Naar het Moslim-gebied van Sind en Balocistan ZATERDAG 11 MEI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. a NEDERLANDSCHE FRANCISCANEN KRIJGEN NIEUW MISSIE-TERREIN ELECTRISCHE TABAK- EN SIGARENFABRIEK „DE LANDMAN PORTORICO ROOKTABAK 18 cent per x/2 ons Fa. Wed. C. J. VISTER - HAVEN 20 - LEIDEN Dezer dagen zullen drie Nederlandsche i Paters Minderbroeders als missionarissen I vanuit Heerlen vertrekken naar de verre I landen, gelegen tusschen Iram, Afgha- nistan en Centraal-Indie, genaamd Sind en Balocistan. De stad Karachi, centraal-punt der mis sie, werd het vorig jaar overgegeven aan de Nederlandsche Franciscanen, die, ge deeltelijk althans, de werkzaamheden der Ëpaansche Paters Jezuieten kwamen over nemen. Het is wenschelijk voor ons Katholieke volksdeel te weten, dat in dit verre Ka rachi Nederlanders, niet slechts respect afdwingen door hun ondernemenden geest en stoutmoedige pogingen op het gebied van de techniek waarvan de bewijzen In den meest overtuigenden vorm aan de bevolking aldaar voortdurend gegeven worden in het regelmatige dalen en rijzen onzer Indische vogels op de uitgestrekte vliegvelden doch tevens dat zonen van ons Nederlandsche volk daar eerbied en respect afdwingen door een arbeid die in den meest volstrekten zin des woords be schavingswerk genoemd dient te worden en die van oneindig hooger cultureele waarde is dan welke technische vaardig heidsprestatie ook: de verbreiding van het eenig ware geloof. „Mijn schilt ende betrouwen i Sijt ghij, o Godt, mijn Heer!" In de verzengende hitte van Sind en in de onherbergzame oorden van Balocistan zullen Nederlandsche mannen verschijnen met geen andere leuze, dan deze uit ons volkslied. Velen zijn er in deze streken gekomen: Met daverende strijdkreten, zooals de Scythen en Yavanas uit Centraal-Azië. Met machtsgeweld, zooals Alexander de Groote; hij, de onoverwinnelijke, werd hier in zijn opmarsch gestuit door de on toegankelijkheid van het land der Baloci's. Hier sloegen zijn uitgeputte troepen aan 't muiten. Het barre land had met ruwe kracht den genialen militair herinnerd aan de beperktheid van alle menschelijk kunnen en menschelijk streven. Hier zullen zich de twee grootmachten Islam en Christendom zich voor de zooveel- sfce maal gaan meten; Balocistan is voor 90 pet en Sind voor ongever 72 pet Moslim. Zij hebben hun strijders uit eigen milieu; het Christendom voert nu ook onze priest er - volksgenooten aan. Moge onze steun, tijdelijke maar vooral onze geestelijke steun bij deze missiona rissen blijven, als zij, zoo geheel op zich zelf aangewezen, hun moeizaam werk be gonnen zijn. Dit mogelijk te maken is de bedoeling van deze volgende, wel verantwoorde maar geenszins wetenschappelijk bedoelde mededeeling der onderstaande bijzonder heden. BALOCISTAN, HET RUWE BERGLAND. Een uitgedroogde streek. Dit arme, ruwe, verdorde land, waarvan het uitdrogingsproces zich steeds meer en imeer voltrekt, heeft hier en daar, dank zij onvermoeide menschenhanden, nog wat vruchtbaarheid kunnen behouden. Waar echter bevloeiingswerken ontbre ken, heeft men ook letterlijk niets. De menschen moeten zich dan meer op een andere, minder loffelijke wijze in het le ven trachten te houden. Vandaar dat roo- ven en plunderen bij de Baloci's geen zeldzaamheid is. De ruwheid van omgeving past geheel bij 't onbarmhartige klimaat: naast de ijzige koude van het Noordelijk gedeelte kent men de sloopende hitte b.v. in Meh- ran, een streek meer naar het Zuiden ge legen, die een van de heetste oorden op de wereld is. Bergen en woestijn, hitte en koude, is 't te verwonderen', dat de men schen ruw zijn? Het is hier geen dorado voor liefhebbers van zoetwatervisch. De rivieren met hun zoutachtig brak water zijn geen plaats waar deze lekkernij zich tot die grootte kan ontwikkelen, dat ze in aanmerking komt door 's menschen hand gevangen en door 's menschen mond gesmaakt te wor den. Zoo zult ge er zelden of nooit een Af ghaan, noch een Baloc, noch een Brahoni, noch een Jat, noch een Med, noch wie ook, zien hengelen. U