DINSDAG 30 APRIL 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
De mechanisatie in de Sigaren-industrie
Werkloosheid en betere producten.
Een vak, dat verdwijnen zou.
Bezoek aan de Sigarenfabrie
ken der firma Wijtenburg
Een belangrijke kwestie houdt de Siga-
renwereld in beroering.
Wij schrijven niet zonder reden: Sigaren-
wereld, omdat deze kwestie, nu nog alleen
sigarenfabrikanten en sigarenmakers be
treffend, ook voor den rooker een belang
rijke kwestie worden kan, indien er maat
regelen zouden worden genomen, die van
invloed zouden zijn op kwaliteit of prijs
dezer producten.
Het is de kwestie der mechanisatie in de
sigarenindustrie, die de gemoederen bezig
houdt en waarin men ook reeds de regee
ring heeft betrokken.
Over de mechanisatie in de sigarenin
dustrie is reeds heel wat geschreven. Door
Ministers en Kamerleden zijn bezoeken
gebracht aan verschillende sigarenfabrie
ken. Voorstanders hebben de voordeel en
der meohaniseering betoogd, tegenstanders
hebben evenzoovele nadeelen daarvan op
gesomd en ook in ons blad zijn deze voor-
en nadeelen der mechanisatie reeds uitvoe
rig besproken.
Toen wij dan ook de vriendelijke en wel
kome uitnoodiging ontvingen een modern
sigarenbedrijf te komen bezichtigen, heb
ben wij deze gelegenheid om aldus een
inzicht in deze brandende kwestie te kun
nen krijgen met beide handen aangegrepen.
Velen wellicht weten niet, dat in Leiden
een sigarenfabriek gevestigd is, die de
grootste is van Zuid-Holland en met de
groote fabrieken in het Zuiden geheel kan
wedijveren.
Het is de sigarenfabriek van de firma
Wijtenburg, welke op verschillende plaat
sen in Leiden gevestigd is, n.l. op den
Nieuwe Rijn, Uiterste gracht, Heerengracht
en Heerengracht hoek Groenesteeg. Door
deze gescheiden ligging is het misschien
eenigszins te begrijpen, dat er zijn, die niet
weten, dat deze sigarenfabriek aan 250
menschen werk versohaft. Misschien ook
worden zij misleid door de winkel aan den
Nieuwe Rijn, welke ook tot deze firma be
hoort en welke als de grondslag der firma,
ook uit piëteit tegenover den stichter, in
stand gehouden wordt.
Hoe het zij, een sigarenfabriek, waar 250
menschen werk vinden en welke den mid
denweg der mechanisatie bewandelt, welke
ni. half gemechaniseerd is, was wel een bij
uitstek welkome gelegenheid om eenig in
zicht in deze gecompliceerde kwestie te
verkrijgen.
Bij de ontvangst ten kantore der firma
Wijtenburg hield een der firmanten een
toespraak, waarin hij verschillende onder -
deelen dezer kwestie behandelde en waar
in hij tevens de kern dezer kwestie uiteen
zette.
De heer Wijtenburg, hier uit ervaring
sprekende, gaf aan de hand van de ontwik
kelingsgeschiedenis der sigarenindustrie,
als zijn meening te kennen, dat beperking
der mechanisatie een zeer groote teruggang
zou beteekenen.
Ook toen jaren geleden de vormen in de
sigarenindustrie hun intrede deden, werd
daartegen geageerd, maar toen bleek, dat
de handvormers niet zulke mooie modellen
konden maken als met de houten vormen
konden worden gemaakt, kregen de vormen
burgerrecht en op het oogenblik is er wel
geen sigarenindustrie meer in ons land,
welke geheel handmatig sigaren fabriceert.
De heer Wijtenburg achtte het boven
dien een breideling van het vernuft, de me
chanisatie te beperken, wat bovendien nog
een groot precedent zou scheppen voor tal
van andere industriën. Ook de sociale
kwestie werd door hem besproken.
