!i!s>ame5 rubriek
Nu de ijsheiligen achter den rug zijn.
ALS IEDER JAAR TEGEN HET SEIZOEN
heeft onze moderedactrice ook in déze da
gen weer stapels aanvragen te verwerken
van dames, die met behulp van onze keu
rige patronen hun eigen kleeding willen
vervaardigen. En is dat niet de beste re
clame? Daarbij zijn onze modellen van
■ztilk een uitstekende coupe en zóó voor-
deelig verkrijgbaar, dat U geen enkel be
zwaar meer in den weg kan staan. Bestelt
daarom nog heden een der keurige onder
staande patronen aan de Redactrice Da
mesrubriek, L. van Meerdervoort 45a, Den
Haag. Doe uw bestelling per brief (met
bijgesloten postzegels 36 cent, plus 6 cent
voor port), per postwissel of per giro
<125025) en binnen enkele dagen ontvangt
u het gevraagde.
ren, wat kleurrijker en landelijker aandoet.
Om te borduren gebruike men liefst
platte, glanzende zijde. Men kan de bor-
duurzijde in dezelfde Meur nemen als de
palmen, ofwel in het zwart, wat meer zal
afsteken.
ii.-J~
Bijgaande modellen, respectievelijk de
Rummers 910, 911 en 912, zijn bijzonder ge
schikt als dracht voor den komenden zomer.
Het eerste model, dat wij willen beschrij
ven, is gemaakt van een fleurige
gestreepte stof, gegarneerd met
zwarte lak ceintuur en zwarte strik
van tafetas. De korte mouwen zijn
aan het schouderstuk geknipt en de
opstaande kraag valt even over de
zwarte strik heen. De japon wordt
wan voren gesloten door een insnij
ding, waarop een breede band met
knoopen, welke laatste slechts ter
versiering zijn aangebracht.
De rok loopt onder het lijfje in
één stuk door en heeft slechts één
plooi van voren en één van achte
ren. Op de heuphoogte komen een
paar zakken, die aan de japon iets
sportiefs geven.
Het tweede model, no. 911, is ook
wel een sportief zomerjurkje, maar
toch wat meer gekleed. Het is ge
maakt van een dunne, halfwollen
stof. De strikjes van de stiksels op
kraag, manchetten en zakjes, maken
de garneering uit. De japon is hoog
gesloten. Het op staand kraagje
wordt stijf gemaakt door er een
stukje mantel! innen in te leggen en
de kraag goed door te stikken. De
ceintuur wordt eveneens doorge
stikt en sluit met een metalen gesp.
De rok heeft zoowel van voren als
van achteren een diepe plooi. De
korte mouwen zijn eenigszins ge
poft en met een klein strikje ver
sierd.
Het derde modelletje zal naar onr^ tnee-
ning, nog wel het meest in den gmaa1< van
de dames vallen. Dit japonnetje is eenvou
dig en toch zoo apart door de juiste wijze
van garneering. De japon is. meer een ge-
kleede japon, maar neemt het idee van zo
mer japon toch met weg. De halsgarneering
is heel bijzonder; zij bestaat slechts uit een
strik, welke op sierlijke wijze op de linker
schouder is gelegd. Men kijke echter slechts
naar de manier, waarop deze strik aan die
japon is aangebracht De mouwtjes zijn
even klokkend, maar niet veel. Om het mid
del komt een ceintuur, welke deels uit de
japonstof, deels uit de fanrtasiestof, welke
Eenige fraaie zomer-
modellen.
Wandeljapon tevens
avondjurk.
De praktische zijde van de mode van dit
seizoen is, dat zij voor iedere beurs bereik
baar is. De depressie heeft ook de modeont
werpers genoodzaakt wat minder kwistig
met brocaat, fluweelen en kanten om te
gaan. Mutsjes en sjaals met bijpassende
handschoentjes en tasschen werden bedacht,
die men aan
beide kanten kan
dragen en dus
het idee geven,
dat wij in het
bezit zijn van
twee mutsen,
sjaals, hand-
taschjes. Wan
delschoenen, ten
minste wat de
vorm betreft,
werden plotse
ling geschikt ge
maakt om bij
een avondjurkje
te dragen. De
gewone pump
werd in één slag
'n avondschoen
tje door het
verzilveren van
de hakken, enz.
enz. U ziet wel,
wie niet rijk is,
moet slim zijn!