begrijpt, al zijn wij dan een hengelend volk, de nadruk valt niet op het hengelen; we wilden maar even een indruk geven van de zeer gevarieerde bevolking, die deze landstreek ofwel vredelievend, als herders o.a. bewonen, of in minder vrede lievende levensstijl. De Brahoni's Tot de eerste behoor en zeer zeker de Brahoni's. Kleine mannen, die reizen en trekken moeten om hun kudde wat gras te gunnen. Er zijn streken in ons land zegt men waar de boer na kennismaking 't eerst spreekt over zijn vee, daarna pas over vrouw en kinderen. Wat hiervan zij, ongetwijfeld treft men deze eigenaardige hiërarchie van waarde- oordeelen bij de Brahoni's aan. Hun vee, dat is alles voor hen en ze hebben er van alles voor over. Over boeren gesproken: deze Brahoni's eten volop vleesch. En 't is bij hen juist als bij onze boerenbevolking, die haar bo terham met worst oppeuzelt, vaak zonder te bedenken, dat zoo iets een al te zeld zame tractatie is voor veel armen in de stad. De Brahoni's eten voortdurend vleesch; dit is buiten hun stamgebieden, door ge heel Balocistan een teeken van eenigen welstand. Een paradijs voor vegetariërs! Laat Balocistan geen land zijn voor hen gelaars, 't stamgebied der Brahoni's is een paradijsvoor vegetariërs. Ja werkelijk! Dit land van voortdurende vleescheters is een paradijs voor vegetariërs. Want ner gens zullen zij zulke doorslaande argu menten vinden voor hun theorie: „eet meer groen" als hier. Immers deze Brahoni's, de eenige men schen die veel vleesch eten in Balocistan, ze zijn aartsdom. Wat een schitteren de waarschuwing aan geheel het vleesch etende menschdom. En meen nu niet dat wij met deze men schen van domheid te betichten, ons voor de zooveelste maal schuldig maken aan de inderdaad bespottelijke en niet genoeg te verwerpen aanmatigende houding van ver reweg de meeste Westerlingen tegenover de Oosterlingen. Want dit niet zeer loffe lijke oordeel over de intellectueele hoog stand en verstandelijke capaciteiten der Brahoni's is van zuiver Oostersche origine. Hun eigen collega's van de omtrek, den Afghanen, Meds, Baloci's, Pathans, Jats, zij alle hebben dit oordeel uitgesproken in een onder die stammen algemeen bekende zegswijze: „Wil je allerdomste knuppels zien? Ga naar de Brahoni's". Toch zijn zij de baas in Balocistan. Is dat belachelijk? Feit is, dat de reden, waarom zij de lei ding hebben, al zijn ze dan de domsten geen andere is dan die welke in de z.g. beschaafde landen als het criterium geldt of men al dan niet de baas kan zijn: de meerderheid namelijk. De hoofdstad Kelat is dan ook in him handen. Dit Kelat kent straten, huizen, en zelfs een klein spoorlijntje dat naar Quetta loopt. Een garnizoenstacL Veel meer Europeesch dan Kelat is de Engelsche garnizoenstad Quetta, alwaar een der Nederlandsche eerstgekomen mis sionarissen zich reeds gevestigd heeft. Quetta zoo zegt een oud reisverhaal kan op een frisschen wintermorgen een alleraardigste indruk wekken. Het Engelsche garnizoen dient om de menschen van Belocistan blijvend eraan te herinneren dat het land grootendeels onder Engelsche heerschappij staat. Maar wat zal men er van zeggen? 't Valt met reden te betwijfelen of deze bergbewoners veel notitie zullen nemen van dat oppergezag! Practisch is niemand de baas in Balocis tan. Iedere stam doet wat hij wil, en men gehoorzaamt aan den serdax, 't hoofd van 't dorp, van de stam. En dit geldt niet al leen voor de groote stamgroepen als de groep der Baloci's, der Brahoni's enz. enz., maar ook voor de kleinere onderdeelen; dus ook voor de 100 verschillende groe pen, waarin de 300.000 Brahoni's weer on derverdeeld zijn. DE BALOCI'S. De Baloci's, de groep die onmiddellijk volgt op de Brahoni's, en tot deze twee zullen we ons maar beperken, zijn veel oorlogszuchtiger, hetgeen dan ook blijkt in hun litteratuur, die rijk is aan oorlogs verhalen. Ze weten veel van kameelfokkerij, doch overigens nemen zij van vee veel minder notitie dan van landbouw. En juist omdat deze tak van werkzaamheid, wegens 't ruwe klimaat en de slechte