Se-
BERICHT
Z6ste Jaargang
VRIJDAG 21 JUNI 1935
No. 8146
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 H
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
Een waarheid
Deze week heeft de heer G. F. Flekke,
een der leiders van de N. S. B., in de groo-
te Burchtzaal te Leiden een rede gehou
den, waarin hij een en ander heeft gezegd
over den huidigen tijd en over den toe-
komstigen tijd. (Hij heeft niet gesproken
over de gemeenteraadsverkiezingen).
De huidige tijd. Deze is vol van de
partijpolitiek „die geen enkele zonnestraal
in uw leven bracht".
De toekomstige tijd. „Indien gij
denkt, dat gij het dan beter
zult krijgen, kunt ge wel eens
bedrogen u it komen" aldus de
heer Vlekke! Of het waar is; of wij juist
citeer en? Wij kunnen 't haast zélf niet ge-
looven; maar wij hebben niet de minste
reden, om te twijfelen aan de juiste weer
gave van het gesprokene door een onzer
collega's in het „Leidsch Dagblad".
In bedoeld verslag der rede des heeren
Vlekke lezen we:
Daarna verplaatste spr. zijn gehoor
in de toekomst, als er 14 N. S. B.'ers in
de Kamer zitten en uitte de prognose,
dat htm aantal over 6 jaar gegroeid zal
zijn tot 50 pet. En dan? Indien ge
denkt, dat gij het dan beter zult krijg-
gen, kunt ge wel eens bedrogen uit
komen. Eerder is het waarschijnlijk,
dat ge offers zult moeten brengen.
Maar die offers worden dan niet ge
bracht door één categorie, maar door
allen. En dan, aldus eindigde spr., zal
ons volk gelukkig en rijk zijn!
In den toekomstigen tijd dus als het
Nationaal-Socialisme de baas is geworden!
dan zullen niet door één categorie (welke
is de ééne categorie, die nu offers brengt?!),
maar door allen offers worden gebracht!
Dochwat geeft tenslotte al dat offeren,
als de menschheid in haar geheel 't er toch
ndet beter door zal krijgen!!
*t Is plat kiezersbedrog, als men in een
vergaderzaal beweert of insinueert, dat in
den huidigen tijd slechts ééne categorie
van burgers offers brengt. Integen
deel, haast alle categoriën brengen
offers! Wij geven toe, dat er betrekkelijk
nog zeer vele individuen, enkelingen
zijn, die aan de crisis en malaise geheel en
al zijn ontsnapt. En, als in een nationaal-
socialistischen staat het apparaat aanwezig
zou zijn, om ook dezen offers te laten bren
gen gelijkelijk met anderen best, in
dien dan maar de gemeenschap er beter
van zal worden!
Maar dat laatste zal niét geschieden vol
gens den heer Vlekke, die een woord heeft
gesproken, dat o± kort en kernachtig een
waarheid zegt:
Indien ge denkt, dat gij het dan be
ter zult krijgen, kunt ge wel eens be
drogen uitkomen.
Moge met deze des heeren Vlekke eer
lijke verklaring velen him nut doen!
V En een phantasie.
De heer Vlekke heeft 't in diezelfde rede
ook gehad over „de aangekondigde coali
tie Roomsch-rood".
Hoe komt men toch aan die phantasie?
Wie heeft die coalitie aangekondigd?
Wie, die de bevoegdheid heeft, om
zulk een aankondiging te doen?
Och neen, wij hebben van Nolens ge
noeg voorzichtigheid geërfd, om niet te be
weren, dat er nooit een samenwerking
tusschen „Roomsch" en „rood" zal komen.
Dat nooit aanwezig zal zijn die uiter
ste noodzaak; want dan alleen, in een
uiterste noodzaak, zouden de Katholieken
voor zulk een samenwerking bereid kun
nen worden gevonden!
Maar waar de heer Vlekke meent,
„geen gewaagde voorspelling" te doen, als
hij voor dit jaar nog Tweede Kamer-ver
kiezingen aankondigt, daar heeft hij zeker
geen enkele reden, om dan, in het door
hem aangekondigde geval, een „Roomsch-
roode coalitie" te verwachten!
Tweede Kamer.
Wetsontwerp inzake radio
distributie aangenomen.
