De Wereldtentoonstelling te Brussel NEDERLANDSCHE ZANGERS Het schoone en het ernstige leven BUITENLAND DONDERDAG 6 JUNI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 L Entrw Het is Zondag en druk op de Wereldten toonstelling te Brussel ondanks het drei gende weer. Veel moede menschen slente ren door de breede allée's langs de prach tige paviljoens of laten zich door het mi niatuurtreintje a raison van vijf francs, wat tegenwoordig nog maar een kwartje is, voeren door de breede lanen. Soms schijnt de zon en de moede menschen transpiree- ren, even later rammelt de donder en weer even later exposeert de hemel een wolk breuk. Ook de natuurelementen ex poseeren. Dain vluchtten al die Brusselaars en vreem delingen in de dicbtstnab ij zij nde pavillioens om, als vijf minuten later de zon weer straalt, hun bewonderende aandacht op nieuw te wijden aan Chili, Estland, Roeme nië en dus zoo mogelijk een reds door de wereld te maken. Er zijn menschen, die deze taak ernstig opnemen, zeer ernstig zelfs. En zoo doen het de leden een er Neder- landsche zangvereeniging, die potverteren op de wereldtentoonstelling te BrusseL Op Zondagmiddag zijn zij hier aange komen uit Akkrum of Aalst of Pannerden ik weet het niet met ernstige gezich ten schrijden zij over het terrein der we reldtentoonstelling naar het eerste doel van hun tocht: het Nederlandsche pavillioen. Daar bestijgen zij de trappen van het in drukwekkende gebouw. Zij verzamelen zich op het platform en ontblooten de hoofden. Zoo vormen zij een kring om een man, een imposanten man, met een kaal hoofd en een Schillerkraag. Deze heft de armen en zwaait ermee. De zangvereeniging zingt Vanaf het bordes van het Nederlandsche pa villioen klinkt meerstemmig: Wilhelmus van Nassaue. Zij willen graag op reis gaan, zij willen vroolijk potverteren ook, maar zij willen niet hun kunst en roeping verza ken. En omdat ik juist mijne schaapkens, die onder de hoede van De Leidsche Cou rant dat ben ik nu en in een voor treffelijke autocar van de firma Beuk naar Brussel zijn vervoerd, aldaar verzameld heb, genieten wij van deze plechtige stonde. Als de zangers hun kunst bedreven hebben, voelen zij zich gerust. Lachend da len zij het bordes af. Plicht en taak zijn vervuld, nu wacht hen vreugde en bier. Wij zijn reeds Zaterdag tegen den avond op deze wereldtentoonstelling aangekomen en verwelkomd met een zee van licht. Dit licht is overweldig end. Het is wel niet al tijd met evenveel smaak aangebracht, maar bet is er overvloedig. Zoo kan ik maar niet wennen aan de lantaarnverlichting langs de allee's. Licht is nu eenmaal licht en bloemen zijn bloemen. Bloemen mogen schoone kleuren hebben en heerlijk ruiken ook, maar zij geven nooit licht en zullen dit ook nooit doen. En daarom verfoei ik het licht, dat in bloemenslingers om die witte lantaarnpalen is gedraaid. Maar overigens is deze tentoonstelling geweldig. Zij is grooter dan die in Parijs. (De expositie in Chicago kon ik door druk ke bezigheden niet bezoeken). Wel heeft men op regenachtige dagen wat last van de roode Brusselsche klei, die zich in groote klonters aan je schoenen hecht, maar dat ongemak moet luchthartig en lichtzinnig overwonnen warden. En bij zooveel pracht en zooveel schoons is dit niet moeilijk. Deze tentoonstelling is in verschillende categorieën te verdoelen. Er is de catego rie van het schoone, de categorie van het ernstige, de categorie van het rare en de categorie van het vroolijke leven. Er zijn er misschien nog meer, maar het lijkt mij