De eigenlijke kwestie intusschen staat
aldus en men geve zich rekenschap er
van, dat dit een kwestie is van practijk en
niet van theorie dat het niet gaat om
beperking der algeheele mechanisatie, maar
om beperking van een bepaald gedeelte
daarvan.
Om dit goed te kunnen begrijpen, moet
men zich een beeld kunnen vormen van de
sigarenindustrie zelf.
Werden vroeger de sigaren geheel met
de hand vervaardigd waardoor het siga-
renmaken tot een speciaal vak werd na
derhand kwamen er machines, die een ge
deelte van die taak overnamen.
Werd b.v. het strippen de tabaksbla
deren, die het binnenwerk vormen van de
steel ontdoen vroeger met de hand ge
daan, wat een onvolwaardig werk was en
dus zeer slecht beloond werd, thans ge
schiedt Uit machinaal, waarbij bovendien
een grooter tabaksverlies voorkomen wordt.
Niemand in de sigarenindusttrie die zich
hiertegen verzet, evenmin als men zich ver
zet tegen snijmachines, vocht- en droogin
stallaties, mechanisatie van de verpakking
e.d., al houdt een begin van beperking ook
ten deze consequenties in.
Deze mechanisatie tast het eigenlijke vak
niet aan.
Het eerste ingrijpen in het eigenlijke vak
geschiedde door de invoering der vormen.
Dit zijn houten vormen, waarin het binnen
werk geperst wordt, waardoor de sigaar een
mooier model krijgt dan ooit met de hand
kon worden verkregen. Deze vormen heb
ben reeds lang in alle fabrieken toepassing
Deze aantasting van het eigenlijke siga
renmakersvak was echter maar van geringe
beteekenis, daar het eigenlijke werk van
den sigarenmaker bleef bestaan, nJ. het
„bosjes" maken het „bosje" is het eigen
lijke binnenwerk van de sigaar het om
leggen van het omblad (het onderste dek
blad) en het afwerken van de sigaar met
het eigenlijke (bovenste) dekblad. Het
eenigste verschil was dus, dat, nadat het
omblad om het bosje was gelegd, de sigaar
in een houten vorm geperst werd in een
mooier model. Eigenlijk dus geen vervan
ging van bestaanden handarbeid, maar
meer een nieuwe, daar buiten staande, ver
volmaking.
Later zijn echter de bosjesmachines geko
men, die door twee meisjes bediend kunnen
worden en het werk van zes sigarenmakers
verrichten.
Deze machine neemt zelf de tabak voor
het binnenwerk uit een bak, vormt het
„bosje" en levert dit met het omblad erom
af. En om deze machines, die ook bij de
firma Wijtenburg in gebruik zijn, wordt
de eigenlijke mechanisatiestrijd gevoerd.
Voor de sigarenmakers blijft dan nog over
het omleggen van het dekblad, waarvoor
echter ook reeds machines gebruikt wor
den, maar wat bij de firma Wijtenburg nog
door een zeer groot aantal sigarenmakers
met de hand wordt gedaan.
Het al of niet beperken van de mechani
satie de bosjesmachine en/of de com
pleetmachine vormt nu reeds sinds maan
den het onderwerp van vele gesprekken,
onderhandelingen en artikelen in dagbla
den en vaktijdschriften.
Er zijn natuurlijk talrijke voordeelen en
nadeelen voor beide meeningen aan te voe
ren. Als men echter deze allen tegen elkaar
gaat afwegen, stuit men telkens op dilem
ma's, waaraan niet te ontkomen is.
Daar is b.v. waarop wij reeds wezen
de consequentie voor andere bedrijven,
zoo men ook maar tot gedeeltelijke beper
king der mechanisatie overgaat. Het ge
rucht toch gaat reeds, dat ook de houtin
dustrie beperkende bepalingen ter dezer
zake wenscht, indien de regeering itn dit
opzicht voor de sigarenindustrie regelend
zou optreden.
