De Wereldtentoonstelling te Brussel
NEDERLANDSCHE ZANGERS
Het schoone en het ernstige leven
BUITENLAND
DONDERDAG 6 JUNI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
L
Entrw
Het is Zondag en druk op de Wereldten
toonstelling te Brussel ondanks het drei
gende weer. Veel moede menschen slente
ren door de breede allée's langs de prach
tige paviljoens of laten zich door het mi
niatuurtreintje a raison van vijf francs, wat
tegenwoordig nog maar een kwartje is,
voeren door de breede lanen. Soms schijnt
de zon en de moede menschen transpiree-
ren, even later rammelt de donder en weer
even later exposeert de hemel een wolk
breuk. Ook de natuurelementen ex poseeren.
Dain vluchtten al die Brusselaars en vreem
delingen in de dicbtstnab ij zij nde pavillioens
om, als vijf minuten later de zon weer
straalt, hun bewonderende aandacht op
nieuw te wijden aan Chili, Estland, Roeme
nië en dus zoo mogelijk een reds door de
wereld te maken.
Er zijn menschen, die deze taak ernstig
opnemen, zeer ernstig zelfs.
En zoo doen het de leden een er Neder-
landsche zangvereeniging, die potverteren
op de wereldtentoonstelling te BrusseL
Op Zondagmiddag zijn zij hier aange
komen uit Akkrum of Aalst of Pannerden
ik weet het niet met ernstige gezich
ten schrijden zij over het terrein der we
reldtentoonstelling naar het eerste doel van
hun tocht: het Nederlandsche pavillioen.
Daar bestijgen zij de trappen van het in
drukwekkende gebouw. Zij verzamelen zich
op het platform en ontblooten de hoofden.
Zoo vormen zij een kring om een man,
een imposanten man, met een kaal hoofd en
een Schillerkraag. Deze heft de armen en
zwaait ermee. De zangvereeniging zingt
Vanaf het bordes van het Nederlandsche pa
villioen klinkt meerstemmig: Wilhelmus
van Nassaue. Zij willen graag op reis gaan,
zij willen vroolijk potverteren ook, maar
zij willen niet hun kunst en roeping verza
ken. En omdat ik juist mijne schaapkens,
die onder de hoede van De Leidsche Cou
rant dat ben ik nu en in een voor
treffelijke autocar van de firma Beuk naar
Brussel zijn vervoerd, aldaar verzameld
heb, genieten wij van deze plechtige stonde.
Als de zangers hun kunst bedreven
hebben, voelen zij zich gerust. Lachend da
len zij het bordes af. Plicht en taak zijn
vervuld, nu wacht hen vreugde en bier.
Wij zijn reeds Zaterdag tegen den avond
op deze wereldtentoonstelling aangekomen
en verwelkomd met een zee van licht. Dit
licht is overweldig end. Het is wel niet al
tijd met evenveel smaak aangebracht, maar
bet is er overvloedig. Zoo kan ik maar niet
wennen aan de lantaarnverlichting langs
de allee's. Licht is nu eenmaal licht en
bloemen zijn bloemen. Bloemen mogen
schoone kleuren hebben en heerlijk ruiken
ook, maar zij geven nooit licht en zullen
dit ook nooit doen. En daarom verfoei ik het
licht, dat in bloemenslingers om die witte
lantaarnpalen is gedraaid.
Maar overigens is deze tentoonstelling
geweldig. Zij is grooter dan die in Parijs.
(De expositie in Chicago kon ik door druk
ke bezigheden niet bezoeken).
Wel heeft men op regenachtige dagen
wat last van de roode Brusselsche klei, die
zich in groote klonters aan je schoenen
hecht, maar dat ongemak moet luchthartig
en lichtzinnig overwonnen warden.
En bij zooveel pracht en zooveel schoons
is dit niet moeilijk.
Deze tentoonstelling is in verschillende
categorieën te verdoelen. Er is de catego
rie van het schoone, de categorie van het
ernstige, de categorie van het rare en de
categorie van het vroolijke leven. Er zijn er
misschien nog meer, maar het lijkt mij vol
doende met deze te beginnen.
Het schoone leven.
