VOOR ZONNIGE DAGEN. ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen (in de maten 4050 a 58 ets. 4- 12 ets. verzendkosten by vooruitbetaling) kunnen worden besteld per giro (125025), per postwissel of per brief met bijgesloten postzegels aan de Redactrice Damesrubriek, Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het gewenscht model s.v.p. duidelijk vermelden! De gevraagde patronen worden onmiddellijk aan de aan- vraagsters toegezonden. SIERLIJKE WANDEL TOILETTEN De modellen 940 en 941 geven U het be wijs, ds.t ook in de mode van het mantel- costuum een onwenteling is gekomen, al zouden velen onder onze lezeressen ook willen beweren, dat het mantelcostuum het stiefkind van Vrouw Mode is! De moderne jasjes der mantelpakjes zijn kort en stijl, in tegenstelling met die van het vorig jaar, toen zij kort en klokkend waren. Vele de zer pakjes hebben nog een halve of heele ceintuur om het middel, zooails model 940 u laat zien. Dit model is bijzonder geschikt voor haar, die bij haar langen zomermantel graag nog zoo'n kort, gemakkelijk manteltje willen hebben, dat, wanneer men het in een neu trale kleur kiest, bij bijna iedere japon te dragen is. Een dergelijk jasje is mi no. 940. Het is gemaakt van peau de pêche en is vrij eenvoudig van snit Het lijfje is zoowel van voren als van achteren glad, naar beneden toe een ietsje klokkend, om de coupe er in te houden. Om het middel komt een halve ceintuur en de zakken worden sluitend gemaakt door een sportieven knoop, die ook van vo ren onder de revers aangebracht wordt. De mouwen zijn smal en loopen naar den pols gewoon recht uit Bij den pols wordt de zoom omgeslagen en met de voering mouw verwerkt. Het tweede model, no. 941, is een meer bewerkelijk mantelpak, doch niet zoo in gewikkeld, dat de moed U reeds in de schoenen zinkt, wanneer U het prentje be ziet Het mantelcostuum is vervaardigd van grof zomer linnen en gegarneerd met ge kleurde knoopen, in het dessin van de blouse. Het manteltje behoeft nauwelijks een be schrijving, daar het feitelijk recht-toe- recht-aan loopt. De rok is wat bewerkelij ker. Zij bestaat uit een glad heupstuk. Ver der vindt deze rok de ruimte in enkele naar buiten springende plooien. Grof zomerl innen voor mantels is ge makkelijk te wasschen, mits men het een goede behandeling geeft. ONZE HANDEN EN VOETEN. EN DE VERZORGING DAARVAN. Mooie handen kan men van nature be zitten. Verzorgde handen kan iedereen be zitten! Een mooie hand dient verzorgde na gels te bezitten, dat is begrijpelijk, doch hoe weinig handen kunnen een „nagelproef' doorstaan! De nagel behoort bij onze hand; ook de vorm van onze nagels kan persoonlijk zijn. De schoonheid van onze nagels kan niet worden verhoogd door lak of verf. Een vrouwenhand moet zacht en wit zijn. Wil men de hand een matte teint geven, pas dan altijd een weinig creme toe, na het handenwasschen. Tegenwoordig zijn in den handel de kleine handige doosjes creme, welke naast poeder en lippenstift een plaatsje in onze handtasch mogen vinden. Het gebruik van een nagelborstel is im mer aanbevelenswaardig. Is men geen na gelborstel gewoon, wrijf dan in de eerste dagen niet te ruw, daar de nagelriemen tegen een dergelijke behandeling nog niet bestand zijn. Waterstofsuperoxyde en een citroenschil mogen op geen enkele welverzoorgde toilet tafel ontbreken. Citroensap is bijzonder ge schikt om de handen zacht en soepel te houden. Waterstof is een reinigingsmiddel voor de nagels. Zeer aanbevelenswaardig is het na iedere handenwassching een lichte vinger- massage met behulp van zachte creme toe te passen. Een schitterend recept tot het verkrijgen van witte, zachtt handen is het volgende: Een halve flesch Eau de Cologne. Een kwart flesch citroepsap. Een kwart flesch glycerine. Voor handen, welke door een of anderen arbeid bijzonder veel te lijden hebben ge had, is het aan te bevelen na toepassing van bovenstaand recept, handschoenen aan te trekken zoodra men zich ter ruste begeeft, opdat het mengsel goed in de huid kan dringen. Strooi, wanneer ge last hebt van roode handen, een laagje talkpoeder op de han den, na ze eerst terdege met Cold-Creme te hebben bewerkt. Gebruik bij wassching van de handen geen te sterk