Maar nu terzake:
wij willen het
over bijgaand
prentje hebben,
een prentje, dat
voorstelt een
wandeljapon, en
tevens bijzonder
geschikt is om
als avondjapon
te dragen. Gelukkig worden de halzen van
de avondjaponnen weer wat hooger geslo
ten gedragen, wat velen onder ons heel wat
gedistingeerder zullen vinden, dan de laag
in den rug uitgesneden japonnen, die met
een lieten zien hoe afschuwelijk een bottdg-
anagere rug kan afsteken in een wolk
van zijde of kant!
De japon no. 909 welke wij hierbij af
beelden, is gemaakt voor slanke menschep.
Als materiaal kieze men een soepele stof
en denkt u er om, dat de onderjurk van
even soepele zijde moet zijn, want iets dik
kere stof zou zoo gauw rimpels en plooien
geven, welke door de zijde van de japon
gemakkelijk te zien zijn.
De kraag van deze japon is vrij breed en
fütstaand, hetgeen verkregen wondt door
de breede strook aan den kraag er ruim
aan te zetten. De mouwen zijn klokkend
en hebben ook weer zoo'n breede strook als
bij den kraag.
Om het middel behoeft men geen cein
tuur te dragen, wanneer de taille aan de
bedde zijden iets wordt ingehaald. De rok
valt ruim en klokkend en bezit ook weer
een paar strooken.
GENIET VAN DE ZON,
ZOOVEEL GIJ KUNT
Zonneschijn is als medicijn:
„Elk uur een lepel".
Wij zijn niet ver meer af van den heer
lijken zomer, den zomer, welke, naar wij
allen hopen, zonneschijn ten overvloede
zal brengen. En hoe verlangend zien wij
nu niet uit aar de mooie zonrijke dagen.
Wat verlangen wij er niet naar om weer
heerlijk aan zee en strand onzen vrijen tijd
door te brengen. Maarvoor de zonne
baden dient tevens voorzichtigheid. Het
kan een noodlottig gevolg hebben, wan
neer wij, na een kwakkel wintert je in de
stad te hebben doorgebracht, in de eerste
zomerdagen reeds dadelijk al onzen vrijen
tijd door gaan brengen aan het strand.
Training is ook voor zonnebaden noodig.
Zon is gezond voor den mensch, gezond
door het lichaam, gezond voor de huid,
maar men dient er geen overdreven ge
bruik van te maken. Ieder verstandig arts
zal overmatig gebruik van zonnebaden af
keuren. Een lichaam, dat niet aan rijk
zonlicht gewoon is en plotseling een der
gelijke groote ommekeer moet ondervin
den, zal ook de slechte gevolgen hiervan
moeten ondervinden en dikwijls zijn deze
gevolgen zware koorts, nervositeit, huid
uitslag, enz.
De huid moet langzaamaan aan zonlicht
gewoon raken; wie in acht dagen bruinge
brand wil zijn, doet zeer onverstandig en
zal trouwens zijn doel ook niet bereiken.
Een bruingebrande, door en door gezonde
huid verkrijgt men door het lichaam lang
zaamaan aan het zonnelicht te wennen.
De meest gezonde zonnebaden worden in
den vroegen morgen genomen. De zon staat
dan nog niet hoog en brandend aan het
uitspansel en de atmosfeer is nog rein en
ongerept. Wie niet gewend is aan het ne
men van zonnebaden, begint met een zon
nebad van hoogstens 67 minuten. Allengs
kan men dezen tijd verlengen, doch slechts
met enkele minuten per dag. Indien men
dit ongeveer 14 dagen heeft gedaan, dan is
de huid genoeg getraint en kan men zich
in de heete middagzon wagen, doch niet,
dan nadat men de huid, welke aan de felle
zonnestralen wordt blootgesteld, is inge
wreven met een vettige crème of huidolie.
Men zou het zonnebed kunnen beschou
wen als een geneesmiddeltje dat men van
den dokter bekomt en waarvan men slechts
epkele druppels per uur van behoeft te
proeven!
Wanneer men niet in de gelegenheid is
de huid aan een zorgvuldige training te
onderwerpen, alvorens men zich in de felle
zonnestralen begeeft, onderwerp de huid
dan aan een kunstmatige hoogtezonbestra-
ling. Kunstmatige hoogtezoonbestraling, die
zachte ultraviolette bestraling der Hanauer
Quarzlamp is heilzaam voor het mensche-
lijk lichaam, zoowel voor zieken als gezon
den. Onafhankelijk van oord of jaargetijde
zouden wij door de uitvinding der kunst
matige hoogtezon feitelijk het geheele jaar
door „de zon in huis" kunnen hebben.