De categorie van het schoone ligt zeer ver
uiteen. Daartoe behoaren b.v. de zeer
schoone fonteinen, die in allerlei oouleuren
omhoog spuiten, daar waar de groote allee's
elkander kruisen en een plein vormen.
Deze fonteinen spuiten echter niet alleen
omhoog, zij vormen ook watervallen, waar
in het sierlijk omhoog geworpen water
weer moet neerdalen. Maar voordien schijnt
het water verstoven te zijn en het waait de
talrijke voorbijgangers in ontelbare kleine
waterstofdeeltjes in het gezicht. Het water
is dan niet meer kleurig en schoon, alleen
maar onaangenaam. Maar wie in het bezit
is van een parapluie heeft daarvan geen
last En later als het warm zal zijn zal deze
verkoeling misschien een veel gezochte
attractie worden.
Tot de categorie der schoonheid behoort
ook het prachtige rosarium dat bloemen en
lioht tegelijk geeft. De bloemen moeten nog
gaan uitbloeien en het licht schijnt des
avonds vanuit de trappen die ons opwaarts
voeren over diit terras. Want dit rosarium
is terrasvormig aangelegd aan de voet van
het restaurant Leopold n en het Con go-
pa villioen.
Des avonds zal het licht de bloemen be
schijnen en overdag zal men in deze tuin de
treden der trappen op en af gaan, genietend
van de natuur in deze wereld van techniek.
Op dezen dag genieten wij in dit rosa
rium van iets anders.
Want rechts van het rosarium is een mu
ziektent gebouwd, waar gedurende de ten
toonstelling de duizend muziekmaatschap
pijen van onze Belgische vrienden volgaar
ne de longen uit het lijf zullen blazen. Wij
krijgen er een voorproefje van.
De muziekmaatschappij „De ware vrien
den" concerteert nu.
Maar aan de andere zijde van het rosa
rium is een pavillioen van een of andere
radiofabriek en deze voelt zich gedrongen
doorloopend haar producten te demonstree-
ren. Boven den ingang is een groote luid
speaker aangebracht, die werkt op volle
sterkte.
Maar de muziekmannen laten zich niet
overbluffen. Zü zijn hier gekomen om te
blazen en daarom blazen zij. Zij laten zich
door zoo'n ordinaire loudspeaker, die alleen
maar ingemaakte muziek kan geven, niet
overstemmen. De dirigent zwaait en ter
wijl de radio een concert vut Kalundborg
ten gehoore brengt, blazen onze muziek
mannen er een daverende marsch tegen in.
Ik vlucht Muziek is schoon, moet tenmin
ste schoon zijn en deswege is het ook in
gedeeld bij de categorie der schoone
kunsten. Maar deze muzikale uiting hoort
daartoe beslist niet
Het ernstige leven.
Daar is de categorie van het ernstige le
ven. Ik heb daarop in den aanvang reeds
gewezen, toen het Nederlandsche zangkoor
vóór het Nederlandsche pavillioen het
„Wilhelmus" ten beste gaf. Dat was het
schoone en ernstige leven tegelijk.
Het Nederlandsche pavillioen behoort
ook tot het ernstige leven, zooais trouwens
de meeste pavillioens der verschillende
landen. Men zou het ook het vruchtbare le
ven kunnen noemen. Wamt hier wordt ver
toond wat al dde landen zoo gaarne willen
laten zien, wat zij rijk zijn aan techniek,
aan kunst, aan gewassen, aan industrie, aan
bodemproducten, aan schoonheid, aan bier
en wijn, kortom aan nationale grootheid en
glorie Wij zijn ons wèl bewust hier te
spreken over het ernstige leven, dus wij
spreken nu ook nog niet Van het pavillioen
van het fascistisch Italië, van het bierhuis
van Tsjecho-Slowakije en het rozige wijn
huis van Brazilië.
Wij moeten nu spreken over pavilhoenen,
waar de arbeid van een volk geëxposeerd
wordt.
