DONDERDAG 13 JUNI 1935 DE LEÏDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. BUITENLAND VOLKENBOND. ARBEIDSCONFERENTIE BLIJFT VERDEELD. Ondanks alle moeite, welke de voorzitter der arbeidsconferentie Creswell zich gege ven heeft, om de bezwaren te overwinnen welke de werkgeversgroep er tegen had om mede te werken aan het opstellen van con venties ter invoering van de 40-urige werk week in vijf industrieën, is hij hierin niet geslaagd. Slechts de afgevaardigden der werk gevers uit Italië en de Vereenigde Staten waren hiertoe bereid. Door de houding van de overige gedelegeerden der werkgevers kon er geen commissie ter behandeling van dit vraagstuk worden ingesteld. De confe rentie besloot derhalve de aangelegenheid m de plenaire zitting te behandelen. Men kon echter niet tot overeenstemming komen over de te volgen procedure en na een breedvoerig debat, dat tot niets leidde, werd besloten de beslissing hieromtrent tot van daag uit te stellen. Op voorstel van de arbeidersgroep werd met 5749 stemmen een resolutie aange nomen, waarin verklaard wordt, dat de conferentie van oordeel is, dat een alge- meene conventie op basis van de 40-urige werkweek behoort te worden aangenomen en dat naar deze conventie de verschillende industrieën zich zullen moeten richten. Voor de aanneming van dit besluit was een geringe meerderheid voldoende, doch voor de aanneming van de conventie zelf is een meerderheid van 2/3 vereisoht. „Tel." DUITSCHLAND. DE TOESTAND IN HET SAARGEBIED. Naar K.W.P. mededeelt, heeft men op een mijnschacht in het Saargebied dezer dagen de volgende spreuk geschreven: „Deutsch war die Saar und Deutsch ist die Saar, aber schlimmer ist es jetzt wie es früher war". Voor en na de volksstemming is door Bürckel gezegd dat de Katholieken niet in hun godsdienstige gevoelens zouden wor den gekwetst. Op de jongste vergadering van den Bond van Onderwijzers en Onder wijzeressen, die in Saarburg gehouden werd, heeft de Districtsleider Eiber de deelnemers aan de bedevaart naar Eber- hardsklausen (waar de Bisschop van Trier gepreekt heeft) uitgescholden voor lands verraders, schoften en communisten. Er zouden wel maatregelen genomen worden om dit zwart verzet te breken. De Inspecteur van het onderwijs deelde aan de vergadering mede: 1. dat voortaan de godsdienstoefening die tweemaal in de week voor heel de school gehouden werd, niet meer zou plaats vin den; 2. dat het onderwijzend personeel zich heeft te onthouden van alle medewerking om toezicht uit te oefenen over kinderen tijdens godsdienstoefeningen; 3. dat godsdienstige tijdschriften niet meer in de scholen mogen worden uitge deeld en dat daarvoor ook geen propaganda meer mag worden gemaakt. 4. dat kinderen beneden 10 jaar geen lid meer kunnen zijn van de Kindsheid; 5. dat kinderen boven 10 jaar bewerkt moeten worden om lid te worden van de Hitier Jugend. ENGELAND. VLOOTACCOORD LONDEN—BERLIJN BEREIKT. Duitschland mag bouwen tot 35% der Britsche sterkte. Nog voordat de Duitsche vlootdelegatie uit Londen is vertrokken, is volgens Reu ter een Britsch-Duitsch accoord tot stand gekomen, welks aanvaarding afhankelijk is gesteld van de voorwaarde, dat de andere onderteekenaren van het verdrag van Ver sailles er geen bezwaar tegen maken. Overeenkomstig den Duitschen wensch wordt de verhouding tussohen de Britsche en de Duitsche vloot vastgesteld op 35 pro cent. Die verhouding zou gelden voor elke categorie oorlogssohepen afzonderlijk en zou constant blijven. Hiermede bedoelt men, dat de uitbreiding der vloot van een an dere mogendheid dan Groot-Brittannië niet zal leiden tot een uitbreiding van de Duit sche vloot. Van den stand der Britsch-Duitsehe on derhandelingen is, naar van particuliere zijde aan Reuter wordt gemeld, de Fransche regeering op de hoogte gesteld. Engeland