WOENSDAG 3 APRIL 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 8 BEDRIJFSORDENING. De bedrijfsordening is op het oogenblik in Nederland volop in gang. Ook met de bedrijfsordening op publiek rechtelijken grondslag is en wordt in ver schillende opzichten een begin gemaakt. Maar wat doen in meerdere bedrijfstak ken de bedrijfsgenooten zelf om de orde ning hunner verhoudingen met behulp van de Overheid te bevorderen? Wij bedoelen met bedrijfsgenooten nu in het bijzonder de werkgevers, de onderne mers, en daarvan weer in het bijzonder de ondernemers in de diverse takken van kleinbedrijf, de ambachtspatroons en de winkeliers. Wat doen de middenstandspatroons, zijn ze voldoende voorbereid en bereiden ze zich voldoende voor op de mogelijkheden tot bedrijfsordening met behulp van de Overheid, welke de wetgever hun reeds bood en bezig is hun te bieden? We hebben gekregen de Bedrijfsraden- wet-Verschuur. Die bedrijfsraden mogen zich slechts be wegen op het terrein der sociale, der ar beidsverhoudingen in het bedrijf en ze hebben voorloopig nog slechts adviseerende bevoegdheid. Maar ook met die beperking hebben deze organen hun beUekenis op het punt van bevordering van geordende bedrijfsverhou- dingen. Tot dusverre echter werden slechts in twee bedrijfstakken bedrijfsraden ingest did, terwijl ze voor twee andere bedrijfstakken onderweg zijn. Wat doen de middenstandspatroons om in hun bedrijfstak de stichting van een Bedrijfsraad-Verschuur te bevorderen? Wellicht voelen zij het als een leemte, dat de Bedrijfsraden tot ordening der eco nomische bedrijfsverhoudingen niets kun nen doen. De wetgever heeft zelf deze leemte ge voeld. De wetgever heeft reeds begrepen, dat in dezen tijd de behoefte aan mogelijk heid tot economische bedrijfsordening op publiekrechtelijken grondslag zich over tuigend gevoelen doet. Daaraan dankt haar ontstaan de wet op de algemeen verbindende kracht van on dernemersovereenkomsten, die de Tweede Kamer reeds is gepasseerd en die ongetwij feld ook de sanctie van den Senaat zal we ten te verwerven. Deze wet zal het den Minister van Eco nomische Zaken mogelijk maken om over eenkomsten van ondernemers en besluiten van ondernemersorganisaties, die voor de economische bedrijfsverhoudingen in den betrokken tak van bedrijf van overwegende beteekenis beloven te kunnen worden, met dwingende kracht op te leggen aan alle ondernemers en ondernemingen in dien be drijfstak. Ook voor de middenstandsbedrijfstakken zal deze wet in een brandende behoefte voorzien. De takken van kleinbedrijf, speciaal ook van de winkelbranches zullen van deze wet gebruik kunnen maken tot regeling der concurrentieverhoudingen en wering van concurrentie-excessen. Maar staan de middenstands-patroons, staat speciaal de winkelstand, klaar om van de komende wet dit nuttig en noodzakelijk gebruik te maken? Het is duidelijk, dat het kleinbedrijf aan deze wet alleen dan iets hebben zal, en heb ben kan, als de patroonsvakorganisatie in de diverse takken van bedrijf voldoende ontwikkeld is. Maar is dit het geval? In het kleinbedrijf zijn door de veelheid der ondernemingen overeenkomsten van ondernemers, welke algemeen verbindend GEMEENTERAAD VAN BOSKOOP Maandagavond jL. kwam de Raad dezer gemeente in openbare vergadering bijeen onder voorzitterschap van den burgemees ter mr. E. P. Verkerk. De voorzitter opende de vergadering en deelde mede dat als eerste voor stemming was aangewezen de heer P. Loef. Hierna ging men over tot de installatie van den nieuw-benoemden secretaris, den heer W. Trapman. Nadat de heer W. Trapman was bin nengeleid en de beëediging op de gebrui kelijke wijze geschied was, sprak de bur gemeester, den