Kunstmatige hoogtezon vervangt de na
tuurlijke zonnestralen, doch ook hier geldt
weer: geen overdreven gebruik, doch be
ginnen met een regelmatige training, een
training, welke ons lichaam gezond, sterk
en soepel houdt.
INDISCHE PALMEN ALS
BORDUURMOTIEVEN.
Hierbij afgebeeld geven wij in grootte van
uitvoering een borduurmotief, een Indi
sche palm voorstellend. Dit motief kan wor
den aangebracht o<m kussens, kleedjes en
tafelioopers te versieren. Het patroon wordt
gedéqualqueerd op gekleurde stof, zijde of
laken, welke daarna op het kleedje wordt
geregen en voorgoed vastgehecht met een
festonsteek; de klokjes worden in plat bor
duurwerk uitgevoerd en het overig deel in
steelsteek.
Het kleedje wordt afgeboord met een rij
palmen, wat een eigenaardig effect geeft.
Kies de kleuren voor de uitgesneden patro
nen zoo warm en helder mogelijk, zooals
groen, blauw, rood of geel, welke op een
doffen grond goed uitkomen.
Men kan de motieven in een en dezelfde
kleur kiezen, ofwel in verschillende kleu-
de japon garneert, bestaat.
De rok bezit eenige plooien, kan ook
klokkend worden genomen, wanneer men
niet van lage plooien houdt.
Heel apart zijn de bijbehoorsnde hand
schoenen, die de dame op ons prentje
draagt. Handschoentjes maken is een ge
duld werkje en een werkje, waarmee niet
iedereen zich graag bezig houdt, maar daar
om is er nog wel iets anders op te vinden.
Neem een paar handschoenen in de kleur
van de japonstof en zet op de kappen de ge
spikkelde stof van strik en ceintuur en u
heeft een apart ensemble. Eenvoudig, niet
waar?
Een tochtscherm voor
de kinderkamer.
Kinderen, die in de kamers spelen, vooral
als zij nog niet loop en kunnen of liever
nog kruipen en zitten, hebben doorgaans
veel te lijden van het herhaaldelijk open
en dicht slaan van de deuren.
Men moet daarom trachten te voorkomen,
dat zij kou vatten, door een tochtschermpje
te maken, dat men of in het hoekje bij de
kinderen zet, of vlak voor de deur. Men
hoeft zelfs niet eens een speciaal schermpje
te vervaardigen. Heel handig kan men vaak
gebruik maken van een keuken-droogrekje
dat immers toch niet dagelijks in gebruik
is en meestal slechts tijdens den nacht
dienst doet.
Men maakt dan een paar lapjes, die de
juiste maat van het rekje hebben. Aan de
hoeken naait men een strikje van band.
Hiermee kan men dan de lapjes aan het
rekje vastknoopen, hetgeen al gauw ge
beurd is.
Als des avonds de kleine naar bed is,
maakt men de lapjes eenvoudig weer los
en het rekje kan weer dienst doen om er de
kopjes- en vaatdoeken op te drogen tijdens
den nacht. Handiger kan het al niet!
niet om de cacteeën, doch om de cochenille-
schildluis te winnen. De cochenille scheidt
een wondermooi roode kleur af. In de kleur
stoffenindustrie wordt ook veel gebruikt het
z~g. geelhout, dat van de West-Indische
eilanden afkomstig is. Ook het fisethout
dient hij de bereiding van gele stoffen. Fi
sethout komt uit Zuid-Europa en is afkom
stig van den z.g. pruikenfooom.
Het roode sandelhout, afkomstig uit
Oost-Indië en het gele wortelhout uit zuur-
kruid waren vroeger eveneens geliefde
kleuren.
Vroeger leefde vaak een geheele land
streek van de kleurstofindustrie. Vooral in
de koloniën werd deze tak van nijverheid
beoefend en jong en oud was van 's mór
gens vroeg tot 's avonds laat aan het ver
ven om de vele bestellingen, welke uit het
buitenland kwamen, na te komen. De verf-
I kunst van vroeger eeuwen stond op een
hoog peil, later, toen de machines allen
handenarbeid inslokten, ging ook de kleur
stofindustrie achteruit. De machines im
mers kleuren honderden ellen stof tegelijk;
de imitatie kleurtjes deden de rest. Maar.
het bleek, dat deze imitatiekleurtjes den
tand des tijds niet konden weerstaan en nog
minder de felle zonnestralen of de buiten
lucht. Kortom: de kleuren waren niet lan
ger meer echt.