zou, volgens in Parijs ontvangen inlichtin gen, op de hoogte worden gesteld van het Duitsche vlootbouwprogram. Men is namelijk in Frankrijk en Enigeland bezorgd over het tempo, waarin de nieuwe Duitsche vloot wordt gebouwd en de ge volgen van het Britsch-Duitsche accoord voor de aanstaande vlootconferentie, welke moet worden gehouden wegens het afloo- pen van het verdrag van Washington, voor al voor het geval de onderteekenaren hun vrijheid van handelen hernemen, indien de conferentie mislukt. GRIEKENLAND. HERSTEL DER MONARCHIE? Brief namens den ex-koning. Grieksche bladen publiceeren een brief, welken de secretaris van ex-koning George, Levudis, gezonden heeft aan een afgevaar digde te Athene en waarin wordt gezegd: „De koning volgt met diepe emotie de ma nifestatie van het Grieksche volk. Hij is be reid naar Griekenland terug te keeren, niet als leider van een overwinnende partij, doch als onpartijdig scheidsman tusschen alle partijen". CHINA. NIEUWE SPANNING MET JAPAN. Tokio stelt nog meer eischen. De verhouding tusschen Japan en China is plotseling verscherpt, doordat Japan nieuwe eischen heeft gesteld en de inmid dels afgetreden Chineesohe minister van Oorlog Ho Jing-tsjin weigert, schriftelijk antwoord te geven op de Japansche eischen. De Japanners verlangen, dat alle regee- ringsamibtenaren in Noord-China en masse ontslagen worden en vervangen worden door anderen, die Japan vriendschappelijker gezind zijn. Voorts verneemt Reuter van betrouwbare zijde, dat het aftreden van den gouverneur van Tsjahar, Soeng Tsje- joean, en het terugtrekken van zijn troe pen uit de provincie wordt geëischt. Ook neemt men aan, dat de Japansche ambas sadeur Arijosji, die Vrijdag zijn geloofs brieven aan de Nanking-regeering zal over handigen, zal aandringen op consolidatie der leeningen. Het gaat hier speciaal om de leening 1917, welke de Chineezen steeds weigerden te erkennen. Deze consolidatie zou het voorstel zijn van een economische en financieele samenwerking tusschen China en Japan. Voor het schriftelijke antwoord op de oude, reeds ingewilligde, eisohen hebben de Japansche militairen een limiet tot gister avond twaalf uur gesteld. Generaal Ho Jing-tsjin, die als tusschenpersoon was op getreden, blijft echter, zooals gezegd, wei geren dit antwoord te geven en men vreest, dat in Noord-China direct tot vijandelijk heden zal worden overgegaan, indien de Japansche militairen voortgaan een schrif telijk antwoord te verlangen. Men beschouwt de nieuwe eischen in Chi- neesche kringen als sensationeel en veront rustend en de centrale politieke raad is di rect te Nanking bijeengekomen, om de si tuatie te bespreken. Worden de nieuwe Japansche eischen in gewilligd, dan zou dit, naar men in Peking meent, er toe leiden, dat het grootste ge deelte van Noord-China een Japansche pro vincie wordt. Talrijke Ghineesche ambte naren verklaarden verder, dat het verlang de aftreden van den gouverneur van Kwan- toeng de eerste stap zou zijn naar een an nexatie van de Mongoolsche provincie Tsjahar door het „strooman-regime" van Mandsjoekwo. BUITENLANDSCHE BERICHTEN. TWEE MENSCHEN DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. Tijdens een hevig onweer te Auerbach (Duitschland) zijn een 62-jarige en een 65-jarige man door den bliksem gedood. IN EEN RIOOL BEDOLVEN. In een riool te Basel waarin drie arbei ders werkzaam waren, heeft een instorting plaats gehad, tengevolge waarvan de drie mannen werden opgesloten. Een reddingsploeg slaagde er in, na den geheelen nacht in koortsachtige haast te hebben gewerkt, een der werklieden nog levend te bergen. De beide anderen bleken reeds te zijn overleden. WATERSNOOD IN TIROL. Buitenwijken van Innsbruck staan blank. De rivieren in Tirol hebben als gevolg van het sneeuwsmeltwater sedert eenige dagen een hoogen