vol doende met deze te beginnen. Het schoone leven. De categorie van het schoone ligt zeer ver uiteen. Daartoe behoaren b.v. de zeer schoone fonteinen, die in allerlei oouleuren omhoog spuiten, daar waar de groote allee's elkander kruisen en een plein vormen. Deze fonteinen spuiten echter niet alleen omhoog, zij vormen ook watervallen, waar in het sierlijk omhoog geworpen water weer moet neerdalen. Maar voordien schijnt het water verstoven te zijn en het waait de talrijke voorbijgangers in ontelbare kleine waterstofdeeltjes in het gezicht. Het water is dan niet meer kleurig en schoon, alleen maar onaangenaam. Maar wie in het bezit is van een parapluie heeft daarvan geen last En later als het warm zal zijn zal deze verkoeling misschien een veel gezochte attractie worden. Tot de categorie der schoonheid behoort ook het prachtige rosarium dat bloemen en lioht tegelijk geeft. De bloemen moeten nog gaan uitbloeien en het licht schijnt des avonds vanuit de trappen die ons opwaarts voeren over diit terras. Want dit rosarium is terrasvormig aangelegd aan de voet van het restaurant Leopold n en het Con go- pa villioen. Des avonds zal het licht de bloemen be schijnen en overdag zal men in deze tuin de treden der trappen op en af gaan, genietend van de natuur in deze wereld van techniek. Op dezen dag genieten wij in dit rosa rium van iets anders. Want rechts van het rosarium is een mu ziektent gebouwd, waar gedurende de ten toonstelling de duizend muziekmaatschap pijen van onze Belgische vrienden volgaar ne de longen uit het lijf zullen blazen. Wij krijgen er een voorproefje van. De muziekmaatschappij „De ware vrien den" concerteert nu. Maar aan de andere zijde van het rosa rium is een pavillioen van een of andere radiofabriek en deze voelt zich gedrongen doorloopend haar producten te demonstree- ren. Boven den ingang is een groote luid speaker aangebracht, die werkt op volle sterkte. Maar de muziekmannen laten zich niet overbluffen. Zü zijn hier gekomen om te blazen en daarom blazen zij. Zij laten zich door zoo'n ordinaire loudspeaker, die alleen maar ingemaakte muziek kan geven, niet overstemmen. De dirigent zwaait en ter wijl de radio een concert vut Kalundborg ten gehoore brengt, blazen onze muziek mannen er een daverende marsch tegen in. Ik vlucht Muziek is schoon, moet tenmin ste schoon zijn en deswege is het ook in gedeeld bij de categorie der schoone kunsten. Maar deze muzikale uiting hoort daartoe beslist niet Het ernstige leven. Daar is de categorie van het ernstige le ven. Ik heb daarop in den aanvang reeds gewezen, toen het Nederlandsche zangkoor vóór het Nederlandsche pavillioen het „Wilhelmus" ten beste gaf. Dat was het schoone en ernstige leven tegelijk. Het Nederlandsche pavillioen behoort ook tot het ernstige leven, zooais trouwens de meeste pavillioens der verschillende landen. Men zou het ook het vruchtbare le ven kunnen noemen. Wamt hier wordt ver toond wat al dde landen zoo gaarne willen laten zien, wat zij rijk zijn aan techniek, aan kunst, aan gewassen, aan industrie, aan bodemproducten, aan schoonheid, aan bier en wijn, kortom aan nationale grootheid en glorie Wij zijn ons wèl bewust hier te spreken over het ernstige leven, dus wij spreken nu ook nog niet Van het pavillioen van het fascistisch Italië, van het bierhuis van Tsjecho-Slowakije en het rozige wijn huis van Brazilië. Wij moeten nu spreken over pavilhoenen, waar de arbeid van een volk geëxposeerd wordt. Over het Nederlandsche pavillioen zijn reeds bij de opening der