgt dat
bedoelde van een hoofdcommissaris van
politie allerminst goed te keuren behande
ling van zaken ook in aangelegenheden,
die niet in den eigenlijken zin van 't woord
behooren tot zijn ambtelijke taak, ople
vert opzet of verzuim bij de uitvoering van
den hem opgedragen last, daar toch in elk
geval niet is aangetoond, dat hij aan de
zich E. le Roi noemende vrouw niet heeft
afgedragen het geld, dat hij haar ingevol
ge dien last had af te dragen en daaren
tegen vast staat, dat deze heeft nagelaten
te maken het schandaal, dat men van haar
vreesde, hebbende daarentegen jhr. J. van
Vredenburch het ook aan zichzelve te wij
ten, dat bedoelde beweringen zonder aan
voering van behoorlijke gronden door
partij van 't Sant zijn kunnen gedaan wor
den door bij het dóen van betalingen aan
hem niet de overlegging van bewijsstukken
of hèt verstrekken van nadere uitleggin
gen te vragen.
Het dictum luidt:
Ontzeggen aan den eischer zijn primai
re en geheel subsidiaire vordering als on
gegrond en verklaren hem in zijn subsi
diaire vordering niet ontvankelijk Ver-
oordeelen hem in de kosten van het ge
ding.
Ned. R. K. Bond van Sehoenwinkeliers-
en Patroons.
In de Graanbeurs te Breda is de jaar
vergadering van den Nederlandschen R. K.
Bond van Schoenwinkeliers en Patroons
geopenid met een rede van den voorzitter,
den heer J. A. Schlaghoecke uit Arnhem.
Daarna sprak de heer H. H. Bergers uit
Utrecht, die zeide, dat 14.000 gezinnen de
grootste armoede nabij zijn, doordat steun
van regeering en regeeringscontact-commis-
saris is uitgebleven. De enorme concurren
tie van warenhuizen en groote winkelbe?
drijven, het stellen van eigen winkels van
schoenfabrikanten, de invoer van slechte
buitenlandsche productie en niet minder
de fabricage van slechte goederen in het
eigen land, dit alles aldus spr. heeft
ertoe bijgedragen, dat de artikelen, welke
de winkelier verkoopt, centen-artikelen zijn
geworden.
Er zijn Rijks- en Gemeente-ambtenaren,
die naast hun vaste betrekking nog een
schoenmakerij hebben. Men draagt veel
rubber schoenen en zoo zijn er tal van om
standigheden, die een noodtoestand in het
leven hebben gegroepen. De Bond vraagt
daarom een bindende regeling van concur
rent ievorim en, vestigingseischen, verbod
van het uitoefenen van het bedrijf door
Rijks- en Gemeente-ambtenaren en door
fabrieksarbeiders na den gestelden arbeids
tijd.
Vervolgens werd medegedeeld, dat Ven-
ray en Voorburg tot den Bond zijn toege
treden. Na langdurige besprekingen werd
de begrooting voor 1935 aangenomen.
Na de pauze werden de voorstellen der
afdeelingen behandeld. Zoo kwam aan de
orde een voorstel-Alkmaar om te geraken
tot het laten fabriceeren van prima crou-
pons en ze beschikbaar te stellen via den
leerhandel, uitsluitend aan de leden van de
drie bonden. Deze kwestie werd naar een
commissie verwezen. De afdeeling Amster
dam kwam met een voorstel, volgens het
welk het hoofdbestuur zelf regelingen ten
aanzien van minimumprijzen en vestigings
eischen bij den Minister van Economische
Zaken ter bindendverklaring zou voorleg
gen, indien de Centrale H.L.S. niets voor
de schoenmakers doet. Besloten werd bij
de Centrale nogmaals met klem op ingrij
pen aan te dringen. Helmond verzocht het
hoofdbestuur, zijn invloed aan te wenden
bij de R. K. Staatspartij, met het doel, wij
ziging van de houding der regeering ten
opzichte van de Centrale H.L.S. te berei
ken. Het Hoofdbestuur deelde mede, dat
reeds in 1934 stappen zijn gedaan en niet
zonder succes, dank zij de bemiddeling van
de Hanze.
Na bespreking van tal van zaken van in
ternen aard werd de vergadering verdaagd.
Een bezoek aan de Vaktentoonstelling en
e>en gemeenschappelijke maaltijd besloot
den dag.
Fruit naar DuitschlancL
Voor de Nederlandsche Groenten en
Fruitcentrale werd bepaald dat:
Kersen tot volle 100 pet. mogen worden
geëxporteerd naar Duitschland tegen een
ten hoogste te factureeren bedrag van 24
of R.M. 40 per 100 K.G.
Van aardbeien mag tot nader orde 50 pet.
naar dat land geëxporteerd worden, maxi
male vergoeding hiervoor is 24 of R.M.
40 per 100 K.G. Voor beide fruitsoorten
bestaat het recht van betaling over de
clearing.
BENOEMINGEN.
In het bisdom Haarlem.
Z.H.Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd: tot kapelaan teHillegom (H.
Martinus) den weleerw. heer J. Voortwist;
tot kapelaan te Uitgeest den weléerw.
heer A. N. Duinisveld; tot kapelaan te
Nootdorp den weleerw. heer B. J.
Drost; tot kapelaan te Roelofarendsveen den
weleerw. heer J. H. D. Hofstede; tot kape
laan te Boskoop den weleerw. heer S.
Stroek; tot kapelaan te Hoorn den wel
eerw. heer H. Bakker; tot kapelaan te
Goes den weleerw. heer B. D. Koopman; tot
kapelaan te Achthuizen den weleerw. heer
S. J. M. Broersen, thans kapelaan te Bleis-
wijk.