waterstand bereikt, waarvan reeds vijf personen het slachtof fer zijn geworden. In de omgeving van Innsbruck zijn drie jongens van 12 tot 18 jaar bij het baden in de Inn verdronken. In Oost- Tirol zijn bij Linz een slotenmaker en zijn leerling met hun motorfiets in de Isel gereden. Zij verdwenen onmiddellijk in de diepte en konden niet meer worden gevonden. Een deel van de buitenwijken van Inns bruck staat onder water. In het stadsge deelte St. Nikolaus drong het water in de kelders en de laaggelegen woningen. DORPSBRAND IN HONGARIJE. In het Hongaarsche plaatsje Tapolca is gistermiddag door onbekende oorzaak een gr00te brand uitgebroken, waaraan wel dra dertig huizen ten offer waren gevallen. Door den orkaanachtigen wind werd het werk der brandweer zeer bemoeilijkt. HET VERWOESTE QUETTA. Een klooster in stand gebleven. Uit het aardbevingsgebied in 't Noord- Westen van Britsch-Indië, waar tiendui zenden den dood hebben gevonden, wordt gemeld, dat temidden van de verwoeste stad Quetta het klooster van de Zusters van Cork behouden is gebleven. In een in 1922 gestichte klooster, het eer ste in Belóedsjistan, ontvangen 200 Euro- peesche, Anglo-Indische en Indische kinde ren onderricht. De Overste is onlangs nog onderscheiden. Quetta, dat gelegen is in het diocees Bombay, telde 1500 katholieken. LETTEREN EN KUNST HET KONINGIN EMMA-GEDENK- TEEKEN. Men schrijft ons: Wel zeldzaam is de proef, welke thans gaat genomen worden. Men kent de voorgeschiedenis. Het Haagsche Comité voor de oprichting van een monument ter eere van wijlen dc Koningin-Moeder had een prijsvraag uit geschreven, waarvan de inzendingen een vijftigtal in de Ridderzaal werden ge- exrposeerd. Een deskundige jury koos de 3 h.L beste ontwerpen uit de beeldhou wer Zijl, te Bussum, kreeg den eersten prijs maar het comité belastte een anderen inzender, Toon Dupuis, met de uitvoering van zijn ontwerp. Het Comité vond dit beter en beriep rich daarbij op de puiblieke opi nie. „Wacht", dacht het* Amsterdamsche Co mité, dat ook Koningin Emma met een ge- denkteeken wil eeren, „nu kunnen wij ons de kosten en moeiten voor een prijsvraag besparen". En het droeg den gepasseerden heer Zijl de uitvoering van diens bekroond ontwerp voor de hoofdstad op. Een zeldzame wedstrijd krijgen we zoo doende. Wie zal de palm der eindoverwinning be halen: Dupuis of Zijl? Het Haagsche Comité vond, dat Duipuis het allerbeste de „geliefde trekken en be kende gestalte", der Koningin-Moeder weer gaf, juist zooals het volk zulks gaarne zag. Er was wel geen referendum ge weest, om dit uit te maken, maar het comité had het toch gehoord. Nu wil het geval dat Zyl de „geliefde trekken en bekende gestalte" geenszins ver waarloosde. De beeltenis van Koningin Emma troont bij hem op een hoog voet stuk. Hij had alleen het gevraagde model van het beeld wat minder minutieus uit gewerkt dan Dupuis, die een tot in details welverzorgd beeld klaar had. Maar waarom zou Zyl het definitieve mo nument niet even welverzorgd kunnen af werken? Stellig zal hij daar ernstig naar streven, in de gegeven omstandigheden al licht meer dan ooit. En als hij slaagt, het geen gezien zijn ontwerp best te ver wachten is, krijgt het publiek bovendien een met symbolieke figuren versierd voet stuk, dat aan een mooie gedachte gestalte geeft. Van dit laatste beloofde Dupuis niets en kwalijk kan hij deze armoede in zijn ge- dachtengang alsnog gaan camoufleeren. Hij blijft aangewezen op de „geliefde trekken en bekende gestalte" zonder meer. Een metterdaad zeldzame wedstrijd. Als eenmaal beide monumenten klaar zijn, zullen de foto's wel naast elkaar wor den gepubliceerd, bij welke gelegenheid pas voorgoed zal blijken, wie gelijk had: het Haagsche Comité of de door dit comité in het ongelijk gestelde jury. Het geval is stellig leerzaam en op zich