tentoonstelling enkele groote artikelen in ons blad ver schenen en wij behoeven dus slechts de prachtige havenwerken, de steenkolenmij nen, het scheepvaart- en luchtvaartwezen, onze bloemen en planten en de Juliana- hoeve in de milde herinnering terug te roe pen. Het Nederlandsche pavillioen is grootsch, inwendig is het goed verzorgd en uitwen dig is haar verlichte toren een baken voor de dwalenden. Want het Nederlandsche pa villioen staat midden op de tentoonstelling en haar ranke toren kan men overal ge makkelijk herkennen. Ik spreek ook over paviljoens als Chili, waar een relief -diorama het heele land in beeld brengt en dat aan de voeten van dat diorama heeft nedergelegd de producten van dat verre land, de wijnen en vruchten enkunstmest van dit weinig gekende land. Tot deze categorie van het ernstige leven behoort Frankrijk, dat wel het meest glo rieus op deze tentoonstelling vertegenwoor digd is. Het heeft wij zijn den tel wat kwijt geraakt een vijftiental pavillioens. indien men de aaneengebouwde pavil lioens der overzeesche gewesten alle apart rekent, wat met recht geschieden kan. Daar zijn dan pavillioens van Algiers, Indichina, West-Afrika, Eq u atoriaa 1 - Afrika, Madagas kar, Tunis, Marokko, Togo en Kameroen, en de Levant, maar voorts zijn er nog het groote pavillioen van Frankrijk zelf, het pavillioen des beaux arts, het huis van la Fontaine, den vermaarden Franschen-Fabel dichter, het pavillioen der Fransche wij nen, het pavillioen der landbouw en het pavillioen van de stad Parijs. Ik moet dan schrijven over het pavillioen van Hongarije, dat ligt aan de lange Lin den laan zoo heet deze allee u weet het wel, waar Leent je Lotje loopen leerde. Daar staan de prachtige producten van dit land in een achttal zalen gegroepeerd om het borstbeeld van Rijksbestuurder Harthy in de groote middenhal. Hier laten de dames zich de prachtige Hongaarsche kant, de Pannonia Csipke, toonen, die in groote verscheidenheid aan wezig is, terwijl aan den anderen kant de heeren zich voor twee of drie francs te goed doen aan Hongaarsche wijn en Hongaar sche worst Hier gaan kunst en koopman schap hand aan hand, want terwijl de pro ducten van beeldende kunstenaars en schil ders in statue's en bronzen en prachtige schilderstukken, vitrines en wanden sieren, terwijl de producten der Hongaarsche in dustrie en landbouw op overzichtelijke wijze zijn tentoongesteld, weten lieve Hon gaarsche dames de kant en de kleeding zoo te toonen, dat de kijksters koopsters wor den. De dames zijn gelukkig met hun ge kochte kant of hun speciale artikelen van Hongaarsche kunstnijverheid, de heeren met de worst en de wijn, die zij in de an dere afdeeling hebben gesavoureerd. Ik zou dan moeten schrijven over het pavillioen van Polen, over dat van Noor wegen, over het zeer schoone pavillioen van Luxemburg en de talrijke pavillioens van België zelf. En ik zou dan eerst een maand op de Brusselsche Wereldtentoon stelling moeten gaan logeeren. Ik schrijf dus, wat wij met ons gezelschap nu in twee dagen gezien hebben en misschien zullen wij later nog interessante ontdekkingen doen Dan zullen wij schoone ontdekkingen doen, waarover ik u in een volgend artikel op voorhand reeds een en ander vertellen zal. F. SCH. VOLKENBOND. DE WERKLOOZE JEUGD. Petities te Genève. Naar de Geneefsche corespondent van de „Msbd." meldt, heeft het bureau der negentiende Internationale Arbeidsconfe rentie gisteravond een openbare bijeen komst gehouden voor de ontvangst van de delegaties van tal van