Over het Nederlandsche pavillioen zijn
reeds bij de opening der tentoonstelling
enkele groote artikelen in ons blad ver
schenen en wij behoeven dus slechts de
prachtige havenwerken, de steenkolenmij
nen, het scheepvaart- en luchtvaartwezen,
onze bloemen en planten en de Juliana-
hoeve in de milde herinnering terug te roe
pen.
Het Nederlandsche pavillioen is grootsch,
inwendig is het goed verzorgd en uitwen
dig is haar verlichte toren een baken voor
de dwalenden. Want het Nederlandsche pa
villioen staat midden op de tentoonstelling
en haar ranke toren kan men overal ge
makkelijk herkennen.
Ik spreek ook over paviljoens als Chili,
waar een relief -diorama het heele land in
beeld brengt en dat aan de voeten van dat
diorama heeft nedergelegd de producten
van dat verre land, de wijnen en vruchten
enkunstmest van dit weinig gekende
land.
Tot deze categorie van het ernstige leven
behoort Frankrijk, dat wel het meest glo
rieus op deze tentoonstelling vertegenwoor
digd is. Het heeft wij zijn den tel wat
kwijt geraakt een vijftiental pavillioens.
indien men de aaneengebouwde pavil
lioens der overzeesche gewesten alle apart
rekent, wat met recht geschieden kan. Daar
zijn dan pavillioens van Algiers, Indichina,
West-Afrika, Eq u atoriaa 1 - Afrika, Madagas
kar, Tunis, Marokko, Togo en Kameroen, en
de Levant, maar voorts zijn er nog het
groote pavillioen van Frankrijk zelf, het
pavillioen des beaux arts, het huis van la
Fontaine, den vermaarden Franschen-Fabel
dichter, het pavillioen der Fransche wij
nen, het pavillioen der landbouw en het
pavillioen van de stad Parijs.
Ik moet dan schrijven over het pavillioen
van Hongarije, dat ligt aan de lange Lin
den laan zoo heet deze allee u weet
het wel, waar Leent je Lotje loopen leerde.
Daar staan de prachtige producten van dit
land in een achttal zalen gegroepeerd om
het borstbeeld van Rijksbestuurder Harthy
in de groote middenhal.
Hier laten de dames zich de prachtige
Hongaarsche kant, de Pannonia Csipke,
toonen, die in groote verscheidenheid aan
wezig is, terwijl aan den anderen kant de
heeren zich voor twee of drie francs te goed
doen aan Hongaarsche wijn en Hongaar
sche worst Hier gaan kunst en koopman
schap hand aan hand, want terwijl de pro
ducten van beeldende kunstenaars en schil
ders in statue's en bronzen en prachtige
schilderstukken, vitrines en wanden sieren,
terwijl de producten der Hongaarsche in
dustrie en landbouw op overzichtelijke
wijze zijn tentoongesteld, weten lieve Hon
gaarsche dames de kant en de kleeding zoo
te toonen, dat de kijksters koopsters wor
den. De dames zijn gelukkig met hun ge
kochte kant of hun speciale artikelen van
Hongaarsche kunstnijverheid, de heeren
met de worst en de wijn, die zij in de an
dere afdeeling hebben gesavoureerd.
Ik zou dan moeten schrijven over het
pavillioen van Polen, over dat van Noor
wegen, over het zeer schoone pavillioen
van Luxemburg en de talrijke pavillioens
van België zelf. En ik zou dan eerst een
maand op de Brusselsche Wereldtentoon
stelling moeten gaan logeeren. Ik schrijf
dus, wat wij met ons gezelschap nu in twee
dagen gezien hebben en misschien zullen
wij later nog interessante ontdekkingen
doen
Dan zullen wij schoone ontdekkingen
doen, waarover ik u in een volgend artikel
op voorhand reeds een en ander vertellen
zal.
F. SCH.
VOLKENBOND.
DE WERKLOOZE JEUGD.
Petities te Genève.
Naar de Geneefsche corespondent van
de „Msbd." meldt, heeft het bureau der
negentiende Internationale Arbeidsconfe
rentie gisteravond een openbare bijeen
komst gehouden voor de ontvangst van de
delegaties van tal van internationale orga
nisaties, die petities kwamen aanbieden in
het belang van een doeltreffende bestrij
ding van de werkloosheid onder de jeugd
en van haar gevolgen.