zelf een monument in de roerige prijsvraag wereld. DE C. W. v. d. HOOGT-PRIJS. Zooals gisteren medegedeeld heeft het bestuur van de Maatschappij der Neder- landsche Letterkunde den C. W. v. d. Hoogt-prijs niet toegekend, hoewel de Commissie voor Schoone Letteren had ge adviseerd deze toe te kennen aan een dichtbundel van H. Marsman. Motief was, dat de schrijver zich in een door hem geschreven artikel minder gun stig over de Mij. der Ned. Letterkunde had uitgelaten. Naar aanleiding hiervan schrijft de „Tijd" o.m.: „Van het grootste belang mag de eisch geacht worden, dat men ter bevoegder plaatse tot een zuiver inzicht kome aan gaande de beteekenis van de toekenning dezer jaarlijksche bekroning. Indien het Hoofdbestuur een commissie, die het heeft belast met de aanwijzing van een candi- daat, op deze wijze openlijk meent te moeten desavoueeren, waarom heeft het deze commissie dan eigenlijk ingesteld?" DR. N. JAPIKSE. De nieuw-ingestelde tweej aarlij ksche prijs voor Biographie en Cultuurgeschiede nis is dit jaar toegekend aan dr. Japikse, Directeur van het Koninklijk Huis-archief en van het bureau van 's Rijks Geschied kundige Publicatiën. Dr. Japikse, die te Joure (Fr.) geboren werd in 1872, studeerde te Leiden Ned. letteren en behaalde in 1900 de doctorale waardigheid. Van zijn hand verschenen verscheidene werken en studies, waarvan vooral bekend zijn „Verwikkelingen tus schen Engeland en de Republiek 1660 1665", het werk waarop hij disserteerde, zijn „Handboek tot de Staatk. Gesch. van Nederland" (in samenwerking met Prof. Gosses), dat in 1919 verscheen, alsmede enkele beschrijvingen van staatslieden en correspondentie uit het verleden, van wel ke werken verschillende ook in vertaling werden uitgegeven. De prijs werd hem toegekend voor zijn nieuwste werk: Prins Willem III, waarin hij het leven en de verrichtingen van den Koning Stadhou der beschrijft. ,.Tijd". RECHTZAKEN DE DOODSLAG TE HOOFDDORP. Behandeling in hooger beroep. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft, zoo als gemeld, gistermiddag, zooals het bij in terlocutoir vonnis had beslist, nog een aan tal getuigen gehoord in de zaak tegen den 24-jarigen electro-technicus W. K., die zich te verantwoorden heeft gehad wegens doodslag op zijn 43-jarigen pleegvader Van B., welk feit in den nacht van 5 op 6 Sep tember van het vorige jaar is gepleegd. Des ochtends had het Hof een bezoek aan Hoofddorp gebracht om de situatie ter plaatse nauwkeurig op te nemen. Als eerste der getuigen werd gehooid de inspecteur^, van politie te Hoofddorp, Jels- ma, die nogmaals verklaarde, dat in het in wendige van heit schuurtje door een der daarin aanwezige raampjes een met bloéd bevlekt karton duidelijk zichtbaar was. Pres.: Verdachte, toen u wegreed met uw fiets, was heit licht. Verdachte: Het begon licht te worden. Pres.: U hebt de voordeur achter u dicht getrokken? Verdachte: Jawel en daarna ben ik, met mijn fiets aan de hand, over het grintpad naar buiten geloopen. Pres.: Er was in het huis van Van B. geld uit den muntmeter gestolen. Had Van B. u daar wel eens over gesproken? Verdachte: Hij heeft er tegen mij nooit iets van gezegd. Getuige J.: Van B. heeft wel eens tegen me gezegd: Zeg in 's hemelsnaam nooit dat ik gezegd heb dat K. het wel gedaan zal hebben. Er is ook een ander mij mij thuis geweest, die de schuldige kan zijn. Op vragen van den president deelt ver dachte verder mede, dat hij dien morgen op zijn fiets naar Haarlem was gereden; hfj is daar op den trein naar Amsterdam gestapt en verder naar Bilthoven gereisd. Het moet ruim negen uur geweest zijn, toen hij daar aankwam. Een chauffeur uit Vijfhuizen, die te Haarlem werkzaam is, verklaart dat hij verdachte, dien hij wel kende, begin Sep tember eens heeft gereden en hem toen •had medegedeeld dat zijn