ruikende zeep. Niet alleen is een sterk ruikende zeep voor Uw omgeving niet altijd aangenaam, doch een te scherpe geur aan de zeep kan de huid op den duur schaden. In de laatste jaren wordt er gelukkig meer aandacht aan onze voeten besteed dan in vroeger jaren. Hiertoe zal echter ook wel de mode het hare bijgedragen hebben; immers de mode schrijft voor: strandsan dalen, korte sportkousen, luchtige skisok jes over het bloote been, enz. En daarom is het niet te verwonderen, dat wij meer 'aandacht aan onze voeten gaan besteden dan vroeger. De voetnagel, en hiervan schijnen zich Een Linnenkast laag beits, liefst wasbeits, oplegt, gerust in den salon staan. Wasbeits heeft dit op gewone beits voor, dat men het kan boenen. Wanneer was beits goed ingedroogd is, verkrijgt het n.l. een prachtige glans, als men er met een harde borstel, waarover een zachte lap is gelegd, over heen gaat. Wasbeits stelt u ook in staat de meubels en de vloeren iedere week met gewone boenwas te boenen. nog weinigen bewust te zijn, dient, in tegen stelling met de nagels aan de hand, zoo kort mogelijk te zijn. Tegen het vooral in den zomer zoo hin derlijk voettranspireeren bestaan verschei dene goede huismiddelen. Het meest be proefde middel is echter: des morgens di rect na het opstaan de voeten in een emmer koud water te steken. Ook wisselbaden een emmer koud en een emmer warm wa ter helpen vaak. Talkpoeder .dient men na elke voetwas- sching op de voeten te strooien en niet zuinig! De voetzolen dienen bij transpiree- rende voeten iedere twee dagen te worden bestrooid met een oplossing van Formalin in water. Voorzichtig echter bij puistjes e.d. daar dit goedje in de huid prikt en dik wijls brandend kan zijn! Zomerjurk van bedrukte tule Bedrukte tule is een speciaal zomerstof- je, dat bijna ieder jaar weer te voorschijn wordt gehaald. Toch is deze zomerstof niet vervelend, integendeel, tule is gemakke lijk te verwerken, blijft lang in goede con ditie, tenminste wanneer de kwaliteit dege lijk is, en flatteert iedereen. Op bijgaand pren tje ziet men een ja pon (938) afge beeld, vervaardigd van bedrukte tule. De kraag op deze japon is heel apart, sluit hoog aan en valt van voren in een ja bot. Om het mid del komt een sjerp, van twee kleuren lint gemaakt, wel ke kleuren in over eenstemming die nen te zijn met de bloemmotieven. De rok van in een flauwe klok en wordt gegarneerd met enkele schuin- vallende volants, welke niet te wijd mogen zijn, daar de rok djan anders te breed wordt. Het geheel is een sierlijke japon en zal zoowel het jon ge meisje als de oudere dame flat- teeren. VOOR kleine woningen. Dit is een speciaal ontwerp om er het ta fellinnen in op te bergen en moet voor dit doel dan ook liefst in de eetkamer een plaatsje vinden. Men kan er ook het beddegoed in bewa ren en zet het kastje dan óf in de slaapka mer, öf in de kleedkamer. Wil men het voor het kinderuitzet bezigen, dan kan men het linnengoed op zijn twee tafeltjes leggen. Wenscht men er een hangkast van te ma ken, dan hangt men er een gordijntje voor, terwijl de deuren dan achterwege kuninen blijven. Het kastje kan, wanneer men het van mooi hout laat vervaardigen en een goede WINKELS EN WINKELIERS IN DE ACKTIENDE EEUW In de 18e eeuw was het drijven van den kleinhandel voor meerdere menschen een goed bestaan. De kleine burgers, die een zaak hielden, konden wel nooit of heel zelden rijk worden, maar men had een da gelij ksche nuttige bezigheid, welke tevens in de dagelij ksche behoeften voorzag. De winkel van den bescheiden koopman bleef in de familie, evenals het vaderlijk erfdeel van den landman; de geslachten volgden daarin elkaar op en leefden er van. De winkelier had een bepaald aantal klan ten; hij kende ze bij den naam, stelde be lang in alles, wat hun aanging en kon des noods op hen rekenen, wanneer hij in geld verlegenheid zat. De stoffen winkels werden vaak door da mes gedreven. De rijkere dames kochten liever zelf bun japonstoffen en werden meestal ook graag door vrouwen geholpen, omdat zij meer smaak hadden dan den winkelier. Onder de kleine kooplieden was er bijna geen enkele, die niet een of meerdere voor name klanten telde, op wie hij dan bij zonder trots was. De