Onder de aanwezige vertegenwoordi
gers van de internationale christelijke jeugd
organisaties viel algemeen de aandacht op
de groen gehemde, uit een dertigtal jongens
bestaande vertegenwoordiging van den Ka
tholieken Jongen Werkman uit Nederland
met zijn secretaris J. Veldman aan het
hoofd.
Nadat eerst de vertegenwoordigers van
de socialistische Jeugdinternationale hun
door ruim honderd duizend jongeren on-
derteekende petitie hadden aangeboden,
was het woord aan onzen landgenoot, den
heer Serrarens, die de strekking van de
Christelijke petitie uiteenzette en de hoop
uitsprak, dat de conferentie het noodige
zou doen, om den eersten keer, dat de jeugd
zich tot haar wendde, niet teleur te stel
len.
Vrijwel alle gedelegeerden der Interna
tionale Arbeidsconferentie en een zeer groot
aantal journalisten woonden deze indruk
wekkende betooging van de jeugd bij, die
de Internationale Arbeidsconferentie het
verzoek gedaan heeft, om er toe bij te dra
gen, dat zij de gelegenheid tot arbeiden
zal verkrijgen.
De conferentie zal vandaag met de al
gemeen e debatten over het vraagstuk van
de werkloosheid onder de jeugd een aan
vang maken.
CUITSCHLAHD.
VERKLARING VAN KARD. BERTRAM.
BIJ DE DEVIEZEN-
PROCESSEN.
NAZI-PERS IN GROOTE
OPWINDING.
Zyne Eminentie Kard. Bertram, prins-
bisschop van Breslau, permanent voor
zitter der Duitsche bisschopsconferenties,
heeft, zooals gemeld, een verklaring uit
gevaardigd in verband met de reeds ge
houden en nog aanhangige deviezenproces-
sen, waarbij órden en kloosterlingen zijn
gemoeid.
De verklaring luidt: „De Kerk keurt in
breuken op de deviezen-verordeningen ten
sterkste af, hoewel de vraag of zij bedre
ven zijn uit onkunde, dan wel tengevolge
van misleiding door derden in elk geval
dient te worden nagegaan.
Dit geldt ook voor de vraag of verzach
tende omstandigheden dienen te worden
aangenomen in geval gehandeld is om de
buitengewoon moeilijke omstandigheden
van zekere kloosters te verlichten.
Het is toch 'n feit, dat de leden van kloos
terorden, die reeds terecht hebben gestaan,
geen persoonlijk voordeel hebben gezocht,
noch particuliere kapitalistische belangen
hebben gediend. Het R.-K. episcopaat heeft
geenerlei aandeel gehad in de handelin
gen van leden van kloosterorden en draagt
daarvoor ook geen verantwoordelijkheid.
Het valt daarom te betreuren, dat de ge
pleegde inbreuken aanleiding hebben ge
geven tot tegen de Kerk en tegen den Cha-
ritas-bond gerichte publicaties.
Aan een lateren tjjd moet het voorbe
houden blijven om, zonder tekort te doen
aan den eerbied voor de huidige juridi
sche handelingen, een rustig oordeel over
genoemde vergrijpen te vellen, dat reke
ning houdt met alle omstandigheden.
Ten aanzien van de thans bewezen de
viezen overtredingen van kerkelijk stand
punt uit stelling te nemen, is zaak van de
bevoegde kerkelijke overheid, zoodra een
definitief oordeel na afloop van de huidige
gerechtsverhandelingen te vormen is.
Ondanks alle ontstane opwinding is het
te hopen, dat het Katholieke volk zich niet
zal laten schokken in zijn vertrouwen in
den zegenrijken arbeid der orden en con
gregaties in het binnen- en buitenland."
Deze verklaring is, voorzoo ver wij thans
kunnen zien, gepubliceerd in de Katholie
ke Berlijnsche bladen „Germania" en
„Markische Volkszeitung", benevens in het
ten deele gelijkgeschakelde, oud-vrijz.
„Berl. Tagebl."