En menige huisvrouw heeft eenmaal tot
haar schrik moeten bekennen, dat de lieve,
frissche keuren van de kleeren, die een
maal zoo aanlokkelijk in de groote uitstal
kasten der magazijnen lagen en de dames
tot koopen verleidden, verbleekte en ver
flenste, waardoor tevens de charme van de
stoffen af ging.
Eerst in de laatste jaren, na lang, weten
schappelijk onderzoek, heeft men hierin
een oplossing weten te brengen. Men hoopt
de bepaalde bestanddeelen gevonden te
hebben, welke noodig waren om de kleu
ren echt en duurzaam te doen blijven. En
tegenwoordig schaffen de moderne huis
vrouwen zich dan ook liever de kleur-, zon
en waschechte inxianthrengeverfde stoffen
aan, dan de oogenschijnlijk zoo frissche en
heldere kleuren, welke toch op den duur
niet bestand blijken te zijn tegen het zon
licht en de scherpe buitenlucht.
UIT DE GESCHIEDENIS DER
KLEUREN.
Het verlangen der menschheid om kleu
ren te zien en te dragen is al even oud als
het menschdom zelf. Bij de oervolkeren, de
natuurvolkeren is het dragen van kleurrij
ke kleederdrachten iets heel normaals. De
natuurvolkeren, met wie nog nimmer een
beschaafd mensch in aanraking kwam, heb
ben steeds een neiging zich zoo sierlijk en
kleurrijk mogelijk te kleeden. Deze men-
schen bezitten dikwijls een bijzondere
vaardigheid in het maken van kleurstoffen,
welke aan hun kleederen die felle kleuren
geven, welke zij verlangen.
De kleurstofindustrie is al eeuwenoud.
De Phoeniciërs vooral bezaten een groote
vaardigheid in het maken van kleuren. De
purperkleur bijvoorbeeld werd door hen op
een kunstzinnige wijze verkregen en hun
geheim is nimmer ontdekt geworden. Zij
haalden de kleuren uit acaciahout, uit wor
telen van bepaalde boornen, uit pijnboomen,
enz. Ook notenhout en heidebrem leverde
bepaalde kleuren.
In de 13e eeuw vond men aan de kusten
van de Middelandsche Zee een plant, wel
ke, zooals men ontdekte, een bepaalde
grauwe kleur bezat. De verfstof, welke uit
dit soort vleehtplant te voorschijn werd ge
haald, noemde men later Orseille. Orseille
werd voornamelijk gebruikt bij bereiding
van roode en violette kleuren.
Vanaf de 16e eeuw werden hoofdzakelijk
buitenlandsche verfhouten en -planten bij
bereiding der verfstoffen gebruikt. Uit In-
dië haalde men de indigo, uit Amerika
het mooie blauwhout, dat ook wel cam-
pechehout wordt genoemd en aan de kus
ten van Yucatan werd gekweekt. Ook de co
chenille werd uit Amerika naar Europa
overgebracht. Cochenille wordt gewonnen
van de cochenille-schildluis, welk dier op
cacteeën voorkomt. In Mexico en Middel-
Amerika vindt men cactusaanplantingen,
EEN FLEURIG
ZOMERJAPON.
Hierbij een fleu
rige zomerjurk,
welke zoowel door
de jonge vrouw als
het jonge meisje
kan worden ge
dragen. Zij is ver
vaardigd van dun
ne zijde, voile of
tule en dient uit
sluitend als wan
del- of visitetoilet
je. De mouwen van
dit model (no. 913)
zijn driekwart en
hebben op den arm
een dubbele vo
lant. Volants kun
nen het voordee-
ligst op tule japon
nen worden aange
bracht, omdat niets
zoo soepel hangt
dan tule. De hals
van de japon is in
het lijfje gedrap-
peerd. Om het mid
del komt geen lede
ren of suede cein
tuur, maar een
ceintuur of sjerp in
de tule van de ja
pon. De rok is lang
en eenigszins klok
kend en heeft even
boven den zoom
aan weerskanten 'n
breede geklokte strook. Onder een derge
lijk japonnetje dient men natuurlijk een
onderjurk te dragen, welke in dezelfde
kleur als de jurk wordt gekozen.