conditie van den grond, zoo slecht loonend is, zien ze uit naar andere bronnen van bestaan: Elke vreemdeling is daar dan ook welkom tenminste om uitgeplunderd te worden. „Niemand komt hierdoor, zelfs niet een haas, zonder mijn toestemming" verzeker- T de 'n Baloci hoofdman aan den Engelschen J reiziger Lieutenant H. Pottinger. En dit moge dan al geruimen tijd geleden ge schied zijn, Balocistan is een land, dat maar heel, heel langzaam van oude ge bruiken afstand dóet, vooral waar die „ge bruiken" verband houden met de moei lijke levensomstandigheden. Gedurende lange eeuwen zijn him ge woonten onveranderd gebleven. Men vindt er voorschriften, die geheel overeenstem men met Mozaïsche wetsbepalingen van den Bijbel. Een vroolijk volk. De Baloci's zijn bekend om hun vroolijk- heid. Zooals de" Brahoni's hun lievelings bezigheid hebben in 't gewichten heffen en in een soort damspel, zijn de Baloci's verzot op harddraverijen. Op een dag, die gewijd wordt aan deze edele sport, doet heel het dorp mede. „Al les wat maar eenigszins betalen kan, huurt iets wat maar eenigszins loopen kan", las ik ergens. Dat is natuurlijk overdreven, maar in werkelijkheid mogen toch èn kameelen, èn paarden, èn ezels meedoen. Soort loopt tegen soort. En heel het dorp kent geen grootere aangelegenheid op 't moment dan de race. Dit is te meer opvallend, daar de Ba loci's heusch niet veel weten van inspan ning en hard werken. Daar hebben ze hun slaven voor; en die behandelen ze goed, want zeggen ze: 't is in hun eigen belang dat ze flink werken, omdat ze wel begrij pen zelf op de eerste plaats weinig te krij gen, als er weinig is voor de stam". Die slaven rooven ze van ver afgelegen stre ken; ze worden dan op den rug van een paard gezet en geblinddoekt meegevoerd. De bergen zijn zóó ontoegankelijk dat een vreemdeling het wel laten zal, zich er in te begeven; zoo kan men ze gerust los laten, zonder eenige bewaking; de natuur zelve is hier de onbarmhartige cipier. De Brahonis hebben gebrek aan meis jes; en daarom is 't zeker dat de Baloci's blij zijn, niet tot die stam te behooren; 18 vrouwen hebben is bij hen een kwestie van geld; doch niemand zal er ongunstig over oordeelen. Harddraverijen, slaven- roof, het vrouwenvertrek en de onderlinge twisten zijn zoo de zaken, die licht en schaduw brengen in het leven van de Ba loci's; doch niet vergeten mag worden hun zeer hoofdsche behandeling van vreemde lingen, die men, om welke redenen dan ook, gunstig opgenomen heeft; him voor beeldige trouw aan het eens gegeven woord en ten slotte hun kinderlijke vreug de in verhalen vertellen en aanhooren. Het verhaal van den heiligen man Dris. Zoo kennen zij o.a. het verhaal van den heiligen man Dris. Deze gaat ascese be oefenen; met een groote meloen in een zak meer niet trekt hij naar een an der land, waar de koningszoon, volgens algemeen gerucht, vermoord is; men zou hem zijn hoofd afgeslagen hebben. Een patrouille, uitgezonden om de moorde naars te aqhterhalen, komt den heilige te gen: ze wantrouwen hem, sommeeren hem te zeggen wat hij daar in die zak heeft. De zak wordt opengemaakt en.... men vindt 't hoofd van den prins, 't Vonnis is wreed: Dris wordt beroofd van 't zeer wei nige dat hij nog had, handen en voeten worden afgekapt, zijn oogen worden uit gestoken. De ongelukkige kan niets meer doen, dan, in de nabijheid van de moskee door een barmhartigen pottenbakker in zijn huis opgenomen, van daaruit mede te zingen met de Koran-recieten, wanneer die in de Moskee gezegd worden. Zijn mooie stem werd opgemerkt door de dochter van den toenmaligen koning, die niet op het eerste gezicht maar op het eerste gehoor volslagen verliefd wordt. Dit komt uit bij haar bruidegómskeuze; en of schoon haar vader die tot tweemaal toe ongeldig laat verklaren, houdt ze voet bij stuk en den derden keer wordt de ver minkte heilige man als schoonzoon het ko ninklijk paleis binnengedragen, alwaar hij om zijn helder verstand en groote bestuurs kwaliteiten gewichtige posten alras toege wezen krijgt. Door zich vriendelijk