De nazipers is danig in haar wiek ge
schoten over de verklaring van den Kar
dinaal, die toch niets anders bevat dan een
veroordeeling der gepleegde handelingen
naast een rectificatie van veel wat in dit
verband is gepubliceerd.
Vooral de „Angriff(blad van Goebbels)
is hevig verontwaardigd en kondigt maat
regelen aan tegen de drie genoemde bladen
die door de publicatie dezer verklaring zou
den bewezen hebben geen Duitsche bladen
te zijn. Zij hebben daardoor bewezen, zegt
Goebbels, dat ieder gevoel van verant
woordelijkheid tegenover het Duitsche volk
hun ontbreekt. Wanneer het „Berliner Ta-
geblatt" deze verklaring overneemt, dan
levert het wederom, zooals zoo dikwijls in
den laatsten tijd, het bewijs, dat het in
principieele politieke kwestie, evenveel
instinct bezit als 'n Pekingeeshondje op de
jacht naar groot wild.
Hij vat ten slotte de verklaring op als
een insiuatie tegen de Duitsche rechters
en de Duitsche rechtspraak en als een po
ging om aan de rechtvaardigheid der uit
gesproken vonnissen twijfel te doen ont
staan.
De persdienst van het rijksministerie van
Justitie heeft een scherpe tegenverklaring
het licht doen zien. Hierin wordt er op ge
wezen, dat de geestelijken, die veroor
deeld zijn, wel degelijk hebben verklaard,
hun misdrijf volkomen bewust te hebben
bedreven. Bovendien hebben nog 100 zich
in staat van beschuldiging bevindende
geestelijken een dergelijke bekentenis af
gelegd. Ook bevinden zich onder de ver
dachten wel degelijk leidende figuren uit
de bisdommen.
Nadrukkelijk stelt het ministerie vast,
dat volgens het einde van de verklaring van
kardinaal Bertram, de Duitsche rechtban
ken niet in staat zijn een rustig welover
wogen oordeel uit te spreken. Uit naam
van de Duitsche rechtpleging wordt deze
opvatting met beslistheid afgewezen.
Wy hebben er reeds herhaaldelijk op ge
wezen, dat de processen tegen de klooster
lingen, die wij herhalen het voor de
zooveelste maal ernstig misdaan heb
ben, op last van de Duitsche regeering met
de grootst mogelijke onwelwillendheid en
met volkomen negatie van voor de hand
liggende verzachtende omstandigheden,
daar toch persoonlijk belang gehéél is bui
tengesloten, worden gevoerd. Men kan er
zeker van zijn, dat door de publicatie van
de verklaring van Z.E. Kard. Bertram de
stemming in de rechtszaal er niet beter op
zal worden en dat de straffen, die nog zul
len volgen „in de' tot Kerstmis durende"
(verklaring van Rosenberg) processen har
der en harder zullen uitvallen.
Dat de Kardinaal dit wetende, toch niet
tei uggeschrokken is voor Zijn noodzake
lijke verklaring, is een daad van grooten
moed, vooral omdat het geenszins ondenk
baar is, dat deze daad voor Hem persoon
lijke gevolgen zou kunnen hebben.
„Tijd".
SYNODE VAN AUGSBURG.
Teekenen van verandering.
De lang verwachte synode der Duitsche
belijdenis-beweging is te Augsburg, het
historische stadje der Luthersche geloofs
belijdenis van 1530, gehouden. Wanneer
wij de berichten van den goed-ingelichten
correspondent van de „Times" mogen ge-
looven, zal deze bijeenkomste van Juni
1935 een keerpunt worden in de geschie
denis van het Duitsche protestastisme.
De eischen dezer „synode" zijn niet ge
publiceerd, maar de bedoeling is duidelijk:
een dam op te werpen tegen de inmenging
van den staat in de verkondiging van het
evangelie en de vervolging van predikan
ten die voor de vrijheid der evangelie-pre-
diking opkomen.
De rijksregeering heeft naar deze bijeen
komst een vertegenwoordiger gezonden,
hetgeen als een gunstig teeken voor de
stemming in regeeringskxingen en dus voor
den afloop van deze bijeenkomst, mag wor
den beschouwd.