Het grootste argument echter, dat deze
strijd zoo brandend maakt, is de kwestie
der werkloosheid. Want men diene in het
oog te houden, dat bij volledige invoering
der kompleetmachine een geheel vak dat
der sigarenmakers gedoemd is bijna ge
heel te verdwijnen en dat ook half-mecha-
niseering de werkgelegenheid reeds ver
EEN HOEKJE VAN HET BEDRIJF DER FIRMA WIJTENBURG. DE BOSJES
MACHINES, WAAROVER DE STRIJD DER MECHANISATIE VOORAL
GEVOERD WORDT.
mindert, al blijft er dan ook nog voor een
zeer groot contingent vakarbeid over.
Van de 250 ménschen toch, die in de fa
briek van de firma Wijtenburg arbeid vin
den, is het grootste contingent vaklieden,
die de sigaren van het dekblad voorzien.
Stelt men nu de kwestie der mechanisa
tie algemeen, dan komt men voor het door
zeer velen aanvaard axioma te staan, dat
mechanisatie der productie meer welvaart
zou brengen aan de maatschappij. In zijn
algemeenheid is dit echter niet juist.
Juist is, dat de machine de mogelijk
heid biedt de volkswelvaart te verhoogen,
maar practisch en in werkelijkheid zal dit
altijd afhangen van een aantal voorwaar
den, die eerst in den feitelijken stand der
volkshuishouding aanwezig moeten zijn.
Dat axioma gaat toch b.v. niet op, wanneer
de door de mechanisatie afvloeiende arbei
ders in het productieproces geen plaats
meer zouden kunnen vinden. Kortom, dat
axioma is zeer sterk afhankelijk van de
economische omstandigheden.
Prof. Cobbenhagen zegt het in zijn werk
„Rationalisatie en Werkloosheid" aldus:
„De intrinsieke en feitelijk noodzakelijke
gevolgen der arbeidsbesparing, die immers
het wezen van het verschijnsel weergeven,
I zijn niet dezelfde in eiken economischen
organisatievorm".
Gaat men echter de voor- en nadeelen
i der mechanisatie nd in een bepaalde eco
nomische volkshuishouding, meet men dus
I de voor- en nadeelen of naar den bepaal-
I den stand van zaken in economisch opzicht,
dein komt men daarbij nog voor een ander j
dilemma te staan. Men komt dan voor de
keuze van twee richtingen te staan, die
beiden een geheel verschillend effect kun
nen sorteeren.
Want men kan de mechanisatie willen
bezien los van de tegenwoordige omstan
digheden, met den blik alleen gericht op
de toekomst, dus door al of niet beper
king van mechanisatie toekomstige voor
deelen op het oog hebben, of men kan ver
betering van den huidigen toestand al
leen beoogen. Het lijdt wel geen twijfel of
het tweede geval is nogal egocentrisch,
maar men kan het den fabrikant toch ook
niet al te zeer kwalijk nemen, als hij verbe
tering van de mogelijkheden van zijn eigen
bedrijf verlangt en dit als hoogtepunt van
dit vraagstuk beschouwt zonder al te veel
in de toekomst te zien, om daar voordeelen
te behalen, waarvan hij dan waarschijnlijk
toch niet meer zal profiteeren.
Kiest men den eersten weg, dan- kan dit
consequent huidige opofferingen met zich
medebrengen, die pas veel later winstge
vend moeten blijken te zijn.
En het komt ons voor, dat er door voor-
en tegenstanders onder de fabrikanten
nogal uit deze twee verschillende oogpun
ten wordt geredeneerd
Men kan op het standpunt staan, dat het
een dwaasheid zou zijn de mechanisatie d.i.
de ontwikkeling der maatschappij tegen te
houden, maar men diene dit toch wel uit
sociaal oogpunt te bezien en de voornaam
ste kwestie daarin is de werkloosheid. En
dan komen wij terug op hetgeen wij reeds
schreven, dat de voordeelen der mechani
satie afhankelijk zijn van bepaalde econo
mische toestanden, d.w.z. dat het wel eens
heel goed mogelijk zou kunnen zijn, dat
mechanisatie de werkloosheid zeer in de
hand zou werken, omdat de vrijkomende
krachten in het productieproces geen plaats
meer zouden kunnen vinden.