te betoon en tegen over drie geheimzinnige vreemdelingen die achteraf bleken te zijn: Gezondheid, Geluk en Verstand en die de koning, niets vermoedend, had laten wachten om eerst zijn handen te wasschen, iets waarvan deze heeren natuurlijk niet gediend waren geweest en waarom zij zich tot den heili gen man Dris hadden gewend kreeg Dris zijn gezondheid weer. en tevens de vermaning nog maar eens naar 't hoofd van den prins te laten graven. Stoutmoe dig stapt hij naar zijn schoonvader en trots alle toorn en verwijt weet hij toch de opgraving er door te krijgen. En men vondzijn meloen! Op het zelfde oogenblik kwam de tijding binnen, dat de vermoord gewaande prins spring levend in aantocht was, en zelfs een vrouw mee naar huis bracht. Deze heilige man Dris was ook stout moedig tegenover God. Allah had hem be loofd, dat Dris hem een keer zou mogen aanschouwen, op voorwaarde, dat hij daar na weer naar de aarde terug zou gaan. Zoo verscheen Dris voor het aanschijn Gods en mocht daar verblijven, tot God zeide: „Nu moet ge vertrekken". Dris zei „ja, ik ga", ging naar buiten, doch was niet meer in staat zich los te maken van het genot dezer hemelsche aanschouwing en zoo kwam hij langs een andere kant weer binnen. Toen sprak Allah: „Wat is dit? Waarom ben je weer teruggekomen? Dris zei: „ik ben mijn sandalen hier ver geten" maar dit was slechts een uit vlucht. Toen hij weer ging zitten, sprak Allah: „Nee, nee, je hebt me beloofd dat je heen zou gaan; waarom doe je dat niet?" En Dris zei: „Ik heb beloofd dat ik één keer zou weggaan en aan die belofte heb ik me gehouden. Maar nu ben ik weer hier en nu ga ik niet riieer weg!" Allah vond toen goed dat Dris bij hem bleef en niet meer naar de aarde terug ging". Er zijn veel moeilijkheden aan deze missie. We hebben nog niet eens gespro ken over de taai-massa's die daar zijn; en er zijn nog veel meer zaken, die aan de verbreiding van ons geloof in den weg staan. Zeker echter is dat er genoeg schoone en goede eigenschappen zijn in deze men schen. En dit zijn dan evenveel mogelijk heden om aan hen kenbaar te maken de Eeuwige Schoonheid en oneindige Goed heid Gods. Leiden. p. G. BUITENLAND BELGIE. HET BROOD WORDT WEER DUURDER Met ingang van Maandag a.s. zal de broodprijs in verband met de stijging van de prijzen van het bloem opnieuw worden verhoogd. Een kilo brood zal dan frs. 1.55 kosten. (Tel.) DUITSCHLAND. GEEN PERSMONOPOLIE DER NAZIS? Amann's dictatuurplannen zouden mislukt zijn De Katholieke Weensche „Reichspost" bevat het volgende bericht: Volgens berichten uit Berlijn kan de poging van den leider der rijksperskamer in het Duitsche Rijk (Amann) om een mo nopolie der nationaal-socialistische persin het leven te roepen, reeds bij voorbaat als mislukt gelden. De vereischte doorvoeringsbepalingen van de door rijksleider Amann kort gele den gepubliceerde verordeningen, welke de mogelijkheid zouden scheppen, de heele aan de nationaal-socialistische concurren tie niet welgevallige dagbladpers te doen verdwijnen, zijn tot nu toe uitgegeven en zullen vermoedelijk niet uitgevoerd wor den; ofwel ze zullen door rijksleider Amann, die zich wellicht reeds als rijks- persdictator aan de zijde van den Führer heeft gedacht, slechts in het kader van een met het ministerie .voor economie en dat van arbeid te plegen overleg kunnen worden uitgevoerd. Schacht, de rijksbankpresident, en Seld- te, de rijksminister van arbeid, moeten beiden, daartoe bewogen door protesten uit de papier-, hout- en cellulose-indus- trie, bij den rijkskanselier ernstige beden kingen tegen Amann's monopolieplan heb ben geuit. De genoemde industrieën vreesden met recht van een nationaal-socialistisch pers- monopolie een ernstige benadeeling van den afzet. Het vermogen tot afname van het Duit sche publiek voor nationaal-socialistische literatuur en publiciteitsmateriaal is reeds geheel uitgeput en een onderdrukking der concurrentie zou veeleer het reeds vonn*- handen vacuum nog vergrooten, dan overeenkomstigen grooteren afzet der mo nopolie-pers