heer Trapman als volgt toe: Waarde secretaris! Na uw beëediging als secretaris der ge meente Boskoop wensch ik van deze plaats mijn gelukwenschen met uw promotie aan te bieden. Uw voorganger genoot in Boskoop ach ting om zijn kennis en vertrouwen om zijn persoon. Ik hoop dat u een deskundig ad viseur voor den Raad en voor het colle ge van B. en W. en een goed chef voor de ambtenaren zult worden. En nu onze persoonlijke verhouding. Tusschen uw voorganger en mij stond geen geheim. Van harte hoop ik, dat ook wij naar elkaar zullen toegroeien in het belang van Boskoop. Mijn eenigste eisch en daarmede kunt u mijn hart stelen is dat gij u zelf voor de volle honderd procent geeft aan Boskoop. God geve, dat gij hier moogt vinden bevrediging in uw werk en wat nog meer is, dat gij spoedig met uw vrouw en kinderen hire wonende, u in Boskoop thuis moogt gaan gevoelen. De heer P. Loef sprak namens den Raad den heer Trapman een hartelijk wel kom toe. Het is mij aangenaam het woord te voe ren bij deze gelegenheid nu u, als secre taris dezer gemeente uw belangrijke werkzaamheden zal aanvangen. Eerst wil ik u een woord van welkom toeroepen en u tevens hartelijk gelukwen schen met deze benoeming. Het spreek woord zegt: „Onbekend maakt onbe mind", voor ons zijt gij evenwel geen on bekende. De inlichtingen welke zijn inge wonnen en de vele aanbevelingen van ver schillende zijde welke wij ontvingen, wa re van dien aard, dat wij u het volle ver trouwen hebben kunnen geven. Uw prac- tische zoowel als uw theoretische werk zaamheden in uw vorige gemeente strek ken tot volle aanbeveling. Mijnheer Trapman, wij twijfelen niet of gij zult de belangen der gemeente Bos koop zoo getrouw mogelijk behartigen, dan zal zeker een aangename werkkring uw deel zijn. De heer Trapman dankte de eerste plaats den burgemeester, dat hij in de ge legenheid gesteld werd enkele woorden te zeggen. Ik zeg met opzet „enkele woorden", al dus spr., want ik zou niet gaarne de zoo erven afgelegden eed trachten te berooven van zijn inhoud of althans, door veelheid van woorden zijn kracht verzwakken. Slechts wil ik danken voor het vertrou wen, dat de gemeenteraad blijkens zijn be sluit tot benoeming in mij stelt, dat B. en W mij geschonken hebben door hun aan beveling aan den Raad en u, mijnheer de voorz., nu reeds gemeend heeft mij eeni- ger mate te kunnen geven. Gaarne verklaar ik mijnerzijds al het mogelijke te zullen doen om dat aanvan kelijk vertrouwen te rechtvaardigen en te versterken. Mijnheer de voorz., ik ben er mij van bewust, dat het geen lichte taak is, de centrale plaats, die de secretaris bij het bestuur der gemeente inneemt, naar be- hooren te vervullen. De wet omschrijft die taak als het be hulpzaam zijn in alles wat het aan de be stuursorganen der gemeente opgedragen bestuur aangaat. Dit omvat veel. Ook en misschien vooral in Boskoop, welker daadkracht zich zelfs voor den vreemdeling openbaart. Bij de vervulling van mijn taak reken ik op de medewerking van de ambtenaren ter secretarie, voor wie ik gaarne een wel willend chef wil zijn, en doe ik een beroep op samenwerking met de hoofden van takken van dienst en den gemeenteontvan ger, met wie ik in ambtelijk verband hoop te komen tot harmonieuse verhou dingen. Mijnheer de voorz., ik dank u oprecht voor de woorden die u tot mij hebt willen richten, Ik hoop, dat mijn arbeid, die ik in nauw, dagelij ksch contact met u heb te verrichten, onder Gods zegen, moge strekken tot bevordering van de veelzij dige belangen der gemeente Boskoop. Nadat aan den Raad en de talrijke aan wezigen en familieleden van den heer W. Trapman een verfrissching was aangebo den, kwam de behandeling van punt 3 