Minister Geiissen in de Kamer
In de vergadering van Woensdag waren
de algemeene beschouwingen over het
wetsontwerp tot machtiging van de Re-
geeting tot deelneming in de N.V. Noze-
ma afgewerkt; zoodat gisteren nog slechts
kort beraadslaagd werd over de amende
menten en die artikelen.
Het amendement van den heer Boon
(V.D.) om de doelstelling der Nozema te
beperken en daarmede de radio-distributie
voor haar onmogelijk te maken, werd door
de voorsteller ingetrokken onder de moti
veering, dat het te weinig steun uit de Ka
mer had ontvangen.
Vrij uitvoerig werd beraadslaagd over
twee amendementen, een van den heer
Drop (S.D.A.P.) en een van den heer
Van Dijk (A.R.), welke tot strekking
hadden de zeggingschap van de staat en het
P.T.T.-bedrijf te beperken. Het was niet
goed in te zien, waarom dit zou moeten ge
schieden, aangezien de Nozema alleen de
zender exploiteert, zij het met eenige mo
gelijkheden, die daaraan vast zitten, zoo
dat van eenige invloed op programma's,
zenduren enz. geen sprake kan zijn. De
heer Boon en Minister De Wilde
wezen erop, dat de in het wetsontwerp
voorgestelde verhouding in het bestuur het
resultaat was van langdurige besprekingen
en dat ook de omroepvereenigiingen hiertoe
hadden medegewerkt. Dit was voor den
heer Teulings (R.K.) aanleiding om zich
met het regeeringsvoorstel te vereenigen.
Het amendement-Drop werd verworpen
met 48 tegen 18 stemmen en het amende
ment-van Dijk met 53 tegen 13 stemmen.
Het reeds vermelde staatsrechtelijke be
zwaar van den heer Teulings tegen de
in het wetsontwerp opgenomen bepaling,
dat de al of niet toepasselijkheid dezer wet
afhankelijk kan worden gesteld van de sta
tuten der vennootschap en dus ook van de
daarin aangebrachte wijzigingen, werd door
dezen afgevaardigde nader toegelicht. Mi
nister De Wilde erkende bij nader in
zien de juistheid der bezwaren van den
Katholieke afgevaardigde en bracht vrij
willig een wijziging aan, waardoor diens
bezwaren zoo goed mogelijk werden onder
vangen. Ofschoon de heer Teulings de wij
ziging blijkbaar niet bepaald fraai vond,
ging hij er toch mede accoord.
Het wetsontwerp werd daarna z. h. s.
aangenomen.
Een zestal sprekers traden nog in het
krijt bij de behandeling van het wetsont
werp tot naasting van eenige locaalspoor-
wegen en traanwegen.
Terecht mocht Minister van Lith
de Jeude opmerken, dat opheffing van
niet rendeerende spoorwegtakken welis
waar algemeene instemming pleegt te vin
den, zoolang er geen speciale spoorlijn
wordt aangewezen voor naasting doch ver
zet ontmoet uit de betrokken streek zoo
dra wél wordt gezegd, welke lijnen voor
naasting in aanmerking komen.
Zoo was het ook nu. De heeren Van
Rappard (V.B.) en Van Dijk (A.R.)
braken een lans voor het lijntje EdeWa
gen ingen de heer Louwes (V.B.) nam
het op voor het lijntje WinsumZoutkamp,
waarvan hij veel gebruik maakt, en waar
voor .hij zelfs de veiligheidssignalen wilde
opheffen om het te sparen, wat den heer
Van Braambeek (S.D.A.P.) de opmer
king ontlokte, dat hij dan maar liever niet
onder het veiligheidssysteem van den heer
Louwes zou reizen; de heer S t u m p e 1
(R.K.) tenslotte bepleitte voortbestaan van
de lijn HoornBovenkarspel.
De eenige, die bij dit wetsontwerp een
interessant betoogje van meer algemeene
aard hield, was de heer Bongaerts (R.
K.). Deze had uit de stukken opgediept,
dat de Minister te elfder ure een bepaling
in het wetsvoorstel had opgenomen, waar
door het mogelijk werd de verschillende
lijntjes te behouden, indien gemeenten en
particulieren, die er geld in gestoken had
den, van hunne vorderingen wilden afzien,
't Zit 'm dus in de vast lasten, als deze
lijntjes niet geëxploiteerd kunnen worden,
concludeerde de heer Bongaerts niet ten on
rechte. Hetzelfde geldt echter van de
spoorwegen in het algemeen; bij deze even
wel wordt de oplossing niet gezocht in een
doen wegvallen dezer lasten doch in staats
subsidie ten einde deze te kunnen betalen.