internationale orga nisaties, die petities kwamen aanbieden in het belang van een doeltreffende bestrij ding van de werkloosheid onder de jeugd en van haar gevolgen. Onder de aanwezige vertegenwoordi gers van de internationale christelijke jeugd organisaties viel algemeen de aandacht op de groen gehemde, uit een dertigtal jongens bestaande vertegenwoordiging van den Ka tholieken Jongen Werkman uit Nederland met zijn secretaris J. Veldman aan het hoofd. Nadat eerst de vertegenwoordigers van de socialistische Jeugdinternationale hun door ruim honderd duizend jongeren on- derteekende petitie hadden aangeboden, was het woord aan onzen landgenoot, den heer Serrarens, die de strekking van de Christelijke petitie uiteenzette en de hoop uitsprak, dat de conferentie het noodige zou doen, om den eersten keer, dat de jeugd zich tot haar wendde, niet teleur te stel len. Vrijwel alle gedelegeerden der Interna tionale Arbeidsconferentie en een zeer groot aantal journalisten woonden deze indruk wekkende betooging van de jeugd bij, die de Internationale Arbeidsconferentie het verzoek gedaan heeft, om er toe bij te dra gen, dat zij de gelegenheid tot arbeiden zal verkrijgen. De conferentie zal vandaag met de al gemeen e debatten over het vraagstuk van de werkloosheid onder de jeugd een aan vang maken. CUITSCHLAHD. VERKLARING VAN KARD. BERTRAM. BIJ DE DEVIEZEN- PROCESSEN. NAZI-PERS IN GROOTE OPWINDING. Zyne Eminentie Kard. Bertram, prins- bisschop van Breslau, permanent voor zitter der Duitsche bisschopsconferenties, heeft, zooals gemeld, een verklaring uit gevaardigd in verband met de reeds ge houden en nog aanhangige deviezenproces- sen, waarbij órden en kloosterlingen zijn gemoeid. De verklaring luidt: „De Kerk keurt in breuken op de deviezen-verordeningen ten sterkste af, hoewel de vraag of zij bedre ven zijn uit onkunde, dan wel tengevolge van misleiding door derden in elk geval dient te worden nagegaan. Dit geldt ook voor de vraag of verzach tende omstandigheden dienen te worden aangenomen in geval gehandeld is om de buitengewoon moeilijke omstandigheden van zekere kloosters te verlichten. Het is toch 'n feit, dat de leden van kloos terorden, die reeds terecht hebben gestaan, geen persoonlijk voordeel hebben gezocht, noch particuliere kapitalistische belangen hebben gediend. Het R.-K. episcopaat heeft geenerlei aandeel gehad in de handelin gen van leden van kloosterorden en draagt daarvoor ook geen verantwoordelijkheid. Het valt daarom te betreuren, dat de ge pleegde inbreuken aanleiding hebben ge geven tot tegen de Kerk en tegen den Cha- ritas-bond gerichte publicaties. Aan een lateren tjjd moet het voorbe houden blijven om, zonder tekort te doen aan den eerbied voor de huidige juridi sche handelingen, een rustig oordeel over genoemde vergrijpen te vellen, dat reke ning houdt met alle omstandigheden. Ten aanzien van de thans bewezen de viezen overtredingen van kerkelijk stand punt uit stelling te nemen, is zaak van de bevoegde kerkelijke overheid, zoodra een definitief oordeel na afloop van de huidige gerechtsverhandelingen te vormen is. Ondanks alle ontstane opwinding is het te hopen, dat het Katholieke volk zich niet zal laten schokken in zijn vertrouwen in den zegenrijken arbeid der orden en con gregaties in het binnen- en buitenland." Deze verklaring is, voorzoo ver wij thans kunnen zien, gepubliceerd in de Katholie ke Berlijnsche bladen „Germania" en „Markische Volkszeitung", benevens in het ten deele gelijkgeschakelde, oud-vrijz. „Berl. Tagebl." De