vrouw van den win kelier vergat nooit bescheiden te vragen naar de gezondheidstoestand van mevrouw, de echtgenoote van den klant; op haar ver jaardag zond zij een ruiker bloemen en wanneer mevrouw ziek was, liet zij een mandje fruit bij de zieke brengen. Wanneer de dood kwam in het huis van een der klanten, dan was de winkelier bijna ver placht zich in het zwart te steken en achter de lijkbaar te loopen, terwijl de winkel op den dag der begrafenis gesloten bleef. De goede manieren uit den hoogeren stand plantten zich bijna vanzelf over op den handelsstand; de eerbiedige gemeen zaamheid, door de gedurende aanraking tusschen beide klassen ontstaan, verwekt langzaam aan een soort van gelijkheid in taal en uitdrukking. Het kleine aantal brieven en documenten, uit dat tijdvak overgebleven, bewijst, tot welken graad van beschaving de handelaar van de 16e tot de 19e eeuw was opgeklommen. Zijn letterkundige opvoeding, welke met de gesprekken van den adel en de burgerij in zijn winkel begon, en door het lezen van degelijke werken werd voltooid, gaf hem een smaak voor de schoone kunsten, waar van men zich tegenwoordig by na geen denkbeeld kan vormen, ondanks de vaak groote kosten, welke de huidige maatschap pij voor de lagere volksklasse over heeft. Die vooruitgang onder de menschen van den werkenden stand heeft vooral betrek king op den handelsstand in Frankrijk. Uit een in de vorige eeuw uitgegeven boekje betreffende de familie de Beaumarchais blijkt, dat tegen het einde der 18e eeuw deze verfijning van den handelsstand een graad van volmaaktheid had bereikt, welke thans bij de aristocratie en de goed ge schoolden wordt aangetroffen. Wij zeggen dit alles zonder er voor het tegenwoordig tijdvak eenige gevolgtrek king uit op te maken. De maatschappij heeft natuurlijk een geheel anderen weg ingeslagen, toen techniek en industrie met zulke rassohe schreden voortgang vonden. Alle nijverheidstakken hebben een onge kende vlucht genomen, waarvan de te genwoordige generatie de vruchten plukt. Het is echter te wensohen, dat aan dien vooruitgang niet worden opgeofferd de smaak voor de letterkunde en de verfijnde manieren, welke zoo bij uitstek den koop man en burger onderscheidden in de eeuwen, welke ons zijn voorgegaan. KONINGIN MARIA ANTOINETTE EN DE ETIQUETTE. Toen Maria Antoinette, Koningin van Frankrijk, met den dauphin getrouwd was, dacht zij zonder eenige dwang vrij te mogen gaan, zooals het haar behaagde, doch zij ondervond tot haar ergernis dikwijls het tegendeel. De vraag, als zij klaar stond ergens heen te gaan, was altijd: „Waar heen, vorstin?" „Om den koning, mijn vader, te zien", antwoordde de vorstin. „Dat zal niet kunnen, madame!" „Niet! Waarom niet?" „Het is niet mogelijk, met de etiquette"Was zij van plan een der „mesdames" te bezoeken, zij kreeg hetzelf de bericht: „Het is niet mogelijk met de etiquette!" Groote vorstinnen moeten niet in het openbaar verschijnen zonder lijf wacht en kennis van haar komst geven", enz. enz.; in één woord, de etiquette in acht te nemen. Het woord etiquette stond haar geweldig tegen. Toen op zekeren dag de leden der Fran- sche academie haar kwamen gelukwen- schen met het huwelijk van den dauphin, ontving zij hen op heel hoffelijke wijze, vertelde zeer op de Fransche taal te zijn gesteld en alle moeite te willen aanwen den om die volkomen te verstaan, doch dat zij hartelijk wenschte dat de leden der Fransche academie al het mogelijke zouden doen om één woordje uit de Fransche taal te verwijderen, dat haar voortdurend er gernis gaf. De president verzocht te mogen weten welk ergerlijk woord dit was. „Mon sieur", antwoordde de dauphine, „het is etiquette, etiquette, etiquette!" De heer en der Fransche Academie bogen diep en ver trokken OM HOE LAAT DINEERDE MEN VROEGER? Aan de deur van de woning van den staatsdienaar Parra, te Milaan, stond in de tweede helft der 16e eeuw het opschrift: Pransurus ante X ne venito, post XI ne maneto, hetgeen wilde zeggen: Kom niet dineeren vóór 10 uur en blijf niet na 11 uur. De graven van Erbach dineerden des morgens om 9 uur. Zelfs al was men den vorigen nacht laat naar bed gegaan of had een of andere partij tot diep in den nacht geduurd, dan nóg