De Minister van Waterstaat
ging hierop liever maar niet in, doch hield
een zoolang betoog tegen de sprekers, die
zich voor verschillende lijntjes geïnteres
seerd hadden, dat eenieder de moed verging
DE OPWEKKING VAN ELECTRISCHE ENERGIE
IN ZUID-HOLLAND.
EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK INGESTELD.
Wij publiceeren hieronder een besluit
van Ged. Staten van Zuid-Holland, be
treffende de instelling van een commissie,
die nader zal onderzoeken op welke wijze
de opwekking van electrische energie in
deze provincie opgedragen kan worden aan
een belangengemeenschap.
Volgens dit besluit hebben de gemeen
tebesturen van Delft, Dordrecht, Gouda,
Den Haag, Leiden en Rotterdam ieder één
lid in deze commissie aangewezen.
De personen, die bij elk dezer gemeenten
zijn genoemd, vormen tezamen één lid, t.w.
het lid dier gemeente.
De Geputeerde Staten der Provincie
Zuid-Holland,
gezien het verslag der Commissie tot be
studeering van de wenschelijkheid van sa
menwerking tusschen de electriciteitsfa-
brieken der gemeenten Dordrecht en Rot
terdam, ingesteld bij hun besluit van 13
Juni 1932, No. 137;
overwegende, dat de Commissie o.m.
voorstelt om de opwekking van electrische
energie in deze provincie op te dragen aan
een belangengemeenschap, welke de pro
ductie-inrichtingen voor gemeenschappelij
ke rekening exploiteert;
overwegende, dat verschillende van de
belanghebbende gemeentebesturen den
wensch te kennen hebben gegeven, dat dit
voorstel nader zal worden onderzocht door
een commissie, waarin alle gemeenten,
welke in deze provincie electrische centra
les exploiteeren, zitting hebben;
Besluiten:
I. Ten behoeve van vorenbedoeld on
derzoek een commissie in te stellen;
II. In deze commissie te benoemen:
Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, Minis
ter van Staat, Commissaris der Koningin
in de provincie Zuid-Holland, tot lid en
voorzitter;
H. van Boeijen, lid van Gedeputeerde
Staten der provincie Zuid-Holland, lid en
plaatsvervangend voorzitter;
Prof. dr. ing. C. Feldmann, hoogleeraar
aan de Technische Hoogeschool te Delft,
adviseur der provincie voor de electrici-
teitsvoorziening;
Ir. H. H. Ehrenburg, directeur van de
IJssel-centrale en het Twentsch Centraal
station;
Mr. G. van Baren, burgemeester der ge
meente Delft;
Mr. M. G. J. Bevers, wethouder der ge
meente Delft;
C. M. Dicke, wethouder der gemeente
Dordrecht;
Ir. A. Blomhert, directeur van het elec-
triciteitsbedrijf der gemeente Dordrecht;
E. G. Gaarlandt, burgemeester der ge
meente Gouda;
P. D. Muilwijk, wethouder der gemeente
Gouda;
J. B. van Hoorn, directeur van het elec-
triciteitsbedrijf der gemeente Gouda;
F. N. V. Quant, wethouder der gemeente
's-Gra venhage
Ih. G. J. Th. Baker, directeur van het
gemeentelijk electrisch bedrijf;
T. S. Goslinga, wethouder der gemeente
Leiden, voorzitter van Commissarissen der
Stedelijke Lichtfabrieken;
Ir. G. A. Klinkenberg, directeur der Ste-
A. Hanemaaijer, wethouder der gemeen
te Rotterdam;
er nog een woord over te zeggen; zoodat
ook dit wetsontwerp z. h. s. werd aange
nomen.