IN
DEN SPINAZIETIJD
De „Spinazietijd" dat is eigenlek de
tijd, waarin ook de postelein, de jonge
stoofsla en de zuring op de groentekar
voorkomen, de tijd van jonge voorjaars
groenten, waarnaar bijna ieder verlangt.
Feitelijk is die tijd al iets eerder inge
gaan, namelijk met het verschijnen van de
raapstelen; het werkelijke afscheid van de
vroege voorjaarsgroenten valt eigenlijk een
paar weken later, als het lijstje van de blad
groenten zich tot meerdere soorten gaat uit
breiden.
En vreemd maar waar! als dan na
de eerste kennismaking met het jonge
„groen" de noodzakelijkheid dwingt tot
beurtelings spinazie, postelein en sla (zu
ring wordt slechts in weinig gezinnen als
groente gebruikt), dan is het enthousiasme
al bijzonder vlug geluwd, dan gaat men
zelfs opzien tegen het middagmaal, met zijn
telkens weerkeerende groenteschaal, die
bijna geen afwisseling kent.
Voor dién tijd geven wij nu den raad om
de groenten waar het gaat, zoo te bereiden,
dat van eentonigheid geen sprake meer kan
zijn, omdat den eenen dag het uiterlijk
en ook grootendeels die smaak anders is
dan den vorigen keer.
Wij willen vandaag eens probeeren, om
van de spinazie verschillende mogelijkhe
den naar voren te brengen, juist deze
groente leent zich daartoe uitstekend.
Algemeen bekend is natuurlijk de me
thode, waarbij de schoongemaakte en goed
uitgeknepen groente zonder toevoeging
van water vlug wordt gaar gekookt, omdat
goed fijn te worden gehakt en gebonden
met wat witte broodkruim nog een oogen
blikje te worden gestoofd en wat boter tot
bijvoeging; versierd met vierdepartjes hard
gekookt ei of wel metsoldaatjes" (Gebak
ken reepjes brood) komt dan de groente
op tafel.
Minder bekend zijn een paar bereidings
wijzen, waarbij de spinazie met de eene
of andere saus wordt voorgediend, of waar
in zij zelfs wordt gecombineerd met visch
en aardappelen, zoodat de schotel een vol-
ledigen maaltijd vormt; wij laten van deze
gevallen een paar voorbeelden volgen.
Schotel van spinazie met vischfüets.
(4 personen).
4. gefileerde wij tings (ook wel een cmg.
even groote hoeveelheid andere gefileerde
visch); 1 y2 kg. jonge spinazie, 3/4 kg.
aardappelen, ongeveer 4 dl. melk, 4 dl.
water met 2 Maggi's Bouillonblokjes, 50
gram ons) geraspte kaas, 30 gram (3
agestr. eetlepels) bloem, ong. 100 gram
boter.
Kook de spinazie op de gewone wijze
gaar, laat ze op een vergiet uitlekken,
hak ze goed fijn en stoof ze met ongeveer
30 gram van de boter. Kook de aardappe
len en bereid ze met de melk en ong. 30
gram van de boter op de bekende wijze
tot een gladde puréé.
Kook de wij tings gaar in wat water
met zout (ong. 6 minuten). Bereid een
kaassaus door de bloem roerende te ver
warmen met de rest van de boter (2 afge
streken eetlepels), er langzamerhand den
bouillon bij te gieten en er tenslotte de
geraspte kaas door te mengen.
Leg nu op den bodem van een diepen
vuurvasten schotel de vischfilets, bedek
ze met de gestoofde spinazie, spreid daar
over de aardappelpurée en giet er ten
slotte de kaassaus over. Zet den schotel
in den warmen over tot de oppervlakte
lichtbruin is gekleurd.
Spinazie op Italiaansche wijze.
(4 personen).
fYs kg- jonge spinazie, 40 gram boter,
15 gram bloem, 1J4 dl. water met 1 bouil
lonblokje, 4 afgestreken eetlepels gerasp
te kaas, wat zout.
Hak de gewasschen, rauwe spinazie,
voeg ze bij de heete boter en laat ze daar
mee gaar smoren. (ong. 15 minuten).
Strooi er de bloem en wat zout over en
voeg er den bouillon langzaam bij, voort
durend roerend tot een gebonden massa
is gevormd.
Roei er tenslotte de geraspte kaas door
en laat die nog even warm worden, zoo
dat ze smelt; breng dan het gerecht over
in een dekschaal en presenteer er een
schaaltje croutons bij (kleine dobbel
steentjes brood, in boter goed bruin ge
bakken).