Maar van zelf rijst dan weer de vraag,
die wij in het kort reeds aanstipten, of dan
niet consequent de heele mechanisatie in
alle bedrijven zou moeten worden stopge
zet.
Ons antwoord daarop is natuurlijk: neen!
Dan zouden wij ook consequent moeten
teruggaan tot een toestand als voor honderd
jaar.
Men diene zich echter te realiseeren, dat
de kwestie hier eenigszins anders is. Men
diene voor oogen te houden, dat een alge-
reele invoering der compleetmachine, die
dus de geheele sigaar fabriceert, een geheel
vak ten gronde richt. En in de huidige eco
nomische omstandigheden is het niet aan
te nemen, dat de menschen in dat vak
ergens andere een plaats zullen kunnen be
machtigen.
Beschouwt men deze kwestie met het oog
op de toekomst, zou dus de consequentie, de
opheffing van het sigarenmakerevak, een
offer moeten beteekenen voor een betere
toekomst der sigarenindustrie dan lijkt
ons dit offer al te groot, grooter misschien
en nadeeliger dan het mogelijke voordeel
dat daar in de toekomst van te wachten
staat.
Bij gedeeltelijke beperking der mechani
satie door b.v. alleen de veelgewraakte bos
jesmachine te verbieden, is de kwestie heel
wat moeilijker. Bij het gebruiken der bos
jesmachine blijft er nog altijd een groote
vraag naar vaklieden bestaan, zooals ons
uit het bezichtigen van het sigarenfabriek
complex der firma Wijtenburg gebleken is,
en ingrijpen daarin moet dan ook wel zeer
gevaarlijk worden genoemd, wijl dit in
ieder geval een duurder en niet beter pro
duct tengevolge zou hebben. En voor de
sigarenindustrie is heden ten dage een
goed en goedkoop product van het hoogste
belang.
Natuurlijk zijn er nog tal van vragen,
waarvan wij er nog een onder het oog wil
len zien.
Waarom, kan men vragen, de strip- en
ringmachines niet verboden en de bosjes
machines wel. Ons antwoord hierop ligt
feitelijk reeds in het voorgaande opgesloten.
Het strippen der tabaksbladeren en het
ringen der sigaren vordert nu eenmaal
geen eigenlijke vakarbeid en beperkt men
de machines, die dezen arbeid verrichten,
dan zou men dit ook consequent in alle be
drijven moeten doorvoeren.tot er geen
machines meer zijn.
De bosjesmachine vervangt wel vakar
beid, maar laat npg altijd een groote plaats
aan den vakman over en geeft bovendien
groote voordeelen in de productie, die daar-
Het echtpaar J.
KOEVOET—A. v. d.
BURG, voor wie
vandaag de bruids
dagen van de 55-ja-
rige echtvereeniging
zijn begonnen.
GEMENGDE BERICHTEN
DOOR STUKSPRINGEND SPROEI-
KANON GEDOOD.
Dezer dagen is de 23-jarige landarbei
der J. Beerepoot, te Wognum, door een uit
elkander springend sproeikanon gedood.
B. verrichtte werkzaamheden met het ap
paraat, toen men plotseling een hevigen
knal hoorde. Men vond den arbeider in
deerniswekkenden toestand, getroffen door
de uiteenspattende stukken van het sproei
kanon. Enkele oogenblikken later overleed
hij.
KNAAPJE VERDRONKEN.
Een jongetje van 3 1/2 jaar dat op het
dek van een schuit speelde, welke in het
Cornelis Douweskanaal te Amsterdam lag,
is ongemerkt over boord gevallen en ver
dronken.
Verschillende branden
ZWARE BRAND TE ROTTERDAM.
Loods van de R.E.TJVI. in vlammen.