SINT WILLIBRORDUS-KERK TE
HULST BASILIEK.
In den laten middag van gisteren heeft
Z. H. Exc. Mr. P. Hopmans, Bisschop van
Breda, die te Hulst vertoeft in verband met
de wijding van een kapel, welke morgen
zal geschieden, bekend gemaakt, dat het
Paus Pius XI behaagd heeft de Sint Wil-
librorduskerk te Hulst tot basiliek te ver
heffen. Dit is de vijfde katholieke kerk in
ons land, welke deze hooge onderscheiding
ten deel valt.
De vier andere kerkep, welke tot basi
liek zijn verheven, zijn de Sint Jan te Den
Bosch, de Sint Pieter te Oudenbosch, de
Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht en
de Onze Lieve Vrouwe van het Heilig Hart
te Sittard.
De St. Willibrorduskerk is vele eeuwen
oud en is korten tijd geleden gerestaureerd.
Verder heeft de Bisschop mededeeling
gedaan, dat de Hoogeerwaarde Heer De
ken P. Rops, is benoemd tot eere-kanunnik
in het Kapittel van Breda, en voorts, dat
de heer Richard Wilkins, lid van het R. K.
Kerkbestuur is begiftigd met de Sint Gre-
gorius-orde.
De parochiekerk van den H. Willibrordus
te Hulst is een zeer interessant gothisch
bouwwerk van ouden datum. De kerk
werd reeds in 1270 genoemd, doch vier
maal brandde zij af: in 1468, in 1562, in
1663, en in 1876, zoodat van den oorspron-
kelijken dertiende eeuwschen bouw thans
slechts het transept en de voet van den
daarop staanden toren is overgebleven.
Het nieuwe koor dateert van 1462, toen
door meester Everaert met Reinier van
Ympeghem gebouwd.
De torenspits is een bouwwerk van Ber-
nardus Maas uit Aelst en werd gebouwd in
1668. Na den laatsten brand in 1876 werd
door bemiddeling van de Rijksadviseur
voor Monumenten een Rijkssubsidie toege
staan, waarmede volgens de plannen van
Dr. Cuypers de toren, naar 't geraamte van
1666 in 187678 werd gerestaureerd. De
toren is nu 86 meter hoog. Volgens gissing
van Jan Kalf in „De Katholieke Kerken
van Nederland" zijn als bouwmeesters te
beschouwen Herman en Dominicus de
Waghemakere, die samen een groot aan
deel hebben gehad in den bouw van de
beroemde kathedraal van Antwerpen, ter
wijl Herman Voorts o.a. de St. Jacobs-
kerk en het Vleeschhuis daar ontwierp. De
kerk van Hulst vertegenwoordigt een der
hoogtepunten der Nederlandsche bouw
kunst. Zij behoort volgens kenners tot de
meest grootsch aangelegde van ons land.
De kerk is Ngeheel opgetrokken van berg
steen en met steenen gewelven overkluisd,
behalve in de middenbeuk van het schip,
waar de gewelven nimmer zijn gereed ge
komen en die daarom nog steeds met een
vlakke houten zoldering gedekt is.
Tot voor kort was dit vorstelijk gebouw
tevens een merkwaardigheid in den lande,
omdat zij als simultaan-kerk half in ge
bruik was voor den Katholieken, half voor
den Hervormden Eeredienst. Het schip be
hoorde aan de Nederduitsch Hervormde
Kerk. Transept en koor dienden tot Katho
liek kerkgebouw. Wel is de kerk in haar
geheel in 1645, toen de stad aan de Staten
overging, aan de Katholieken ontnomen
voor den Hervormden Eeredienst, maar in
1806 stemden de Hervormden op „beleefd
verzoek" van Napoleon erin toe hét Oos
telijk deel aan de Katholieken af te staan.
Op 25 October 1929 is ten overstaan van
.i en ln tegenwoordigheid
v&n Deken Rops, dominé Hermanides, bur
gemeester Truffino, Ernest Wilking, Jan
Hoogerhuis en een tweetal getuigen ten
stadhuize een acte gepasseerd, waarbij het
schip der St. Willibrorduskerk door de Ne-
derlandsch Hervormde Gemeente voor een
bedrag van 120.000 gulden werd overge
dragen aan het Kerkbestuur der Parochie
Sint Willibrordus.
Pater Meth. Mulder.
De Zeereerwaarde Pater Methodius Mul
der O.F.M., vroeger kapelaan in de Har-
tebrugskerk, is van het klooster Alverna
(Gld.) verplaatst naar het klooster te
Nieuwe Niedorp (N.-H.).
Ik heb je gister voor
rhinoceros uitgeschol
den, dat neem ik terug,
want ik heb gehoord
dat zoo'n beest kost
baar is. (11 Travaso)
91. Drein Drentel en Piet Prikkel liepen overal als wil
demannen rond. Ze zagen geen kans om van die twee pot
ten af te komen, die over hun hoofden knelden. En er was
ook niemand die hen kon helpen. Iedereen die de beide
schrikwekkende gedaanten zag aankomen, ging haastig op
de vlucht.
92, Eindelijk was het de kok van het eethuis, die zich over
Plet ên Drein ontfermde. Hij haalde een stevlgen hakbijl
voor den dag en ging naar buiten. „Kom hier!", beval hij
tegen de twee ongelukkigen. Drein en Piet kwamen naderbij
en nu hakte de kok de beide potten met de bijl in stukken.
Zoo konden ze gélukkig weer vrij rondloopen.