Reeds van Woensdag af had Minister
Geiissen zijn beurt zitten afwachten,
welke misschien zou komen bij de behan
deling van een verdrag over het merken
van eieren en bij eenige contingenteerinigs-
ontwerpen. De Kamer heeft hem inderdaad
in de gelegenheid gesteld zich voor het
eerst te doen hooren; want de heer Ver
voorn (Pl.B.) maakte eenige opmerkin
gen over het merken der eieren op de
schaal of op de kisten en over het feit, dat
eerst drie van de 13 deelnemende mogend
heden dit verdrag hadden geratificeerd;
en de heer IJzerman (S.D.A.P.) drong,
bij de contingenteering van cement, aan, op
maatregelen tegen het opdrijven van prij
zen van buitenlandsch cement door de im
porteurs.
Minister Geiissen antwoordde,
met het hem eigen gemak van spreken, dat
het merken zoowel op de schaal als op de
kist kon gebeuren, dat ook hij zich verwon
derde over de trage gang der ratificaties
en dat hij zou letten op onredelijke prijs
opdrijving, welke ook hij niet geheel af
wezig achtte.
Ook deze w.o. werden zh.s. aangenomen,
waarna de Kamer uiteen ging tot 9 Juli.
de directie van het electriciteitsbedrijf
der gemeente Rotterdam;
Mr. dr. F. L. J. van Haaren, burgemees
ter der gemeente Schiedam;
P. A. Colijn, burgemeester der gemeente
Alphen aan den Rijn;
Mr. A. Jonker, directeur der Vereeni-
ging van Nederlandsche gemeenten;
Prof. ir. J. C. van Staveren, bijzonder
hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te
Utrecht, directeur van het Centraal Bureau
der Vereeniging van directeuren van elec-
triciteitsbedrijven in Nederland, secretaris,
tevens adviseerend lid;
Mr. H. W. J. Mulder, administrateur bij
het provinciaal bestuur van Zuid-Holland,
secretaris.
Mr. C. H. F. Polak, adjunct-commies bij
het provinciaal bestuur van Zuid-Holland,
ad j unct-secretaris.
ni. Aan de commissie op te dragen:
a. te onderzoeken, om het, mede ge
zien de tegenwoordige ongunstige en on
zekere tijdsomstandigheden, niet in het be
lang van de meest economische electriei-
teitsvoorziening der provincie moet wor
den geacht, dat wordt overgegaan tot de
invoering van een stelsel van collectieve
stroomopwekking;
b. indien de onder a. gestelde vraag
bevestigend wordt beantwoord, aan te ge
ven, op welke wijze deze collectieve
stroom-opwekking technisch, financieel en
juridisch moet worden tot stand gebracht.
De commissie heeft bij haar onderzoek
als vaststaande aan te nemen, dat vanwe
ge de provincie aan de Zuid-Hollandsche
centrales de verplichting zal worden opge
legd om zich tegen onheilen van catastro-
phalen aard te beveiligen door koppeling
met andere productie-inrichtingen zoodanig
dat de levering van electrischen stroom
zoo noodig in haar vollen omvang door
de andere inrichting (en) kan worden over
genomen.
Een onderhoud met
mgr. Poels
Een redacteur der socialistische pers
heeft te Heerlen een onderhoud gehad met
Mgr. Dr. Poels, de aalmoezenier van den
arbeid, over de saneering van Zuid-Lim
burg. Het grootste gedeelte van het arti
kel, waarin dit gesprek in „Vooruit" wordt
weergegeven, is echter gewijd aan wat
Mgr. Poels zooals hij dat zelf in Lim-
burgsche gemoedelijkheid uitdrukte
eerst maar zoo wat heeft zitten praten
over de godsdienst in het maatschappelijk
leven, het kapitalisme, werkloosheid en
klassenstrijd. Het is de moeite waard
eenige van Mgr. Poels' treffende gedach
ten hier weer te geven.
Sprekende over den godsdienst, zeide
Mgr. Poels volgens „Vooruit" het vol
gende:
„Naar mijn rotsvaste overtuiging is
het loslaten van den godsdienst de oor
zaak van heel veel kwaad op de wereld.
En nu is er den laatsten tijd wel een
soort waardeering voor de religie gekomen,
maar daar geef ik niets om. Om religieuze
gevoelens te hebben, als er een vogelke
zoo mooi in een boschje zingt, of als de
klokken over de velden galmen alle
maal heel aardig, maar niks waard! De
ware godsdienst is geen gelegenheidsaan
doening, maar onlosmakelijk verbonden
met al ons doen en denken. En die gods
dienst is vaak zoo verkeerd beoordeeld".