bewerken. Reeds de tot nu toe gevolgde methoden der nationaal-socialistische perspolitiek hebben de Rijksduitsche pers 'n geweldigen achteruitgang in den afzet bezorgd, niet alleen in het buitenland, maar ook in het binnenland. Een persmonopolie van het nationaal-socialisme zou dezen achteruit gang nog doen toenemen. Hitier schijnt door de argumenten, wel ke Schacht en Seldte, resp. de achter hen staande industrie-kringen aanvoerden, over tuigd te zijn geworden en zoo zijn Amann's hoogdravende plannen op de lange baan geschoven. Zijn droom, in het Derde Rijk minstens de tweede dictator te zijn, is voorloopig uit Het is zeer waarschijnlijk, dat ook de slechte indruk, dien Amann's poging in het buitenland, vooral ook in Engeland, ge maakt heeft, Hitler's beslissing mede be- invloed heeft. „Msb.". ARRESTATIES IN SAKSISCH KLOOSTER Reuter verneemt uit Berlijn, dat twee nonnen uit het klooster van den H. Caro- ius Borromeus te Trebnitz (Saksen) van schrik en verdriet zijn gestorven na de ar restatie van de moeder-overste en eenige andere nonnen. Zij worden er van ver dacht in strijd met de wet geld naar Tsje- choslowakije te hebben gezonden. De bisschop van Ósnabrück die lid is van den Pruisischen staatsraad, is naar Berlijn gegaan, om haar invrijheidstelling te verkrijgen. WEER ZES PREDIKANTEN IN SAKSEN GEARRESTEERD Vernomen wordt, dat een disciplinair onderzoek wordt ingesteld, naar een aan tal predikanten der Belijdende Kerk, voor al in Saksen. In dit land zijn opnieuw zes predikanten, gearresteerd. Hun ambtgenooten, die zich in concentratiekampen bevinden* mogen niet langer van hun vrouwen en anderen bezoek ontvangen. In strijd met andersluidende berichten wordt gemeld, dat het bezoek, dat de Sak sische pelgrims de vorige week aah mi nister Frick hebben gebracht, geen resul taat heeft opgeleverd. OOSTENRIJK. FINANCIEELE TOESTAND VAN OOSTENRIJK. Verbetering blijft aanhouden. Het finamcieele voikentoondscomité heeft deze week den financieelen toestand van Oostenrijk besproken, aldus seint de Ge- nee fsche correspondent van de „Msb.". Gisteravond heeft het volkenbondssecre tariaat het rapport van het financieele vol- kenibondsseeretariaat het rapport van het financieele volkenbondscomité aan den vol kenbondsraad over den Oostenrijkschen fi nancieelen toestand openbaar gemaakt. Het rapport getuigt van de tevredenheid vaii het financieele volkenbondscomité over het financieele beleid van de Oostenrij ksche regeering. Het financieele volkenbondscomité ver klaart in het rapport, met voldoening te hebben kennis genomen van het feit, dat niettegenstaande de economische crisis, die in vele Europeesche staten heersebt, Oos tenrijk in staat is geweest, den graad van, verbetering, die in de laatste achttien maan den was ingetreden, te handhaven. De budgetaire toestand van Oostenrijk heeft zich gedurende de laatste vier maan den op normale wijze ontwikkeld en de staatsinkomsten zijn iets gestegen, vergele ken bij dezelfde periode van verleden jaar. ITALIË. HET CONFLICT MET ABESSYNIë. Een Britsch-Fransche waarschuwing? De ernstige toestand, welke zou kunnen ontstaan, wanneer Italië zijn militaire maatregelen aan de Abessinische grens voortzet, heeft aanleiding gegeven tot di plomatieke activiteit zoowel te Londen als te Parijs. De diplomatieke' medewerker van de „Daily Telegraph" verneemt, dat de moge lijkheid bestaat, dat Frankrijk en Engeland er gemeenschappelijk bij de Italiaansche regeering op zullen aandringen, zorgvuldig de talrijke- ernstige consequenties te over wegen, die het gevolg moeten zijn, wanneer het tot agressieve daden overgaat om zijn geschil met Abessynië te regelen. De Engelsche en Fransche regeeringen wenschen Mussolini de verzekering te ge ven, dat zij een situatie vermeden zouden willen zien, welke onvermijdelijk zou lei den tot een veroordeeling van Italië door den Volkenbondsraad, wanneer deze dan 20sten dezer te Genève bijeenkomt. EEN STRAAT TE KARACHI. ST. PATRICK'S SCHOOL TE KARACHI.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5