zuster ernstig ziek was. Hij wist dit omdat hij verdachte's moeder en zuster, die te Vijfhuizen woont, uit het ziekenhuis had gehaald, waar zij in observatie was geweest. Pres.: „En schrok verdachte toen erg?" Getuige: „Dat weet ik niet, dat kun je niet zien als iemand naast je zit". De arts N., nogmaals naar voren geroe pen, verklaart dat het ziekenhuisbezoek werkelijk is geschied. Getuige Veneman, de buurman van den verslagene legt vervolgens verklaringen af omtrent zijn bevindingen in den nacht van 5 op 6 September en op den vroegen mor gen, toen hij niet had kunnen slapen. Om streeks 5 uur heeft hij een bonzend geluid geshoord in de woning van Van B. Geruimen tijd later werd de deur dichtgeslagen en weer eenigen tijd later volgde het geluid van een wegrijdenden fietser. Hoe men van de voordeur gekomen is bij de gereed ge zette fiets, weet getuige niet. Het geluid van voetstappen in het grint is niet tot hem doorgedrongen. Getuige heeft vaak in de werkplaats het geluid gehoord van slaan op een aaihbeeld en van zagen. Het eigen aardige geluid dat hij den bewusten och tend hoorde, was van geheel anderen aard. Pres.: „Merkte u iets van de verhouding tusschen K. en van Brussel?" Getuige: „Neen". Pres. (tot verdachte): „U weet toch dat van B. vermoord is?" Verdachte: „Ja, dat wel". Pres.: „U is dien nacht met hem in huis geweest en de daad moet 's morgens ge pleegd zijn. Heeft u een verklaring voor den moord? U is te zes uur weggegaan, toen het licht was. Daarna moet er dus iemand in huis gekomen zijn, die van B. even vermoord heeft en daarna is wegge gaan". Verdachte: „'t Kan ook dat de dader al in huis is geweest. In elk geval ben ik over het grint met mijn fiets weggeloopen en ben ik niet weggereden". Dan wordt naar voren geroepen de mon teur Van Weelde, een belangrijke getuige in deze zaak, die de vorige maal langdurig is gehoord. Pres.: „Tracht u nu eens duidelijk te ma ken wat u op den ochtend van 6 Septem ber heeft gedaan. Toen men u niet open deed, hebt u gewacht, niet?" Getuige: Ja zeker, meer dan een uur!" Pres.: „En u bent niet eens even om het huis geloopen of hebt door het breede raam gekeken?" Getuige: „Ja, ik wou dat ik dat maar ge daan had. Ik heb geen oogenblik gedacht dat er iets ergs gebeurd kon zijn". Pres.: „U hebt zoo'n tijd gewacht; dacht u dat van B. wel komen zou?" Getuige: „Ja, dat weet ik niet precies". Mr. Eekens (een der verdedigers): „Hebt u dien Donderdag door het achterraampje ook de fiets van van B. gezien?" Getuige: „Ja". Mr. ten Bokkel (de tweede verdediger): „Wist u niet, dat er in het schuurtje een groot voorraam was?" Getuige: „Neen". Mr. ten Bokkel: „En toen ik voor het eerst over de zaak sprak, hebt u gezegd, dat u dat raam zelf had gemaakt. Getuige weet zich dat niet meer te her inneren. Getuige Den Boef, landbouwer, verklaart van B. gekend te hebben. Op een keer had hij getuige opgezocht en tegen hem ge zegd: „O, ik ben toch zoo bang, wil je niet voor me bidden?" Pres.: „Voor wien was hij bang?" Getuige: „Voor K." Pres.: „Woonde K. toen bij hem?" Getuige: „Jawel". Pres. (tot verdachte): „Kimt u die.Vïng- heid van van B. tegenover u verklaren?" Verdachte: „Neen, dat kan ik niet". Het woord is dan aan den procureur-ge neraal mr. D. Reilingh Dzn., die verwijst naar zijn uiteenzetting in zijn requisitoir, waarin hij als zijn oordeel had te kennen gegeven, dat alleen verdachte het feit kan hebben gepleegd. Na nog op enkéle belangrijke feiten in deze zaak o.a. de verklaringen van ge tuige Den Boef te rijn ingegaan, zei de spr., dat wel zeer duidelijk naar voren is gekomen de groote angst, dien de versla- gene voor verdachte, uit hoofde van mis handelingen en bedreigingen, voor verdach te heeft gehad. Gebleken is, dat getuige Van Weelde het lijk niet door het tuimelraampje van de werkplaats