Hij heeft dr. Koch, den voorzitter der
synode, terstond bij zijn aankomst medege
deeld, dat dr. Friek last heeft gegeven, de
in de concentratiekampen te Dachau en
Sachsenburg opgesloten Saksische en Hes-
sische predikanten onmiddellijk in vrijheid
te stellen.
Vier van hen waren reeds vrij gelaten;
18 andere, die nog in Saksen gevangen wer
den gehouden, zijn onder pressie van Ber
lijn in vrijheid gesteld. Men ziet hierin wel
iswaar nog geen principieele verandering
in den toestand, daar het verbod voor pre
dikanten om buiten de kerken te spreken
nog niet is opgeheven, en de kerk nog al
tijd niet vry is van regeeringstoezicht, maar
het is niettemin een maatregel waarover
men zich met reden verheugt.
Predikanten, die in gevangenissen zijn
geplaatst wegens vergrijpen tegen den
Staat (naar het oordeel der rijks autoritei
ten) zijn nog niet vry-
FRANKRIJK.
Een verwarde toestand
LAVAL LEGT OPDRACHT NEER.
Radicaal-socialisten het struikelblok.
Nadat, zooals gemeld, Laval gisteren de
uitnoodiging van president Lebrun om een
kabinet samen te stellen, in principe had
aanvaard, heeft hij gisteravond de op
dracht weer moeten teruggeven.
Om zeven uur 's avonds kwam Laval aan
het Elysée aan, na verklaard te hebben,
dat de door de radicaal-socialisten gestelde
voorwaarden het niet mogelijk maakten te
hopen op een groote meerderheid die noo-
dig is voor den strijd tegen de speculatie
en de verdediging van den frank.
Te acht uur gaf Laval zijn opdracht tot
vorming van een kabinet terug.
Opdracht aan Piétri gegeven.
Gisteravond tegen elf uur heeft president
Lebrun, volgens een telegram van Havas,
Piétri opdracht gegeven een nieuw kabinet
te vormen. Piétri heeft zich zijn antwoord
voorbehouden, tot na raadpleging van ver
schillende fracties, met name de socialisti
sche radicalen.
Lebrun had, alvorens Piétri met de kabi
netsformatie te belasten, de opdracht aan
geboden aan Herriot, die evenwel weigerde.
EEN NOTA VAN LAVAL AAN BERLIJN.
Duitsche voorstellen L z. Oostpact als basis
voor onderhandelingen aanvaard.
Minister Laval heeft thans aan den Duit
se hen ambassadeur te Parijs de aangekon
digde Fransche nota in zake het Oost-Lo-
carnopact overhandigd. In de nota refereert
de Fransche regeering aan de verklaring,
welke de Duitsche minister van Buitenland-
sche Zaken, von Neurat'h, tegenover den
Britschen ambassadeur te Berlijn heeft af
gelegd. Von Neurath deelde bij die gelegen
heid mede, dat het rijk bereid is, een re
gionaal Oost-Europeesch pact aan te gaan,
Afgeluisterd.
Zeg man, wat rook jij je tanden toch bruin
Ik zal eens IVOROL voor je meebrengen.
op basis van nonagressie en van geen-hulp-
verleening aan den aanvaller.
Frankrijk verklaart zich in de nota be
reid, de onderhandelingen voort te zetten,
op basis van de Duitsche voorstellen.
ENGELAND.
MACDONALD GAAT SCHEIDEN.
MacDonald heeft gisterochtend voor de
laatste maal in zijn kwaliteit van premier
de wekelijksche zitting van het Britsche ka
binet gepresideerd. Het was juist zes jaar
geleden, dat hij door den koning met het
premierschap werd belast.
Op de agenda stonden o.m. de thans te
Londen plaats vindende Engelsch-Duitsche
vlootbesprekingen en het antwoord van
Hitier op de vragen, die de Britsche ambas
sadeur te Berlijn had gesteld.
Het nieuwe kabinet, waarvan de huidige
vice-premier Baldwin de leiding zal heb
ben, zal vermoedelijk Vrijdagavond bekend
zijn. Algemeen verwacht men, dat Mac
Donald lid van de regeering zal blijven.