nazipers is danig in haar wiek ge schoten over de verklaring van den Kar dinaal, die toch niets anders bevat dan een veroordeeling der gepleegde handelingen naast een rectificatie van veel wat in dit verband is gepubliceerd. Vooral de „Angriff(blad van Goebbels) is hevig verontwaardigd en kondigt maat regelen aan tegen de drie genoemde bladen die door de publicatie dezer verklaring zou den bewezen hebben geen Duitsche bladen te zijn. Zij hebben daardoor bewezen, zegt Goebbels, dat ieder gevoel van verant woordelijkheid tegenover het Duitsche volk hun ontbreekt. Wanneer het „Berliner Ta- geblatt" deze verklaring overneemt, dan levert het wederom, zooals zoo dikwijls in den laatsten tijd, het bewijs, dat het in principieele politieke kwestie, evenveel instinct bezit als 'n Pekingeeshondje op de jacht naar groot wild. Hij vat ten slotte de verklaring op als een insiuatie tegen de Duitsche rechters en de Duitsche rechtspraak en als een po ging om aan de rechtvaardigheid der uit gesproken vonnissen twijfel te doen ont staan. De persdienst van het rijksministerie van Justitie heeft een scherpe tegenverklaring het licht doen zien. Hierin wordt er op ge wezen, dat de geestelijken, die veroor deeld zijn, wel degelijk hebben verklaard, hun misdrijf volkomen bewust te hebben bedreven. Bovendien hebben nog 100 zich in staat van beschuldiging bevindende geestelijken een dergelijke bekentenis af gelegd. Ook bevinden zich onder de ver dachten wel degelijk leidende figuren uit de bisdommen. Nadrukkelijk stelt het ministerie vast, dat volgens het einde van de verklaring van kardinaal Bertram, de Duitsche rechtban ken niet in staat zijn een rustig welover wogen oordeel uit te spreken. Uit naam van de Duitsche rechtpleging wordt deze opvatting met beslistheid afgewezen. Wy hebben er reeds herhaaldelijk op ge wezen, dat de processen tegen de klooster lingen, die wij herhalen het voor de zooveelste maal ernstig misdaan heb ben, op last van de Duitsche regeering met de grootst mogelijke onwelwillendheid en met volkomen negatie van voor de hand liggende verzachtende omstandigheden, daar toch persoonlijk belang gehéél is bui tengesloten, worden gevoerd. Men kan er zeker van zijn, dat door de publicatie van de verklaring van Z.E. Kard. Bertram de stemming in de rechtszaal er niet beter op zal worden en dat de straffen, die nog zul len volgen „in de' tot Kerstmis durende" (verklaring van Rosenberg) processen har der en harder zullen uitvallen. Dat de Kardinaal dit wetende, toch niet tei uggeschrokken is voor Zijn noodzake lijke verklaring, is een daad van grooten moed, vooral omdat het geenszins ondenk baar is, dat deze daad voor Hem persoon lijke gevolgen zou kunnen hebben. „Tijd". SYNODE VAN AUGSBURG. Teekenen van verandering. De lang verwachte synode der Duitsche belijdenis-beweging is te Augsburg, het historische stadje der Luthersche geloofs belijdenis van 1530, gehouden. Wanneer wij de berichten van den goed-ingelichten correspondent van de „Times" mogen ge- looven, zal deze bijeenkomste van Juni 1935 een keerpunt worden in de geschie denis van het Duitsche protestastisme. De eischen dezer „synode" zijn niet ge publiceerd, maar de bedoeling is duidelijk: een dam op te werpen tegen de inmenging van den staat in de verkondiging van het evangelie en de vervolging van predikan ten die voor de vrijheid der evangelie-pre- diking opkomen. De rijksregeering heeft naar deze bijeen komst een vertegenwoordiger gezonden, hetgeen als een gunstig teeken voor de