Gistermiddag is een zware brand uitge
broken in de groote materialenloods van de
Rottérdamsche Electrische Tramweg Mij.
in de I. Hubertstraat te Rotterdam. De
brand is ontstaan door een ontploffing
waarvan de oorzaak nog onbekend is.
In het gebouw waren 16 personen aan
wezig, die bij het hooren van den knal naar
beneden snelden.
Na de ontploffing ontstond direct de felle
brand. In de loods was veel brandbaar ma
teriaal aanwezig. Er hadden nog voortdu
rend ontploffingen plaats, die vermoedelijk
veroorzaakt werden door vaten teer.
De brandweer rukte met alle groot mate
riaal uit.
Vier motorspuiten trachtten met 12 stra
len het vuur te blusschen. Het blusschings-
I werk werd zeer bemoeilijkt door een dich
ten rook. Cm in het perceel te kunnen ko
men, had de brandweer met zware boomen
deur en ramen moeten rammeien. Vlak bij
de loods staat een gebouw, waarin boek
houding en teekenkamer zijn gevestigd, dat
geruimen tijd geroot gevaar liep door het
vuur te worden aangetast
De brand was tegen drie uur geheel ge-
bluscht.
Een brandweerman is bij het blusschen
gewond en naar het ziekenhuis overge
bracht.
CAFÉBRAND TE LOOSDUINEN.
Gisternacht omstreeks 1 uur reed op
den Haagweg te Loosduinen, doordat de
bestuurder een oogenblik de macht over
het stuur verloor, een personenauto in de
Loosduinsche vaart. De inzittenden wisten
zich te redden en kwamen met een nat pak
vrij. Door een kraanwagen werd de auto
later op het droge gebracht. Terwijl men
hiermede bezig was en omwonenden, w.o.
de caféhoudster v. d. H. met haar zoon
hiernaar stonden te kijken, brak in haar
perceel op de zolverdieping brand uit. In
een oogwenk greep het vuur met zulk een
hevigheid om zich heen, dat de zolverver-
dieping in lichterlaaie stond. Met drie stra
len bluschte de brandweer het vuur. De
oorzaak ligt vermoedelijk in kortsluiting
in een reclame lichtbak. De zolderverdie
ping brandde geheel uit. Het café „De
Valk" bekwam waterschade.
door goedikooper en beter kan zijn. En het
is nu dus maar de vraag of het laatste te
gen het eerste volkomen opweegt.
Wel blijft het waar, dat de bosjesmachi
nes een begin zijn van de aantasting van
den vakarbeid en wil men consequent zijn,
dan zou men ook deze (dus niet alleen de
compleetmachine) moeten verbieden. Dit
is echter de kwestie zuiver theoretisch be
schouwd, terwijl men allereerst de prac-
tische kant moet bezien.
Met het belang van den arbeider mag
men ook het belang van den fabrikant en
dat van den verbruiker niet uit het oog
verliezen.
Wij zijn de firma Wijtenburg dankbaar,
dat zij in haar prachtig bedrijf ons in de
gelegenheid heeft willen stellen, deze kwes
tie, welke bovenal een practische kwestie
is, van nabij te bestudeeren.
Het laatste woord is in deze kwestie nog
niet gesproken.
Ons echter lijkt de gulden middenweg,
die deze firma bewandelt, niet de slechtste
BRAND BIJ DE GIRMA DE GRUYTER
TE GRONINGEN.
Gistermiddag omstreeks vier uur is een
felle brand uitgebroken in het perceel van
de firma N.V. De Gruyter aan de Nieuwe
Ebbingestraat te Groningen.
Het vuur woedde in het kantoor en in
het magazijn, welke naast de winkel zijn
gelegen.
De brandweer slaagde er in met twee
stralen het vuur te blusschen. Twee oude
dames, die boven het magazijn wonen, zijn
door de brandweer in veiligheid gebracht.
De oorzaak van den brand is het vlam
vatten van een gordijn door een gascom-
foort, welke in het kantoor stond. De scha
de wordt door verzekering gedekt.