Over Katholicisme en Kapitalisme lezen
wij het volgende:
„Ik kom er tegenop, als ze zeggen, dat
het katholicisme een dienaar van den
Mammon is. O er zijn fouten gemaakt en
ge kunt voorbeelden aanwijzen, waarop wjj
heusch niet grootsch hoeven zijn. Maar is
het billijk om de fouten, die er in de oude
j Joodsche gemeenschap waren, te wijten
j aan de sociale werkers van dien tijd, de
propheten?
Een Kerk, die het „Wee den rijke, zalig
den arme" predikt en zooveel priesters
heeft, die vrijwillig de armoede zijn inge
gaan, kan geen steunpilaar van het kapi
talisme zijn.
Ik verfoei het kapitalisme, al versta ik
daar wat anders onder dan gij. Ik noem
het kapitalisme, wanneer aan het eigen
domsrecht de alleenheerschappij over de
menschen wordt vastgeknoopt. De dicta
tuur der bezitters, hun syndicaten en
trusts, vernielt de waardigheid van den
mensch en voert de wereld naar den af-
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Algemeene beginselconventie te Genève
ter verkorting van den arbeidstijd. (2de
blad).
S acramentsda gviering te München. (2de
blad).
Minister Eden weer op reis. (2de blad).
Abessynië vraagt om neutrale waarne
mers aan den Volkenbondsraad. (2de blad).
BINNENLAND.
Duiker te IJmuiden omgekomen. (Gem.
Ber„ 3de blad).
Dievenbende op de Veluwe gearresteerd.
(Gem. Ber., 3de blad).
Zij die zich per 1 Juli a.s.
wenschen te abonneeren op „DE
LEIDSCHE COURANT', ontvan
gen de voor dien datum verstjiij-
nende nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE.
grónd. De gemeenschap heeft het zedelijke
recht om controle op het bezit uit te oefe
nen".
En verder deze verklaring over de sa
menwerking met de andere christelijke
groepen:
„Ik wil u ronduit zeggen, dat ik er vóór
ben om zoo lang mogelijk samenwerking
te zoeken met andere christelijke groepen,
omdat naar mijn wijze van zien een so
ciale daad pas waarde heeft, wanneer zij
uit een godsdienstig gevoel voortspruit".
Ook de volgende woorden van Mgr.
Poels over werkloosheid en klassenstrijd
zijn een overweging waard.
„Wanneer het er om gaat, het ontzet -
tendste probleem, waarvoor de menschheid
ooit is gesteld, de werkloosheid, op te los
sen, moeten wij naar een synthese van
doelstellingen zoeken en niet langer de
verabsoluteering van afzonderlijke doel
stellingen najagen.
Om dit centrale probleem te bestrijden,
aanvaard ik ieder middel, dat succes kan
hebben. Ik zou ook de loonsverlaging aan
vaardenals die hielp. Maar ik kan
geen heil zien in de vermindering van de
koopkracht.
Klassenstrijd als middel
Het is dwaasheid om het bestaan van de
klassenstrijd te ontkennen. Ik vind het al
leen verderfelijk om daar een doel van te
maken en ik acht het niet mogelijk om
dóór de klassenstrijd een einde te maken
aan de klassenstrijd".
Betreffende den toestand in de mijnin
dustrie merkte Mgr. op:
„De mijnen moeten weer draaien! Zoo
als de zaken thans staan, is het een onmo
gelijkheid om tegen de dumpingprijzen van
het buitenland te concurreeren. De ver-
woedste vrijhandelaar kan het toch niet
goedkeuren, dat ons afzetgebied binnen de
grenzen op kunstmatige manier aan de in-
heemsche mijnen wordt ontnomen?
De techniek van onze mijnen is uitste
kend; onze mijnwerkers doen waarachtig
niet onder voor die in het buitenland.
Ordening dient er alleen te komen door
de stichting van een in- en verkoopbureau,
net als gedurende den oorlog. En wan
neer de prijs van onze kolen, als gevolg
van de buitenlandsche maatregelen, ab
normaal laag blijkt, dan is het billijk en
noodzakelijk, dat de regeering een toeslag
geeft. Niet om de kolenprijzen abnormaal
hoog te maken, maar alleen om de mijnen
weer op gang te helpen.
Het onderzoek wordt nu ingesteld.
Wij zullen dus de resultaten eens af
wachten
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW DAGBLAD