Een merkwaardige samenloop van om
standigheden wil, dat Baldwin, die thans
voor de tweede maal premier wordt, zich
evenals den eersten keer deze eer onge
veer op Pinksteren te beurt ziet vallen. Dit
was ook de vorige maal het geval, toen hij in
1923 Bonar Law als chef van het kabinet
opvolgde.
SPANJE.
COMPANYS KRIJGT 30 JAAR.
Het slot der October-revolutie.
Naar uit Madrid vernomen wordt, heeft
de Rechtbank voor Constitutioneele Garan
ties den ex-president van Catalonië, Luis
Companys, en de ministers der generali
teit, Martin Esteve, Juan Lluhi, Martin Bar-
rera, Pedro Mestres, Ventura Gassol en
Juan Comorera, wegens militaire revolte
ieder tot dertig jaar gevangenisstraf ver
oordeeld.
Het vonnis is weliswaar nog niet officieel
bekend gemaakt, doch men meent te weten,
dat de eisch van den procureur-generaal der
republiek met veertien tegen zeven stem
men door de leden van bovengenoemde
rechtbank is aangenomen.
AMERIKA.
DE NJLA.-POLITIEK.
Leider der NJ.R.A. afgetreden.
Donald Richberg heeft gisteren definitief
aangekondigd, dat hij op 16 Juni den regee-
ringsdienst zal verlaten en zijn particuliere
praktijk als advocaat zal hervatten. Ook en
kele andere hooge Nixa-functionaxissen zul
len weldra hun functie neerleggen.
Donald Richberg werd 28 September 1934
benoemd tot leider der N.IJt-A. Destijds
benoemde Roosevelt een commissie van
zeven, die belast was met het uitvoeren
van alle maatregelen te nemen door de
Nira. In deze commissie, die gepresideerd
werd door den thans afgetreden Richberg,
hadden o.a. zitting minister Ickes, minister
Perkins en Hopkins. „Hlbld."
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
DE OVERSTROOMINGEN IN AMERIKA.
In de gebieden rondom Mexico-City
vierhonderd personen omgekomen.
Uit Mexico-city wordt gemeld: Het aan
tal dood en in de dorpen San Pedro, Acto-
pan en San Gregoire, die door een wolk
breuk zijn overstroomd, wordt geschat op
150 a 200. Het water staat thans twee me
ter hoog.
De van de hoofdstad uit verleende hulp
werd bemoeilijkt, doordat de dorpsbewo
ners tegenstand boden en him dooden wil
den behouden.
Ooggetuigen vertellen de verschrikkelijk
ste verhalen over de ramp. De geteisterde
dorpen zijn bedekt met een 50 centimeter
dikke modderlaag.
Van het aantal dooden zijn er tot dus
ver 120 geborgen. De overstrooming strekt
zich uit over een uitgestrekt gebied, dat
nog geheel blank staat.
Vele slachtoffers zijn ernstig verminkt.
Een V-D.-bericht meldt nader, dat naar
schatting vierhonderd personen, onder wie
vele vrouwen en kinderen, zijn om gek o-
De overstroomrngen van de rivieren in
Kansas en Missourie hebben een uitge
strekt gebied in gevaar gebracht. De Mis
souri bedreigt Kansas City en brengt het
pas gebouwde scheepvaartkanaal, dat 50
millioen dollar heeft gekost, ernstig in ge
vaar.
De soldaten en politie helpen de boeren
bij het ontruimen van hun huizen, terwijl
arbeiders wanhopige pogingen doen de
doorgebroken dijken van de rivier San
Joaquin in Californië te herstellen, nadat
deze rivier reeds 5000 acres kostbaar bouw
land heeft overstroomd.
Men is ten zeerste beangst, aldus de
„United Press", dat de geweldige vloedgol
ven den dijk zullen overstroomen, tenge
volge waarvan het industrie-district ,dat
zeer dicht bij den oever is gelegen, wordt
bedreigd.
De autoriteiten vreezen, dat de 35 voet
hooge dijk tegen het opstuwende water
geen stand za'l kunnen houden.
Alle vrijwillige arbeidskrachten zyn op
geroepen om den dijk te versterken.