heeft kunnen zien, hij is slechts nalatig geweest, toen hij, geen gehoor krij gende, geen onderzoek heeft ingesteld. Als deze getuige aan het misdrijf debet zou zijn geweest, zouden zijn antwoorden geheel anders geweest zijn. De schuld van verdachte staat, naar spr.'s oordeel, vast: hij heeft nog getracht een vreemde tusschen de zaak te schuiven, die dan de schuldige zou zijn geweest, maar het is hem- niet gelukt, dit aannemelijk te maken, daar vaststaat, dat na 7 uur 10 de voordeur niet meer heeft bewogen. De tijd, gelegen tusschen zijn vertrek en dit laatste moment, waarop de krant door de bus ach ter de deur is gevallen, is te gering om het mogelijk te doen zijn, dat het misdrijf toen door een ander gepleegd zou kunnen zijn. Spr. persisteerde dan ook bij zijn eisoh van tien jaren gevangenisstraf. De verdedigers, mrs. Th. Eskens en P. C. ten Bokkel de laatste heeft vend, voor de Rechtbank te Haarlem bijgestaan concludeerden, evenals in hun vorig plei dooi voor het Hof, tot vrijspraak. Volgens hun oordeel is geen enkel doorslaand be wijs voor de schuld van K. geleverd. Mr. ten Bokkel deed voorts nog uitkomen, dat verd. zich in deze zaak op geen enkel punt heeft tegengesproken. Na re- en dupliek werd het arrest bepaald op 25 Juni. UIT DE OMGEVING KATWIJK. Vertrokken: A. v. d. Plas naar Rijnsburg D. Zuyderduin naar Noord- wijkerhout G. J. P. Peppink naar Rot terdam J. C. Dubbeldam naar Amster dam P. Kouprie naar Oegstgeest G. de Mooy naar Noordwijk J. van Dijk naar Leiden H. C. Waterreus naar Den Haag C. J. Brand en echtg. naar Alphen a. d. Rijn T. Boon en gezin naar Leiden. Gevestigd: M. P. Odijk van Alphen a. d. Rijn E. G. Drenth van Voorburg J. Dubbelaar van Den Haag C. E. Jacobs van Amsterdam J. v. Tiebhoven van Oegstgeest A. Siderius van Pijn- acker H. J. Londs van Kampen C. Heenk van Alphen a. d. Rijn H. H. J. Carmiggelt van Leerdam C. P. Ouwe hand van Vlissingen C. Ripping en gezin van Den Haag Wed. M. H. Raken Teldbrugge en kinderen van Den Haag. SASSENHEIM. Geboren: Johannes z. van W. van der Nolen en H. P. Scholtens Alida Pe- tronella Maria d. van J. van der Hulst en M. P. van der Lans. Ondertrouwd: T. Verbree 23 j. en J. Verbeek 24 j. Getrouwd: W. J. J. Beijk 22 j. en M. C. Goddijn 22 j. M. J. van der Burgh 26 j. en J. Hoogewoning 25 j. Vertrokken: J. Hoogewoning naar Arnhem H. Oudshoorn naar Ned. Indië J. Colijn naar Voorhout G. W. Noort naar Bloemendaal. VOORSCHOTEN. Aanrijding. Een luxe auto van den heer R. uit den Haag en een bestelauto van van der S. uit Leiden, die met vrij groote snelheid een groentenwagen wilde passeeren zonder voorrang te geven aan den heer R., botsten tegen elkander. De luxe auto werd totaal vernield en was on berijdbaar. Door een kraanwagen uit den Haag werd de luxe auto weggesleept. Ook werd nog een driewielige bakfiets aange reden. Procesverbaal is opgemaakt. De aanrijding geschiedde langs den Leidsche- weg. WARMOND. Moedig. Toen het 8-jarig zoontje van den heer van Staveren in den hooiberg van den heer van Rijn aan 't spelen was, be merkte hij dat het 3-jarig zoontje van den heer v. d. Bent bewusteloos in het water dreef. Terstond nam hij een aan den kant liggend roeibootje en haalde met moeite zijn speelkameraadje binnen boord. De pogingen om de levensgeesten van het kindje op te wekken, werden met gunstig resultaat beloond en het is zeer zeker aan het kordaat optreden van het moedige ventje te danken, dat het drenkelingetje behouden werd. Watersport. De vereeniging ter be vordering van de watersport onder de jongeren houdt dezen zomer alhier een groot waterkamp en wel voor de meisjes van 24 Juli tot 2 Augustus en voor de jongens van 3 Augustus tot 12 Augustus. Deze meisjes en jongens zijn in Warmond graag geziene gasten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6