stemming in regeeringskxingen en dus voor den afloop van deze bijeenkomst, mag wor den beschouwd. Hij heeft dr. Koch, den voorzitter der synode, terstond bij zijn aankomst medege deeld, dat dr. Friek last heeft gegeven, de in de concentratiekampen te Dachau en Sachsenburg opgesloten Saksische en Hes- sische predikanten onmiddellijk in vrijheid te stellen. Vier van hen waren reeds vrij gelaten; 18 andere, die nog in Saksen gevangen wer den gehouden, zijn onder pressie van Ber lijn in vrijheid gesteld. Men ziet hierin wel iswaar nog geen principieele verandering in den toestand, daar het verbod voor pre dikanten om buiten de kerken te spreken nog niet is opgeheven, en de kerk nog al tijd niet vry is van regeeringstoezicht, maar het is niettemin een maatregel waarover men zich met reden verheugt. Predikanten, die in gevangenissen zijn geplaatst wegens vergrijpen tegen den Staat (naar het oordeel der rijks autoritei ten) zijn nog niet vry- FRANKRIJK. Een verwarde toestand LAVAL LEGT OPDRACHT NEER. Radicaal-socialisten het struikelblok. Nadat, zooals gemeld, Laval gisteren de uitnoodiging van president Lebrun om een kabinet samen te stellen, in principe had aanvaard, heeft hij gisteravond de op dracht weer moeten teruggeven. Om zeven uur 's avonds kwam Laval aan het Elysée aan, na verklaard te hebben, dat de door de radicaal-socialisten gestelde voorwaarden het niet mogelijk maakten te hopen op een groote meerderheid die noo- dig is voor den strijd tegen de speculatie en de verdediging van den frank. Te acht uur gaf Laval zijn opdracht tot vorming van een kabinet terug. Opdracht aan Piétri gegeven. Gisteravond tegen elf uur heeft president Lebrun, volgens een telegram van Havas, Piétri opdracht gegeven een nieuw kabinet te vormen. Piétri heeft zich zijn antwoord voorbehouden, tot na raadpleging van ver schillende fracties, met name de socialisti sche radicalen. Lebrun had, alvorens Piétri met de kabi netsformatie te belasten, de opdracht aan geboden aan Herriot, die evenwel weigerde. EEN NOTA VAN LAVAL AAN BERLIJN. Duitsche voorstellen L z. Oostpact als basis voor onderhandelingen aanvaard. Minister Laval heeft thans aan den Duit se hen ambassadeur te Parijs de aangekon digde Fransche nota in zake het Oost-Lo- carnopact overhandigd. In de nota refereert de Fransche regeering aan de verklaring, welke de Duitsche minister van Buitenland- sche Zaken, von Neurat'h, tegenover den Britschen ambassadeur te Berlijn heeft af gelegd. Von Neurath deelde bij die gelegen heid mede, dat het rijk bereid is, een re gionaal Oost-Europeesch pact aan te gaan, Afgeluisterd. Zeg man, wat rook jij je tanden toch bruin Ik zal eens IVOROL voor je meebrengen. op basis van nonagressie en van geen-hulp- verleening aan den aanvaller. Frankrijk verklaart zich in de nota be reid, de onderhandelingen voort te zetten, op basis van de Duitsche voorstellen. ENGELAND. MACDONALD GAAT SCHEIDEN. MacDonald heeft gisterochtend voor de laatste maal in zijn kwaliteit van premier de wekelijksche zitting van het Britsche ka binet gepresideerd. Het was juist zes jaar geleden, dat hij door den koning met het premierschap werd belast. Op de agenda stonden o.m. de thans te Londen plaats vindende Engelsch-Duitsche vlootbesprekingen en het antwoord van Hitier op de vragen, die de Britsche ambas sadeur te Berlijn had gesteld. Het nieuwe kabinet, waarvan de huidige vice-premier Baldwin de leiding zal heb ben, zal vermoedelijk Vrijdagavond bekend zijn. Algemeen verwacht men, dat Mac Donald lid