der agenda aan de orde: Benoeming van een commissaris in de N.V. „Flora". Aanbe volen worden de heeren 1. W. C. van Kleef, 2. H. Haring, De heer Boekraad vraagt naar aanlei ding van de storting van /5000 in ver band met deze benoeming van een com missaris of deze ƒ5000 voor het gebouw nu gestort worden voor de hooge exploi tatie-rekening. In dat geval meent spr. dat eerst de re keningen nagezien moeten worden alvo rens tot deze storting over te gaan. De voorz. zegt, dat dit een zeker wan trouwen is tegenover de N.V. Flora. Spr. zegt, dat het heel eenvoudig is om uit voering te gevn aan een eenmaal geno men besluit Na nog eenige besprekingen süelt de heer Boekraad voor om het punt aan te houden en met een gedocumenteerd voor stel te komen. In stemming gebracht wordt dit voorstel echter met meerderheid van stemmen verworpen. Tot commissaris van de N.V. Flora wordt vervolgens gekozen de heer H. Haring. Hierna ging de Raad in geheime zitting. Na heropening wordt besloten een lee ning aan te gaan van ƒ400.000 tegen 4%. Voorts werd nog besloten om nogmaals bij de sierteelt-centrale het standpunt van den Raad over de technische controle ken baar te maken. Hierna sluiting. zouden kunnen worden verklaard, moeilijk denkbaar en zullen dus vrijwel uitsluitend besluiten van organisaties van ondernemers, d.w.z. van vakorganisaties van patroons, voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking komen. Naar de pers dezer dagen heeft gemeld, is thans het voorontwerp van een wette lijke regeling betreffende het stellen van vestigingseischen voor den detailhandel, het ambacht en de kleine nijverheid in ge reedheid gekomen en heeft de Minister van Economische Zaken hierover het advies verzocht van den Economischen Raad en den Middenstandsraad. Het ligt in de rede, dat alleen in die branches, vestigingseischen met wettelijke kracht zullen worden ingevoerd, waarvoor dit door vakorganisaties van de patroons is gevraagd. Ook hier dus de helpende hand der Overheid terecht afhankelijk gesteld van het zelf doen der bedrijfsgenooten, van de aanwezigheid en werkzaamheid eener krachtige vakorganisatie van patroons! Wel actueel is de bijzondere actie, welke de katholieke middenstandsbeweging in deze dagen voert om alle katholieke mid denstanders onder te brengen in hun vak organisatie. Vakorganisatie van den middenstand is niet alleen eisch des tijds. Het is zonder meer eisch van de Neder- landsche wetgeving, zooals zij zich mo menteel ontwikkelt. Alleen dan zal de middenstand gebruik kunnen maken van de helpende hand der Overheid tot ordening der vestigingsmoge lijkheid en der concurrentie-verhoudingen in zijn bedrijf. Laat de middenstand en vooral de win kelstand in zijn diverse branches zich haas ten de leemten aan te vullen, welke de vak organisatie van den middenstand tot dus verre nog vertoont! De oude „jeneverboom" aan de Leede te Warmond, zooals hij eenige jaren geleden was (voor zijn dood), die nu verdwenen is. CHRISTELIJK HISTORISCHE UNIE Jhr. mr. dé Geer over de N. S. B. Heden heeft in „Ëellevue" te Amster dam de jaarvergadering plaats gehad van de Christelijk-Historische Unie, onder voorzitterschap van oud-minister jhr. mr. D. J. de Geer. Deze heette de vergadering welkom en sprax zijn vreugde uit over de talrijke op komst, die blijk geeft van onverflauwde belangstelling in de publieke zaak en van trouw aan het Christelijk-Historisch be ginsel. Het is in onze dagen meer dan ooit noo- dig, dit beginsel hoog te houden en tot richtsnoer te kiezen voor al ons doen en denken. Wat den politieken toestand betreft, zei- de spr., dat een zoo breed mogelijke sa menwerking in het parlement thans wel de eerste