zou men aan het hof van Erbach niet graag het 9-uur-diner hebben gemist. Philippus V van Spanje was een zeer stipt man, wat betreft de etensuren. Zoo dra de groote hangklok in de eetzaal 12 doffe slagen had doen hooren, zette de vorst zich aan tafel. Sloeg de klok één, dan stond hij van tafel op. Zelfs de hooge gas ten, die by hem aantafel aanzaten, moesten zich aan de klok onderwerpen; hierin was Philips heel streng. Zyn goede gezondheid dankte hy, zooals hij zelf altijd zeide, aan zijn geregelde etensuren. Precies om 12 uur eten zoowel de aan zienlijken als de werklieden in Noord- Italië. Komen de kind eren te laat aan tafe1, dan dienen zij met een leege maag weer naar school te gaan. Keizer Franz Josef was een heel gemak kelijk mensch, wat zijn etensuren betreft. Zelf toonde hij altijd een gezonde eetlust en zag die ook graag bij zijn gasten. Op tafeletiquette was hij niet overdreven ge steld, als zijn gasten zich maar behoorlijk wisten te gedragen. Soms dineerde de vorst om twee uur in den middag, dan om drie of om vier uur, al naar gelang het uit kwam. JAPON VAN SHANTUNG. Hierbij (no. 939) een japon, vervaar digd van shantung, en gegarneerd met wit piquée, ter voe ring van kraag en manchetten. De japon kan uit één stuk of uit twee deelen vervaardigd worden. In het laat ste geval maakt men het bovendeel van de japon als een blouse met schoot. De kraag valt ©enigszins als een volant en ook de mouwen moeten zoo ruim vallen, dat zij enkele plooien op den arm vor men. De manchet is afgewerkt met een klein voeringkje van wit piquée. Om het middel komt een smalle ceintuur, gemaakt van de japonstof. De rok valt naar onderen toe lang en slank en krijgt al leen van voren en van achteren, pre cies in- het midden, een diepe naar bin nen vallende plooi. DE EERSTE OPVOEDING VAN KINDEREN. De grootste misdaad in het opvoeden van kinderen ligt in de verbeelding, dat kin deren eenigerhande natuurlijken aanleg bezitten; dat zij, van nature, hetzij wreed of hartstochtelijk, trotsch, gierig, of edel moedig zijn en dit misverstand ontstaat op de volgende wijze: weinige ouders be ginnen hun kinderen op te voeden, alvo rens zij vier of vaak vijf jaar oud zijn en men vergeet, dat de aard van het kind dan al reeds is gevormd. Als kinderen aan zich zelf worden overgelaten, handelen zij, over het algemeen verkeerd. Hun eerste begrip pen zijn geneigd uit te spatten, wanneer er geen toezicht op wordt gehouden, zoodat ze niet alleen voor hun omgeving, maar ook voor zichzelf onaangenaam worden. „Juist datgene, wat gij wenscht Uw kinde ren te zien worden, zullen zij worden", zeide eens een beroemd paedagoog uit de vorige eeuw. Dat de man volkomen gelijk heeft gehad, dit kunnen wij niet zeggen, maar veel is er van zijn bewering toch waar. DE UITWERKING VAN SPINNENGIF OP HET MENSCHELIJK LICHAAM. Een Amerikaansch arts is tot de ontdek king gekomen, dat spinnengif een zeer bij zondere uitwerking heeft op >»et mensche- lij'k lichaam, speciaal op het hart. Op een geval van hersenvliesontsteking bemerkte deze arts een zeer kleine hoeveel heid spinnegif in de schedel. Na verwijde ring ervan genas de patiënt spoedig. ONTWERP VOOR EEN ROND KUSSENOVERTREK. Hierbij een buitengewoon geslaagd ont werp voor een rond kussenovertrek in kruissteek. De kruissteek is bij vele dames nog een geliefde steek, omdat zij buiten ge makkelijk, ook zoo vlot kan worden verwerkt. Zelfs onze kleine meisjes kun nen ons bij een dergelijk handwerk behulpzaam zyn. De teekening geeft een kwart van het groote pa troon te zien, zoodat de rest kan worden nage werkt. Heeft men eenmaal dit kwart patroon, dan is de rest van het handwerk al heel gemakkelijk. Het patroon heeft ook de kleuren aangegeven. Wij hadden deze gekozen: 1 is bladgroen, 2 is donker paars, 3 is lichtpaars, 4 is zilvergrijs, 5 is oranje, ter wijl het randje om het me daillon donkerpaars of oranje kan zijn, naar de stof, waarop het overtrek wordt gespannen. Wil men heel sterke stof hiervoor bezigen, dan name men jute, dat in alle goede hand werkzaken verkrijgbaar is. Heeft men tamelijk grove zijde of gare nom te bordu ren, neem dan de stof ook wat grover.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 12