van de regeering zal blijven. Een merkwaardige samenloop van om standigheden wil, dat Baldwin, die thans voor de tweede maal premier wordt, zich evenals den eersten keer deze eer onge veer op Pinksteren te beurt ziet vallen. Dit was ook de vorige maal het geval, toen hij in 1923 Bonar Law als chef van het kabinet opvolgde. SPANJE. COMPANYS KRIJGT 30 JAAR. Het slot der October-revolutie. Naar uit Madrid vernomen wordt, heeft de Rechtbank voor Constitutioneele Garan ties den ex-president van Catalonië, Luis Companys, en de ministers der generali teit, Martin Esteve, Juan Lluhi, Martin Bar- rera, Pedro Mestres, Ventura Gassol en Juan Comorera, wegens militaire revolte ieder tot dertig jaar gevangenisstraf ver oordeeld. Het vonnis is weliswaar nog niet officieel bekend gemaakt, doch men meent te weten, dat de eisch van den procureur-generaal der republiek met veertien tegen zeven stem men door de leden van bovengenoemde rechtbank is aangenomen. AMERIKA. DE NJLA.-POLITIEK. Leider der NJ.R.A. afgetreden. Donald Richberg heeft gisteren definitief aangekondigd, dat hij op 16 Juni den regee- ringsdienst zal verlaten en zijn particuliere praktijk als advocaat zal hervatten. Ook en kele andere hooge Nixa-functionaxissen zul len weldra hun functie neerleggen. Donald Richberg werd 28 September 1934 benoemd tot leider der N.IJt-A. Destijds benoemde Roosevelt een commissie van zeven, die belast was met het uitvoeren van alle maatregelen te nemen door de Nira. In deze commissie, die gepresideerd werd door den thans afgetreden Richberg, hadden o.a. zitting minister Ickes, minister Perkins en Hopkins. „Hlbld." BUITENLANDSCHE BERICHTEN DE OVERSTROOMINGEN IN AMERIKA. In de gebieden rondom Mexico-City vierhonderd personen omgekomen. Uit Mexico-city wordt gemeld: Het aan tal dood en in de dorpen San Pedro, Acto- pan en San Gregoire, die door een wolk breuk zijn overstroomd, wordt geschat op 150 a 200. Het water staat thans twee me ter hoog. De van de hoofdstad uit verleende hulp werd bemoeilijkt, doordat de dorpsbewo ners tegenstand boden en him dooden wil den behouden. Ooggetuigen vertellen de verschrikkelijk ste verhalen over de ramp. De geteisterde dorpen zijn bedekt met een 50 centimeter dikke modderlaag. Van het aantal dooden zijn er tot dus ver 120 geborgen. De overstrooming strekt zich uit over een uitgestrekt gebied, dat nog geheel blank staat. Vele slachtoffers zijn ernstig verminkt. Een V-D.-bericht meldt nader, dat naar schatting vierhonderd personen, onder wie vele vrouwen en kinderen, zijn om gek o- De overstroomrngen van de rivieren in Kansas en Missourie hebben een uitge strekt gebied in gevaar gebracht. De Mis souri bedreigt Kansas City en brengt het pas gebouwde scheepvaartkanaal, dat 50 millioen dollar heeft gekost, ernstig in ge vaar. De soldaten en politie helpen de boeren bij het ontruimen van hun huizen, terwijl arbeiders wanhopige pogingen doen de doorgebroken dijken van de rivier San Joaquin in Californië te herstellen, nadat deze rivier reeds 5000 acres kostbaar bouw land heeft overstroomd. Men is ten zeerste beangst, aldus de „United Press", dat de geweldige vloedgol ven den dijk zullen overstroomen, tenge volge waarvan het industrie-district ,dat zeer dicht bij den oever is gelegen, wordt bedreigd. De autoriteiten vreezen, dat de 35 voet hooge dijk tegen het opstuwende water geen stand za'l kunnen houden. Alle vrijwillige arbeidskrachten zyn op geroepen om den dijk te versterken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6