eisch is om aan de moeilijkhe den het hoofd te bieden. Het zittend ka binet, samengesteld uit bekwame mannen van uiteenloopende kleur, verdient, of schoon wij in politieken zin er volkomen vrij tegenover staan, vertrouwen en zoo ver doenlijk steun. Wie echter zou mee- nen, dat in dezen tijd het christelijk-histo- risch beginsel voor ons staatkundig leven geen bijzondere beteekenis heeft, zou zich in zeer ernstige mate vergissen. Meer dan ooit is het n u de tijd, het j beginsel zuiver en gaaf te houden, het in scherp sprekende kleuren te vertoonen en het uit te dragen tot zegen van ons volk. Vooreerst vanwege het steunen van de extremisten van links en rechts, die aan sturen op een staatsabsolutisme, dat niet alleen onze burgerlijke vrijheden zou ver nietigen, m3ar ook de gewetensvrijheid en de vrijheid der Kerk zou aantasten. Spr. verklaarde in dit verband geen waarde te hechten aan de verzekering van onze nationaal-socialisten, dat het hier te lande niet zoo'n vaart zal loopen als in Duitschland en dat zij een eigen Neder- landsche gedragslijn zullen volgen, omdat hun beginsel hen onverbiddelijk zal mee- sleepen. Bovendien vertoont zich een zeer nau we relatie tusschen de geestverwanten van beide zijden van de grens. Spr. oefende scherpe critiek op het hui dige regiem in Duitschland en zijn houding tegenover den godsdienst en waarschuw de tegen het onderschatten van de geva ren, die zoowel van het communisme als van het nat-.socialisme dreigen. (Spr. stelt de gevaren van communisme en van na tionalisme op één lijn! Mussert schreef in „Volk en Vaderland" (in een der laatste nummers) dat de Chr. Hist, fatsoenlijker j waren in hun bestrijding dan de R.K.). Het is ons Christelijk-Historisch beginsel i dat ten deze krachtigen weerstand biedt, j Als tweede reden, waarom het C.H. be- J ginsel juist voor dezen tijd bijzondere waarde heeft, noemde spr. de verleiding 1 om uitsluitend in opportunisme heil te 1 zoeken. Spr. belichtte in dit verband eenige regeeringsmaatregelen, alsmede het optreden der devaluatiemannen, om te doen gevoelen hoe juist in dezen tijd belangrijke rechtsvragen aan de orde ko- j Daar stond een heele oude boom Wiens takken door de jaren, Door zwakte en door ouderdom Omlaaggebogen waren. De wind blies in zijn ouden kruin, En sloeg zijn oude takken, Maar de natuur kreeg nooit haar kans Dien ouden boom te knakken. Hij stond daar aan den waterkant Al eeuwen te verwijlen, Hij keek het rimp'lend water na En naar de blanke zeilen. Hij zag figuurtjes kwiek en jong En sterk gebruinde mannen, En daarom liet zich d' oude boom Niet van zijn plaats verLannen. Hij was al dood, maar stond daar nog, Een vijand van het v/ater? Zijn naam was wel jeneverboom, Maar hij hield van 't geklater Der golven, spelend aan zijn voet, En daarom wou hij olijven, Die doode boom, die zich niet van Zijn plaatsje liet verdrijven. Zijn uren waren afgeteld, Het noodlot zou geschieden, De nieuwe boom, die stond al klaar En hooggehoede lieden. Maar toen kwam in den stillen nacht Met bijl en zaag getreden Een man. Die heeft den dooden boom Het leven afgesneden. Nu stookte dees jeneverboom Het zij hem gul vergeven Zelfs in de ure na zijn dood, Nog ruzie, herrie, leven. Maar is er straks in Warmond weer, JAlom slechts pais en vrede. Déin rimpelt langs zyn overschot Het water van de Leede. TROUBADOUR. men, waarbij de toets van het C.H. be ginsel zeker niet mag ontbreken. Als der de reden, waarom spr. meent, dat het nu minder dan ooit het oogenblik is, de spre kende kleuren in ons vaandel te verdoe zelen, noemde spr. de omstandigheid dat wij leven in een tijdperk van overgang, een periode waarin de plooien in het le ven