Het kantoor is geheel uitgebrand, ter
wijl tevens een groot aantal bescheiden een
prooi van het vuur is geworden. Een ge
deelte van het magazijn brandde uit.
CAFÉBRAND TE REUSEL.
Door onbekende oorzaak is te Bladel
brand uitgebroken in den stal behoorende
bij het café en woonhuis van den heer v.
D. Het vuur sloeg weldra over naar het
woonhuis en het café. Met moeite konden
twee kinderen van den heer v. D. die ziek
te bed lagen gered worden. Alles brandde
tot den grond toe af, niets kon gered wor
den. Vijf stuks vee kwamen in de vlam
men om. De schade wordt door verzekering
gedekt.
BRAND IN EEN ELEMENTENFABRIEK.
Bij de Elfd-elementenfabriek, die geves
tigd is op de tweede verdieping van een
oude diamantslijperij in de Valkenburger
straat 7 te Amsterdam, brak gisteravond
tegen half zeven brand ujt. De vlammen,
die gretig voedsel vonden in de brand
bare stoffen, als schellak, die bij het ver
vaardigen van electrische elementen ge
bruikt worden, maar bovendien een groo
te hoeveelheid emballage, sloegen weldra
voor en achter uit.
De brandweer moest zich door verbre
king van de deuren, daar niemand aanwe
zig was, toegang tot het gebouw verschaf
fen. Met een viertal stralen op de motor-
spit, werd de brandweer de vlammen
meester. De verdiepingen brandden uit. De
andere zoowel als de boven gelegen ver
dieping, was leeg. Het bluschwater echter
richtte veel schade aan in de gelijkstraat-
sche fabriek van de Anglo Dutch Under
wear Company. Vele machines hadden te
lijden van het water. Deze fabriek zou
juist hedenavond weer in bedrijf gesteld
worden. Vanaf 2 Januari j.l. had zij stil
gestaan, omdat toen ook in het gebouw
brand was geweest en de machines toen
ook door bluschwater onbruikbaar waren
geworden. De oorzaak van den brand is
onbekend.
ERNSTIGE VECHTPARTIJ.
In de Planciusstraat te Amsterdam heeft
gisteravond een ernstige vechtpartij plaats
gehad tusschen twee mannen, waarbij een
van de twee een ernstigen messteek in den
buik heeft gekregen.
De twist begon aanvankelijk op een bo
venhuis, tusschen een echtpaar, waarbij
de man zijn vrouw mishandelde. De vrouw
riep daarbij om hulp. De man heeft in het
benedengedeelte van het perceel een zaak
in ijs. Een broer van de vrouw, die daar
aan het werk was, hoorde het geschreeuw
en snelde zijn zuster te hulp: Hij werd ech
ter niet vriendelijk ontvangen en door den
echtgenoot de trap afgewerkt. Een oom van
de vrouw, die toevallig langs kwam en toen
naar boven liep, onderging hetzelfde lot.
De echtgenoot kwam daarop zelf ook naar
beneden. Op straat werden toen de beide
laatste mannen handgemeen. De oom van
de vrouw, die werkloos is, trok hen schoen
makeremes en stak zijn tegenstander daar
mede in den buik, terwijl hij zichzelf een
diepe wonde in het dijbeen toebracht.
Het slachtoffer, dat 36 jaar is, werd in
ernstigen toestand naar het Binnen Gast
huis vervoerd. Ook de aanvaller, een man
van 32 jaar, werd daar eyeneens opgeno-
Ovidius zeide het reeds:
Medius tutissimus ibis.
In het midden zult ge het veiligst gaan.
F. S.
De vechtpartij veroorzaakte in de straat
nog al opschudding.
GOEDE VANGST VOOR DE POLITIE.
Door de marechaussee te Budel werd een
personenauto in beslag genomen, welke bij
onderzoek niet minder dan 10.000 boekjes
frauduleus ingevoerd sigarettenpapier be
vatte. Het becvag, dat hiermede aan in
voerrechten was ontdoken bedraagt zeer
veel, de wagen, die in geslag genomen is,
behoorde toe aan zekeren H