van een natie worden gelegd en waar in in allerlei opzicht de ontwikkeling voor een lange toekomst wordt bepaald. Het is daarom noodig ons niet angstval lig op een afstand te houden van de ver nieuwing, die deze tijd vraagt. Stabiliteit is niet een eisch van hoogere orde. Heel Gods schepping groeit dag en nacht. Wij zullen, aldus spr., het best onze taak ver staan en onze gedragslijn bepalen, indien wij objectief en zonder vooroordeel onze aandacht wjjden aan de verschijnselen die zich naar hooger bestel thans in de we reld afteekenen. Tenslotte herinnerde spr. nog met een enkel woord aan de in het zicht zijnde verkiezingen voor de Provinciale Staten en wekte de vergadering op in het geheele land daaraan krachtig deel te nemen. Wij staan, zeide spr., in zeker opzicht hier in een niet-gemakkelijke positie. De vijf partijen, die ons bestrijden, n.l. de N. S.B., de S.D.A.P., de Communisten, de C.D. 17 en de Staatkundig Gereformeerde Par tij, maken van hun niet-verantwoordelijke positie op schromelijke wijze misbruik. Het sterkst valt het misbruiken van het huidige leed wel op bij de N.S.B. Onder aanheffing van de schoonste leuzen oefent zij de onrechtvaardigste critiek met aan tasting zelfs van de motieven der be windslieden, en biedt geen enkele begaan- baren weg aan, waarlangs dan naar haar oordeel de nood van den tijd beter zou kunnen worden bestreden. Eenmaal in on ze geschiedenis hebben wij, aldus spr., de vreemde revolutie-import niet geweerd. Het was aan het einde der achttiende eeuw, toen onder bedriegelijke leuzen, de Franschen in het land werden gehaald. Het is het begin geweest van onafzien bare rampen. Als waarschuwend voorbeeld van zinnelooze verdwazing blijft het in onze annalen geboekt. Wij hebben onze eigen geschiedenis en onze eigen rechts- en staats-instellingen en ons eigen Oran jehuis waarvan de hooge beteekenis door geen ander volk kan worden verstaan. Wij iaten ons niet gelijk schake1en, maar willen zelf onzen ontwikkelingsgang kie zen en onder Gods leiding, werKtn aan den opbouw van den nieuwen tijd die ons wacht. Moge ook de komende stembus daarvan blijk geven en moge vooral in onze gele deren geen oogenblik aarzeling ueerschen, maar met vlammende geestdrift de wacht worden betrokken bij het oude levende en altijd weer nieuw leven wekkende Chr. Hist, beginsel. De ochtendvergadering was verder ge wijd aan de behandeling van een aantal wijzigingen in de statuten. MARKTBERICHTEN AMSTERDAM, 3 April Vee. Aange voerd 3 wagons geslachte runderen uit De nemarken. .260 Vette Kalveren: le kw. 50 56, 2e kwal. 4250, 3e kwal. 3240 per K.G. levend gewicht. 141 Nuchtere kalve ren f 2.506.50 per stuk. 269 Varkens, we gende van 90110 K.G. 4647, Zware Var kens 4546, Vette Varkens 4344 per K.G. slachtgewicht. Vette Kalveren iets ruimer aanvoer dan vorige week, handel was aan het begin der markt tamelijk vlug, aan het eind luier, eenige zeer beste iets hoogere noteering. Nuchtere kalveren redelijker aanvoer, vlugge handel, constante prijzen. Varkens weinig aanvoer, zeer stille handel, prijzen neiging tot dalen. WOERDEN, 3 April. Kaas. Aanvoer 78 16.met rijksmerk 2e kw. f 1214.per 16.met r-ksmerk 2e kw. f 1214.per 50 K.G. Handel traag. VOORSCHOTEN, 2 Apri.: Vrije veiling. Kippeneieren ƒ1.802.20, eendeneieren 1.802.per 100 stuks. Konijnen 4090 ct., kippen 3060 ct., hanen 6080 ct., dui ven 1016 cent per stuk. KATWIJK a.d. RIJN, 2 April. Groenten- veiling. Waschpeen per kist 0.901.15, Kroten p. kist 1012 ct., gele kool per 100 1.803.10, Boerenkool p. kist 58 ct„ Uien per 100 K.G. 3.90^4.10, Witlof p. K.G. 7—12 ct., Spruiten p. K.G. 5—9 ct

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8